Page 193 of 232

6EENVOUDIG ONDERHOUD
22
SG120C2-FX
Aanbevolen remvloeistof
Gebruik uitsluitend remvloeistof overeenkomstig de DOT 3 of DOT 4specificaties. Volg de instructies van de fabrikant op.
!
SG120B1-FX
Remvloeistofpeil controleren
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met remvloeistof. Vermijd contact met de ogen omdat dit ernstige gevolgenkan hebben. Verwijder gemorste remvloeistof direct omdat remvloeistof de lak van de wagenaantast.
!
HET REMSYSTEEM CONTROLEREN
SG120A1-FX
! LET OP:
Het remsysteem is van essentieel belang voor de rijveiligheid. Het is aan te bevelen het remsysteem dooruw Hyundai dealer te laten controleren. Het remsysteem moet worden gecontroleerdovereenkomstig het onderhoudsoverzicht in hoofdstuk 5.
WAARSCHUWING (Alleen Diesel):
Geen werkzaamheden verrichten aan het injectiesysteem wanneer demotor draait of binnen 30 seconden nadat deze is afgezet. Hogedrukpomp, rail, verstuivers enverstuiverleidingen staan onder hoge druk, zelfs nadat de motor is afgezet. De brandstofstraal dieontstaat door brandstoflekkage kan ernstige verwondingen veroorzaken wanneer deze met het lichaam inaanraking komt. Mensen met een pacemaker mogen niet binnen 30 cm van de ECU of de bedrading inde motorruimte komen als de motor draait, aangezien de hoge stroom waarmee het common-rail-systeemwerkt een groot magnetisch veld veroorzaakt.
Page 194 of 232

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
23
SG120D1-FX
Remvloeistofpeil controleren Staat het peil op of onder het "MIN" merkteken, dan moet vloeistof tot aanhet "MAX" merkteken worden bijgevuld. Vul niet te veel vloeistof bij.
HFC5005
Benzinemotor
G120D02FC
Dieselmotor
Het remvloeistofpeil moet regelmatig
worden gecontroleerd. Het peil moet tussen het "MAX" en "MIN" merktekenop de zijkant van het reservoir staan.
!
SG120E1-FX
Remvloeistof bijvullen
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk met remvloeistof. Vermijd contact metde ogen aangezien dit ernstige gevolgen kan hebben. Gebruik uitsluitend remvloeistofovereenkomstig de DOT 3 of DOT 4 specificatie uit een gesloten blik. Laat het blik of het reservoir nietlanger dan nodig onafgesloten. Hierdoor wordt voorkomen dat vuil of vocht door de remvloeistof wordtopgenomen, hetgeen een nadelige invloed op de werking heeft. Als remvloeistof wordt bijgevuld, moet het vuil rond de dop worden weggeveegd. Draai de dop los en vulhet reservoir langzaam met remvloeistof. Vul niet te veel bij. Breng de dop hierna weer aan.
Page 195 of 232

6EENVOUDIG ONDERHOUD
24
!
SG130B2-FX
Vloeistof verversen
Gebruik uitsluitend remvloeistof overeenkomstig de DOT 3 of DOT 4 specificatie. Zet de dop van het reser- voir goed vast zodat wordt voorkomendat vuil het reservoir binnendringt.
N.B.: Let erop dat remvloeistof niet met minerale producten wordt vermengd. Dit heeft defecte afdichtingen totgevolg.
WAARSCHUWING:
Ga voorzichtig te werk metremvloeistof. Vermijd contact met de ogen aangezien dit ernstige gevolgen kan hebben. Verwijdergemorste remvloeistof direct omdat dit het lakwerk van de wagen aantast.
VLOEISTOF VOOR DE KOPPELINGBEDIENINGCONTROLEREN Controleer het systeem hierbij tegelijkertijd op lekkage. Controleer ofhet vloeistofpeil zich tussen het "MAX" en het "MIN" merkteken op het vloeistofreservoir bevindt. Vuleventueel vloeistof bij. Het dalen van het vloeistofpeil duidt op een lekkage in het systeem. Laat in dit geval het koppelingsysteem door uw dealer controleren en repareren.
SG130A1-FX
Vloeistofpeil controleren
Benzinemotor
Dieselmotor HFC5005
G120D02FC
Het peil in het hoofdreservoir van dekoppeling moet worden gecontroleerdbij werkzaamheden onder de motorkap.
Page 196 of 232

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
25ONDERHOUD AIRCONDITIONING
SG140A1-FX
Condensor schoonhouden
De condensor van de airconditioning en de radiateur moeten regelmatig worden gecontroleerd op vuil, dode insekten, bladeren enz. Dit kan dekoelcapaciteit nadelig beinvloeden. Verwijder aangekoekt vuil enz. Ga bij het verwijderen van vuil voorzichtig tewerk om schade aan de ventilator te voorkomen.
SG140C1-FX
Controle van de werking van de Airconditioning
1. Start de motor en laat deze enkele
minuten versneld stationair draaien met de airconditioning ingesteld opmax. koude situatie.
2. Als de uit de dashboardopeningen
stromende lucht niet koud is, moetde installatie door de HYUNDAI dealer gecontroleerd worden. SG140D1-FX
Smering
Voor de smering van de compressor en de afdichtingen in het systeem moet de airconditioning elke week tenminste 10 minuten draaien. Dit isvooral van belang bij koude weersomstandigheden als het airconditioningsysteem niet wordtgebruikt. LET OP:
Als het airconditioning systeemgedurende langere tijd werkt meteen te laag koelmiddelniveau, zal beschadiging van de compressor plaatsvinden.
!
SG140B1-FX
Aandrijfriem van compressor controleren (Benzinemotor) Bij regelmatig gebruik van de airconditioning moet de spanning van de aandrijfriem van de compressor tenminste één maal per maand wordengecontroleerd. Krukaspoelie
G140D01A
A/C
Spanpoelie 8mm (0.315 in.)
Page 197 of 232

6EENVOUDIG ONDERHOUD
26SPELING VAN HET STUURWIEL CONTROLEREN
SG160A1-FX
VRIJE SLAG VANKOPPELINGPEDAAL CONTROLEREN
G160A01E
6 ~ 13 mm (0.24 ~ 0.51 in.)
Druk het koppelingpedaal bij afgezette motor zover in tot weerstand voelbaarwordt. Dit is de vrije slag. De vrije slag moet binnen de specificatie liggen. Is dit niet het geval, dan moet de koppeling door uw Hyundai dealerworden afgesteld en zonodig gerepareerd worden.
SG150A1-FX
G150A01FC
Plaats de wagen met de wielen in derechtuit stand en draai het stuurwiel iets naar links en naar rechts. Oefenhierbij niet teveel kracht uit en let op verandering in de weerstand bij het draaien. van het stuur. Als de speling meer bedraagt dan aangegeven in de afbeelding, laat de stuurinrichting dan door uw Hyundai dealer controleren en zonodigrepareren. 30 mm (1.18 in.)
Controleer de spanning door de riem in het midden tussen de krukas en decompressorpoelie met een vinger naar beneden te drukken. De speling mag niet meer dan 1 cm bedragen. Als uover het juiste gereedschap beschikt mag de speling onder een druk van 98N niet meer bedragen dan 8 mm. Isde riem niet strak genoeg gespannen, laat hem dan door uw Hyundai dealer afstellen.
Page 198 of 232

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
27
SG170A1-FX
VRIJE SLAG VAN REMPEDAAL CONTROLEREN
HXGS508
3 ~ 8 mm (0.12 ~ 0.31 in.)
Druk het rempedaal bij afgezette mo- tor enkele malen in zodat het vacuümin de rembekrachtiger wordt opgeheven. Druk met de hand het rempedaal langzaam in tot weerstand voelbaarwordt. Dit is de vrije slag van het rempedaal. De vrije slag moet binnen de specificaties liggen. Is dit niet hetgeval, dan moet het remsysteem door uw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig worden gerepareerd.
Waterpomppoelie Poelie wisselstroom- dynamo
Krukaspoelie 5.1~6 mm (0.2~0.24 in.)
HTB186
SG190A1-FX De spanning van de V-riemen moet regelmatig worden gecontroleerd en zonodig afgesteld. Tegelijkertijd moetende riemen worden gecontroleerd op scheurtjes, rafels of overmatige slijtage. Vervang de riemen zonodig.Tevens moet worden gecontroleerd of de V-riemen vrij kunnen draaien. Na het vervangen van een riem moet de nieuwe riem na 2 of 3 wekenopnieuw op spanning worden gebracht.
SG180A1-FX WERKSLAG REMPEDAAL CONTROLEREN
G180A01L
45.1 mm (1.78 in.)
Hierbij heeft u hulp nodig. Laat uw assistent bij draaiende motor het rempedaal enkele malen indrukken om het vervolgens met een kracht van 50kg (490 N) ingedrukt te houden. De werkslag van het rempedaal is de afstand tussen de bovenzijde van hetpedaal en de wagenbodem. Deze waarde moet binnen de specificaties liggen. Is dit niet het geval, dan moet het remsysteem dooruw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig gerepareerd. V-RIEMEN CONTROLEREN
Page 199 of 232

6EENVOUDIG ONDERHOUD
28ZEKERINGEN CONTROLEREN EN VERVANGEN
SG200A1-FX
Een zekering vervangen
Een zekering smelt zodra het circuit
vanaf de accu overbelast raakt, waardoor schade aan de bedrading wordt voorkomen (dit kan worden veroorzaakt door een kortsluiting inhet systeem). In dit geval moet de storing door een Hyundai dealer worden opgespoord, het systeem wordengerepareerd en de zekering worden vervangen. De zekeringen bevinden zich in een houder naast de accu. Goed
Doorgebrand
G200B01E-AXT
Zekeringen vervangen
HFC4010
LET OP:
Gebruik bij het vervangen van een zekering altijd een nieuwe zekering met hetzelfde amperage. Gebruiknooit een stuk draad of een zekering met een hoger amperage. Dit kan ernstige schade en brand tot gevolghebben.
!
G200A01FC
G190B01A
Poelie wisselstroom-dynamo
Compressorpoelie
Krukaspoelie
Waterpomppoelie
G190B01TB-GXT Aandrijfriemen controleren (Dieselmotor)
Bij het geplande onderhoud moeten de
riemen gecontroleerd worden op scheurtjes, slijtage, rafels of anderesporen van slijtage. Indien nodig moeten ze worden vervangen.
De uitlijning van de riemen moet ook
worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat de riemen en andereonderdelen van de motor elkaar niet raken.
De zekeringhouder voor de verlichting
en de elektrische verbruikers bevindt zich aan de achterzijde van de multibox aan de linkerzijde van de bestuurder.
Page 200 of 232

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
29
In de zekeringhouder zijn het amper- age en de beveiligde circuitsaangegeven. Als de verlichting of andere elektrische accessoires uitvallen, moet de zekering wordengecontroleerd. De zekering is doorgebrand wanneer de metalen strip in de zekering is gesmolten. Ga in ditgeval als volgt te werk:
1. Zet de ontsteking en alle andere
verbruikers uit.
2. Open de zekeringhouder en controleer de zekering. Verwijder elke zekering door hem naar u toe te trekken. In de zekeringhouderbevindt zich een "zekeringtrekker" om het verwijderen te vergemakkelijken.
3. Na het vinden van de doorgebrande
zekering moeten ook de overigezekeringen worden gecontroleerd. Goed
G200B03Y
Doorgebrand
LET OP:
Een doorgebrande zekering is een indicatie van een storing in een elektrisch circuit. Als de zekering na het vervangen direct weer doorbrandt,moet de storing door een Hyundaidealer worden opgespoord enverholpen. Een zekering mag nooitdoor een zekering met een hoger amperage worden vervangen. De mon- tage van een zwaardere zekering kanbeschadigingen of brand tot gevolg hebben. N.B.: Zie bladzijde 6-38 voor de beschrijving van de zekeringhouder.
!
G200B01FC
4. Druk de nieuwe zekering met hetzelfde amperage op zijn plaats. De zekering moet goed worden aangebracht. Is die niet het geval, laat dan de zekeringklem door een Hyundai dealer repareren ofvervangen. Als u niet in het bezit bent van een extra zekering, gebruik dan een zekering van hetzelfde ofeen lager amperage van een verbruiker die u tijdelijk buiten werking kunt stellen. Bijvoorbeeldde radio of de sigarettenaansteker. Vergeet niet deze zekering te vervangen.