Page 209 of 332
207
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
ZekeringN° Ampère
(A) Functies
F3 15
Paneel ruitbediening in bestuurdersportier, 12V-aansluiting achterzitplaatsen.
F41512V-aansluiting bagageruimte.
F5 30Elektrisch bedienbare ruiten achter met eentrapsbediening.
F6 30Elektrisch bedienbare ruiten vóór met eentrapsbediening.
F11 20Servicecentrale trekhaakaansluiting.
F12 20Audioversterker.
F15 20Blinderingspaneel panoramadak.
F16 5Paneel ruitbediening in bestuurdersportier.
Zekeringen achter het
dashboardkastje
8
Praktische informatie
Page 210 of 332
208
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Zekeringen
motorruimte
Toegang tot de zekeringen
F Maak het deksel los.
F V ervang de zekering (zie de
desbetreffende paragraaf).
F
S
luit na het vervangen van de zekering
zorgvuldig het deksel voor een goede
afdichting van de zekeringkast. Zekering
N° Ampère
(A) Functies
F20 15Ruitensproeierpomp voor en achter.
F21 20Pomp koplampsproeiers.
F22 15Claxon.
F23 15Grootlicht rechts.
F24 15Grootlicht links.
F27 5Afschermklep koplamp links.
F28 5Afschermklep koplamp rechts.
De zekeringkast bevindt zich onder de
motorkap, naast de accu.
Praktische informatie
Page 211 of 332

209
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
12V- ac c u
Deze sticker geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden bij het PEUGEOT-netwerk
of bij een gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan
ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aan
vervanging toe is.De accu bevindt zich in de motorruimte.
Toegang tot de accu:
F
o
pen de motorkap via de hendel in
het interieur en gebruik vervolgens de
veiligheidshaak aan de buitenzijde,
F v erwijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de pluspool,
F
m
aak indien nodig de zekeringkast los om
de accu te kunnen verwijderen.
Toegang tot de accu
Zet het contact altijd af (verklikkerlampje
Ready uit) als u werkzaamheden aan
de auto wilt uitvoeren, om letsel door
het automatisch starten van de motor te
voorkomen.
Uw auto is naast de tractiebatterij van
het hybridesysteem voorzien van een
conventionele 12V-accu. Deze accu bevindt
zich onder de motorkap.
In bepaalde omstandigheden, als de 12V-accu
te ver ontladen is om het hybridesysteem in te
schakelen, kan de 12V-accu via een hulpaccu
worden opgeladen.
Laad de 12V-accu niet op als het
verklikkerlampje Ready
brandt.
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
F
T
rek de hendel D zo ver mogelijk omhoog
om de accupoolklem E te ontgrendelen.
Loskoppelen van de pluspool (+)
Weer aansluiten van de pluspool (+)
F Plaats de geopende accupoolklem E op de pluspool (+) van de accu.
F
D
ruk verticaal op de accupoolklem E om
hem goed tegen de accu aan te drukken.
F
Z
et de accupoolklem vast door de pasnok
opzij te bewegen en vervolgens de
hendel
D omlaag te duwen.
Forceer de hendel niet bij het
omlaagduwen, aangezien de
accupoolklem niet kan worden
vergrendeld als deze niet correct is
geplaatst; herhaal de procedure.
8
Praktische informatie
Page 212 of 332

210
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Starten van de motor met een hulpaccu en startkabels
F Verwijder, indien uw auto hiermee is uitgerust, het kunststof kapje van de pluspool (+).
F
S
luit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A en vervolgens op de
pluspool (+) van de hulpaccu B .
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op de
minpool (-) van de hulpaccu B (of op het
massapunt van de auto met de hulpaccu).
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van de
auto met de lege accu (of op de motorsteun).
F
S
tart de motor van de auto met de hulpaccu
en laat deze gedurende enkele minuten
draaien. Controleer eerst of de nominale spanning
van de hulpaccu 12 V bedraagt en of
de capaciteit van de hulpaccu minimaal
gelijk is aan die van de ontladen accu.
Start de motor niet door een acculader
aan te sluiten.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait.
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels.
F S tel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.
A
ls de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een
nieuwe poging te doen.
F
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels in omgekeerde
volgorde los.
F
B
reng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+). Koppel de kabels niet te snel los, maar
laat ze enkele minuten (tot de motor
weer stationair draait) aangesloten om
te voorkomen dat de accu te weinig
opgeladen wordt en de handeling dus
opnieuw uitgevoerd moet worden.
Bij het starten van de auto waarvan de
accu defect is, moet de elektronische
sleutel zich in het interieur bevinden,
moet het bestuurdersportier gesloten
zijn en moet de veiligheidsgordel aan
bestuurderszijde zijn vastgemaakt.
Een aantal functies is niet beschikbaar
als de laadtoestand van de accu
onvoldoende is.
Praktische informatie
Page 213 of 332

211
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorens de motor
t e starten, zodat de elektronische systemen geïnitialiseerd
kunnen worden. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats als er zich na deze
handeling toch nog problemen voordoen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het zelf
opnieuw initialiseren van de elektronische systemen
(afhankelijk van de uitvoering):
-
de sleutel met afstandsbediening,- het elektrische zonnescherm / de elektrische
zonneschermen,
- ...
Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van het
c ontact.
Sluit de ruiten en de voorportieren voordat u de
accukabels loskoppelt.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend uit in
een goed geventileerde ruimte, ver van open
vuur of vonken veroorzakende bronnen, om
elk risico van brand- of explosiegevaar uit te
sluiten.
Probeer niet een bevroren accu op te laden:
de accu moet eerst worden ontdooid om
explosiegevaar uit te sluiten. Als de accu
bevroren is geweest, laat deze dan eerst
controleren, voordat u hem laat opladen
door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. Zij controleren of
de inwendige componenten zijn beschadigd
en of de behuizing scheuren vertoont,
waardoor giftige en corrosie-veroorzakende
accuzuren zouden kunnen weglekken.
Het aanduwen van de auto om de motor
te starten, is niet toegestaan. Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is.
Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood. Accu's
moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij
een speciaal afvalstoffendepot. Laad de tractiebatterij niet op.
Na het monteren van de accu
kan het, afhankelijk van de
weersomstandigheden en de
laadtoestand van de accu, enkele uren
(tot ongeveer 8
uur) duren voordat het
Stop & Start-systeem weer zal werken.
Laden met behulp van een
acculader
F Maak de accupoolklemmen los.
F V olg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
F
S
luit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (-) kabel.
F
Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan de
accukabels los en reinig de polen en klemmen
.
Keer de polariteiten niet om en gebruik
uitluitend een 12-volt accu.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
8
Praktische informatie
Page 214 of 332

212
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Accu verwijderen - plaatsen
Met deze procedure kunt u de accu veilig
verwijderen zodat u de gloeilampen van de
desbetreffende koplamp kunt vervangen.U kunt het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats vragen
deze procedure uit te voeren.Vóór het verwijderen
- Als uw auto is voorzien van een elektrisch bedienbare achterklep, kan
deze niet geopend worden als de accu is
losgekoppeld.
-
Z
et het contact uit en haal de sleutel uit het
contactslot.
-
H
oud bij een auto met het Keyless entry
and start-systeem de afstandsbediening op
minimaal ongeveer 3 meter van de auto.
-
W
acht ongeveer 6 minuten alvorens de
accu los te koppelen.
-
P
arkeer de auto in een vrij toegankelijke en
geventileerde ruimte, bij voorkeur op een
vlakke ondergrond.
-
T
rek de parkeerrem aan.
-
Z
et de selectiehendel in de stand N .
-
L
aat als de auto is voorzien van een
inbraakalarm de motorkap open om te
voorkomen dat het alarm afgaat.
-
L
aat als u de auto op een beveiligde plaats
hebt geparkeerd minimaal één ruit iets
open. Zo niet, vergrendel dan alle portieren
en de achterklep.
Praktische informatie
Page 215 of 332
213
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Verwijderen
- Koppel de pluspool (+) van de accu los.
-
V
er wijder de luchtgeleider 1 .-
M aak de slang 2 los.
- V erwijder de luchthoeveelheidsmeter 3 met
het luchtfilterhuis.
-
B
eweeg de koelslang 4 opzij (indien
aanwezig).
-
V
erwijder de afdekkap 5 van de accu.-
Draai
6 los en koppel vervolgens de
minpool ( -) van de accu los.
-
M
aak de draadbundels 7 los.
-
M
aak de draadbundel 8 los en beweeg
deze opzij.
-
V
er wijder de bout van de
hoofdzekeringkast 9 .
-
V
er wijder de moer 10 van de pluskabel (+).
-
B
eweeg de draadbundel 11 opzij.
8
Praktische informatie
Page 216 of 332
214
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
- Maak met een schroevendraaier de klemmen 12 en 13 los.
-
K
antel de eenheid bescherming elektrische
voedingen 14 omhoog.
-
K
antel de eenheid naar voren en leg hem
opzij. -
M aak de klemmen los.
- V erwijder de afdekkap 15 van de accu.-
G ebruik de schroevendraaier als hefboom
om de bevestiging 16 opzij te bewegen en
verwijder de accu.
Praktische informatie