178
508RXH_nl_Chap07_securite_ed01-2014
Tractiecontrole op 
besneeuwde wegen 
(Intelligent Traction Control)
Deze auto is uitgerust met een systeem dat 
zorgt voor extra tractie op besneeuwde wegen: 
Intelligent Traction Control.
Deze automatische functie is permanent 
geactiveerd om situaties met weinig grip 
op te sporen, zoals het wegrijden en het 
voortbewegen van de auto in verse en diepe 
sneeuw of over platgereden sneeuw.
In dergelijke omstandigheden beperkt de 
Intelligent Traction Control  het doorslippen 
van de wielen om voor een optimale grip 
te zorgen. Zo wordt de aandrijving en de 
bestuurbaarheid verbeterd.
In barre rijomstandigheden (diepe sneeuw, 
modder, enz.) kan het nuttig zijn de 
dynamische stabiliteitscontrole  en de 
antislipregeling  tijdelijk uit te schakelen, zodat 
de wielen kunnen slippen, waardoor ze meer 
grip zouden kunnen vinden.
Het is raadzaam om het systeem zodra het kan 
weer in te schakelen.
Onder gladde omstandigheden is het raadzaam 
te rijden op winterbanden.
Werking
Antiblokkeersysteem (ABS) en 
elektronische remdrukregelaar 
(REF)
Trap het rempedaal bij een noodstop 
krachtig en volledig in en laat het 
niet los.
Zorg er bij vervanging van de wielen (banden 
en velgen) voor dat wielen worden gemonteerd 
die voor uw auto zijn gehomologeerd.
De normale werking van het 
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn door 
het trillen van het rempedaal.
Als dit lampje gaat branden in 
combinatie met een geluidssignaal 
en een melding op het display, 
duidt dit op een storing in het ABS-
systeem, waardoor u tijdens het remmen de 
controle over uw auto zou kunnen verliezen.
Als dit lampje gaat branden in 
combinatie met het lampje STOP , een 
geluidssignaal en een melding op het 
display, duidt dit op een storing in de 
elektronische remdrukregelaar waardoor u tijdens 
het remmen de controle over uw auto zou kunnen 
verliezen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg in beide gevallen het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
Veiligheid