2/
TOEGANG TOT DE AUTO
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden gesloten, bijvoorbeeld nadat
de accu losgekoppeld is geweest, moet de ruitbediening worden
gereset:
trek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt met bewegen,
laat de schakelaar los en trek hem opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
houd de schakelaar na het sluiten nog ongeveer 1 seconde vast,
druk op de schakelaar om de ruit automatisch te openen,
druk als de ruit volledig is geopend nogmaals op de schakelaar en houd deze nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging tegen beknellen
uitgeschakeld. Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor een korte periode,
altijd de sleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit iets tussen de ruit en de
sponning bekneld raakt, moet de ruit weer worden geopend. Druk
daarvoor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan passagierszijde bedient, moet
deze ervan verzekerd zijn dat niemand het correcte sluiten van de
ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat de passagiers op de
juiste manier gebruik maken van de elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
164
Activeer de compressor door de schakelaar B in de stand "I" te
zetten, tot de bandenspanning 2,0 bar bedraagt.
Het afdichtmiddel wordt onder druk in de band gespoten; neem gedurende deze handeling de slang niet los van de aansluiting
(kans op spatten). Verwijder de set en draai de dop van de witte slang vast.
Zorg ervoor dat restanten van de vloeistof niet op of in de auto
terecht kunnen komen. Houd de set binnen handbereik.
Maak direct een rit van ongeveer vijf kilometer met matige snelheid (tussen 20 en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het lek kan dichten.
Zet de auto stil en controleer de reparatie en de bandenspanning met de set.
Schakel de compressor niet in voordat de witte slang is
aangesloten op het ventiel van de band: het afdichtmiddel wordt
anders buiten de band gespoten.
Controlesysteem bandenspanning
Als uw auto is uitgerust met een controlesysteem voor
de bandenspanning, zal het verklikkerlampje voor te lage
bandenspanning na het repareren van een wiel blijven branden
tot u het systeem laat resetten door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Als na vijf tot zeven minuten de gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren met de bandenreparatieset;
neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats om u verder te helpen.
01
257
Lang indrukken: resetten van het systeem.
Toegang tot het menu " Telefoon " en weergave van de laatste gesprekken of inkomend gesprek accepteren.
BASISFUNCTIES
Kort indrukken: selecteren van een opgeslagen radiozender.
Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de huidige radiozender.
Toegang tot het Menu " MUSIC " en weergave van de tracks of de afspeellijsten van de CD/MP3/Apple ® -apparatuur. ® -apparatuur. ®
Lang indrukken: weergave van het paneel met audio-regelknoppen voor de geluidsbron "MEDIA" (CD/USB/iPod/Streaming/AUX).
Toegang tot het menu " RADIO " en weergave van de zenderlijst.
Lang indrukken: weergave van het paneel met audio-regelknoppen voor de geluidsbron tuner.
332
INDEX
Snelmenu's .............................. 218, 260
Spaarfase ........................................ 175
Spraaksynthese ............................... 272
Starten van de auto ................. 129, 133
Stickers ............................................ 197
Stickerset ......................................... 197
Stilzetten van de auto ..............129, 133
Stoelen achter ................................... 72
Stoelen verstellen ........................64, 65
Stoelverwarming ................................ 66
Streaming audio Bluetooth ......295, 322
Stuurslot .......................................... 129
Stuurwiel (verstellen) .........................68
Supervergrendeling ...........................52
Synchroniseren afstandsbediening ...53S/
Schakelaars stoelverwarming ............66
Selectiehendel automatische transmissie .................................... 133
Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak ............................. 132
Serienummer auto ...........................206
Set voor tijdelijke bandenreparatie .... 161
Sfeerverlichting .................................. 79
SIM-kaart ......................................... 242
Sjorogen ............................................ 87
Slepen van een auto ........................193
Sleutel met afstandsbediening .......51, 52, 54, 129
Sneeuwkettingen ............................. 173
Snelheidsbegrenzer .........................140
Snelheidsregelaar ............................143S/
Radio ....................... 233, 287, 288, 313
RCA-aansluitingen ...........................238
Regelmatige controles .............159, 160
Regelmatig onderhoud ......................20
Regeneratie roetfi lter ....................... 159
Reinigen (adviezen) .........................197
Rembekrachtigingsysteem ..............103
Remblokken..................................... 160
Remlichten............................... 181, 184
Remmen .......................................... 160
Remschijven .................................... 160
Reservewiel ..................................... 171
Reservoir koplampsproeiers ............158
Reservoir ruitensproeiers ................158R/
Resetten van de
ruitbediening ................................... 58
Richtingaanwijzers... 101, 179, 181, 184
Rijstrookcontrolesystemen ..............104
Risicozones (update) ...............229, 266
Roetfi lter .................................. 158, 159
Ruitbediening ..................................... 58
Ruitensproeiers vóór .........................98
Ruitenwisserbladen (vervangen) ........................... 100, 174
Ruitenwissers .............................. 97, 99
Ruitenwisserschakelaar............... 97, 99R/Parkeerhulp achter ..........................146
Parkeerhulp vóór ............................. 147
Parkeerlichten .......89, 92, 179-181, 184
Peugeot Connect 3D Nav .......24, 39, 48,
211, 214, 217, 244
Peugeot Connect Assistance ...208, 209
Peugeot Connect Sound ...42, 309, 323
Peugeot Connect Nav ...............46, 255
Peugeot Connect Plug ...............85, 317
Peugeot Connect SOS ............208, 209
PIN-code .......................................... 242
Plafonnier .......................................... 78
POI (update) .................................... 229
Portieren ............................................ 60
Portieren sluiten ........................... 52, 60P/
Technische gegevens ..............201, 203
Te laag brandstofniveau ..................150
Telefoon ............209, 239-241, 278, 282
Teller .................................................. 22
Tijdelijke bandenspanning (met set) ............161
Tijd instellen ....................................... 38
TMC (verkeersinformatie) ........231, 275
Toegang tot de achterbank ................72
Toerenteller ........................................ 22
Trekhaak .......................................... 195T/