Page 57 of 232

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
46INSTRUMENTENPANEEL EN CONTROLELAMPEN
SB210G1-FX Controlelamp Richtingaanwijzers
Als de richtingaanwijzers worden ingeschakeld gaat deze groenecontrolelamp knipperen. Als de lamp wel brandt, maar niet knippert, sneller knippert dan normaal of niet brandt,geeft dit een storing in de richtingaanwijzerinstallatie aan.
SB210C1-FX Onderhoudsindicatie (SRI) van airbagsysteem
De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in het instrumentenpaneel knippert ca. 6 seconden nadat de contactsleutel in destand "ON" is gedraaid of nadat de motor is gestart en dooft vervolgens. Deze onderhoudsindicatie gaateveneens branden als het airbagsysteem niet correct werkt. Als bij het aanzetten van het contact of hetstarten van de motor de onderhoudsindicatie niet gaat branden of continu blijft branden nadat zegedurende 6 seconden heeft geknipperd, of wanneer ze gaat branden tijdens het rijden, moet het airbagsysteem wordengecontroleerd door een officiële Hyundai dealer. B260C02E-GXT
Traction Control Controlelampen(Indien gemonteerd)
De tractiecontrole-indicator functioneert afhankelijk van de stand van het contactslot en of het systeem isingeschakeld. Hij gaat ook branden wanneer het con- tact wordt aangezet en gaat vervolgensbinnen enkele seconden uit. Als de TCS-indicator blijft branden moet u uw Hyundai dealer het systeem latencontroleren. Zie deel 2 voor meer informatie over het TCS-systeem.
B260C01A-AXT Controlelamp Overdrive (Alleen automatische transmissie)
Als de overdriveschakelaar in de stand "ON" staat en de vierde versnelling is ingeschakeld dooft deze controlelamp. Deze controlelamp gaat branden zodrade overdriveschakelaar in de stand "OFF" staat.
B260U01TB-GXT Controlelamp Immobilizer (Diefstalbeveiliging)
Deze controlelamp gaat enkele seconden branden nadat de contactsleutel in stand "ON" is gedraaid. U kunt nu de motor starten. Decontrolelamp dooft zodra de motor loopt. Als de controlelamp dooft voordat de motor wordt gestart, moet u decontactsleutel in stand "LOCK" draaien en de motor opnieuw starten. Als de controlelamp gedurende 5 secondengaat knipperen wanneer de sleutel in stand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat het imobilizersysteem niet werkt. Raadpleeg de uitleg van de "Limphome"-procedure (noodloopprocedure,zie pag. 1-5) of wend u tot uw Hyundai- dealer.
Page 58 of 232

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
47
!
SB210L2-FX
Controlelamp Handrem/ Remvloeistofpeil Als deze lamp tijdens het rijden gaat branden mag niet meer met de wagenworden gereden. Het remvloeistofpeil in het reservoir is dan beneden het minimum niveau gedaald. Vulremvloeistof bij die voldoet aan de DOT 3 of DOT 4 specificatie. Na het bijvullen kan voorzichtig naar een dealer wordengereden voor nadere controle. Bij een ernstig defect moet de wagen door een sleepbedrijf naar een dealer wordengesleept. Uw Hyundai is voorzien van een diagonaal gescheiden remsysteem. Alséén van beide circuits defect is, wordt de wagen nog op de andere wielen afgeremd. Is dit het geval dan is meerkracht voor het remmen vereist en is de remweg langer dan normaal. Bij een defect aan het remsysteem moetworden teruggeschakeld zodat gebruik wordt gemaakt van het remvermogen van de motor.
WAARSCHUWING:
Bij storingen aan het remsysteem moet de oorzaak direct door een Hyundai dealer worden opgespoord.Het rijden met een defect remsysteem (in het elektrische of hydraulische gedeelte) is uiterst gevaarlijk. Werking van de controlelamp Deze lamp moet gaan branden als het contact wordt aangezet, de motor wordt gestart en als de handrem wordtaangetrokken. Na het starten van de motor moet de lamp doven zodra de handrem wordt vrijgezet. Als de handremniet is aangetrokken moet de lamp flauw gaan branden bij het aanzetten van het contact of bij het starten van demotor.
SB210M1-FX Controlelamp Laadstroom
Deze controlelamp moet gaan branden als het contact wordt aangezet en dovenals de motor draait. Als deze lamp bij draaiende motor gaat branden is er een defect in het elektrische systeem. Alsdeze lamp onder het rijden gaat branden moet u stoppen, de motor afzetten en de aandrijfriem van de dynamocontroleren. Controleer of de aandrijfriem op zijn plaats zit. Als dit het geval is, controleer dan de spanning van de riem.Laat het systeem vervolgens door uw Hyundai dealer controleren.
LET OP:
Als met de wagen wordt gereden terwijl de aandrijfriem van de dy- namo slap staat, gebroken is of ontbreekt, kan de motor oververhitraken omdat deze riem eveneens de koelvloeistofpomp aandrijft.
!
Page 59 of 232

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
48
SB210P1-FX
Controlelamp Benzinereserve
Deze lamp gaat branden zodra de reserveinhoud van de tank wordt bereikt.Tank in dit geval zo spoedig mogelijk. Als de naald van de benzinemeter op "E" of lager staat, kan dit het overslaanvan de motor en daarmee een storing aan de katalysator tot gevolg hebben. SB210J1-FX Controlelamp Grootlicht
Deze controlelamp gaat branden zodra het grootlicht wordt ingeschakeld of alseen lichtsignaal wordt gegeven.B260K01B-GXT Waarschuwingslamp geopend achterklep
Deze waarschuwingslamp brandt totdat de achterklep volledig gesloten is. SB210O1-FX Controlelamp Voor Niet Goed Gesloten Portieren
Als een portier niet geheel gesloten is gaat deze controlelamp branden.SB210K1-FX Controlelamp Oliedruk
LET OP:
Als deze lamp bij draaiende motor gaat branden moet de motor directworden afgezet teneinde ernstige motorschade te voorkomen. Deze controlelamp gaat branden als deoliedruk te laag is. De lamp gaat branden zodra het contact wordt aangezet, maar moet doven als demotor is gestart. Blijft deze lamp bij draaiende motor branden, dan bevindt zich een ernstige storing inhet smeersysteem van de motor. Is dit het geval, dan moet de motor direct worden afgezet en moet hetoliepeil worden gecontroleerd. Als het oliepeil te laag is, moet de voorgeschreven olie wordenbijgevuld en moet de motor opnieuw worden gestart. Als de controlelamp blijft branden moet de motor directworden afgezet. Raadpleeg in dat geval een officiële Hyundai dealer.
!
Page 60 of 232

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
49
B260N02FC-GXT Storingscontrolelamp
Deze lamp brandt als er een storing is geregistreerd die invloed heeft op de uitlaatgassen; hiermee wordt aangegeven dat de storing in hetsysteem een negatieve invloed heeft op de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen. Hij gaat branden wanneerhet contact wordt aangezet en hij gaat vervolgens uit na het starten van de motor. Als hij gaat branden tijdens hetrijden of wanneer hij niet gaat branden als het contact wordt aangezet, moet u het systeem door de dichtstbijzijndeHyundai dealer laten controleren.
!
B260P02Y-GXT Controlelamp ABS (Indien gemonteerd)
Als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, zal de controlelampvoor het ABS gaan branden en na enkele seconden doven. Als de controlelamp blijft branden, gaat brandentijdens het rijden of niet gaat branden als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat er eenstoring in het ABS systeem is opgetreden. Laat uw auto in dit geval zo snel mogelijk door een Hyundai dealercontroleren. Het normale remsysteem blijft echter werken, maar zonder de assistentie van het ABS systeem.
WAARSCHUWING:
Als de waarschuwingslampen voor ABS SRI en handrem/ remvloeistofpeil beiden blijven brande met het contactslot in destand "ON", of tijdens het rijden gaan branden, betekent dit dat er mogelijk een storing is in het EBD-systeem(elektronische remkrachtverdeling). B265A01B-GXT
Waarschuwingslamp Water InBrandstoffilterrode
(Dieselmotor)
Deze lamp gaat branden zodra het con- tact in de stand "ON" wordt gezet en gaat weer uit zodra de motor draait. Indien deze lamp oplicht terwijl de mo-tor draait, betekent dit dat zich water in het brandstoffilter heeft verzameld; tap dit water uit het filter af. (Zie het hoofdstuk"6-35p").
Indien dit het geval is moet sterk afremmen worden voorkomen enmoet de auto zo snel mogelijk door uw Hyundai dealer worden gecontroleerd.
Page 61 of 232

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
50
ZB115A1-AX ACOUSTISCH WAARSCHUWINGS- GELUID
(Indien gemonteerd) Het akoestisch waarschuwingsgeluid maakt geluid, als de verlichting nog ingeschakeld staat, en de deur bij dechauffeur niet gesloten is. Dit geluid waarschuwt de chauffeur om maatregelen te treffen om te voorkomendat de accu leeg raakt. B270B02O-GXT HANDREMWAARSCHUWING
(Indien gemonteerd) Als bij aangetrokken handrem gedurende langer dan 2~3 seconden sneller wordt gereden dan 10km/h, klinkt een ononderbroken waarschu-wingssignaal.B270A01A-AXT REMBLOKSLIJTAGE-INDICA- TOR (Acoustisch) De remblokken van de voorwielen zijn voorzien van een slijtage-indicator dieeen hoog of schrapend geluid veroorzaakt zodra de remblokken moeten worden vernieuwd. Dit geluid ishoorbaar als met de auto wordt gereden. Bovendien kan het geluid waarneembaar zijn als het rempedaal krachtig wordtingedrukt. Als de remblokken niet worden vervangen heeft dit een kostbare vernieuwing van de remschijven totgevolg.
B950A01E-GXT
GELUIDSSIGNAAL MISTACHTERLICHT(Indien aanwezig) Het geluidssignaal voor ingeschakeld mistachterlicht klinkt zodra bijingeschakeld mistachterlicht het bestuurdersportier wordt geopend.
B260S01B-GXT
Controlelamp Voorgloeien(Dieselmotor)
De controlelamp gaat oranje branden als het contactslot in de "ON" standwordt gedraaid. De motor kan worden gestart nadat de controlelamp voor het voorgloeien is gedoofd.De duur van het branden varieert met de koelvloeistoftemperatuur, luchttemperatuur en conditie van deaccu. N.B.: Als de motor niet na 10 seconden start, draai dan de contactsleutel eerstin de stand "LOCK", zet hem vervolgens weer in de "START" stand om het opnieuw te proberen.
Page 62 of 232
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
51
!
B280A01A-AXT BENZINEMETER De benzinemeter geeft de hoeveelheid benzine in de tank aan. B290A02A-AXT TEMPERATUURMETER KOELVLOEISTOF
HFC2045 HFC2101
WAARSCHUWING:
Verwijder de radiateurdop nooit bij warme motor. De koelvloeistof staat onder druk en kan naar buiten spuitenen ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld voordat de radiateurdopwordt verwijderd. De naald van deze meter moet ongeveerin het midden staan. Als de naald zichin de richting van "H" (Hot) beweegt, stop dan zo snel mogelijk en zet de motor af. Open vervolgens de motorkapen controleer het koelvloeistof-peil en de aandrijfriem van de koelvloeistofpomp. Laat hetkoelsysteem bij storingen zo snel mogelijk door een Hyundai dealer controleren.
INSTRUMENTPANNEL
Page 63 of 232
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
52
LET OP:
Laat de motor nooit met een zodanig toerental draaien dat de naald in de rode zone staat. Dit kan ernstigemotorschade tot gevolg hebben.
C300A01A-GXT SNELHEIDSMETER
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid in km per uur aan. C330A01A-AXT TOERENTELLER De toerenteller geeft het aantal omwentelingen van de motor per minuutaan t/min.Benzinemotor
HFC2044 HFC2043
B330A01FC
Dieselmotor!
Page 64 of 232
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
53
2,3. Dagteller Geeft de afstand van 2 trajecten aan in kilometers. TRAJECTEN A:
Eerste afstand die u
hebt afgelegd vanaf het startpunt tot de eerste bestemming.TRAJECTEN B: Tweede afstand die u
hebt afgelegd vanaf de eerstebestemming tot de eindbestemming. TRAJECT A naar TRAJECT B. Als de toets 1 seconden wordt ingedrukt, wordtde waarde op 0 gezet.
HFC2090
B310B02FC-GXT KILOMETERTELLER/ DAGTELLER
Zonder boordcomputer
HFC2089Werking van de digitale kilometerteller/dagteller Wanneer de resettoets wordt ingedrukt met het contact ingeschakeld, verschijntde volgende reeks:
Resettoets
HFC2051
Resettoets 1. Kilometerteller De kilometerteller geeft de totaal gereden afstand in kilometers aan en iseen nuttig instrument voor het aanhouden van de voorgeschreven onderhoudstermijnen. N.B.: Manipulaties aan de kilometerteller hebben het verlies van de garantie tot gevolg.
Med boordcomputer