129
114, 119
110, 114, 119
16
RCZ_nl_Chap00b_prise en main_ed02-2013_CA
STARTEN
1. Stand Stop .
2. Stand Contact .
3. Stand Starten .
CONTACTSLOT
Hang geen zware voorwerpen aan
de sleutel. Hierdoor kunnen storingen
optreden.
VEILIGHEID VOOR DE INZITTENDEN
Selecteer de stand:
"OFF" (uitschakelen) wanneer een
kinderzitje "met de rug in de rijrichting" is
bevestigd,
"ON" (inschakelen) wanneer een passagier
op de voorstoel zit of een kinderzitje "met
het gezicht in de rijrichting" is bevestigd.
AIRBAG VOORPASSAGIER
A. Verklikkerlampje veiligheidsgordels voor
en/of achter niet vastgemaakt of weer
losgemaakt.
B. Verklikkerlampje veiligheidsgordel links voor.
C. Verklikkerlampje veiligheidsgordel rechts voor.
D. Verklikkerlampje veiligheidsgordel rechts achter.
E. Verklikkerlampje veiligheidsgordel links achter.
F. Verklikkerlampje uitschakeling airbag vóór
aan passagierszijde.
G. Verklikkerlampje airbag vóór aan passagierszijde actief.
VEILIGHEIDSGORDELS EN AIRBAG
VÓÓR AAN PASSAGIERSZIJDE
6/
RIJDEN
CONTACTSLOT
ELEKTRONISCHE STARTBLOKKERING
STARTEN VAN DE MOTOR
Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van de startblokkering.
Draai de sleutel rechtsom in de stand 3 (Starten) .
Laat zodra de motor draait de sleutel los.
AFZETTEN VAN DE MOTOR
Zet de auto stil.
Draai de sleutel linksom in de stand 1 (Stop) .
Verwijder de sleutel uit het contactslot.
Sleutel vergeten
Als de sleutel nog in het contactslot zit en in de stand 1 (Stop)
staat, wordt bij het openen van het bestuurdersportier een
waarschuwingsmelding weergegeven in combinatie met een
geluidssignaal.
Als de sleutel onbedoeld in de stand 2 (Contact) van het
contactslot blijft staan, zal het contact na een uur automatisch
worden afgezet.
Draai de sleutel in de stand 1 (Stop) en vervolgens opnieuw in de
stand 2 (Contact) om het contact weer aan te zetten.
In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifi eke code
beschikt. Om te kunnen starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert het
motormanagementsysteem kort nadat het contact is afgezet en
voorkomt zo het starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en een
melding op het display.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleeg zo snel
mogelijk het PEUGEOT-netwerk.
Bij het afzetten van de motor is de rembekrachtiging niet meer
actief.
02
SETUP2ABC3DEF5JKL4GHI6MNO8TUV7PQR S9WXYZ0*#
1NAV TRAFFICADDR
BOOKSETUP
214
Wij raden u aan om voordat u het systeem de eerste keer gebruikt, de gebruiksadviezen te beluisteren, hardop uit te spreken en te herhalen.
Druk op de toets SETUP en selecteer de functie "Taal en spraakfuncties". Draai aan de ring en selecteer "Instellen spraakherkenning". Activeer de spraakherkenning.
Selecteer "Gebruiksadviezen".
Gesproken commando's
Spraakherkenning
De afhankelijk van de context hardop uit te spreken teksten worden weergegeven in de volgende tabellen.
Spreek hardop uit en uw Peugeot Connect 3D Nav voert uw commando uit.
U kunt de spraakherkenning activeren door het uiteinde van de lichtschakelaar in te drukken.
CONTEXT GESPROKEN COMMANDORESULTAAT
ALGEMEEN Hulp adresboek Hulp spraakherkenning Hulp media Hulp navigatie Hulp telefoon Hulp radio Annuleren Aanpassen
Toegang tot het helpscherm adresboek Toegang tot het helpscherm spraakherkenning Toegang tot het helpscherm beheer media Toegang tot het helpscherm navigatie Toegang tot het helpscherm telefoon Toegang tot het helpscherm autoradio Om het laatste gesproken commando te annuleren Om het laatste gesproken commando te annuleren Om het laatste gesproken commando te
Verzoek om het aanpassen van het laatste gesproken commando Verzoek om het aanpassen van het laatste gesproken commando Verzoek om het aanpassen van het laatste
Wissen
RADIO Zender kiezen Zender
Selecteren van een radiozender Selecteren van een radiozender met het RDS-label
NAVIGATIE Bestemming invoeren Gesproken commando's uitschakelen Gesproken commando's uitschakelen Gesproken commando's
Gesproken commando's activeren Gesproken commando's activeren Gesproken commando's
Adres opslaan Navigatie starten Navigatie stopzetten Naar opgeslagen bestemming navigeren Naar opgeslagen bestemming navigeren Naar opgeslagen bestemming
Points Of Interest zoeken
Commando om een nieuwe bestemming in te voeren Uitschakelen van de gesproken commando's tijdens de navigatie Activeren van de gesproken commando's tijdens de navigatie Opslaan van een adres in het adresboek Starten van de navigatie (als de bestemming is ingevoerd) Stopzetten van de navigatie Starten van de navigatie naar een al eerder opgeslagen bestemming Starten van de navigatie naar een Point Of Interest
GESPROKEN COMMANDO'S EN STUURKOLOMSCHAKELAARS
245
NAV
RADI O
Video-standaard (AUX) 3
Initialiseren video-instellingen 3
Off / Audio / Audio en video
Beheer aux-aansluiting 2
3
Menu Radio
AM-/FM-band
1
2
Frequentie kiezen 2
Raadpleeg het onderstaande menuAudio-instellingen
Audio-instellingen 2
3
Menu Audio-instellingen
Bal./Fader
1
2
Bass / hoge tonen 2
Geluidssfeer 2
Geen 3
Klassiek 3
Jazz 3
Rock/pop 3
Techno 3
Vocaal 3
Achterluidsprekers uitschakelen 2
Loudness 2
Automatische correctie volume 2
Audio-instellingen initialiseren 2
Menu Navigatie
Navigatie stoppen / Navigatie hervatten
1
2
Bestemming invoeren 2
Nieuw adres invoeren 3
Land 4
Plaats 4
Straat 4
Huisnummer 4
Navigatie starten 4
Postcode 4
Aan adresboek toevoegen 4
Kruising 4
Stadscentrum 4
GPS coördinaten 4
Invoer op kaart 4
Navigatie naar huis 3
Vanuit laatste bestemmingen 3
Vanuit adresboek 3
Etappes 2
Etappe toevoegen 3
Nieuw adres invoeren 4
Navigatie naar huis 4
Vanuit adresboek 4
Vanuit laatste bestemmingen 4
Route aanpassen 3
Etappe vervangen 3
Etappe verwijderen 3
FM-band 3
AM-band 3
04
264
Selecteer en bevestig " Bestemming kiezen ", selecteer " GPS-coördinaten " en bevestig uw keuze.
Voer de GPS-coördinaten in en bevestig uw invoer met " OK " om het navigeren te starten.
Druk op N AV voor het menu " Navigatie ".
GPS-coördinaten als bestemming invoeren Naar een punt op de kaart
Druk, als de kaart op het scherm wordt weergegeven, op OK om naar het contextmenu te gaan. Selecteer dan " Kaart verplaatsen " en bevestig uw keuze.
Druk op OK voor het contextmenu van de functie " Kaart verplaatsen ".
Selecteer " Als bestemming kiezen " of " Als tussenstop kiezen " en bevestig uw keuze.
Verplaats de cursor op het scherm met de navigatietoets om een bestemmingspunt te kiezen.
NAVIGATIE - ROUTEBEGELEIDING
06
282
TELEFONEREN
Druk 2 keer op PHONE .
Selecteer " Bellen " en bevestig uw keuze.
Selecteer " Contacten " en bevestig uw keuze.
Toets het nummer in op het virtuele toetsenbord door de cijfers te selecteren en daarna te bevestigen
Bevestig met " OK " om het ingevoerde telefoonnummer te bellen.
Druk op TEL of 2 keer op PHONE .
Een nieuw nummer bellen Een contact bellen
Selecteer het gewenste contact en bevestig uw invoer.
Als u het contact via de toets PHONEhebt opgevraagd, selecteert u " Bellen " en bevestigt u uw keuze.
Selecteer het nummer en bevestig uw keuze om het bellen te starten
Bellen Gebruik de telefoon liever niet onder het rijden. Stop op een veilige plaats om te bellen als u gelegenheid hebt en gebruik bij voorkeur de toetsen op het stuur. toetsen op het stuur.