Page 145 of 512

145
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”.
Het baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de boven-
staande tabel genoemde “bevestigingen”.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor
het soort “bevestiging”.
Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informa-
tie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van
het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de ver-
koper van uw kinderzitje. Gedetailleerde informatie over het plaatsen van een baby- of kinderzitje (voor
Rusland, Israël, Turkije, Wit-Rusland en Mo
ldavië zonder onderste ISOfix-bevesti-
gingspunt en aan/ui t-schakelaar airbag)
Zitpositie
Stoelpositienummer
Zitpositie geschikt voor universeel zitje vastgezet met gordel (Ja/Nee)Ja
Alleen in de rijrichting
Zitpositie i-Size (Ja/Nee)Nee
Zitpositie geschikt voor zijwaar ts geplaatst zitje (L1/L2/Nee)Nee
Geschikte bevestiging voor tegen de rijrichting in geplaatst zitje
(R1/R2X/R2/R3/Nee)Nee
Geschikte bevestiging voor in de rijrichting geplaatst zitje
(F2X/F2/F3/Nee)Nee
Geschikte bevestiging voor zitkussen (B2/B3/Nee)B2, B3
BevestigingBeschrijving
F3In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, volledige hoogte
F2In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
F2XIn de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
R3Tegen de rijrichting in geplaatst b aby- of kinderzitje, volledig formaat
R2Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner formaat
R2XTegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner formaat
R1Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje
L1Naar links gericht babyzitje (reiswieg)
L2Naar rechts gericht babyzitje (reiswieg)
B2Zitkussen
B3Zitkussen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 145 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 146 of 512

1463-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
*: Zet de stoel altijd in de laagste stand.
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”.
Het baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de boven-
staande tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onderstaande tabel voor
het soort “bevestiging”.
Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informa-
tie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van
het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de ver-
koper van uw kinderzitje. Gedetailleerde informatie over het plaatsen van een baby- of kinderzitje (behalve
Rusland, Israël, Turkije, Wit-Rusland, Moldavië, ASEAN-landen, Mexico, Taiwan,
Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland)
Zitpositie
StoelpositienummerAan/uit-schakelaar airbag
ONOFF
Zitpositie geschikt vo
or universeel zitje
vastgezet met gordel (Ja/Nee)Ja
Alleen in de rijrichtingJa
Zitpositie i-Size (Ja/Nee)JaJa
Zitpositie geschikt voor zijwaarts geplaatst zitje (L1/L2/Nee)NeeNee
Geschikte bevestiging voor tegen de rijrich-
ting in geplaatst zitje (R1/R2X/R2/R3/Nee)NeeR1, R2*
Geschikte bevestiging voor in de rijrichting geplaatst zitje (F2X/F2/F3/Nee)F2X, F2, F3F2X, F2, F3
Geschikte bevestiging voor zitkussen (B2/B3/Nee)B2, B3B2, B3
BevestigingBeschrijving
F3In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, volledige hoogte
F2In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
F2XIn de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
R3Tegen de rijrichting in geplaatst b aby- of kinderzitje, volledig formaat
R2Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner formaat
R2XTegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner formaat
R1Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 146 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 147 of 512

147
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De in de tabel genoemde baby- en kinderzi
tjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten
de EU.
Indien bij het plaatsen van een kin-
derzitje met steunvoet de rugleu-
ning in de weg zit wanneer u het zitje
op de steunvoet wilt bevestigen, zet
dan de rugleuning naar achteren tot
er voldoende ruimte is.
Als het schouderbevestigingspunt
van de veiligheidsgordel zich vóór
de gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
Indien bij het plaatsen van een zit-
kussen het kind in het baby- of kin-
derzitje erg rechtop zit, zet u de
rugleuning in een comfortabelere
stand. En als het schouderbevesti-
L1Naar links gericht babyzitje (reiswieg)
L2Naar rechts gericht babyzitje (reiswieg)
B2Zitkussen
B3Zitkussen
Tabel m.b.t. geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzitjes (behalve Rusland,
Israël, Turkije, Wit-Rusland en Moldavië zonder onderste ISOfix-bevestigingspunt
en aan/uit-schakelaar airbag en ASEAN-l anden, Mexico, Taiwan, Zuid-Afrika en
Nieuw-Zeeland)
GewichtsgroepenAanbevolen baby- of
kinderzitje
Zitpositie
Aan/uit-schakelaar airbag
ONOFF
0, 0+
Minder dan 13 kg
G0+, BABY SAFE
PLUS met VEILIG-
HEIDSGORDELBE-
VESTIGING, BASE
PLATFORM (Ja/Nee)
NeeJa
I
9 - 18 kgTOYOTA DUO PLUS
(Ja/Nee)JaJa
BevestigingBeschrijving
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 147 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 148 of 512

1483-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
gingspunt van de veiligheidsgordel
zich vóór de gordelgeleider van het
kinderzitje bevindt, verplaatst u de
zitting naar voren.
Als het baby- of kinderzitje een
steunpoot heeft, verwijder dan altijd
eerst de vloermat voordat u het zitje
plaatst.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzi tjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten
de EU.
Indien bij het plaatsen van een kin-
derzitje met steunvoet de rugleu-
ning in de weg zit wanneer u het zitje
op de steunvoet wilt bevestigen, zet
dan de rugleuning naar achteren tot
er voldoende ruimte is.
Als het schouderbevestigingspunt
van de veiligheidsgordel zich vóór
de gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
Indien bij het plaatsen van een zit-
kussen het kind in het baby- of kin-
derzitje erg rechtop zit, zet u de
rugleuning in een comfortabelere
stand. En als het schouderbevesti-
gingspunt van de veiligheidsgordel
zich vóór de gordelgeleider van het
kinderzitje bevindt, verplaatst u de
zitting naar voren.
Als het baby- of kinderzitje een
steunpoot heeft, verwijder dan altijd
eerst de vloermat voordat u het zitje
plaatst.
Tabel m.b.t. geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzitjes (voor Rusland,
Israël, Turkije, Wit-Rusland en Moldavië
zonder onderste ISOfix-bevestigingspunt
en aan/uit-schakelaar airbag)
GewichtsgroepenAanbevolen baby- of kinderzitje
Zitpositie
I
9 - 18 kgTOYOTA DUO PLUS (Ja/Nee)Ja
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 148 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 149 of 512

149
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Overeenkomstig ADR 34/03 zijn er
voorzieningen getroffen om de installa-
tie van een baby- of kinderzitje op elke
zitplaats achterin mogelijk te maken.
De bevestigingshaken die bij de boven-
ste bevestigingsband van het baby- of
kinderzitje (AS 1754) horen, kunnen
direct op de betreffende bevestiging
worden aangebracht.
Houd u strikt aan de plaatsingsinstruc-
ties die bij het baby- of kinderzitje zijn
geleverd.
Iedere zitplaats is voorzien van een
hoofdsteun.
Australië/Nieuw-Zeeland:
baby- en kinderzitjes
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
De bevestigingspunten
van baby- of kin-
derzitjes zijn zo ontworpen dat ze bestand
zijn tegen uitsluitend die belastingen die
zijn vastgelegd voor correct geplaatste
baby- en kinderzitjes. Ze mogen in geen
geval worden gebruikt voor veiligheidsgor-
dels voor volwassenen of bedradingen of
voor het bevestigen van andere items of
uitrusting aan de auto. Vouw na het
gebruik en verwijderen van een baby- of
kinderzitje de bevestigingssteunen indien
nodig weg.
WAARSCHUWING
Als de rugleuning achter niet is vergren-
deld, heeft het baby- of kinderzitje een
beperkt of helemaal geen beschermend
effect. De rugleuning achter kan in
bepaalde situaties naar voren klappen, bij-
voorbeeld bij het remmen of een ongeval.
Er bestaat een kans op (ernstig) letsel.
Zorg ervoor dat de rugsteunen achter zijn
vergrendeld.
WAARSCHUWING
Als de bovenste bevestigingsgordel van
het baby- of kinderzitje niet op de juiste
manier wordt gebruikt, biedt het zitje
beperkte bescherming. Er bestaat een
risico op letsel. Zorg ervoor dat de boven-
ste bevestigingsgordel niet gedraaid is en
niet langs scherpe randen naar de boven-
ste bevestiging wordt geleid.
Bevestigingspunten
SymboolBetekenis
Het desbetreffende sym-
bool toont het bevestigings-
punt voor de bovenste
bevestigingsgordel.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 149 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 150 of 512

1503-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
1 Plaatsingsrichting
2 Hoofdsteunen
3 Haak voor de bovenste bevesti-
gingsgordel
4 Bevestigingspunt/-oog
5 Vloer van de auto
6 Stoel
7 Bovenste bevestigingsgordel
1 Open het kapje van het bevesti-
gingspunt.
2 Leid de bovenste bevestigingsgor-
del over de hoofdsteun naar het
bevestigingspunt.
3 Bevestig de haak van de bevesti-
gingsgordel aan het bevestigings-
punt.
4 Trek de bevestigingsgordel strak.
Zorg er bij het terugklappen en vergrendelen
van de rugleuning achter voor dat de beves-
tigingsband niet klem komt te zitten.
5 Klap de rugleuning achter terug en
vergrendel hem. Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de
desbetreffende
wet- en regelgeving.
De Drive Ready-modus wordt inge-
schakeld door op de startknop te druk-
ken terwijl het rempedaal is ingetrapt.
Door nogmaals op de startknop te druk-
ken wordt de Drive Ready-modus uitge-
schakeld en de standby-modus, zie 53,
ingeschakeld.
1 Schakel de Drive Ready-modus in.
2 Schakel de rijstand in.
3 Deactiveer de parkeerrem.
4 Rijd weg.
Geleiden van de bevestigings-
gordel
Bevestigen van de bovenste
bevestigingsgordel aan het
bevestigingspunt
Rijden
Uitrusting
Startknop
Principe
De Drive Ready-modus, zie
blz. 53, wordt in- en uitge-
schakeld door op de start-
knop te drukken.
Wegrijden
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 150 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 151 of 512

151
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het Stop & Start-syst
eem helpt u brand-
stof te besparen. He t systeem stopt de
motor als de auto stilstaat, bijvoorbeeld
in een file of bij verkeerslichten. De
Drive Ready-modus blijft ingeschakeld.
De motor wordt automatisch gestart om
weg te kunnen rijden.
Elke keer wanneer de motor wordt
gestart met de startknop, schakelt het
Stop & Start-systeem over op de
standby-modus. De functie wordt geac-
tiveerd vanaf een snelheid van onge-
veer 5 km/h.
Afhankelijk van de geselecteerde rijmo-
dus, zie blz. 167, wordt het systeem
automatisch in- of uitgeschakeld.
De motor wordt onder de volgende
omstandigheden automatisch uitge-
schakeld als de auto stilstaat:
Selectiehendel in stand D.
Rempedaal blijft ingetrapt terwijl de
auto stilstaat.
Bestuurdersgordel vastgemaakt of
bestuurdersportier gesloten. Als de motor niet automatisch is uitge-
schakeld toen de auto tot stilstand
kwam, kan hij handmatig worden uitge-
schakeld:
Trap het rempedaal vanuit de hui-
dige stand snel in.
Zet de selectiehendel in stand P.
Als aan alle voorwaarden voor werking
is voldaan, wordt de motor uitgescha-
keld.
De luchtstroom van de airconditioning
wordt beperkt als de motor niet draait.
■Algemeen
Stop & Start-systeem
Principe
Algemeen
Uitzetten van de motor
Voorwaarden voor werking
Handmatig uitschakelen motor
Airconditioning als de auto gepar-
keerd is
Weergave op het instrumentenpaneel
Het display in het instrumen-
tenpaneel geeft aan dat het
Stop & Start-systeem er klaar
voor is om de motor automa-
tisch te starten.
Het display geeft aan dat niet
is voldaan aan de voorwaar-
den voor het automatisch uit-
schakelen van de motor.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 151 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 152 of 512

1523-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
In de volgende situaties wordt de motor
niet automatisch uitgeschakeld:
Op sterk dalende wegen.
Rempedaal niet stevig genoeg inge-
trapt.
Hoge buitentemperatuur en werking
van de automatische airconditioning.
Interieur niet verwarmd of gekoeld
tot de gewenste temperatuur.
Als er een kans is op condensvor-
ming wanneer de automatische air-
conditioning wordt ingeschakeld.
Motor of andere onderdelen niet op
bedrijfstemperatuur.
Koelen van de motor is noodzakelijk.
Scherpe stuurhoek of ver draaien
van het stuurwiel.
Accu is ver ontladen.
Op grote hoogtes.
Motorkap is ontgrendeld.
Parking Assist-systeem is ingescha-
keld.
Filerijden.
Selectiehendel in stand N of R.
Na achteruitrijden.
Gebruik van brandstof met veel
ethanol.
Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor automatisch gestart om
weg te kunnen rijden:
Het rempedaal wordt losgelaten. Accelereer na het starten van de motor
op de normale manier.
Als de motor automatisch is uitgescha-
keld, zal hij niet automatisch worden
gestart als aan een van de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Bestuurdersgordel los en bestuur-
dersportier open.
Motorkap is ontgrendeld.
Diverse controlelampjes branden,
waarbij de tijdsduur varieert.
De motor kan alleen worden gestart
met de startknop.
Zelfs als u niet wilt wegrijden, wordt de
motor automatisch gestart in de vol-
gende situaties:
Zeer hoge temperatuur in het interi-
eur wanneer de koelfunctie wordt
ingeschakeld.
Zeer lage temperatuur in het interi-
eur wanneer de verwarming wordt
ingeschakeld.
Als er een kans is op condensvor-
ming wanneer de automatische air-
conditioning wordt ingeschakeld.
Als aan het stuurwiel wordt gedraaid.
Schakelen van stand D naar N of R.
Schakelen van stand P naar N, D of
R.
Accu is ver ontladen.
Start van het meten van het oliepeil.
Functionele beperkingen
Starten van de motor
Voorwaarden voor werking
Wegrijden
Veiligheidsfunctie
Beperkingen van het systeem
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 152 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM