Page 161 of 344

7/
ONDERHOUD
CONTROLES
ACCU ROETFILTER (DIESEL)
Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar keer dat het roetfi lter
geregenereerd wordt een brandlucht ruiken; dit is volkomen
normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid wordt gereden of de motor
langdurig stationair draait, kan bij gasgeven soms rook uit de
uitlaat waargenomen worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor het milieu.
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te controleren
of de accupolen en -klemmen schoon zijn, vooral bij warm
weer en in de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt de rubriek "Accu" voor
meer informatie over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Het verstopt raken van het roetfi lter wordt aangegeven door
het tijdelijk branden van dit verklikkerlampje in combinatie
met een geluidssignaal en een melding met betrekking tot het
verstopt raken van het roetfi lter.
Ga om het roetfi lter te regenereren, zodra de omstandigheden het
toelaten, met een snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje
uitgaat.
Als het lampje blijft branden, raadpleeg dan het hoofdstuk over het
additiefniveau.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het garantie- en
onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw
auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
LUCHTFILTER EN INTERIEURFILTER
Laat de fi lters periodiek vervangen volgens de in het
garantie- en onderhoudsboekje aangegeven intervallen.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik (veel
stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moeten de
fi lters twee keer zo vaak worden vervangen .
Een verstopt interieurfi lter kan de prestaties van de airconditioning
verstoren en onaangename geuren veroorzaken. Laat bij het olie verversen tevens het oliefi lter vervangen.
Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje voor het
vervangingsinterval van dit onderdeel.
OLIEFILTER
Page 162 of 344

160
HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
REMBLOKKEN STAAT VAN REMSCHIJVEN
De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje voor het
interval van de niveaucontrole.
De automatische transmissie is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje voor het
interval van de niveaucontrole.
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de
rijstijl, vooral bij stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor
kan het noodzakelijk blijken om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt een te laag
remvloeistofniveau erop dat de remblokken versleten zijn. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats voor informatie over het controleren van de
slijtage van de remschijven.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT aanbevolen producten of
gelijkwaardige kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen als het remsysteem te
optimaliseren, selecteert en biedt PEUGEOT specifi eke producten
aan.
Na het wassen kan er zich een laagje vocht of onder winterse
omstandigheden ijs vormen op de remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen. Rem een paar keer lichtjes
om de remmen vocht- en ijsvrij te maken.
HANDREM
Als de handrem een te grote slag heeft of als het systeem
minder goed werkt, moet de handrem, zelfs tussen twee
onderhoudsbeurten door, worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 163 of 344
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
BANDENREPARATIESET TOEGANG TOT DE SET
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de vloerplaat van de
bagageruimte.
De volledige set voor de reparatie van een band bestaat uit een
compressor en een fl acon met afdichtmiddel. Hiermee kunt u de band
tijdelijk repareren , zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke banden worden
gerepareerd, als het lek zich in het loopvlak of de hiel van de band
bevindt.
Page 164 of 344
162
BESCHRIJVING VAN DE SET
A. Schakelaar stand "Reparatie" of "Op spanning brengen".
B. Aan/uit schakelaar "I/O" .
C. Knop voor leeg laten lopen.
D. Manometer (bar en psi).
E. Opbergvak met: - kabel + adapter voor 12V-aansluiting,
- diverse opblaasnippels voor accessoires als ballonnen, fi etsbanden, ... F.
Flacon met afdichtmiddel.
G. Witte slang met dop voor de reparatie.
H. Zwarte slang voor het op spanning brengen.
I. Sticker met snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet I moet op het stuurwiel worden
geplakt om u te herinneren aan het feit dat de band tijdelijk is
gerepareerd.
Rijd na het repareren met behulp van de bandenreparatieset niet
sneller dan 80 km/h.
De elektrische installatie van de auto biedt de mogelijkheid een
compressor aan te sluiten en te gebruiken voor de duur die nodig
is om een gerepareerde lekke band op spanning te brengen of om
een klein opblaasartikel op te blazen.
Page 165 of 344
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Let op: dit product is schadelijk (ethyleenglycol, colofonium...) bij \
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van kinderen.
REPARATIEMETHODE
1. Afdichting van het lek
Zet het contact af. Rol de witte slang
G volledig uit.
Draai de dop van de witte slang los.
Sluit de witte slang aan op het ventiel van de lekke band.
Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V-aansluiting in de auto.
Start de motor en laat deze draaien.
Verwijder het voorwerp dat de lekkage heeft veroorzaakt niet uit
de band.
Zet de schakelaar
A in de stand "Reparatie".
Controleer of de schakelaar B in de stand "O" staat.
Page 166 of 344

164
Activeer de compressor door de schakelaar B in de stand "I" te
zetten, tot de bandenspanning 2,0 bar bedraagt.
Het afdichtmiddel wordt onder druk in de band gespoten; neem gedurende deze handeling de slang niet los van de aansluiting
(kans op spatten). Verwijder de set en draai de dop van de witte slang vast.
Zorg ervoor dat restanten van de vloeistof niet op of in de auto
terecht kunnen komen. Houd de set binnen handbereik.
Maak direct een rit van ongeveer vijf kilometer met matige snelheid (tussen 20 en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het lek kan dichten.
Zet de auto stil en controleer de reparatie en de bandenspanning met de set.
Schakel de compressor niet in voordat de witte slang is
aangesloten op het ventiel van de band: het afdichtmiddel wordt
anders buiten de band gespoten.
Controlesysteem bandenspanning
Als uw auto is uitgerust met een controlesysteem voor
de bandenspanning, zal het verklikkerlampje voor te lage
bandenspanning na het repareren van een wiel blijven branden
tot u het systeem laat resetten door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Als na vijf tot zeven minuten de gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren met de bandenreparatieset;
neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats om u verder te helpen.
Page 167 of 344

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
2. Op spanning brengen
Zet de schakelaar A in de stand "Bandenspanning".
Rol de zwarte slang H volledig uit.
Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van de gerepareerde band.
Ga zo snel mogelijk naar een servicepunt van het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Vergeet niet de technicus te vertellen dat u de set hebt gebruikt.
Na nadere inspectie kan de technicus u vertellen of de band
gerepareerd kan worden of moet worden vervangen.
Sluit de stekker van de compressor weer aan op de 12V-aansluiting
in de auto.
Start de motor opnieuw en laat de motor draaien. Breng de band met behulp van de compressor op de
voorgeschreven spanning (spanning verhogen: schakelaar B in
stand "I" ; spanning verlagen: schakelaar B in stand "O" en knop
C indrukken), zoals vermeld op de bandenspanningssticker in de
portieropening aan bestuurderszijde.
Als de bandenspanning sterk daalt, is het lek niet goed gedicht; neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats om u verder te helpen.
Verwijder de set en berg deze op.
Rijd niet harder dan 80 km/h en niet verder dan 200 km.
Page 168 of 344
166
Let op dat er geen afdichtmiddel uit de fl acon stroomt.
De uiterste gebruiksdatum staat op de patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan slechts één keer gebruikt
worden en moet daarna worden vervangen, ook als hij niet leeg is.
Werp de patroon na gebruik niet weg, maar lever deze in bij het
PEUGEOT-netwerk of een offi cieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats een nieuwe patroon met afdichtmiddel te kopen.
UITNEMEN VAN DE FLACON
Berg de zwarte slang op.
Neem het gebogen aansluitstuk van de witte slang los.
Houd de compressor rechtop.
Draai de fl acon aan de onderzijde los.