32
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Verbruik van uw hybrideauto op het display
Gemiddeld verbruik over de laatste 5 minuten.
Resetten van het overzicht
van het verbruik
Druk, ter wijl het hybridesysteem is geactiveerd
en het traject "2" wordt weergegeven langer
dan twee seconden op de toets om het
overzicht van het verbruik te resetten.
Zie de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de boordcomputer. "60% Hybrid Use" betekent dat 60% van de tijd met
assistentie van het hybridesysteem en 40% met alleen
de dieselmotor wordt gereden (zonder assistentie van het
hybridesysteem).
Hybridesysteem
55
508RXH_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Het op
0 zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5 seconden de sleutel knipperen om aan te geven
dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig
mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
De factor tijd kan worden meegewogen
bij de nog af te leggen kilometers,
afhankelijk van de rijgewoonten van de
bestuurder. De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het
onderhouds- en garantieboekje
, is
overschreden.
1
Controle tijdens het rijden
58
Traject resetten
F Druk de toets langer dan twee seconden in zodra het gewenste traject wordt
aangegeven of houd de linker draaiknop op
het stuurwiel ingedrukt.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
Druk, ter wijl het hybridesysteem is geactiveerd
en het traject "2" wordt weergegeven langer
dan twee seconden op de toets om het
overzicht van het verbruik te resetten.
Resetten van het overzicht
van het verbruik
Controle tijdens het rijden
59
508RXH_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Weergave van de informatie
De gegevens zijn toegankelijk via het menu "Rijden".
Permanente weergave:
F
S
electeer het menu " Rijden".
De informatie van de boordcomputer wordt
weergegeven op de hoofdpagina van het menu.
F
D
ruk op een van de toetsen om het
gewenste tabblad te bekijken.
Tijdelijke weergave in een specifiek venster:
F
D
ruk op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar om de informatie
te bekijken en de verschillende tabbladen
weer te geven. Actuele informatie:
-
actieradius,
-
hui
dig brandstofverbruik,
-
d
e teller van het Stop & Start-
systeem.
Traject "1" :
-
af
gelegde afstand,
-
g
emiddeld brandstofverbruik,
-
g
emiddelde snelheid,
v
oor het eerste traject.
Traject "2" :
-
af
gelegde afstand,
-
g
emiddeld brandstofverbruik,
-
g
emiddelde snelheid,
v
oor het tweede traject.
Traject resetten
F Druk, zodra het gewenste traject wordt weergegeven, op de toets voor
het resetten of op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
1
Controle tijdens het rijden
78
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Resetten van de
ruitbediening
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel uit
het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit
iets tussen de ruit en de sponning bekneld
raakt, moet de ruit weer worden geopend.
Druk daarvoor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze ervan
verzekerd zijn dat niets het correcte sluiten
van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn
dat de passagiers op de juiste manier
gebruik maken van de elektrische
ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het
bedienen van de ruit niet kunnen bezeren.
Als de accu is losgekoppeld geweest, moet de
ruitbediening gereset worden.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld:
-
o
pen de ruit volledig en sluit de ruit.
Telkens als de schakelaar omhoog wordt
getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
Laat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten,
-
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1
seconde vast.
Toegang tot de auto
83
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Panoramadak (SW)
U hebt de beschikking over een panoramadak
met getint glas, waardoor de lichtinval en het zicht
in het interieur worden vergroot. Het elektrisch
bedienbare zonnescherm zorgt voor een nog beter
thermisch en akoestisch comfort in het interieur.
Elektrisch bedienbaar
zonnescherm
Dit is elektrisch te bedienen met behulp van
een draaiknop.
Openen
Draai de knop linksom (meerdere standen zijn
mogelijk).Als er iets bekneld raakt tijdens het
bedienen van het zonnescherm, moet u
de beweging van het scherm omkeren.
Draai hiervoor de draaiknop in de juiste
richting.
Let er bij het bedienen van het
zonnescherm op dat niets het correcte
sluiten van het scherm kan verhinderen.
Zorg ervoor dat de inzittenden het
zonnescherm correct gebruiken.
Let goed op de kinderen tijdens het
openen en sluiten van het scherm.
Sluiten
Draai de knop terug in zijn oorspronkelijke
stand.
Als de stand van het scherm niet overeenkomt
met de stand op de draaiknop, druk dan de
knop in tot het scherm wel de juiste stand heeft
bereikt.
Beveiliging tegen beknellen
Als het zonnescherm bij het sluiten tegen een
obstakel stuit, stopt het automatisch en gaat
het gedeeltelijk, tot de 2e stand, weer open.
Als het na een tweede keer nog niet lukt, moet
het systeem wellicht gereset worden.
Systeem resetten
Na het opnieuw aansluiten van de accukabels
of bij een storing in het zonnescherm tijdens het
openen of sluiten, moet u het systeem soms
resetten:
F
d
raai de draaiknop in de stand "volledig
openen",
F
w
acht tot het zonnescherm volledig is
geopend,
F
d
ruk de draaiknop direct in en houd deze
gedurende minimaal drie seconden ingedrukt.
Als het zonnescherm bij het sluiten ongewild
opengaat, voer dan, zodra het zonnescherm
ophoudt te bewegen, de volgende handelingen uit:
- draai de draaiknop in de stand "volledig sluiten",
-
d
ruk de draaiknop direct in,
-
h
oud de draaiknop ingedrukt tot het
zonnescherm volledig is gesloten.
Tijdens deze handelingen werkt de
beveiliging tegen het beknellen niet.
2
Toegang tot de auto
190
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Als na vijf tot zeven minuten de
gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren met
de bandenreparatieset; neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder
te helpen.
F
A
ctiveer de compressor door de
schakelaar B in de stand "I" te zetten, tot
de bandenspanning 2,0 bar bedraagt.
H
et afdichtmiddel wordt onder druk in
de band gespoten; neem gedurende
deze handeling de slang niet los van de
aansluiting (kans op spatten). F
V
er wijder de set en draai de dop van de
witte slang vast.
Z
org ervoor dat restanten van de vloeistof
niet op of in de auto terecht kunnen komen.
Houd de set binnen handbereik.
F
M
aak direct een rit van ongeveer vijf
kilometer met matige snelheid (tussen 20
en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het
lek kan dichten.
F Z et de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
Controlesysteem
bandenspanning
Als uw auto is uitgerust met een controlesysteem
voor de bandenspanning, zal het
verklikkerlampje voor te lage bandenspanning na
het repareren van een wiel blijven branden tot u
het systeem laat resetten door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie
215
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Monteren
Voer bij het plaatsen de handelingen voor het
ver wijderen in tegenovergestelde richting uit en
sluit als laatste de pluspool (+) aan.
Na het plaatsen
- Controleer de accupolen.
- Z et het contact aan, maar start de motor
niet.
-
C
ontroleer of er geen storingsmeldingen
worden weergegeven en er geen
verklikkerlampjes gaan branden. Is dit wel
het geval, neem dan contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te resetten.
-
C
ontroleer of de portieren en ruiten
normaal functioneren.
-
W
acht na het plaatsen ongeveer 2 minuten.
-
S
tart de motor.
-
C
ontroleer of de antiklemvoorzieningen
van de ruiten en het panoramadak correct
werken. Na het loskoppelen van de accu kunnen
bepaalde functies - airconditioning,
navigatie - tijdelijk zijn uitgeschakeld.
Neem in geval van een storing altijd
contact op met het PEUGEOT of een
gekwalificeerde werkplaats.
-
C
ontroleer of de elektrische parkeerrem
goed werkt door de parkeerrem aan te
trekken en vervolgens vrij te zetten.
-
Z
et het contact uit.
-
V
erlaat de auto en controleer of de
afstandsbediening correct werkt.
-
S
tel de tijd en de radiozenders in en
configureer de autoradio.
8
Praktische informatie