Page 217 of 332

215
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Monteren
Voer bij het plaatsen de handelingen voor het
ver wijderen in tegenovergestelde richting uit en
sluit als laatste de pluspool (+) aan.
Na het plaatsen
- Controleer de accupolen.
- Z et het contact aan, maar start de motor
niet.
-
C
ontroleer of er geen storingsmeldingen
worden weergegeven en er geen
verklikkerlampjes gaan branden. Is dit wel
het geval, neem dan contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te resetten.
-
C
ontroleer of de portieren en ruiten
normaal functioneren.
-
W
acht na het plaatsen ongeveer 2 minuten.
-
S
tart de motor.
-
C
ontroleer of de antiklemvoorzieningen
van de ruiten en het panoramadak correct
werken. Na het loskoppelen van de accu kunnen
bepaalde functies - airconditioning,
navigatie - tijdelijk zijn uitgeschakeld.
Neem in geval van een storing altijd
contact op met het PEUGEOT of een
gekwalificeerde werkplaats.
-
C
ontroleer of de elektrische parkeerrem
goed werkt door de parkeerrem aan te
trekken en vervolgens vrij te zetten.
-
Z
et het contact uit.
-
V
erlaat de auto en controleer of de
afstandsbediening correct werkt.
-
S
tel de tijd en de radiozenders in en
configureer de autoradio.
8
Praktische informatie
Page 218 of 332

216
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat. De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 40 minuten
gebruiken.
Eco-mode
Inschakelen van de eco-
mode
Vervolgens geeft een melding op het display
van het instrumentenpaneel aan dat de eco-
mode is ingeschakeld en worden de actieve
functies in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de eco-
mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen
gebruiken,
-
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
Neem de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden (zie de rubriek "Accu").
Als de eco-mode is geactiveerd, kan het
bij het inschakelen van het hybridesysteem
enkele seconden duren tot het
controlelampje Ready gaat branden.
Praktische informatie
Page 219 of 332
217
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Wisserbladen vervangen
Voordat u een wisserblad
demonteert
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.
Demonteren
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F M aak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
F Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F B edien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
8
Praktische informatie
Page 220 of 332
218
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Slepen - bergen met een bergingsauto
Sleep de auto nooit met alle vier wielen (noch met de twee voor wielen of de twee achter wielen) op de grond: kans op beschadiging van de aandrijving.
Voordat u werkzaamheden uitvoert: trap het rempedaal in ter wijl het contact aanstaat, zet de selectiehendel in de stand N en schakel vervolgens het
hybridesysteem uit (verklikkerlampje Ready uit).
Roep altijd de hulp in van een professioneel bergingsbedrijf om uw auto met een bergingsauto of trailer te bergen.
Gebruik de sleepogen uitsluitend om de auto
op een bergingsauto te vervoeren.
Praktische informatie
Page 221 of 332
219
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Aan de achterzijde
Aan de voorzijde
Toegang tot het gereedschap
Het sleepoog bevindt zich achter de
achterbank.
F
K
lap het 2/3 gedeelte van de achterbank
neer om bij het sleepoog te komen. F
M aak het klepje in de voorbumper los door
op de onderkant ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.F
T rek het klepje in de achterbumper aan de
linkerkant los via de punt van de ring.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
8
Praktische informatie
Page 222 of 332

220
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Trekken van een aanhanger
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door PEUGEOT geteste
en goedgekeurde trekhaak inclusief
bedrading en deze door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het PEUGEOT-
netwerk behoort, moet de montage
altijd volgens de voorschriften van de
fabrikant worden uitgevoerd.De trekhaak bestaat uit een mechanisch systeem
voor het aankoppelen van een aanhanger of het
monteren van een fietsendrager en een elektrische
aansluiting voor de verlichting en signalering.
Sneeuwscherm
Bij het trekken van een aanhanger dient het
sneeuwscherm te zijn verwijderd, indien uw
auto hiermee is uitgerust.
Raadpleeg daarvoor het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
Maximaal aanhangergewicht
Het maximale aanhangergewicht is beperkt:
raadpleeg de rubriek "Technische gegevens". Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
vervoer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger.
Praktische informatie
Page 223 of 332

221
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Adviezen
Gewichtsverdeling
F Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en
houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men op
grotere hoogte boven de zeespiegel komt.
Trek boven de 1000
m 10% van het maximale
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000
m.
Zijwind
F Houd er rekening mee dat de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend en is
niet afhankelijk van het motortoerental.
F
P
as uw snelheid aan om het toerental te
beperken.
Het maximale aanhangergewicht is
afhankelijk van het hellingspercentage en de
buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
F
A
ls het waarschuwingslampje van
de koelvloeistoftemperatuur gaat
branden in combinatie met het
waarschuwingslampje STOP , stop
dan zo snel mogelijk en zet de
motor af.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de
remweg.
Bij een lange afdaling is het, om te voorkomen
dat de remmen oververhit raken, raadzaam om
op de motor af te remmen.
Banden
F Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indien
nodig op de juiste waarde.
Verlichting
F Controleer de verlichting van de aanhanger.
De parkeerhulp wordt automatisch
uitgeschakeld als bij het aankoppelen
van een aanhanger een originele
PEUGEOT-trekhaak wordt gebruikt.
Raadpleeg de rubriek "Technische gegevens"
voor de gewichten en aanhangergewichten die
voor uw auto van toepassing zijn.
8
Praktische informatie
Page 224 of 332
222
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Allesdragers monteren
Max. toegestane daklast op de
dakstangen, bij een maximale
laadhoogte van 40 cm (m.u.v.
fietsendrager): 100 kg.
Pas bij een belading hoger dan
40 cm de rijsnelheid aan aan de
rijomstandigheden om schade
aan de allesdragers en de
bevestigingsplaatsen op het dak te
voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw land
met betrekking tot het vervoeren van
voor werpen die langer zijn dan de auto.
Houd u bij het monteren van de dwarsdragers
aan hun montageplaats. Deze zijn herkenbaar
aan de merktekens op beide dakrails.
Gebruik door PEUGEOT goedgekeurde
accessoires en houd u aan de
aanwijzingen en instructies in de
montagehandleiding van de fabrikant
om beschadiging van de carrosserie
(vervorming, krassen, ...) te voorkomen.
Praktische informatie