Page 33 of 332

31
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Beperk de oorzaken van een
hoger brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de
auto: plaats de zwaarste voor werpen in
de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de
achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand
(dakdragers, imperiaal, fietsendrager,
aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever
een dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het
imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de
winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning
(bij koude banden), houd u daarbij aan
de bandenspanning die staat vermeld
op de sticker op de portiersponning aan
bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is
gebruikt. Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan
drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof
uit de tank stroomt.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, luchtfilter en interieurfilter
vervangen enz.) en houd u daarbij aan
het in het garantie- en onderhoudsboekje
voorgeschreven interval. U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3000 km het gemiddelde brandstofverbruik
zich stabiliseert.
.
Hybridesysteem
Page 34 of 332
32
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Verbruik van uw hybrideauto op het display
Gemiddeld verbruik over de laatste 5 minuten.
Resetten van het overzicht
van het verbruik
Druk, ter wijl het hybridesysteem is geactiveerd
en het traject "2" wordt weergegeven langer
dan twee seconden op de toets om het
overzicht van het verbruik te resetten.
Zie de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de boordcomputer. "60% Hybrid Use" betekent dat 60% van de tijd met
assistentie van het hybridesysteem en 40% met alleen
de dieselmotor wordt gereden (zonder assistentie van het
hybridesysteem).
Hybridesysteem
Page 35 of 332

33
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
200V-tractiebatterij
De 200V-tractiebatterij kan niet via het lichtnet
worden opgeladen.
De tractiebatterij is van het type Ni-MH
(nikkel-metaalhydride) en bevindt zich onder
de vloerplaat van de bagageruimte, vlak bij de
elektromotor.
Laden
De tractiebatterij wordt opgeladen als de auto
snelheid mindert. De elektromotor fungeert dan
als generator en zet kinetische energie om in
elektrische energie (niet bij snelheden hoger
dan 120 km/h).
Het is niet mogelijk om de tractiebatterij via het
lichtnet op te laden.
De tractiebatterij kan indien nodig ook
automatisch worden opgeladen via de dynamo/
startmotor (Stop & Start-systeem) van de
dieselmotor.
Door op deze manier energie terug te winnen wordt
"gratis" energie verkregen.
De tractiebatterij wordt uiterst snel en efficiënt
opgeladen.
Nadat de accu is ontladen (bijvoorbeeld door
langdurig rijden in de stand ZEV of onder zware
gebruiksomstandigheden) is de laadtoestand snel
weer voldoende voor een volledig gebruik van de
mogelijkheden van de verschillende standen van het
hybridesysteem.
Het opladen gebeurt automatisch tijdens het rijden .
Het opladen kan worden versneld door op de motor af
te remmen.
De tractiebatterij heeft een laadtoestand van gemiddeld
4 à 5 streepjes, zodat er een marge overblijft voor het
terugwinnen van energie bij het snelheid minderen of in
een afdaling (gratis energie).
Om een lange levensduur van de
tractiebatterij mogelijk te maken komt
de laadtoestand nooit onder de 20% uit,
ook niet als na het rijden in de stand ZEV
een laadtoestand van 0 streepjes wordt
weergegeven.
Als de tractiebatterij bijna volledig is
geladen, kan het zijn dat de auto bij het
loslaten van het gaspedaal minder vertraagt.
.
Hybridesysteem
Page 36 of 332

34
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Hoogspanning
Zet alvorens werkzaamheden
uit te voeren altijd het contact
af (controlelampje Ready
gedoofd).
Hoogspanningskabels
Een aantal hoogspanningskabels zijn aan de
onderzijde van de auto bevestigd; zorg ervoor
dat deze niet beschadigd raken bij het rijden op
slecht begaanbaar terrein.
Waarschuwingen m.b.t. de tractiebatterij
De tractiebatterij (hoogspanningsbatterij) mag
nooit door middel van een extern apparaat
worden opgeladen. Laat werkzaamheden
aan de tractiebatterij uitsluitend over aan een
gekwalificeerde technicus.
Het onoordeelkundig uitvoeren van
werkzaamheden aan de tractiebatterij kan
leiden tot ernstige brandwonden en elektrische
schokken die levensgevaarlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Een hoogspanningsbatterij van het type Ni-MH
(nikkel-metaalhydride) dient aan het einde van
de levenscyclus op de voorgeschreven wijze
te worden afgevoerd via de werkplaats, zodat
door de recycling van de batterij het milieu kan
worden ontzien.
Breng hefsystemen (krik, tweekolomsbrug, ...)
aan onder de daarvoor bestemde steunpunten
om beschadiging van de kabels te voorkomen.
De elektromotor werkt met een spanning van
150
tot 270 V.
Let op de waarschuwingsstickers die op de
auto zijn aangebracht.
Wees uiterst voorzichtig bij werkzaamheden in
de buurt van onderdelen met hoogspanning en
onderdelen die heet kunnen worden door de
elektrische stroom.
Noodonderbreker
In het geval van een aanrijding worden
de hoogspanning en de voeding van de
brandstofpomp onderbroken door een
noodonderbreker, waardoor uw auto niet meer
gestart kan worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk om het
hybridesysteem weer in te schakelen.
Raak onderdelen, oranje kabels en
stekkers van het hoogspanningscircuit
nooit aan, ook niet na een aanrijding.
Hybridesysteem
Page 37 of 332

35
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Ventilatie van de tractiebatterij
De tractiebatterij is voorzien van een
luchtkoelingssysteem dat bestaat
uit een luchtaanzuigopening (op de
hoedenplank) en een ventilator (onder de
bagageruimtebekleding links).
Dit systeem werkt niet permanent. Het past
de mate van ventilatie automatisch aan de
behoefte van de tractiebatterij aan.
De werking van het systeem kan achterin
hoorbaar zijn, zelfs als de auto na het rijden
stilstaat.
Als deze aanzuigopening verstopt is, kan
de tractiebatterij oververhit en daardoor
beschadigd raken. Dit kan een nadelig
effect hebben op de prestaties van het
hybridesysteem.Om ervoor te zorgen dat de
tractiebatterij optimaal kan werken,
dient u de volgende aanbevelingen in
acht te nemen:
-
h
oud de aanzuigopening vrij van
vreemde voor werpen, zodat de
tractiebatterij niet oververhit kan
raken waardoor de prestaties van
het hybridesysteem afnemen,
-
m
ors geen vloeistof, de accu zou
hierdoor beschadigd kunnen raken.
.
Hybridesysteem
Page 38 of 332
36
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Voorzorgsmaatregelen/waarschuwingen motorruimte
Zet, voordat u de
motorkap opent,
altijd het contact af
(verklikkerlampje Ready
gedoofd).
Zet om ernstig letsel te voorkomen het
contact af en controleer of het controlelampje
Ready op het instrumentenpaneel is
gedoofd alvorens werkzaamheden in de
motorruimte uit te voeren.
Zet het contact eveneens af voordat u
brandstof gaat tanken, om te voorkomen dat
tijdens het tanken de motor opnieuw wordt
gestart.
Ook de dynamo/startmotor van uw hybrideauto
wordt met hoogspanning gevoed. Wanneer u
de motorkap opent zonder eerst het contact
af te zetten, kan het voorkomen dat de motor
plotseling door de dynamo/startmotor weer
wordt gestart.
Hybridesysteem
Page 39 of 332

37
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Autowasstraat
Bij sommige autowasstraten (waar de auto op een transportband doorheen wordt gevoerd) mag de parkeerrem tijdens het autowassen niet zijn
aangetrokken.
Autowasstraten waarin de dieselmotor moet zijn
afgezet.
Als het hybridesysteem is ingeschakeld, het
verklikkerlampje Ready brandt en de parkeerrem is vrijgezet:
-
Z
et de selectiehendel in de stand N.
-
Z
et de motor af (druk op START/STOP of zet de motor met de
contactsleutel af bij auto's zonder Keyless entry and start).
De parkeerrem wordt automatisch aangetrokken en het
verklikkerlampje Ready op het instrumentenpaneel dooft.
-
Z
et het contact weer aan (druk op START/STOP of zet de
contactsleutel in de middelste stand) zonder het rempedaal in
te trappen. Het verklikkerlampje Ready gaat niet branden.
-
Z
et de parkeerrem vrij met de hendel op de middenconsole,
terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt.
-
Z
et het contact af (druk op START/STOP zonder het
rempedaal in te trappen, of zet het contact af met de
contactsleutel) en controleer of de parkeerrem vrijgezet blijft. Als het hybridesysteem is ingeschakeld, het
verklikkerlampje
Ready brandt en de parkeerrem is vrijgezet:
-
Z
et de selectiehendel in de stand N (stand Auto of Sport).
-
H
oud het rempedaal ingetrapt en druk vervolgens op de toets
E C O O F F.
Autowasstraten waarin de dieselmotor niet mag
worden afgezet.
Als de dieselmotor op dat moment niet draait, wordt hij weer
gestart.
Als de dieselmotor op dat moment draait, blijft hij onbeperkt
draaien.
.
Hybridesysteem
Page 40 of 332
38
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Slepen - bergen met een bergingsauto
Voordat u werkzaamheden uitvoert: trap het rempedaal in ter wijl het contact aanstaat, zet de
selectiehendel in de stand N en schakel vervolgens het hybridesysteem uit (verklikkerlampje Ready uit).
Roep altijd de hulp in van een professioneel bergingsbedrijf om uw auto met een bergingsauto of trailer
te bergen. Sleep de auto nooit met alle vier wielen (noch met de twee voor wielen of de twee achter wielen) op
de grond: kans op beschadiging van de aandrijving.
Gebruik de sleepogen uitsluitend om de auto
op een bergingsauto te vervoeren.
Hybridesysteem