
.
.
508RXH_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2014
Instrumentenpaneel 39
Verklikkerlampjes
41
Meters
52
Boordcomputer
5
7
Touchscreen
61
Datum en tijd instellen
6
4
Controle tijdens het rijdenOverzicht
Sleutel met afstandsbediening 6
5
Alarm
75
Elektrisch bedienbare ruiten
7
7
Bagageruimte
79
Elektrisch bedienbare achterklep
8
0
Panoramadak (SW)
8
3
Brandstoftank
84
Tankbeveiliging diesel
8
5
Toegang tot de auto
Voorstoelen 87
Ac hterbank
91
Spiegels
9
3
Stuurwielverstelling
95
Indeling interieur
9
6
Indeling van de bagageruimte
9
9
Verwarming en ventilatie
1
04
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
1
06
Automatische airconditioning quadrizone
1
09
Ontwasemen - Ontdooien vóór
1
14
Achterruitverwarming
114
Programmeerbaar verwarmings-/ ventilatiesysteem
1
15
Comfort
Elektrische parkeerrem 1 17
Schakelindicator
1
23
Elektronisch gestuurde versnellingsbak met 6 versnellingen
1
24
Hill Holder
1
28
Head-up display
1
29
Dodehoekdetectie
131
Snelheidsbegrenzer
135
Snelheidsregelaar
1
37
Parkeerhulp
139
Achteruitrijcamera
141
Rijden
Lichtschakelaar 142
LED-verlichting
145
Automatische verlichting
1
47
Koplampen verstellen
1
50
Aanvullende verlichting vóór
1
51
Ruitenwisserschakelaar
1
52
Automatische ruitenwissers
1
54
Plafonniers
156
Sfeerverlichting
1
57
Zicht
Hybridesysteem
Presentatie 1
2
Starten / afzetten
1
5
Verklikkerlampje Ready
1
9
Keuzeschakelaar HYbrid4
1
9
Energiemeter
22
Weergave van de energiestromen van het hybridesysteem
23
Veelgestelde vragen HYbrid4
26
E
co off
2
9
Eco-rijden
30
Ver br uik
32
Tractiebatterij
3
3
Autowasstraat
37
Slepen
3
8
Inhoud

6
508RXH_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
Zuinig en milieuvriendelijk rijden
Het brandstofverbruik van een auto kan sterk variëren afhankelijk van:
- de rijstijl van de bestuurder (rustig, sportief, snel, ...),
-
het type traject dat wordt afgelegd (stad, buitenweg, autosnelweg, weinig verkeer, file, ...) en de snelheid.
Belangrijkste adviezen voor zuinig rijden
Keuzeschakelaar hybridesysteem
Zet voor een optimaal brandstofverbruik, ook in stadsverkeer, de keuzeschakelaar in de stand Auto (deze stand
wordt bij het starten automatisch ingeschakeld).
In deze stand worden de energiebronnen (verbrandingsmotor en/of elektromotor) optimaal gebruikt. De andere
standen zijn daarentegen voor een specifiek gebruik bedoeld.
Selectiehendel van de versnellingsbak
Gebruik zo veel mogelijk de automatische stand A . In deze stand wordt altijd de op dat moment optimale versnelling ingeschakeld.
Soepel rijden
Rijd zo veel mogelijk in de "eco" -zone van de energiemeter: accelereer rustig, rijd waar mogelijk met een
constante snelheid en gebruik daarbij de snelheidsregelaar of -begrenzer.
Gebruik de "charge" -zone: anticipeer op verkeersomstandigheden die een lagere snelheid vereisen door het
gas los te laten in plaats van te remmen. De naald van de energiemeter (in de "charge"-zone) geeft aan hoeveel
energie er op deze manier wordt teruggewonnen.
Verbruiksgeschiedenis
Bekijk het effect van uw rijstijl en het type traject door de verbruiksgeschiedenis te raadplegen. Zie de rubriek
"Multifunctionele displays".
Oorzaken van een te hoog brandstofverbruik en controles
Net als bij andere auto's geldt ook in dit geval het volgende: belaad uw auto niet te zwaar, beperk zo veel mogelijk de luchtweerstand
van de auto (sneller dan 50 km/h rijden met geopende ruiten, aanwezigheid van beladen of onbeladen dakdragers, ...) en beperk zo
veel mogelijk het gebruik van verbruikers (airconditioning, stoelverwarming, achterruitverwarming, ...).
Controleer regelmatig de bandenspanning en houd u daarbij aan de door de fabrikant aanbevolen waarden. Laat uw auto volgens
de voorschriften van de fabrikant onderhouden.
Overzicht

8
245
10 6
109
157
129
508RXH_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
Interieur
Sfeerverlichting
Het gedimde licht van de sfeerverlichting
verbetert bij weinig buitenlicht het zicht in het
i n t e r i e u r.
Head-up display
Dit systeem projecteert de informatie over de wagensnelheid
en de snelheidsbegrenzer/snelheidsregelaar op een getint
scherm in het gezichtsveld van de bestuurder, zodat deze de
blik op de weg gericht kan houden.
Automatische airconditioning
Deze functie maakt het mogelijk de airconditioning op
een bepaald comfortniveau in te stellen. Aan de hand
van deze instelling en de weersomstandigheden wordt
de airconditioning vervolgens automatisch geregeld.
Audio- en communicatiesysteem
Dit systeem is voorzien van de nieuwste technologie:
autoradio met MP3-afspeelmogelijkheid,
USB-aansluiting, Bluetooth handsfree set,
navigatiesysteem met kleurenscherm, AUX-
aansluitingen, hifi-audiosysteem, ...
Gescheiden regeling
Quadrizone
Het optionele JBL audiosysteem
is speciaal ontworpen voor het
interieur van uw auto.
Raadpleeg de rubriek "Audio en
telematica".
Overzicht

9
90
75 131 148117
68, 79, 80 242 15 171
115
140
29
129 179 84
508RXH_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
Het branden van een verklikkerlampje geeft aan of
de bijbehorende functie is in- of uitgeschakeld.
Schakelaars
Elektrische parkeerrem.
Openen van de achterklep.
Massagefunctie.
Inbraakalarm. Elektrisch kinderslot.
Verklikkerlampje programmeerbare verwarming.
Uitschakelen parkeerhulp.
Uitschakelen automatisch afzetten
van de verbrandingsmotor.
Head-up display
(aan/uit, instellingen).
PE
UGEOT C
onnect SOS
Motor starten/afzetten met de
elektronische sleutel.
Dodehoekbewaking. Uitschakelen van het CDS-systeem. Openen van de brandstofvulklep.
Grootlichtassistent.
.
Overzicht

10
508RXH_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
11. Zijruitontwaseming.
12 . Voorruitontwaseming.
13.
Contact-/stuurslot.
14 .
S
tarten met de elektronische sleutel.
15.
B
ediening op het stuur wiel van de
autoradio.
16.
S
chakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer.
17.
S
chakelaar alarmknipperlichten en centrale
vergrendeling.
18.
Display.
19.
M
iddelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.
20.
A
irbag passagier.
21.
V
erstelbare en afsluitbare
zijventilatieroosters.
Cockpit
1. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer.
2. K oplampverstelling.
3.
S
chakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
4.
I
nstrumentenpaneel.
5.
A
irbag bestuurder.
Claxon.
6.
Selectiehendel.
7.
K
euzeschakelaar HYbrid4-systeem.
8.
12V-aansluiting.
USB-/Jack-aansluitingen.
9.
H
endel motorkapontgrendeling.
10.
Zekeringkast. 22. D
ashboardkastje / Uitschakeling
passagiersairbag.
23.
E
lektrische parkeerrem.
24.
M
iddenarmsteun met opbergvakken.
25.
O
pbergvakken (volgens uitvoering).
26.
Autoradio.
2 7.
B
edieningspaneel verwarming/
airconditioning.
28.
A
larm / P
E
UGEOT
C
onnect SOS -
P
E
UGEOT
C
onnect Assistance.
29.
Opbergvak.
30.
M
assage / Grootlichtassistent /
Dodehoekbewaking.
Overzicht

13
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Belangrijkste onderdelen van het HYbrid4-systeem
De voorin geplaatste HDi dieselmotor (1) drijft de auto aan via de voor wielen en levert onder
normale omstandigheden het grootste deel van het vermogen om te kunnen rijden.
Deze motor is voorzien van een dynamo/startmotor (Stop & Star t-systeem) (5) , die het opladen
van de tractiebatterij regelt en indien nodig voor extra vermogen zorgt (stand 4x4).
Afhankelijk van de geselecteerde stand van het hybridesysteem zorgt de achterin geplaatste
elektromotor (2) voor de aandrijving van alleen de achter wielen of vult deze de dieselmotor aan.
De elektromotor regelt de regeneratie van energie en het opladen van de tractiebatterij tijdens het
decelereren en werkt tot 120 km/h.
Een 200V-tractiebatterij (3) (hoogspanningsaccu) van het type NI-MH bevat de energievoorraad
voor de achterin geplaatste elektromotor.
Het laadniveau wordt automatisch op peil gehouden wanneer de auto decelereert.
De tractiebatterij bevindt zich in een compartiment van de bagageruimte dat alleen toegankelijk is
voor gekwalificeerde technici van de werkplaats.
Het laadniveau van de tractiebatterij wordt aangegeven door 8 horizontale of verticale streepjes
(afhankelijk van het type display).
De normale 12V -accu die zich in de motorruimte bevindt, zorgt voor de voeding van de elektrische
installatie van de auto. Deze accu wordt automatisch bijgeladen door het hoogspanningsnetwerk.
.
Hybridesysteem

17
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Contact aan zonder starten
van de motor
(accessoirestand)
Diefstalbeveiliging
Elektronische startbeveiliging
In de sleutels is een chip aangebracht die over
een geheime code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startbeveiliging.
Deze elektronische startbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk.
Draai de sleutel richting het dashboard in de
middelste stand of zorg ervoor dat de sleutel
van het keyless entry and start-systeem zich
in het interieur van de auto bevindt; druk,
zonder het rempedaal in te trappen op de knop
"START/STOP". Het contact is aangezet om zo
de verschillende accessoires te activeren.
F
D
ruk op de knop "START/STOP":
de verlichting en lampjes van
het instrumentenpaneel gaan
branden zonder dat de motor
wordt gestart.
F
D
ruk nogmaals op de knop om
het contact af te zetten en de
auto te kunnen vergrendelen.
Wanneer u de accessoirestand
langdurig gebruikt, wordt automatisch
de eco-mode ingeschakeld om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
.
Hybridesysteem

18
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Noodprocedure voor het starten
met de elektronische sleutel
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de knop "START/STOP" drukt:
F
O
pen het klepje onder de knop "START/
STO P ".
F
S
teek de elektronische sleutel in de
houder A .
F
D
ruk op de knop "START/STOP".
Noodprocedure voor het afzetten van
de motor met de elektronische sleutel
In noodgevallen kan de motor geforceerd
worden afgezet door de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeld
zodra de auto stilstaat.
Als de elektronische sleutel zich niet meer
in het detectiegebied bevindt op het moment
dat de motor moet worden afgezet, wordt een
melding weergegeven op het display van het
instrumentenpaneel.
F
H
oud de knop "START/STOP" ongeveer
drie seconden ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten (let op: zonder
de sleutel kan de motor niet meer gestart
wo r d e n).
Als de elektronische sleutel niet
wordt herkend door het keyless
entry and start-systeem
Als de elektronische sleutel zich niet meer in het
detectiebereik bevindt tijdens het rijden of wanneer
u (op een later moment) het hybridesysteem wilt
uitschakelen, wordt een melding weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel.
Als de motor draait, kunt u de
elektronische sleutel verwijderen en het
klepje sluiten. F
H
oud de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden ingedrukt
als u het hybridesysteem geforceerd
wilt uitschakelen (let op: zonder de
elektronische sleutel in het detectiebereik
kan het systeem niet meer ingeschakeld
wo r d e n).
Tijdens het gebruik van de auto moet
de elektronische sleutel zich in het
interieur bevinden.
Hybridesysteem