Page 17 of 289

dvd-videosysteem (indien aanwezig), het elektrisch be-
dienbare schuifdak (indien aanwezig) en de aansluitcon-
tacten nog maximaal 10 minuten werken nadat de
contactschakelaar in de stand OFF is gezet. Door het
openen van een voorportier wordt deze functie uitge-
schakeld. De tijdsduur van deze functie is program-
meerbaar. Raadpleeg "Uconnect Touch™ instellingen"
in "Uw auto" voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Voordat u een auto verlaat , dient u
altijd de parkeerrem aan te trekken, de
versnellingshendel in de stand PARK (Parkeren)
te zetten en de sleutelhouder uit het contact te
nemen. Sluit uw auto altijd af zodra u bent uit-
gestapt .
Laat kinderen nooit alleen achter in een auto
en sluit uw auto altijd af als u hem onbeheerd
achterlaat binnen bereik van kinderen.
Kinderen zonder toezicht achterlaten in een
auto is om verschillende redenen gevaarlijk. Kin-
deren of derden kunnen ernstige of dodelijke
verwondingen oplopen.Waarschuw kinderen dat
ze van de handrem, het rempedaal of de versnel-
lingshendel moeten afblijven.
(Vervolgd)(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van de auto, en laat de Keyless Enter-N-Go
niet achter in de ACC- of ON/RUN-stand. Een
kind zou de elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto in be-
weging kunnen brengen.
Laat nooit kinderen of dieren achter in een in
de zon geparkeerde en afgesloten auto. De hitte
in het interieur kan ernstige gezondheidsproble-
men veroorzaken en zelfs dodelijk zijn.
Een niet-vergrendelde auto is een prima
uitnodiging voor dieven. Neem altijd de
sleutelhouder uit de auto, zet het con-
tactslot in de stand OFF en sluit alle portieren af
wanneer u de auto zonder toezicht achterlaat .
10
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 18 of 289

SENTRY-SLEUTEL®
Het startblokkeersysteem met Sentry Key
®voorkomt
ongeoorloofd gebruik van de auto door derden door
de motor te blokkeren. U hoeft het systeem niet te
activeren of in te schakelen. Dit systeem werkt auto-
matisch, ongeacht of de auto is vergrendeld.
Het systeem maakt gebruik van een sleutelhouder met
een afstandsbediening (RKE), een Keyless Ignition
Node (KIN) en een RF-ontvanger om ongeoorloofd
gebruik van uw auto te voorkomen. De auto kan
daardoor alleen bediend en gestart worden met sleu-
telhouders die specifiek voor de betreffende auto wer-
den geprogrammeerd.
Nadat het contactslot in de stand ON/RUN is ge-
draaid, brandt de controlelamp van het alarmsysteem
gedurende drie seconden voor een gloeilampcontrole.
Als het lampje blijft branden, treedt er een storing in de
elektronica op. Als na de controle van het gloeilampje
het indicatielampje blijft knipperen, geeft dat aan dat
iemand een valse sleutelhouder heeft gebruikt om de
motor te starten. Elk van deze twee condities schakelt
de motor na twee seconden uit.
Als het indicatielampje van het alarmsysteem gaat bran-
den tijdens normaal gebruik van de auto (nadat deze
langer dan tien seconden heeft gereden), duidt dat op
een storing in de elektronica. Laat in dat geval het
voertuig zo snel mogelijk repareren door een erkende
dealer.
De Sentry Key
®startonderbreker is niet
compatibel met sommige niet-originele
afstandsbedieningen. Dergelijke syste-
men kunnen startproblemen veroorzaken en de
startblokkering van de auto tenietdoen.
Alle sleutelhouders die bij uw nieuwe auto zijn meege-
leverd zijn geprogrammeerd voor de elektronica van
uw auto.
RESERVESLEUTELSOPMERKING: De auto kan alleen bediend en ge-
start worden met sleutelhouders die specifiek voor de
betreffende auto werden geprogrammeerd. Nadat een
sleutelhouder voor een auto is geprogrammeerd, kan
deze niet opnieuw voor een willekeurige andere auto
worden geprogrammeerd.
Verwijder altijd de sleutelhouders uit de
auto en vergrendel alle portieren wan-
neer u de auto onbeheerd achterlaat .
Ten tijde van de aankoop ontvangt de oorspronkelijke
eigenaar een persoonlijk identificatienummer (pin-
code) van vier cijfers. Bewaar de pincode op een veilige
plaats. Dit nummer is vereist voor vervanging van de
sleutelhouders door een erkende dealer. Het duplice-
ren van sleutelhouders mag alleen worden uitgevoerd
door een erkende dealer. Dit houdt in dat er een
blanco sleutelhouder wordt geprogrammeerd voor de 11
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 19 of 289

elektronica van uw auto. Een blanco sleutelhouder is
een exemplaar dat niet eerder werd geprogrammeerd. OPMERKING:Als het startblokkeersysteem met
de Sentry Key
®moet worden gerepareerd, dient u alle
sleutelhouders van de auto mee te brengen naar de
erkende dealer.
NIEUWE SLEUTELHOUDERS LATEN
PROGRAMMEREN
Sleutelhouders of RKE-afstandsbedieningen kunnen
worden geprogrammeerd door een erkende dealer.
Algemene informatie
Het startblokkeersysteem met Sentry Key
®
wordt
gebruikt in de volgende Europese landen die Richtlijn
1999/5/EG hanteren: België, Denemarken, Duitsland,
Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië,
Hongarije, Ierland, Italië, Joegoslavië, Luxemburg, Ne-
derland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal,
Roemenië, Rusland, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Zweden
en Zwitserland.
De apparatuur moet voldoen aan de volgende voor-
waarden:
De apparatuur mag geen hinderlijke storingen ver-
oorzaken.
De apparatuur moet eventuele ontvangen storingen kunnen verwerken, ook storingen die een foutieve
werking kunnen veroorzaken. AFSTANDSBEDIENING
Met het RKE-systeem kunt u vanaf een afstand van
maximaal 10m met behulp van een losse sleutelhouder
met afstandsbediening de portieren en achterklep ver-
grendelen of ontgrendelen. De sleutelhouder hoeft
niet naar het voertuig te wijzen om het systeem te
activeren. OPMERKING:
Vanaf een rijsnelheid van 8 km/u
reageert het systeem niet meer op de toetsen van alle
RKE-afstandsbedieningen. (afb. 6)
PORTIEREN EN ACHTERKLEP
ONTGRENDELEN
Druk eenmaal kort op de ontgrendeltoets op de RKE-
afstandsbediening om het portier aan de bestuurders-
zijde te ontgrendelen of druk tweemaal binnen vijf
(afb. 6) Sleutelhouder met RKE-afstandsbediening
12
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 20 of 289

seconden om alle portieren en de achterklep te ont-
grendelen. De richtingaanwijzers knipperen om aan te
geven dat het ontgrendelsignaal is ontvangen. De ver-
lichting van de instapfunctie schakelt ook in.
Als de auto is uitgerust met Passive Entry (passieve
toegang), raadpleeg dan voor meer informatie "Keyless
Enter-N-Go - indien aanwezig" in "Uw auto".
Remote Key Unlock, Driver Door/All First
Press - Bestuurdersportier/alle portieren
ontgrendelen met eerste druk op
ontgrendeltoets afstandsbediening
Deze functie biedt u de keuze om het systeem zodanig
te programmeren dat na de eerste druk op de ontgren-
deltoets op de afstandsbediening uitsluitend het be-
stuurdersportier of alle portieren worden ontgren-
deld. Raadpleeg voor het veranderen van de huidige
instellingen "Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw
auto" voor meer informatie.
Knipperen bij vergrendelen
Bij deze functie knipperen de richtingaanwijzers wan-
neer u de portieren vergrendelt of ontgrendelt met de
afstandsbediening. Deze functie kunt u in- of uitscha-
kelen. Raadpleeg voor het veranderen van de huidige
instellingen "Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw
auto" voor meer informatie.
Koplampen aan bij ontgrendelen met
afstandsbediening
Bij deze functie schakelen de koplampen gedurende
90 seconden in zodra u de portieren ontgrendelt met
de afstandsbediening. De tijd van deze functie kanworden geprogrammeerd bij aut
o's met Uconnect
Touch™. Raadpleeg voor het veranderen van de hui-
dige instellingen "Uconnect Touch™ instellingen" in
"Uw auto" voor meer informatie.
PORTIEREN EN ACHTERKLEP
VERGRENDELEN
Druk kort op de afstandsbediening op de vergrendel-
toets (LOCK) om alle portieren en de achterklep te
vergrendelen. De richtingaanwijzers knipperen om aan
te geven dat het vergrendelsignaal is ontvangen.
Als de auto is uitgerust met Passive Entry (passieve
toegang), raadpleeg dan voor meer informatie "Keyless
Enter-N-Go - indien aanwezig" in "Uw auto".
RAMEN OPENEN MET DE
AFSTANDSBEDIENING
Met deze functie kunt u op afstand de ramen van beide
voorportieren tegelijkertijd bedienen. Voor deze func-
tie drukt u kort de ontgrendeltoets op de afstandsbe-
diening in en onmiddellijk daarna houdt u de ontgren-
deltoets ingedrukt tot de ramen geopend zijn tot de
gewenste hoogte of helemaal open zijn.
EXTRA AFSTANDSBEDIENINGEN
PROGRAMMEREN
Sleutelhouders of RKE-afstandsbedieningen kunnen
worden geprogrammeerd door een erkende dealer.
VERVANGING BATTERIJ
AFSTANDSBEDIENING
Als vervangende batterij wordt een CR2032-batterij
aanbevolen. 13
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 21 of 289

OPMERKING:
Materiaal uit perchloraat — kan speciale behandeling
vereisen.
Afgedankte batterijen zijn schadelijk voor het milieu.
U kunt deze in door de wet voorgeschreven en daar-
voor bestemde bakken voor klein chemisch afval plaat-
sen of ze inleveren bij uw FIAT-dealer, die dan voor een
correcte afvoer zal zorgen.
Raak de batterijaansluiting op de achterzijde en de
printplaat niet aan.
1. Verwijder de noodsleutel door de mechanische ver-grendeling aan de achterzijde van de afstandsbedie-
ning met uw duim opzij te schuiven en vervolgens
met uw andere hand de sleutel eruit te trekken.
2. Steek het uiteinde van de noodsleutel of een platte schroevendraaier, maat 2, in de sleuf en wrik de
twee helften van de afstandsbediening voorzichtig
los. Let erop dat u de afdichting tijdens het openen
niet beschadigt. (afb. 7)
3. Verwijder de batterij door het deksel aan de achter- zijde te draaien (batterij naar beneden gekeerd). Tik
met de afstandsbediening op een stevig oppervlak
zoals een tafel o.i.d. en vervang de batterij. Let bij
het vervangen van de batterij op dat het + teken op
de batterij overeenkomt met het + teken aan de
binnenzijde van de batterijhouder op de achterste
afdekking. Raak de nieuwe batterij niet met uw
vingers aan. Door vettigheid op de huid kan de
werking verslechteren. Als u een batterij hebt aan- geraakt, maakt u deze schoon met een kleine hoe-
veelheid reinigingsalcohol.
4. Om de sleutelhouder weer te sluiten drukt u de twee helften op elkaar.
Algemene informatie
De afstandsbediening en signaalontvangers werken op
een zendfrequentie van 434 MHz, zoals is voorgeschre-
ven in de EU. Deze apparatuur moet zijn gecertificeerd
conform de specifieke regelgeving in elk land. Er gelden
twee normen: ETS (European Telecommunication
Standard) 300–220, van toepassing in de meeste lan-
den, en de Duitse richtlijn BZT 225Z125, die steunt op
de norm ETC 300–220, maar daarnaast nog enkele
specifieke bepalingen heeft. De overige bepalingen
worden vermeld in de Europese Richtlijn 95/56/EC,
Bijlage VI. De apparatuur moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
(afb. 7)
14
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 22 of 289

De apparatuur mag geen hinderlijke storingen ver-oorzaken.
De apparatuur moet eventuele ontvangen storingen kunnen verwerken, inclusief storingen die kunnen
leiden tot een foutieve werking.
Als uw afstandsbediening niet goed werkt vanaf een
normale afstand, controleer dan het volgende.
1. De batterij in de afstandsbediening is leeg. De ver- wachte levensduur van de batterij bedraagt mini-
maal drie jaar.
2. De nabijheid tot radiozendapparatuur als een zend- mast, een luchthavenzender en sommige mobiele
radio's of 27 MC zendapparatuur. ALARMSYSTEEM — INDIEN AANWEZIG
Het voertuigbeveiligingsalarm (VSA) bewaakt de por-
tieren, motorkap en achterklep van de auto tegen
toegang door onbevoegden en de contactschakelaar
tegen onbevoegd gebruik. Als het alarm om welke
reden dan ook afgaat, verhindert het systeem dat de
auto start en er klinkt een claxonsignaal met tussenpo-
zen, de koplampen en achterlichten knipperen evenals
het indicatielampje van het alarmsysteem in het instru-
mentenpaneel.
SYSTEEM OPNIEUW ACTIVEREN
Als het alarm afgaat en er geen actie volgt om het uit te
schakelen, schakelt het claxonsignaal na ongeveer
29 seconden uit en de knipperende verlichting na één
minuut. Het systeem schakelt zichzelf in waakfunctie.
SYSTEEM ACTIVEREN
Volg deze stappen voor het inschakelen van het alarm-
systeem:
1. Verwijder de sleutel uit het contactslot (raadpleeg
"Startprocedures" in "Starten en rijden" voor meer
informatie).
Controleer bij voertuigen die zijn uitgerust met
Keyless Enter-N-Go, dat het contactslot in de stand
"OFF" staat.
Controleer bij voertuigen die niet zijn uitgerust met
Keyless Enter-N-Go, dat het contactslot in de stand
"OFF" staat en dat de sleutel is verwijderd uit het
contactslot. 15
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 23 of 289

2. Sluit het voertuig af op een van de volgende manie-ren:
Druk op de vergrendeltoets LOCK van de portier-
vergrendeling aan de binnenzijde terwijl de
bestuurders- en/of passagiersdeur open staat.
Druk op de vergrendeltoets LOCK van de Passive
Entry-handgreep aan de buitenzijde, terwijl een sleu-
telhouder zich ook aan buitenzijde bevindt (raadpleeg
"Keyless Enter-N-Go" in "Uw auto" voor meer infor-matie).
Druk op de afstandsbediening (RKE) de vergrendel-
toets LOCK in.
3. Sluit eventueel openstaande portieren.
HET SYSTEEM DEACTIVEREN
Het voertuigbeveiligingsalarm kan op de volgende ma-
nieren worden uitgeschakeld:
Druk op de afstandsbediening (RKE) de vergrendel- toets UNLOCK in.
Pak de Passive Entry Unlock-deurgreep vast (indien hiermee uitgerust, raadpleeg "Keyless Enter-N-Go"
in "Uw auto" voor meer informatie).
Draai de contactsleutel uit de stand OFF.
Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-N-Go,drukt u op de toets Start/stop van de Keyless
Enter-N-Go (hiertoe dient minimaal één geldige
sleutelhouder aanwezig te zijn in het voertuig). Als uw auto niet is uitgerust met Keyless Enter-N-
Go, steekt u een geldige sleutel in de contactscha-
kelaar en draait u de sleutel in de stand ON.
OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet worden in- of uitgescha-
keld via de slotcilinder van het bestuurdersportier of
de kofferdekseltoets op de afstandsbediening.
Het beveiligingsalarmsysteem blijft in de waakfunctie
als de elektrisch bediende achterklep wordt geopend.
Als u op de kofferdekseltoets drukt, wordt het alarm-
systeem niet uitgeschakeld. Als iemand de auto binnen-
dringt via de achterklep en een portier opent, gaat het
alarm af.
Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u de por-
tieren niet ontgrendelen met de schakelaars voor de
portiervergrendeling.
Het beveiligingsalarmsysteem is ontworpen om uw
auto te beveiligen, maar u kunt ook omstandigheden
veroorzaken die onbedoeld zorgen voor vals alarm. Als
een van de eerder beschreven procedures voor het
activeren van de waakfunctie is uitgevoerd, zal het
alarmsysteem worden ingeschakeld, ongeacht of u zich
in de auto bevindt. Als u in de auto blijft en een portier
opent, gaat het alarm af. Als deze situatie zich voor-
doet, schakelt u het alarmsysteem uit.
Als het beveiligingsalarmsysteem in de waakfunctie
staat en de accu wordt losgekoppeld, blijft het beveili-
gingsalarm in de waakfunctie wanneer de accu weer
wordt aangesloten; de buitenlampen knipperen, de
16
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 24 of 289

claxon geeft een geluidsignaal. Als deze situatie zich
voordoet, schakelt u het alarmsysteem uit.
ALARMSYSTEEM HANDMATIG ANNULEREN
Het alarmsysteem wordt niet geactiveerd als u de
portieren vergrendelt via de handbediende
vergrendelknop.PREMIUM VEILIGHEIDSSYSTEEM —
INDIEN AANWEZIG
Het Premium-veiligheidssysteem bewaakt de portie-
ren, motorkapvergrendeling en het kofferbakdeksel te-
gen ongeoorloofde toegang en het contactslot tegen
ongeoorloofde bediening. Het systeem omvat ook een
inbraaksensor met dubbele functie, en een voertuig-
kantelsensor. De inbraaksensor bewaakt het interieur
van de auto door beweging te registreren. De kantel-
sensor van de auto bewaakt de auto tegen kantelen
(wegslepen, verwijderen van wielen, transport op een
veerboot, enz.). Ook is er een sirene met reserveaccu-
voeding inbegrepen, die onderbreking van voeding en
communicatie detecteert.
Als het autoalarm afgaat, klinkt de sirene gedurende
29 seconden, en gaan de koplampen aan en knipperen
de knipperlichten en zijknipperlichten nog eens 34 se-
conden. Het systeem herhaalt deze procedure bij
maximaal 8 inbraakpogingen in alle standen (portier
open, beweging, motorkap open, etc.), voordat het
systeem weer moet worden geactiveerd. Aan het einde
van elke activeringsgebeurtenis knipperen de lichten
gedurende 26 seconden.
Systeem activeren
Volg deze stappen voor het inschakelen van het alarm-
systeem:
1. Verwijder de sleutel uit het contactslot (raadpleeg
"Startprocedures" in "Starten en rijden" voor meer
informatie). 17
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD