Page 201 of 232

6EENVOUDIG ONDERHOUD
30
SG210B1-FX
Accu controleren
Houd de accu schoon. Verwijder
eventuele corrosie bij de accupolen of- klemmen direct met water waaraan soda is toegevoegd. Smeer deaccupolen na het drogen in met wat zuurvrij vet.
De vloeistof in de accu bevat een
sterk zwavelzuur dat giftig en in hoge mate corrosief is. Let erop dat accuzuur niet met de huid of met de ogen in aanraking komen, handel dan als volgt:
o Als accuzuur op de huid terecht
komt moet de desbetreffende plaats gedurende tenminste 15 minuten met water worden afgespoeld.Raadpleeg een arts.
o Als accuzuur in uw ogen mocht
komen, moet er direct een artsworden geraadpleegd.
o Als accuzuur wordt ingeslikt moet direct een grote hoeveelheid water of melk worden gedronken. Neem vervolgens magnesia, een rauw eiof plantaardige olie. Bezoek direct een arts.
!
ACCU CONTROLEREN
SG210A1-FX
WAARSCHUWING:
Accu's kunnen gevaarlijk zijn! Let bij het omgaan met accu's oponderstaande voorzorgsmaatregelen teneinde verwondingen te voorkomen. D010B01FC Bij het laden van een accu (met een
acculader of in de wagen met eendynamo) produceert de accu een explosief gas. Let op de volgende voorzorgsmaatregelen:
o Laad de accu alleen in een goed geventileerde ruimte.
o Let erop dat in de desbetreffende
ruimte geen open vuur of vonken aanwezig zijn en ook dat er niet wordt gerookt.
o Houd kinderen uit de buurt van een accu.
Page 202 of 232

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
31
Controleer of het vloeistofpeil tussen de merktekens "MAX" en "MIN" op hetvloeistofreservoir ligt.
N.B.: Als een koude motor (beneden -20°C) wordt gestart kan de stuurbekrachtigingspomp een schurend geluid veroorzaken. Alsdit geluid verdwijnt naarmate de motor warmer wordt is dat een normaal verschijnsel. Dit komt doorde eigenschappen van de stuurbekrachtigingsvloeistof onder extreem koude omstandigheden.
!
WERKING VAN ELEKTRISCHE KOELVEN- TILATOR CONTROLEREN
SG220A1-FX
WAARSCHUWING:
Het in werking treden van de
koelventilator is afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur, waardoor de ventilator ook bij uitgeschakelde ontsteking soms kan blijven draaien.Raak de ventilator niet aan tot hij volledig tot stilstand is gekomen.VLOEISTOFPEIL STUURBEKRACHTIGING
SG230A1-FX
HFC5004
G230A02FC
Benzinemotor
Dieselmotor
Het vloeistofpeil van de stuurbekrachtiging moet regelmatig worden gecontroleerd. Hierbij moet het contact zijn afgezet.
Zodra de koelvloeistoftemperatuur daaltwordt de ventilator automatischuitgeschakeld.
Koelventilator controleren De koelventilator moet automatisch inwerking treden zodra een bepaalde koelvloeistoftemperatuur wordt bereikt.
Koelventilator van condensor (airconditioning) controleren Deze ventilator moet in werking treden zodra de airconditioning wordt ingeschakeld. SG230D1-FX Aanbevolen vloeistof Gebruik PSF-3 automatische transmissie vloeistof. N.B.: Start de motor niet als het vloeistofreservoir droog staat.
Page 203 of 232

6EENVOUDIG ONDERHOUD
32
SG230B1-FX SLANGEN VAN STUURBEKRACHTIGING Het is aan te bevelen de slangen van de stuurbekrachtiging regelmatig op vloeisto-flekkage te controleren. De slangen moeten worden vervangen alsze sporen van scheurtjes, vervorming of beschadiging vertonen. Hierdoor kan de stuurbekrachtiging uitvallen.
2. Bedien de handpomp, totdat er geenluchtbellen meer worden waargenomen in de brandstof die uit de ontluchtingsleiding stroomt. Plaats tijdens het pompen een doekom de ontluchtingsleiding, zodat de uitstromende brandstof wordt opgevangen.
3. Monteer de afsluitdop als geen
luchtbellen meer in de brandstofaanwezig zijn.
4. Ga door met pompen tot de pomphefboom grote weerstandbiedt.
5. Controleer tenslotte of nergens brandstof weglekt.Raadpleeg bij twijfel een officiëleHYUNDAI dealer. G350B01FC
Ontluchtingsleiding
Nadat de motor door brandstofgebrek
is afgeslagen, na het vervangen van een filter of als de auto gedurende een langere tijd niet is gebruikt, moet het brandstofsysteem worden ontluchtzoals in de afbeelding is aangegeven.
1. Druk de knop in en verwijder de afsluitdop.
G350A01FC
BRANDSTOFSYSTEEM ONTLUCHTEN
G350B01FC-GXT
(Dieselmotor)
Page 204 of 232

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
33
G300A02FC
Als de waarschuwingslamp voor het brandstoffilter tijdens het rijden gaatbranden, betekent dit dat zich water in het brandstoffilter heeft verzameld. In dat geval moet het water als volgtworden afgetapt.1. Draai de aftapplug aan de onderzijde van het brandstoffilter los.
2. Draai de aftapplug weer vast als geen water meer uit het filter komt.
3. Controleer of de waarschuwingslamp gaat branden als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid en weer dooft nadat de motor is gestart. Neem bij twijfel contact op met de dichtstbijzijnde HYUNDAI dealer.
N.B.: Het wordt aanbevolen water
verzameld in het brandstoffilter te laten verwijderen door een Hyundai-dealer. G300B02FC
!WAARSCHUWING:
o Rook niet en vermijd open vuur in de omgeving van het voertuig tijdens het ontluchten van het brandstofsysteem.
o Verwijder alle eventuele gemorste brandstof in verband met hetdaaruit voortvloeiendebrandgevaar.
AFTAPPEN VAN WATER IN HET BRANDSTOFFILTER
G300A01B-GXT
(Dieselmotor)
Page 205 of 232

6EENVOUDIG ONDERHOUD
34
!WAARSCHUWING:
Verwijder zorgvuldig alle water dat uit het filter is afgetapt, omdat de brandstof in het water tot ontbranding zou kunnen komen.
KOPLAMPAFSTELLING CONTROLEREN
G290A02FC-GXT Bij het afstellen van de koplampen
moet de volgende procedure worden aangehouden.
1. Controleer of de spanning van alle banden correct is.
2. Plaats de auto op een vlakke vloer en druk de voorbumper en de achterbumper enkele malen naarbeneden. Plaats de auto op een afstand van 3 meter van de muur.
3. Zorg ervoor dat de auto niet is beladen (het peil van dekoelvloeistof en de motorolie moet correct zijn en de brandstoftankgevuld; reservewiel, krik en gereedschap moeten zich op hun plaats bevinden).
4. Reinig de koplampglazen en schakel
het dimlicht in. G290A01FC
Horizontale afstelling
Verticale afstelling
5. Open de motorkap.
6. Teken op een lichte wand verticale lijnen (door het midden van elkekoplamp) en een horizontale lijn(door het midden van beide koplampen). Trek vervolgens een lijn 30 mm (1.18 in.) onder de eerdergetrokken horizontale lijn.
7. Stel m.b.v. een kruiskopschroevendraaier dehorizontale begrenzing van het dimlicht van elke koplamp zodanig af dat deze gelijk ligt met de onderstegetrokken lijn. - VERTICALE AFSTELLING
Page 206 of 232

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
35
G290B02FC-GXT
Koplamp na vervanging afstellen Wanneer bij een auto de voorzijde van de carrosserie is gerepareerd en dekoplamp is vervangen, moet de afstelling van de lichtbundel met behulp van een lichte wand wordengecontroleerd, zoals in de afbeelding wordt getoond. Schakel hierbij het dimlicht in. G290B01L
L
W
H
H Begrenzingslijn
"P"
30mm (1.18 in.)
Verticale lijn
Horìzontale lijn
Basislijn
8. Stel m.b.v. een
kruiskopschroevendraaier het punt waar de schuine begrenzing begint zodanig af dat deze op de verticale lijn - HORIZONTALE AFSTELLING. 1. Stel de koplampen zodanig af dat
de horizontale lijn van de lichtbundelparallel is met de hartlijn van de auto en dat het hoekpunt overeenkomt met het punt "P" in deafbeelding.
2. De streeplijnen in de afbeelding
geven het midden van de koplampenaan. "H" Horizontale hartlijn van de koplampvanaf de vloer : 675 mm (26.5 in.) "W" Hartafstand tussen de koplampen : 1,177 mm (46.3 in.) "L" Afstand tussen de koplampen en de wand waarop de lichtbundels worden geprojecteerd : 3.000 mm (118 in.)
GLOEILAMP VERVANGEN
G260A03A-GXT Voordat de gloeilamp van een koplamp wordt vervangen, moet de schakelaarin de stand "OFF" staan.De volgende paragraaf geeft aan, hoede gloeilampen kunnen worden bereikt om ze te kunnen vervangen. De defecte gloeilamp moet wordenvervangen door een gloeilamp van hetzelfde type en wattage. Zie pagina 6-39 voor het vermogen.
LET OP:
Let erop dat de lampen niet in con- tact komen met petroleumhoudende producten zoals motorolie, benzine etc.
!
Page 207 of 232

6EENVOUDIG ONDERHOUD
36
G270A03A-GXT
GLOEILAMP VAN KOPLAMP Instructies voor het vervangen:
1. Laat de gloeilamp afkoelen. Draag oogbescherming.
2. Houd de gloeilamp altijd bij de
lampfitting vast en voorkom dat het glas wordt aangeraakt.
3. Maak de elektrische aansluiting aan de achterzijde van de koplamp losvan de lamphouder.
4. Verwijder de stofkap. G270A01FC
5. Druk de borgveer los en verwijder
de gloeilamp.
6. Verwijder de afscherming van de nieuwe gloeilamp en breng hem zodanig aan dat de lampfitting in de opening van de koplamp past. Drukde borgveer op zijn plaats, breng de stofkap aan en sluit de elektrische bedrading aan.
7. Gebruik de afscherming en de doos
om de oude gloeilamp op te ruimen.
8. Controleer de koplampafstelling. G270A02FC
!WAARSCHUWING:
Deze halogeen gloeilamp bevat gas onder druk en kan onder invloed van schokken uit elkaar spatten.Draag daarom een veiligheidsbril als een dergelijke gloeilamp wordt vervangen. Let erop dat geen krassenof schuurplekken op de lamp kunnen ontstaan en dat de lamp niet met vloeistoffen in aanrakingkomt als hij wordt ontstoken. De lamp mag alleen in werking worden gesteld als hij zich in de reflectorbevindt. Vervang de koplamp als deze is beschadigd of scheurtjes vertoont. Houd de lamp buitenbereik van kinderen en lever de oude gloeilamp in bij de daarvoor bestemde adressen.
Page 208 of 232
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
37VERMOGEN
G280A02FC-GXT
G280A02FC
Knipperlicht Rem- /achterlicht Achteruitrijlicht
Onderdeelnaam
Stadslicht, voor Koplamp (Grootlicht/Dimlicht)
Mistlampen voor (indien gemonteerd)
Knipperlicht, voor ZijknipperlichtInterieur Vistapverlichting Nr.
8 9
101112
Vermogen
5
60/55
55215
10 10 5
Nr. 1 2 3 45 6 7Vermogen 215
21 5
21
21/5 21
Onderdeelnaam
Derde remlicht Kentekenplaatverlichting MistachterlichtKofferruimteverlichting AchterlichtunitMoftype
W2.1 x 9.5D P43t-38PK22s
BA 15s
W2.1 x 9.5D W2.1 x 9.5D
S8.5/8.5
W2.1 x 4.6D Moftype
BA 15s
W2.1 x 9.5D
BA 15s
S8.5/8.5 BA 15s
BAY 15d BA 15s
Leeslamp Interieurverlichting