Page 193 of 512

193
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Afhankelijk van de landspecificaties
wordt het dimlicht mogelijk uitgescha-
keld bij lage snelheden.
Afhankelijk van de omgevingsomstan-
digheden kunnen de dimlichten moge-
lijk niet worden uitgeschakeld.
Bij het parkeren van de auto is het
mogelijk om het parkeerlicht aan één
zijde in te schakelen.
Schakel het parkeerlicht uit:
Afhankelijk van de uitvoering kan de
exterieurverlichting van de auto afzon-
derlijk wordt afgesteld. Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Exterior lighting” (verlichting buiten-
zijde)
4 Selecteer de gewenste instelling:
“Welcome lights” (verlichting
Welcome Light-systeem)
De afzonderlijke verlic htingsfuncties worden
kortstondig ingeschakeld.
Wanneer het grootlicht wordt geacti-
veerd nadat de Drive Ready-modus is
uitgeschakeld, blijft het dimlicht gedu-
rende een bepaalde tijd branden.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Exterior lighting” (verlichting buiten-
zijde)
4 “Home lights” (verlichting Follow Me
Home-systeem)
5 Selecteer de gewenste instelling.
Uitschakelen
Druk op de toets van de
lichtschakelaar.
Parkeerlichten
ToetsFunctie
Parkeerlicht rechts
aan/uit.
Parkeerlicht links
aan/uit.
Druk op de toets van de licht-
schakelaar of schakel de
Drive Ready-modus in.
Verlichting Welcome
Light-systeem en vertraagd
uitschakelen koplampen
Verlichting Welcome Light-
systeem
Algemeen
Inschakelen/uitschakelen
Vertraagd uitschakelen
koplampen
Algemeen
Tijdsduur instellen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 193 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 194 of 512

1943-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De dagrijverlichting brandt als de Drive
Ready-modus is ingeschakeld.
In sommige landen is dagrijverlichting
verplicht. In dat geval kan de dagrijver-
lichting niet worden uitgeschakeld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Exterior lighting” (verlichting buiten-
zijde)
4 “Daytime driving lights” (dagrijver-
lichting)
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebr uikte bestuurders-
profiel.
Variabele lichtverdeling zorgt voor een
nog betere verlichting van de rijbaan.
De lichtverdeling wordt automatisch
aangepast aan de snelheid.
Indien een navigatiesysteem tot de uit-
rusting behoort, wordt de lichtverdeling
automatisch aangepast overeenkom-
stig de gegevens van het navigatiesys-
teem en de snelheid. Het verlichte gebied van het dimlicht
loopt door tot de zijkanten.
Het bereik van het dimlicht wordt ver-
groot.
Bij scherpe bochten tot een bepaalde
snelheid, bijvoorbeeld in haarspeldboch-
ten of bij het afslaan, wordt de bochtver-
lichting ingeschakeld om het binnenste
deel van de bocht te verlichten.
De bochtverlichting
wordt automatisch
ingeschakeld overeenkomstig de stuur-
hoek of het gebruik van de richtingaan-
wijzers.
De bochtverlichting wordt mogelijk
automatisch ingeschakeld bij het ach-
teruitrijden, ongeacht de stuurhoek.
Het Automatic High Beam-systeem sig-
naleert tijdig andere weggebruikers en
schakelt het grootlicht in of uit overeen-
komstig de verkeerssituatie.
Het Automatic Hi gh Beam-systeem
zorgt ervoor dat het grootlicht wordt
ingeschakeld wanneer de verkeerssitu-
atie dat toelaat. Bij lage snelheden
wordt het grootlicht niet door het sys-
teem ingeschakeld.
Dagrijverlichting
Algemeen
Inschakelen/uitschakelen
Variabele lichtverdeling
Principe
Algemeen
Stadsverlichting
Verlichtingspatroon snelweg
Bochtverlichting
Automatic High Beam-systeem
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 194 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 195 of 512

195
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het systeem reageert op
de verlichting
van tegemoetkomend verkeer en van
voorliggers en op het omgevingslicht,
bijvoorbeeld in de bebouwde kom.
Het grootlicht kan te allen tijde handma-
tig worden in- en uitgeschakeld.
Als de auto is uitgerust met een verblin-
dingsvrij Automa tic High Beam-sys-
teem, wordt het grootlicht niet
uitgeschakeld bij tegenliggers of voor-
liggers; in plaats daarvan maskeert het
systeem die delen va n de straal die
anders het tegemoetkomende verkeer
of de voorliggers zouden verblinden. In
dit geval blijft het blauwe controle-
lampje branden.
Als de koplampen zijn omgewisseld, zie
blz. 196, werkt het Automatic High
Beam-systeem mogelijk slechts in
beperkte mate.
1 Druk op de toets van de
lichtschakelaar.
De led in de toets gaat branden.
2Druk op de toets op de richtingaan-
wijzerhendel. Het systeem schakelt automatisch tus-
sen dimlicht en grootlicht.
Als een rit wordt onderbroken terwijl het
Automatic High Beam-systeem is inge-
schakeld: als de rit wordt hervat, blijft
het Automatic High Beam-systeem
ingeschakeld.
Het Automatic Hi
gh Beam-systeem
wordt uitgeschakeld door het grootlicht
handmatig in en uit te schakelen, zie
blz. 157.
Druk op de toets op de richtingaanwij-
zerhendel om het Automatic High
Beam-systeem weer in te schakelen.
Druk op de toets op de richtingaanwij-
zerhendel.
Inschakelen
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel gaat
branden wanneer het dimlicht
is ingeschakeld.
Het blauwe controlelampje in
het instrumentenpaneel gaat
branden wanneer het groot-
licht door het systeem wordt
ingeschakeld.
Uitschakelen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 195 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 196 of 512

1963-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Ook wanneer het Automatic High
Beam-systeem is ingeschakeld moet
de bestuurder zelf beoordelen wanneer
het grootlicht moet worden gebruikt.
Schakel daarom handmatig het dimlicht
in wanneer de situatie daar om vraagt.
In de volgende situaties werkt het sys-
teem niet of minder goed en moet u
mogelijk zelf de verlichting aanpassen:
Bij extreem ongunstige weersom-
standigheden zoals mist of zware
neerslag.
Bij het signaleren van slecht ver-
lichte weggebruikers, zoals voetgan-
gers, fietsers, ruiters of koetsen, en
wanneer treinen of schepen zich
dicht bij de weg bevinden of wan-
neer dieren de weg oversteken.
In smalle bochten, op steile heuvels
of bij afdalingen, bij kruisend verkeer
of als het zicht op tegemoetkomend
verkeer op een snelweg wordt
belemmerd.
In slecht verlichte steden of op plek-
ken met sterk reflecterende ver-
keersborden.
Als de voorruit vóór de binnenspie-
gel is bedekt met condens, vuil, stic-
kers, labels, enz. Schakel eerst het dimlicht in alvorens
het mistachterlicht in te schakelen.
Als de automatische ve
rlichting, zie blz.
191, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
automatisch ingeschakeld wanneer het
mistachterlicht wordt ingeschakeld.
Wanneer u in landen rijdt waar het ver-
keer aan de andere kant van de weg
rijdt dan in het land waar uw auto is
geregistreerd, moet u voorkomen dat
tegenliggers verblind worden door uw
koplampen.
Beperkingen van het systeem
Mistlampen
Mistachterlicht
Voorwaarden voor werking
In-/uitschakelen
Druk op de toets.
Het gele controlelampje in het
instrumentenpaneel gaat
branden wanneer het mist-
achterlicht is ingeschakeld.
Links/rechts rijden
Algemeen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 196 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 197 of 512

197
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Exterior lighting” (verlichting buiten-
zijde)
4 “Right-hand/left-hand traffic”
(rechts/links rijden)
5 Selecteer de gewenste instelling.
Het Automatic High Beam-systeem
werkt mogelijk slechts in beperkte
mate.
De beschikbaarheid van de adaptieve
verlichting is mogelijk beperkt.
De helderheid kan alleen worden afge-
steld wanneer het stad slicht of het dim-
licht is ingeschakeld. Afhankelijk van de uitrusting worden de
interieurverlichting, voetenruimtever-
lichting en instapverlichting automa-
tisch geregeld.
Permanent uitschakelen: houd de toets
ongeveer 3 seconden ingedrukt.
Omschakelen van de koplampen
Beperkingen van het systeem
Dashboardverlichting
Voorwaarden voor werking
Instellen
De helderheid kan worden
ingesteld met het kartelwiel-
tje.
Interieurverlichting
Algemeen
Overzicht
Toetsen in de auto
Interieurverlichting
Leeslampjes
De interieurverlichting in-/
uitschakelen
Druk op de toets.
De leeslampjes in-/uitschakelen
Druk op de toets.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 197 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 198 of 512
1983-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard, l andspecifieke en speciale uitrusting die
beschikbaar is voor de modelserie. Daardoor worden mogelijk uitrusting en functies
beschreven die niet in uw auto aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg van de gese-
lecteerde optionele uitrusting of de landenspe cificatie. Dit geldt ook voor functies en
systemen met betrekking tot ve iligheid. Houd u bij het gebruik van de bijbehorende
functies en systemen aan de desbetreffende wet- en regelgeving.
Behalve Korea
1 Knie-airbag
2 Airbag voor, bestuurder
3 Airbag voor, voorpassagier
4 Curtain airbag
5 Side airbag
Veiligheid
Uitrusting
Airbags
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 198 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 199 of 512
199
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Korea
1 Knie-airbag
2 Airbag voor, bestuurder
3 Airbag voor, voorpassagier
4 Curtain airbag
5 Side airbag
De airbags voor beschermen de
bestuurder en de voorpassagier bij een
frontale aanrijding waarbij de bescher-
ming van de veiligheidsgordels alleen
niet langer voldoende zou zijn.
Bij een zijdelingse aanrijding beschermt
de side airbag het lichaam vanaf de zij-
kant bij de borst, het bekken en het
hoofd. De knie-airbag beschermt de benen bij
een frontale aanrijding.
De curtain airbag ondersteunt het hoofd
bij een zijdelingse aanrijding.
Airbags worden niet bij elke aanrijding
geactiveerd, zoals bij kleine ongevallen.
Airbags voor
Side airbagKnie-airbag
Curtain airbag
Beschermend effect
Algemeen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 199 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 200 of 512

2003-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Bewaar afstand tot de airbags.
Pak het stuurwiel altijd aan de rand
vast. Plaats uw handen in de 3-uur-
stand en 9-uurstand om het risico op
letsel aan handen of armen bij het acti-
veren van de airbag te minimaliseren.
Stel de stoel en het stuurwiel zo af
dat de bestuurder diagonaal over het
stuurwiel kan reiken. Selecteer de
instellingen zo dat bij het reiken de
schouders contact blijven houden
met de rugleuning en het bovenli-
chaam zo ver mogelijk van het stuur-
wiel verwijderd blijft.
Zorg ervoor dat de voorpassagier
correct zit, dat wil zeggen, met de
voeten en benen in de voetenruimte
en niet op het dashboard rustend.
Zorg ervoor dat de inzittenden hun
hoofd uit de buurt van de side airbag
houden.
Plaats geen andere personen, huis-
dieren of objecten tussen de airbags
en inzittenden.
Houd het dashboard en de voorruit
aan passagierszijde vrij. Breng bijvoor-
beeld geen plakfolie of afdekkingen
aan en monteer geen beugels voor
navigatiesystemen of mobiele tele-
foons.
Bevestig niets met lijm op de
afdekkappen van de airbags, dek de
kappen nooit af en breng op geen
enkele manier wijzigingen aan de
kappen aan.
Gebruik de afdekkap van de airbag
voor aan voorpassagierszijde niet
als plateau.
Stoelhoezen, kussens of andere
objecten die niet specifiek geschikt
zijn voor stoelen met geïntegreerde
side airbags mogen niet op de voor-
stoelen worden gemonteerd.
Hang geen kledingstukken zoals jas-
sen of jacks over de rugleuningen.
Breng op geen enkele manier wijzi-
gingen aan aan de afzonderlijke
onderdelen van het systeem of de
bedrading ervan. Dit geldt ook voor
de afdekkappen van het stuurwiel,
het dashboard en de stoelen.
Neem het airbagsysteem niet uit
elkaar.
Zelfs als al deze informatie in acht
wordt genomen, kan afhankelijk van de
omstandigheden waarin een ongeval
plaatsvindt bepaald letsel als gevolg
van contact met de airbag niet volledig
worden uitgesloten.
Het geluid dat wordt veroorzaakt door
het activeren van een airbag kan bij
inzittenden die gevoelig zijn voor lawaai
leiden tot tijdelijk gehoorverlies.
Opmerkingen m.b.t. het bereiken van
een optimale effectiviteit van de airbag
WAARSCHUWING
Als de stoel verkeerd staat of als het acti-
veringsgebied van de airbag beperkt is,
kan het airbagsysteem niet de beoogde
bescherming bieden of kan het bij de acti-
vering extra letsel veroorzaken. Er bestaat
een kans op (ernstig) letsel. Neem de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht voor
een optimaal beschermend effect.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 200 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM