Page 89 of 332

87
508RXH_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Elektrisch verstellen
Zet, om de stoelen elektrisch te verstellen, het contact aan of start de motor
als de eco-modus is ingeschakeld.
1. Zitting kantelen en in hoogte en in lengterichting verstellen
F
L
icht de schakelaar aan de voorzijde op
of druk deze neer om het zitgedeelte van
de stoel te kantelen.
F
L
icht de schakelaar aan de achterzijde
op of druk deze neer om het zitgedeelte
te verhogen of te verlagen.
F
B
eweeg de schakelaar naar voren of
naar achteren om de stoel naar voren of
naar achteren te bewegen.
2.
K
antelen van de rugleuning
B
eweeg de schakelaar naar voren of
naar achteren om de hellingshoek van de
rugleuning in te stellen.
3.
L
endensteun verstellen
D
it systeem biedt de mogelijkheid om
onafhankelijk van elkaar de hoogte en de
diepte van de lendensteun in te stellen.
Na het openen van het voorportier kan de bediening van de elektrische
verstelling van de bestuurdersstoel nog ongeveer een minuut worden
gebruikt. Ongeveer een minuut na het uitzetten van het contact en in de eco-
mode, wordt de bediening van de elektrische stoelverstelling uitgeschakeld.
Als het contact wordt aangezet, wordt de bediening van de elektrische
stoelverstelling weer ingeschakeld.
Bedien de schakelaar:
F
N aar voren of naar achteren voor meer of
minder steun in de lendenen.
F
O
mhoog of omlaag om de drukzone van de
lendensteun omhoog of omlaag te bewegen.
Vo or stoelen
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat
het schuiven van de stoel niet wordt verhinderd door personen
of hinderlijke voor werpen op de vloer achter de stoel om te
voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het
schuiven van de stoel meteen als dit het geval is.
3
Comfort
Page 90 of 332

88
508RXH_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Opslaan van zitposities in
het geheugen
Dit systeem slaat de elektrische instellingen
van de bestuurdersstoel, de buitenspiegels en
het head-up display op. U kunt twee standen
opslaan met de toetsen aan de zijkant van de
bestuurdersstoel.
Opslaan van een zitpositie
met de toetsen M / 1 / 2
F Zet het contact aan.
F
Z et uw stoel, de buitenspiegels en het
head-up display in de gewenste stand.
F
D
ruk op de toets M en vervolgens binnen
4
seconden op de toets 1 of 2.
E
en geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Oproepen van een opgeslagen zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F Druk kort op de toets 1 of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
Een geluidssignaal geeft aan dat de opgeslagen
zitpositie is ingenomen.
U kunt de beweging onderbreken door op de
toets M , 1
of 2 te drukken of door één van de
schakelaars van de stoelverstelling te bedienen.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het
rijden.
Het opvragen van een opgeslagen zitpositie is
tot 45
s na het afzetten van het contact mogelijk.
In-/uitstapfunctie
Deze functie vergemakkelijkt het in- en
uitstappen.
Zo schuift de stoel automatisch naar achteren
bij het afzetten van het contact of bij het
openen van het bestuurdersportier; de stoel
blijft in deze stand staan tot u weer instapt.
Bij aanzetten van het contact schuift de stoel
weer naar voren in de geprogrammeerde
stand.
Zorg ervoor dat het verplaatsen van de stoel
niet gehinderd wordt door voor werpen of
personen. Deze functie kan worden
in- of uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Comfort
Page 91 of 332

89
508RXH_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Hoogte- en hoekverstelling
hoofdsteun
F Hoofdsteun omlaag bewegen: druk de knop A in tot voorbij het zware punt en beweeg de
hoofdsteun naar beneden tot de gewenste
positie is bereikt; laat vervolgens de knop los.
F
H
oofdsteun omhoog bewegen: beweeg de
hoofdsteun omhoog tot de gewenste positie is
bereikt.
F
H
oofdsteun verwijderen: druk op de twee
pallen B en trek de hoofdsteun omhoog.
F
H
oofdsteun terugplaatsen: zet de pennen van
de hoofdsteun recht in de openingen van de
rugleuning. Controleer of de hoofdsteun goed
vastzit door deze naar boven te trekken.
Voor de veiligheid is het frame van de
hoofdsteun voorzien van een blokkeersysteem
om te voorkomen dat de hoofdsteun zakt in
het geval van een aanrijding.
De juiste stand van de hoofdsteun is als
de bovenzijde van de hoofdsteun zich ter
hoogte van de bovenzijde van het hoofd
bevindt.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. De hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn afgesteld.
F Met de draaiknop kan de stoelver warming ingeschakeld worden en kan een
verwarmingsstand worden geselecteerd:
Als het hybridesysteem is ingeschakeld, is
de stoelver warming voor beide voorstoelen
afzonderlijk regelbaar.
0
: Uit.
1 : Laag.
2 : Gemiddeld.
3 : Hoog.
Bediening stoelverwarming
3
Comfort
Page 92 of 332
90
508RXH_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Massagefunctie
Deze functie zorgt voor een massage ter
hoogte van de lendenen van de bestuurder. De
functie werkt alleen bij draaiende motor en als
de STOP-stand van het Stop & Start-systeem
is geactiveerd.
Inschakelen
F Druk op deze knop.
Het verklikkerlampje gaat branden en de
massagefunctie wordt voor een tijdsduur van
1
uur ingeschakeld. Gedurende deze tijdsduur
wordt de massage in cycli van 6
minuten
uitgevoerd (4
minuten massage worden
gevolgd door 2
minuten rust). Het systeem
voert in totaal 10
cycli uit.
Na een uur wordt de functie uitgeschakeld, het
verklikkerlampje gaat dan uit.
Uitschakelen
U kunt de massagefunctie op elk
gewenst moment uitschakelen door
op deze knop te drukken.
Comfort
Page 93 of 332

91
508RXH_nl_Chap03_confort_ed01-2014
AchterbankU kunt het linkerdeel (1/3) en/of het rechterdeel (2/3) van de achterbank neerklappen om de bagageruimte te vergroten.
Hoofdsteunen buitenste zitplaatsen achter
De hoofdsteunen hebben twee standen, een hoge stand
(comfort en veiligheid) en een lage stand (zicht naar
achteren). De hoofdsteunen kunnen ook worden verwijderd.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F t rek de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag,
F
d
ruk vervolgens de pal A in.Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en in de hoge stand staan.
Neerklappen van de achterbank
vanuit de bagageruimte
Elk gedeelte van de achterbank (1/3 of
2 /3) is voorzien van een afzonderlijk
ontgrendelingsmechanisme om de rugleuning en
de zitting vanuit de bagageruimte neer te klappen.
F Zorg ervoor dat de rugleuning ongehinderd
kan worden neergeklapt (hoofdsteunen,
veiligheidsgordels, ...),
F
z
org er ook voor dat de beweging van
de bank niet kan worden gehinderd door
voor werpen die zich op of onder de bank
bevinden, F
t rek vanuit de bagageruimte aan de
ontgrendeling en duw tegen de rugleuning.
3
Comfort
Page 94 of 332
92
508RXH_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Neerklappen van de
achterbank via de achterzijde
Zorg ervoor dat de beweging van de bank niet
kan worden gehinderd door voorwerpen die
zich op of onder de bank bevinden.
Terugplaatsen van de achterbank
F Zet de rugleuning rechtop en vergrendel deze, de zitting komt dan vanzelf op zijn
plaats,
F
c
ontroleer of het rode vlak ter hoogte van
ontgrendeling 1
niet meer zichtbaar is,
F
z
et de hoofdsteunen weer in de hoogste
stand of plaats deze terug.
F
S
chuif de voorstoel indien nodig naar
voren,
F
c
ontroleer of de veiligheidsgordel langs de
rand van de rugleuning loopt,
F
z
et de hoofdsteunen in de laagste stand of
verwijder deze indien nodig, F
t
rek de hendel 1
naar voren om de
rugleuning 2
te ontgrendelen en klap deze
vervolgens naar voren. Let erop dat bij het terugplaatsen van de
achterbank de veiligheidsgordels niet klem
komen te zitten en dat de gesphouders op de
juiste plek komen te zitten.
Comfort
Page 95 of 332

93
508RXH_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de
auto. De buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt voor het parkeren in een smalle
straat.
Buitenspiegels
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp
van de schakelaar A, worden ze niet automatisch
uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek
nogmaals de schakelaar A naar achteren om de
buitenspiegels uit te klappen.
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden gedeactiveerd
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Klap de buitenspiegels in als u uw auto
in een automatische autowasstraat laat
wassen.
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden
gehouden om de afstand ten opzichte van
achteropkomend verkeer goed in te schatten.
Ontwaseming - ontdooiing
Als uw auto voorzien is van spiegelver warming,
kunt u deze inschakelen door op de toets
van de achterruitver warming te drukken
(zie paragraaf "Ontwaseming - Ontdooiing
achterruit").
Verstellen
F Zet de knop A naar links of rechts om de
desbetreffende spiegel te selecteren.
F
D
uw de knop B in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop A weer in het midden.
Inklappen
- Automatisch: vergrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
-
H
andmatig: trek bij aangezet contact de
schakelaar A naar achteren.
Uitklappen
- Automatisch: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
-
H
andmatig: trek bij aangezet contact de
schakelaar A naar achteren.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend als
het hybridesysteem is ingeschakeld. Uit veiligheidsover wegingen moet u de
spiegels zo afstellen dat de dode hoek
minimaal is.
Indien nodig kunt u de buitenspiegels
handmatig inklappen.
3
Comfort
Page 96 of 332
94
508RXH_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Automatisch kantelen
buitenspiegels bij het achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het achteruit
inparkeren naar de grond worden gericht.
Programmeren
F Schakel bij draaiende motor de achteruitversnelling in.
F
S
electeer en verstel achtereenvolgens de
linker en rechter buitenspiegel.
De ingestelde standen worden direct
opgeslagen.
Inschakelen
F Schakel bij draaiende motor de achteruitversnelling in.
F
B
eweeg de schakelaar A naar rechts of
links om de desbetreffende buitenspiegel
te selecteren.
De geselecteerde buitenspiegel wordt in de
geprogrammeerde stand gericht.
Uitschakelen
F Haal de versnellingsbak uit de achteruitversnelling en wacht
tien
seconden.
of
F
Ze
t de schakelaar A in de middelste stand.
De buitenspiegel keert terug naar de
oorspronkelijke stand.
De buitenspiegel keert ook terug naar de
oorspronkelijke stand:
-
z
odra sneller wordt gereden dan 10 km/h,
-
a
ls de motor wordt afgezet.
Comfort