Page 185 of 344

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Lamp van de achteruitrijlichten en het mistachterlicht vervangen
Deze twee lampen kunnen vanaf de buitenzijde van de achterbumper
worden vervangen:
klik het beschermkapje via de achterzijde los en kantel het,
verwijder het kapje volledig om toegang te krijgen tot de twee schroeven van de lampunit,
Let op: raak om brandwonden te voorkomen de uitlaatpijp
niet aan bij het vervangen van een lamp, meteen na het
afzetten van het contact, aan de linkerzijde van de auto.
draai deze twee schroeven een kwartslag en verwijder ze,
duw de lampunit richting het interieur van de auto om deze los te
klikken en kantel de unit vervolgens,
trek de lampunit naar buiten om toegang te krijgen tot de verschillende lamphouders.
- Voor de achteruitrijlichten: trek aan de desbetreffende lamphouder,
- draai de lamp een kwartslag en vervang deze.
- Voor het mistachterlicht: draai de lamphouder een kwartslag en verwijder deze,
- draai de lamp een kwartslag en vervang deze.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Page 186 of 344
184
Lamp van de achteruitrijlichten en het mistachterlicht
vervangen (uitvoering 1.6 THP 270 pk)
Deze twee lampen kunnen worden vervangen door de lichtunit A
gedeeltelijk uit de achterbumper te verwijderen:
draai met een schroevendraaier de 3 bevestigingsbouten B aan de
onderzijde van de auto los,
Let op: raak als u een lamp meteen na het afzetten van het
contact vervangt de uitlaatpijp niet aan, om brandwonden te
voorkomen.
laat voorzichtig het voorste gedeelte van de lichtunit zakken om de
lamphouders C te kunnen bereiken,
draai de desbetreffende lamphouder een kwart omwenteling en trek hem in de richting van de voorzijde van de auto,
draai de lamp een kwart omwenteling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Page 187 of 344
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Lamp van de parkeerlichten en de richtingaanwijzers
vervangen
Raadpleeg voor het vervangen van dit type lamp met LED's het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats. Wassen met een hogedrukspuit
Richt bij het verwijderen van hardnekkig vuil met een hogedrukspuit
niet direct op de koplampen, de verlichting en omringende delen,
anders kunnen de lak en de afdichting beschadigd raken.
Lamp van de kentekenplaatverlichting vervangen (W5W)
Steek het uiteinde van de autosleutel in het gat in het transparante kapje.
Duw deze naar buiten om het kapje los te maken.
Verwijder het transparante kapje.
Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
Lamp van het derde remlicht vervangen (LED's)
Raadpleeg voor het vervangen van dit type lamp met LED's het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 188 of 344

186
ZEKERINGEN VERVANGEN
TOEGANG TOT HET GEREEDSCHAP
De tang voor het verwijderen van zekeringen is zich aan de binnenzijde
van het deksel van de zekeringkast dashboard bevestigd:
draai de schroef een kwart omwenteling naar links,
trek het deksel rechts boven los,
maak het deksel helemaal los en draai het om,
haal de houder met de tang uit de binnenzijde van het deksel.
VERVANGEN VAN EEN ZEKERING
Voordat u een zekering vervangt, dient u:
de oorzaak van de storing op te sporen en te (laten) verhelpen,
alle stroomverbruikers uit te schakelen,
de auto stil te zetten en het contact af te zetten,
de defecte zekering op te sporen met behulp van de op de volgende pagina's vermelde tabellen en overzichten.
Bij het vervangen van een zekering moet u:
- de speciale tang gebruiken om de zekering uit de zekeringkast te verwijderen en de staat van de draad controleren,
- een defecte zekering altijd vervangen door een zekering met dezelfde stroomsterkte (dezelfde kleur); het gebruik van een zekering met een
andere stroomsterkte kan tot storingen (of zelfs brand) leiden.
Goed Defect
Tang
Wanneer de storing kort na het vervangen van de zekering weer
optreedt, moet u de elektrische uitrusting laten controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 189 of 344
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Montage van elektrische accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto is
reeds rekening gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats voordat u andere elektrische voorzieningen of
accessoires in de auto monteert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit
storingen veroorzaakt door het monteren van extra accessoires
die niet door PEUGEOT aanbevolen en geleverd worden, en niet
volgens de voorschriften van zijn gemonteerd. Dit geldt met name
als het gezamenlijke stroomverbruik van de extra accessoires
meer dan 10 milliampère bedraagt.
Page 190 of 344

188
ZEKERINGEN DASHBOARD
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde van het dashboard
(linkerzijde) en bevat twee houders.
Toegang tot de zekeringen
Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".
Overzicht zekeringen
Zekering Ampère Functies
F2 30 A
Massa vergrendeling en supervergrendeling
F3 5 A Elektronische eenheid airbags, actieve
motorkap en pyrotechnische gordelspanners.
F4 10 A Schakelaar koppelingspedaal,
elektrochromatische binnenspiegel,
automatische transmissie, eenheid
veiligheidsschakeling.
F5 30 A Eentraps elektrische ruitbediening,
voeding inklapbare buitenspiegels.
F7 5 A Plafonniers voor en achter,
kaartleeslampjes, verlichting zonneklep,
verlichting dashboardkastje.
F8 20 A Autoradio, autoradio/telefoon,
multifunctioneel display, detectie te lage
bandenspanning, klokje.
F9 30 A 12V-aansluiting.
F10 15 A Stuurkolomschakelaars.
F 11 15 A Contactslot met circuit lage stroomsterkte.
F12 15 A Instrumentenpaneel, airconditioning,
geheugeneenheid bestuurdersstoel,
regen-/lichtsensor, airbags.
Houder 1
Page 191 of 344
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Zekering Ampère Functies
F13 5 A Servicecentrale motor, actieve motorkap.
F14 15 A
Multifunctioneel display, pictogrammendisplay
veiligheidsgordels en airbag voorpassagier,
display instrumentenpaneel, versterker,
handsfree set, elektronische eenheid
parkeerhulp, USB Box.
F15 30 A Vergrendeling en supervergrendeling.
F17 40 A Achterruit- en buitenspiegelverwarming.
Zekering Ampère Functies
G36 30 A Hifi -versterker.
G37 30 A Geheugeneenheid passagiersstoel vóór.
G38 30 A Geheugeneenheid bestuurdersstoel.
G39 5 A Geheugeneenheid verlichting.
G40 30 A Stoelverwarming bestuurder en
voorpassagier.
Houder 2
Page 192 of 344
190
ZEKERINGEN MOTORRUIMTE
De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap, naast de accu (links).\
Toegang tot de zekeringen
Maak het deksel los.
Vervang de zekering (zie de desbetreffende paragraaf).
Sluit na het vervangen van de zekering zorgvuldig het deksel voor een goede afdichting van de zekeringkast.
Overzicht zekeringen
Zekering Ampère Functies
F2 15 A Claxon.
F3 10 A Ruitensproeiers voor.
F4 20 A Verlichting overdag.
F5 15 A Luchthoeveelheidsmeter,
koelvloeistofpomp, oliepomp, thermostaat,
voorverwarming blow-by (benzine),
bypass- en EGR-kleppen (diesel),
voorverwarming brandstof (diesel).
F6 10 A Sensor verdraaiing stuurwiel, elektronische
eenheid ABS/ESC, sensor ESC.
F7 10 A Elektronische eenheid stuurbekrachtiging,
automatische transmissie,
rempedaalschakelaar met twee functies.
F8 25 A Bediening startmotor.
F9 10 A Diagnoseaansluiting, bochtverlichting,
pomp roetfi lter (diesel).
F 11 40 A Aanjager airconditioning.