
25
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Automatisch herstarten van de dieselmotor of GEEN toegang tot de stand ZEV
Afhankelijk van de hieronder beschreven 
omstandigheden kan het voorkomen dat de 
verbrandingsmotor automatisch weer wordt 
gestart of de stand ZEV niet beschikbaar is.
De verbrandingsmotor wordt automatisch 
weer uitgeschakeld zodra de 
omstandigheden niet meer aan de orde zijn.
Wanneer door de hieronder beschreven 
omstandigheden de stand ZEV niet meer 
beschikbaar is en de dieselmotor weer wordt 
gestart, wordt automatisch overgegaan op 
de stand AUTO.Weersomstandigheden en 
zware wegcondities
- Wanneer de motortemperatuur afwijkt van de voor de omstandigheden 
vereiste temperatuur (zoals een te lage 
motortemperatuur in combinatie met de 
buitentemperatuur).
-
 
A
 ls de tractiebatterij bijna volledig is 
geladen (bijvoorbeeld bij het afdalen van 
een lange helling) en het terugwinnen 
van energie niet meer mogelijk is, wordt 
automatisch de verbrandingsmotor weer 
gestart zodat kan worden afgeremd op 
de motor.
-
 
A
 ls de auto een steile helling op rijdt 
(helling van een parkeergarage, ...).
-
 
A
 ls de auto langdurig in de zon heeft 
gestaan.
-
 
B
 ij het rijden in de bergen (ijlere lucht).
Uw auto is voorzien van geper fectioneerde 
emissieregelsystemen, waaronder in het 
bijzonder het roetfilter (FAP).
De dieselmotor van uw auto levert met 
regelmatige intervallen de energie die nodig 
is om dit filter te reinigen.
Tijdens deze regeneratiefase van het 
roetfilter wordt de elektromotor bewust 
niet ingeschakeld en wordt de melding 
"Elektrische stand niet beschikbaar: 
Regeneratie roetfilter bezig"  weergegeven.
Behoud van de prestaties van 
het systeem
- Zodra de wagensnelheid na het 
starten hoger is dan 30   km/h (als de 
verbrandingsmotor sinds het starten van 
het hybridesysteem nog niet is gestart).
-
 
A
 ls de laadtoestand van de tractiebatterij 
onvoldoende is. Om in de stand ZEV 
een bepaalde afstand te kunnen rijden 
is een laadtoestand van minimaal 
4
  segmenten nodig (in de stand AUTO 
kan er bij een lagere laadtoestand 
minder lang elektrisch worden gereden).
-
 
A
 ls het brandstofniveau de 
minimumreserve bereikt (als een groot 
deel van deze minimumreserve wordt 
verbruikt, kan het voorkomen dat de 
stand ZEV na het tanken nog enige tijd 
niet beschikbaar is).
-
 
T
 ijdens de regeneratie van het roetfilter 
die elke ongeveer 500
  km (of minder 
als veelvuldig in stadsverkeer wordt 
gereden) automatisch plaatsvindt en 
5
  tot 10   minuten duurt.
Actie van de bestuurder
- In de stand M zetten van de selectiehendel.
-
 
B
 edienen van de schakelflippers achter 
het stuur wiel om te schakelen.
-
 L
angdurig en krachtig accelereren.
-
 
G
 ebruik van de ruitontwaseming.
-
 
G
 ebruik van de airconditioning.
. 
Hybridesysteem  

26
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Veelgestelde vragen HYbrid4
Stand ZEV (Zero Emission Vehicle)
VraagAntwoord
Waarom kan ik niet altijd overschakelen naar de stand 
ZEV (Zero Emission Vehicle) ter wijl de tractiebatterij 
voldoende geladen is? Dit is een tijdelijke situatie.
Als de stand ZEV, ondanks dat de laadtoestand van de tractiebatterij voldoende is, niet kan 
worden ingeschakeld, kan dit worden veroorzaakt door tijdelijke omstandigheden zoals koud 
weer, het rijden op een grote hoogte, een ingeschakelde achterruitver warming, benodigd 
vermogen voor de airconditioning of ver warming, of de regeneratie van het roetfilter.
Waarom wordt af en toe de waarschuwing 
"Elektrische stand niet beschikbaar: Regeneratie 
roetfilter bezig" weergegeven? Dit is een melding die verschijnt bij de regeneratie van het roetfilter. Dit is een volstrekt 
normaal proces dat elke 400
  tot 500   km (of zelfs minder bij veel stadsverkeer) plaatsvindt, 
net als bij een auto met HDi-motor zonder hybridetechnologie.
Normaal gesproken merkt u als bestuurder niets van dit proces.
Bij een hybrideauto kunt u hier echter wel iets van merken, doordat (in stadsverkeer) de 
HDi-motor tijdelijk niet wordt uitgeschakeld en doordat deze melding tijdens de regeneratie 
wordt weergegeven.
Waarom kan ik de stand ZEV (Zero Emission Vehicle) 
niet inschakelen, ter wijl de auto elektrisch rijdt in de 
stand Auto? De aansturing van de stand ZEV verschilt van die van de stand Auto.
Het inschakelen van de stand ZEV is alleen mogelijk als de laadtoestand van de 
tractiebatterij minimaal 4
 
segmenten is, zodat de actieradius in deze stand voldoende is.
In de stand Auto wordt uitsluitend tijdelijk en voor kortere periodes overgeschakeld op 
elektrisch rijden, zodat dit ook bij een lagere laadtoestand van de tractiebatterij mogelijk is.
Waarom is de actieradius in de stand ZEV (Zero 
Emission Vehicle) korter bij het oprijden van een helling? Het nemen van een helling kost een auto meer energie dan het rijden op een vlakke weg.
In dat geval is het raadzaam de keuzeschakelaar in de stand Auto te laten staan, zodat de 
dieselmotor voor het benodigde vermogen kan zorgen.
Waarom wordt, nadat de stand ZEV (Zero Emission 
Vehicle) door het systeem is uitgeschakeld, niet 
automatisch teruggekeerd naar de stand ZEV zodra 
weer aan de voor waarden wordt voldaan? De stand ZEV is niet onder alle omstandigheden de zuinigste stand.
Daarom schakelt het systeem automatisch over naar de stand Auto. 
Hybridesysteem  

105
508RXH_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de 
volgende gebruiksadviezen in acht:
F 
A
 ls de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto lang in de zon heeft gestaan, 
kunt u het passagierscompartiment kort ventileren.
 Z
et de knop van de luchtopbrengst zodanig dat de interieurlucht goed ververst wordt.
F
 
L
 et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de 
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en 
overige uitstroomopeningen en de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.
F
 
K
 ies onder normale omstandigheden altijd voor de toevoer van buitenlucht; bij langdurig 
gebruik van de luchtrecirculatie in het interieur kunnen de voorruit en de zijruiten 
beslaan.
F
 
L
 et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient 
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
 
Z
 et de airconditioning 1   tot 2   keer per maand 5   tot 10   minuten aan om het systeem in 
perfecte staat te houden.
F
 
C
 ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek 
vervangen (zie het hoofdstuk "Controles").
 W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het speciale toegevoegde 
actieve filter draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon 
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
 
A
 ls de airconditioning werkt, gebruikt deze een klein deel van het motorvermogen. Dit 
heeft een hoger brandstofverbruik tot gevolg.
 B
ij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling 
bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld 
voor een optimale trekkracht van de motor.
 C
ondensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje 
water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
F
 
L
 aat de airconditioning regelmatig controleren om het systeem in per fecte staat te 
houden.
F
 
G
 ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Het airconditioningssysteem is chloorvrij 
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
3 
Comfort  

233
508RXH_nl_Chap09_verifications_ed01-2014
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te 
controleren of de accupolen en -klemmen 
schoon zijn, vooral bij warm weer en in de winter.Laat de filters periodiek vervangen 
volgens de in het garantie- en 
onderhoudsboekje aangegeven 
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens 
het oliefilter vervangen.
Raadpleeg het garantie- en 
onderhoudsboekje voor het 
vervangingsinterval van dit 
onderdeel.
Oliefilter
Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale 
12V-loodaccu is gebruikt die alleen 
losgekoppeld en/of vervangen mag worden 
door het PEUGEOT-netwerk of door een 
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het garantie- en onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Zet het contact altijd af (verklikkerlampje 
Ready uit) als u werkzaamheden onder 
de motorkap wilt uitvoeren, om letsel 
door het automatisch starten van de 
motor te voorkomen.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt 
de rubriek "12V-accu" voor meer informatie 
over de te nemen voorzorgsmaatregelen. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik 
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding 
geven, moeten de filters twee keer zo vaak 
worden vervangen
.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties 
van de airconditioning verstoren en 
onaangename geuren veroorzaken.
9 
Onderhoud  

234
508RXH_nl_Chap09_verifications_ed01-2014
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
De versnellingsbak is 
onderhoudsvrij (olie verversen niet 
noodzakelijk).
Raadpleeg het garantie- en 
onderhoudsboekje voor het interval 
van de niveaucontrole.
De slijtage van de remblokken 
is sterk afhankelijk van de rijstijl, 
vooral bij stadsverkeer en veel korte 
ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk 
Remblokken
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt 
u hierop geattendeerd door het 
tijdelijk branden van dit lampje in 
combinatie met een melding op het 
multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra 
de omstandigheden het toelaten, met een 
snelheid van minimaal 60
  km/h rijden tot het 
lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum 
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg 
de paragraaf "Niveau brandstofadditief".
Bij een nieuwe auto kunt u de 
eerste paar keer dat het roetfilter 
geregenereerd wordt een brandlucht 
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid 
wordt gereden of de motor langdurig 
stationair draait, kan bij gasgeven 
soms rook uit de uitlaat waargenomen 
worden. Dit heeft geen invloed op de 
prestaties en heeft geen gevolgen voor 
het milieu.
Tijdens de regeneratie van het roetfilter 
is 100% elektrisch rijden niet mogelijk. blijken om de remblokken vaker, tussen twee 
onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt 
een te laag remvloeistofniveau erop dat de 
remblokken versleten zijn. 
Onderhoud  

271
508RXH_nl_Chap11c_SMEGplus-i_ed01-2014
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Secundaire pagina Traffic-berichten Op de route
De	keuzes	voor	de	meldingen	en	het	filtergebied	instellen.
Rondom auto
Op bestemming
Omleiden
Afwijken over een afstand van
Route herberekenen
Afsluiten
De opties opslaan.
Navigatie
Secundaire pagina Config. kaart Richting
Noorden boven
De weergave en de richting van de kaart kiezen.
Rijrichting boven
In perspectief
Kaarten
Kenmerk Kaartkleur "dag"
Kaartkleur "nacht"
Dag-/nachtst. automat.
Bevestigen
De instellingen opslaan.
Navigatie
Secundaire pagina Instellingen RekencriteriaDe keuzes vastleggen en het stemvolume en het opnoemen 
van straatnamen selecteren.Spraak
Waarschuwing!
Opties traffic
Bevestigen
De opties opslaan.  

280
05
508RXH_nl_Chap11c_SMEGplus-i_ed01-2014
Verkeersinformatie
Selecteer "Traffic-berichten". Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer 
te geven en druk vervolgens op de secundaire 
pagina.
Selecteer de melding in de weergegeven lijst.
Selecteer het vergrootglas om gesproken 
berichten te ontvangen. Stel	 de 	 filters 	 "Op de route", "Rondom", "Op 
bestemming" in om een meer gedetailleerd 
overzicht van meldingen te krijgen.
Druk
	 nogmaals 	 op 	 de 	 knop 	 om 	 het 	 filter
	ongedaan te maken. Selecteer "
Instellingen".
Selecteer:
-
  "Nieuwe berichten melden",
-
  "Berichten oplezen",
Verfijn
	 vervolgens 	 het 	 gebied 	 van 	 het 	 filter.
Druk op Navigatie om de hoofdpagina weer 
te geven en druk vervolgens op de secundaire 
pagina.
Weergave van berichten
Filters instellen
Wij
	 adviseren 	 een 	 filtergebied 	 van:
-
 
20 km in de stad,
-
 
50 km op de snelweg.
Een via het GPS-navigatiesysteem ontvangen 
TMC-bericht 
(Trafic
	 Message 	 Channel) 	 is 	 informatie 	 met 	 betrekking 	 tot 	 de 	
verkeersomstandigheden die in real time wordt ontvangen. Selecteer "
Bevestigen".
VERKEER
Selecteer "Info-optie".  

323
508RXH_nl_Chap13_index-alpha_ed01-2014
Schakelaars stoelverwarming ........................89
Sel ectiehendel elektronisch gestuurde 
versnellingsbak
 
........................................... 124
Serienummer auto
 ..............................
..........240
Set voor tijdelijke bandenreparatie
 ............... 18
7
Sfeerverlichting
 
............................................. 157
Sjorogen
 
.......................................................... 99
Skiluik
 
.............................................................. 98
Slepen van een auto
  .......................38, 218, 219
Sleutel
 
........................................... 65 - 69, 72, 74
Sleutel met afstandsbediening
 ....................... 17
R
embekrachtigingsysteem
 ...........................
17
 7
Remblokken
 
 .........................................
234, 235
Remlichten
 
 ....................................................
202
Remmen
 
 .........................................
48, 234, 235
Remschijven ......................................... 234, 235
Reservewiel
 
 ..........................................
193, 19 6
Reservoir koplampsproeiers
 
 .........................
232
Reservoir ruitensproeiers
 ............................. 2
 32
Resetten overzicht brandstofverbruik
 ...... 3
 2, 58
Richtingaanwijzers
 
 ................
146, 172, 199, 202
Riem
 ...............
 .................................................
99
Rijstrookcontrolesystemen
 
 ...........................
17 7
Risicozones (update)
 
 ....................................
275
Roetfilter
 
 ...............................................
232, 234
Ruitensproeier achter
 
 ...................................
153
Ruitensproeiers vóór ..................................... 153
Ruitenwisser achter
 
 ......................................
153
Ruitenwisserbladen (vervangen)
 
 ..........
15 5 , 217
Ruitenwisserbladen vervangen
 ............ 1
 5 5 , 217
Ruitenwissers
 .................................. 4
 4, 152, 15 4
Ruitenwisserschakelaar
 ......................... 15
 2-15 4
Technische gegevens
 
 ...........................236-238
Te laag brandstofniveau
 
.................................84
Telefoon
 
........................................302-305, 307
Te l l e r
 
..........................................................22, 39
Tijdelijke bandenspanning (met set)
 
.............187
Tijd instellen
 
....................................................64
TMC (verkeersinformatie)
 
.............................280Uitschakelen airbag passagier
 .....................
18
 3
Uitschakelen ESP/ASR
 ................................. 17
 9
Updaten risicozones
 
 .....................................
275
USB
 
 ...............................................................
260
USB-aansluiting
 
 ..............................................
98
USB-poort
 
 .....................................................
260
Veiligheidsgordels
 
 ..................................
180 -182
Veiligheidsvoorzieningen voor  kinderen
 
 .......................
15 8 -16 0, 16 5 -170, 18 3
Ventilatie ............... ...........
30, 35, 100, 104, 105
Ventilatieroosters  ..........................................104
Verbruikscijfers
 
...............................................32
Verkeersinformatie (TA)
 ................................ 2
81
Verkeersinformatie (TMC)
 .................... 28
0, 281
Verklikkerlampje Ready
 
............................19, 8 4
Verklikkerlampje remsysteem
 ......................... 48
V
erklikkerlampjes
 ....................4
1, 43, 45, 46, 48
Verklikkerlampje service
 
.................................47
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
 
............43
Verlichting overdag
 
.......................145, 199, 201
Vermogen
 
........................................................22
S
T
U
V
Sleutel niet herkend ........................................18
S neeuwkettingen  .................................. 198, 240
Sneeuwscherm
 .................................... 2
20, 223
Snelheidsbegrenzer
 
..............................13 4, 13 5
Snelheidsregelaar
 
................................. 13 4, 137
Spaarfase
 
...................................................... 216
Spraaksynthese
 
............................................ 285
Standkachel (Webasto)
 
................................115
Starten ..................................................... 15, 210
Starten van de auto................................. 15, 124
Starten van de motor
  ..........................18, 19, 25
Stilzetten van de auto
  .......................15, 18, 124
Stoelen achter
 
................................................. 91
Stoelen verstellen
 
........................................... 87
Stoelverwarming
 
............................................. 89
Stoppen
 
........................................................... 15
Stop Start
 
.......107, 110, 114, 209, 227-230, 233
Streaming audio Bluetooth
 
..................260, 263
Stuurslot
 
.......................................................... 17
Stuurwiel (verstellen)
 
...................................... 95
Supervergrendeling
 ........................................ 70
S
ynchroniseren afstandsbediening
 
 ..........72, 73
Synchroniseren van de  afstandsbediening
 
.................................. 72, 73Touchscreen .............................
6
1, 63, 245 -247
Touchscreen (Menu's) 
......................59, 61, 246
Trekhaak
 
.......................................................220
. 
Index