Page 193 of 344
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
Zekering Ampère Functies
F12 4 0 A Lage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F15 10 A Grootlicht rechts.
F16 10 A Grootlicht links.
F17 15 A Dimlicht links.
F18 15 A Dimlicht rechts.
Page 194 of 344
192
Overzicht zekeringen boven de accu
Zekering Ampère Functies
F2 5 A Rempedaalschakelaar met twee functies.
F3 5 A Eenheid laadtoestand accu.
F4 25 A Elektrokleppen ABS/ESC.
F6 15 A Automatische transmissie. Werkzaamheden aan de andere typen zekeringen (tussenmaat
zekeringen en hoofdzekeringen) dienen altijd door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats uitgevoerd te
worden.
Page 195 of 344

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
SLEPEN VAN EEN AUTO
SLEEPOOG
Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat van de bagageruimte.
Voor toegang:
open het kofferdeksel,
til de vloerplaat op met behulp van de riem,
zet de vloerplaat vast in verticale positie, tot voorbij de aanslagen aan de zijkanten van het kofferdeksel,
neem het sleepoog uit de opbergbak.
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van
de auto die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de gesleepte auto blijven
zitten. Deze persoon moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond altijd een
goedgekeurde sleepstang; touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een
professioneel bergingsbedrijf :
- als de auto is gestrand op de autosnelweg,
- bij auto's met vierwielaandrijving,
- als het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te ontgrendelen of de handrem los te
zetten,
- bij takelen met slechts twee wielen op de grond,
- bij het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...
Page 196 of 344

194
SLEPEN VAN UW AUTO
Sleepoog aan de voorzijde
Maak het klepje in de voorbumper los door op de linkerkant ervan te drukken.
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
Bevestig de sleepstang.
Zet de versnellingshendel in de neutraalstand (stand N bij de
automatische transmissie).
Het niet naleven van dit voorschrift kan er toe leiden dat bepaalde onderdelen (remsysteem, transmissie) beschadigd
raken en dat de rembekrachtiger na het starten mogelijk niet
meer werkt.
Deblokkeer het stuurslot door het contact aan te zetten en zet de handrem vrij.
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.
Rijd voorzichtig weg en rijd langzaam. Leg geen grote afstanden af.
Wegslepen aan de achterzijde
In een noodsituatie waarbij de auto aan de achterzijde moet worden
weggesleept (bijvoorbeeld uit een parkeervak of, als de auto van de
weg is geraakt, uit de berm), kan gebruik worden gemaakt van het
sleepoog aan de achterzijde.
Maak het klepje in de achterbumper los door op de linkerkant ervan te drukken.
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
Bevestig de sleepkabel.
Zet de versnellingshendel in de neutraalstand (stand N bij de
automatische transmissie).
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.
Rijd voorzichtig weg om de auto te bevrijden.
* Behalve de uitvoering 1.6 THP 270 pk.
SLEPEN VAN EEN ANDERE AUTO *
Maak het klepje in de achterbumper los door op de linkerkant ervan te drukken.
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
Bevestig de sleepstang.
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.
Rijd voorzichtig weg en rijd langzaam. Leg geen grote afstanden af.
Page 197 of 344

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
TREKKEN VAN EEN AANHANGER
De trekhaak bestaat uit een mechanisch systeem voor het aankoppelen
van een aanhanger en een elektrische aansluiting voor de verlichting en \
signalering.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het vervoer van personen en
bagage, maar is tevens geschikt voor het trekken van een aanhanger.
Wij raden u aan gebruik te maken van een speciaal door
PEUGEOT geteste en goedgekeurde trekhaak met een zonder
gereedschap afneembare kogel, inclusief de originele bedrading,
en deze door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalifi ceerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door een ander bedrijf dan
van het PEUGEOT-netwerk, moet de montage worden uitgevoerd
volgens de voorschriften van de constructeur.
ADVIEZEN
Het rijden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van de \
auto en vergt daarom extra aandacht van de bestuurder.
Gewichtsverdeling
Verdeel het gewicht in de aanhanger gelijkmatig, plaats zware voorwerpen zo dicht mogelijk bij de as en houd u aan de
toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor af
als men op grotere hoogte boven de zeespiegel komt. Trek boven de
1000 m 10% van het maximale aanhangergewicht af en herhaal dit voor
elke volgende 1000 m.
Raadpleeg het hoofdstuk "Technische gegevens" voor de gewichten en
aanhangergewichten die voor uw uitvoering van de auto van toepassing
zijn.
Zijwind
Houd er rekening mee dat de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Page 198 of 344

196
Koeling
Het trekken van een aanhanger op een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van he\
t
motortoerental.
Pas uw snelheid aan om het toerental te beperken.
Het maximale aanhangergewicht is afhankelijk van het
hellingspercentage en de buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de remweg.
Banden
Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indien nodig op de juiste waarde.
Verlichting
Controleer de verlichting van de aanhanger. Als het waarschuwingslampje van de
koelvloeistoftemperatuur gaat branden in combinatie
met het waarschuwingslampje STOP , stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af. De parkeerhulp wordt automatisch uitgeschakeld als bij het
aankoppelen van een aanhanger een originele PEUGEOT-
trekhaak wordt gebruikt.
Ga wanneer geen aanhanger is aangekoppeld niet rijden zonder
dat de afneembare kogel is verwijderd, omdat deze anders voor
het mistachterlicht zit.
Page 199 of 344

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
REINIGEN EN ONDERHOUDEN
Raadpleeg de algemene voorschriften met betrekking tot het reinigen
en onderhouden van uw auto in het onderhouds- en garantieboekje.
ALUMINIUM DAKBOGEN
Gebruik bij het schoonmaken van de dakbogen nooit een droge doek of
schuurmiddel.
Gebruik een spons met zeepwater.
PEUGEOT TECHNO TEP
Gebruik bij het schoonmaken van deze bekleding geen oplos- of
schoonmaakmiddel in combinatie met een droge doek.
Stof de bekleding eerst af en gebruik vervolgens een zachte doek en
zeepwater. Droog de bekleding af met een andere zachte doek.
KOPLAMPEN EN ACHTERLICHTEN
De koplampen zijn uitgerust met glazen van polycarbonaat voorzien
van een beschermlaag.
Gebruik voor het schoonmaken van de koplampen nooit een droge
doek of een schuur-, schoonmaak- of oplosmiddel.
Gebruik een spons en zeepwater.
STICKERSETS VOOR PERSOONLIJKE STYLING
Deze stickersets zijn voorzien van een speciale behandeling tegen
veroudering en losscheuren.
De stickers zijn ontworpen om de carrosserie van de auto een
persoonlijke tint te geven.
Het is raadzaam de stickersets, die ook leverbaar zijn als accessoire,
te laten aanbrengen door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalifi ceerde werkplaats. Om te voorkomen dat de vernislaag en de afdichtrubbers
beschadigd raken, is het raadzaam de koplampen, de achterlichten
en omgeving niet te reinigen met een hogedrukreiniger.
Houd u bij het gebruik van een hogedrukreiniger aan de
voorschriften met betrekking tot de druk en de spuitafstand.
Verwijder eerst hardnekkig vuil met behulp van een spons en lauw
zeepwater.
Als u bij het wassen van de auto gebruikmaakt van een
hogedrukspuit, houd dan het uiteinde van de spuit op een afstand
van ten minste 30 cm van de stickers.
Page 200 of 344

198
MATTE LAK
Mocht uw auto voorzien zijn van een matte blanke laklaag, volg dan
de volgende voorschriften op ter voorkoming van beschadiging van de
laklaag door inadequate behandeling.
Deze voorschriften gelden ook voor lichtmetalen velgen die voorzien
zijn van een matte blanke laklaag.
Wrijf nooit over een droge carrosserie.
Was uw auto niet in een wasstraat met borstels.
Gebruik nooit poetsmiddelen voor de carrosserie of de
lichtmetalen velgen. Poetsen doet de lak glimmen.
Gebruik geen lakreiniger, schuurmiddel of poetsmiddel en zet de
auto ook niet in de was. Deze producten zijn uitsluitend geschikt
voor glimmende oppervlakken. Wanneer deze producten worden
gebruikt voor auto's met een matte lak, kan de laklaag ernstig
worden beschadigd, hetgeen zich uit in niet meer te verwijderen
glimmende oppervlakken of vlekken.
Gebruik geen hogedrukspuit voorzien van een borstel, aangezien
dit krassen op de carrosserie achterlaat.
Kies nooit een wasprogramma dat eindigt met het aanbrengen
van een warme waslaag. Gebruik van het gamma "TECHNATURE" - de door PEUGEOT erkende
en voorgeschreven onderhoudsmiddelen - de insectenverwijderaar en
autoshampoo; dit zijn de enige gechikte producten voor de carrosserie.
De insectenverwijderaar kan ook gebruikt worden voor het reinigen van
kleine vlekjes, zoals vingerafdrukken.
Laat lakreparaties uitsluitend over aan het PEUGEOT-netwerk of aan
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Wij adviseren u voor het wassen een hogedrukspuit of minimaal
een waterslang met hoge druk te gebruiken.
Het is raadzaam de auto met onthard water af te spoelen.
Maak uw auto uitsluitend droog met een microvezel doek, zonder
hard te wrijven.
Verwijder eventuele brandstofvlekken van de carrosserie
uitsluitend met een zachte doek en laat de lak vervolgens drogen.