Page 217 of 512

217
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het detectievermogen van het systeem
is beperkt.
Alleen objecten
die door het systeem
zijn gesignaleerd, worden in aanmer-
king genomen.
Daarom reageert het systeem mogelijk
niet of reageert het vertraagd.
Het is mogelijk dat de onderstaande
zaken niet worden gesignaleerd, bij-
voorbeeld:
Bij het met hoge snelheid naderen
van een langzaam rijdend voertuig.
Voertuigen die u plotseling snijden of
die sterk afremmen.
Voertuigen met een ongebruikelijk
uitziende achterzijde.
Tweewielers die voor u rijden.
Het systeem werkt in de volgende situ-
aties mogelijk niet optimaal, bijvoor-
beeld:
In scherpe bochten.
Wanneer Vehicle Stability Con-
trol-systemen zijn beperkt of uitge-
schakeld, bijvoorbeeld VSC OFF.
Maximaal 10 s na het starten van de
motor met behulp van de startknop.
Het bevestigen van objecten, bijvoor-
beeld stickers of emblemen, in het
gebied van de radarstraal zal ook de
werking van de radarsensoren schaden
en kan zelfs tot gevolg hebben dat deze
falen. Hoe gevoeliger de waarschuwingen
(bijvoorbeeld waarschuwingstijd) zijn
ingesteld, des te meer waarschuwingen
er worden weergegeven. Hierdoor wor-
den er mogelijk meer voortijdige of
ongerechtvaardigde waarschuwingen
en reacties gegeven.
Het systeem kan ongevallen met voet-
gangers en fietsers helpen voorkomen.
Als een ongeval niet kan worden ver-
meden, helpt het systeem de snelheid
van de aanrijding te verlagen.
Het systeem waarschuwt voor het
mogelijke risico op een aanrijding in
stadsverkeer en remt indien nodig auto-
matisch.
Bij snelheden boven ongeveer 5 km/h
waarschuwt het systeem voor het
mogelijke risico op een aanrijding met
een voetganger of fietser.
Er wordt rekening gehouden met voet-
gangers en fietsers wanneer deze bin-
nen het detectiebereik van het systeem
worden gesignaleerd.
Het systeem wordt geregeld door de
volgende sensoren, afhankelijk van de
uitrusting:
Camera in het gebied van de bin-
nenspiegel.
Radarsensor in de voorbumper.
Functionele beperkingenGevoeligheid van de waarschuwingen
Pre-Crash Safety-systeem
(voor voetgangers en fietsers)
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 217 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 218 of 512

2183-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De detectiezone vóór de auto bestaat
uit twee delen:
Centrale zone, pijl 1, direct vóór de
auto.
Uitgebreide zone, pijlen 2, rechts en
links van het centrale gebied.
Er bestaat een risico op een aanrijding
wanneer personen zich in de centrale
zone bevinden. Er wordt alleen een
waarschuwing gegeven voor personen
in de uitgebreide zone wanneer deze
zich in de richting van de centrale zone
bewegen.
Het systeem wordt geregeld door de
volgende sensoren:
• Camera's achter de voorruit.
Detectiegebied
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw per-
soonlijke verantwoordelijkheid om de
zichtbaarheid en verkeerssituatie goed in
te schatten. Er bestaat een kans op onge-
vallen. Pas uw rijstijl aan de omstandighe-
den op de weg aan. Houd de
verkeerssituatie in de gaten en grijp in als
de situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan
u niet van uw verantwoordelijkheid om vei-
lig te rijden. Systeembeperkingen kunnen
betekenen dat waarschuwingen of reac-
ties van het systeem niet of te laat worden
gegeven, onjuist worden gegeven of zon-
der rechtvaardiging worden gegeven. Er
bestaat een kans op ongevallen. Pas uw
rijstijl aan de omstandigheden op de weg
aan. Houd de verkeerssituatie in de gaten
en grijp in als de situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Als gevolg van systeembeperkingen wer-
ken individuele functies
mogelijk niet cor-
rect bij het starten door aanslepen/slepen
terwijl de Toyota Supra Safety-systemen
zijn ingeschakeld. Er bestaat een kans op
ongevallen. Schakel voor het starten door
aanslepen/slepen alle Toyota Supra
Safety-systemen uit.
Overzicht
Toets in de auto
Toyota Supra Safety
Sensor
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 218 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 219 of 512

219
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
• Met radarsensor: radarsensor voor.
Voor meer informatie:
Sensoren van de auto, zie blz. Blz. 50.
Het systeem wordt aan het begin van
elke rit automatisch ingeschakeld.
Het menu voor de Toyota Supra
Safety-systemen wordt weergegeven.
Als alle Toyota Supra Safety-systemen
waren uitgeschakeld, worden alle sys-
temen nu ingeschakeld.
“Customise Settings” (persoonlijke
voorkeursinstellingen): afhankelijk van
de uitrusting kunnen de Toyota Supra
Safety-systemen afzonderlijk worden
geconfigureerd. De afzonderlijke instel-
lingen worden ingeschakeld en opge-
slagen voor het op dat moment
gebruikte bestuurders
profiel. Zodra een
instelling wordt gewijzigd in het menu,
worden alle instellingen in het menu
ingeschakeld.
De instelling schakelt tussen het onder-
staande:
ALL ON (alles ingeschakeld): alle
Toyota Supra Safe ty-systemen zijn
ingeschakeld. De basisinstellingen wor- den ingeschakeld voor de subfuncties.
“Customise” (aanpassen): de Toyota
Supra Safety-systemen worden inge-
schakeld overeenkom
stig de afzonder-
lijke instellingen.
Sommige Toyota Supra Safety-syste-
men kunnen niet afzonderlijk worden
uitgeschakeld.
Alle Toyota Supra Safety-systemen
worden uitgeschakeld.
Als er een risico bestaat op een aanrij-
ding met een gesignaleerde voetgan-
ger of fietser, wordt er een
waarschuwingssymbool weergegeven
op het instrumentenpaneel en, indien
van toepassing, op het head-up display.
In-/uitschakelen
Automatisch inschakelen
Handmatig in-/uitschakelen
Druk op de toets.
Druk herhaaldelijk op de toets.
Houd de toets ingedrukt.
ToetsStatus
Controlelampje brandt groen: alle Toyota Supra Safety-
systemen zijn ingeschakeld.
Controlelampje brandt oranje: sommige Toyota Supra
Safety-systemen zijn uitge-
schakeld of op dat moment niet beschikbaar.
Controlelampje brandt niet:
alle Toyota Supra Safety-
systemen zijn uitgeschakeld.
Waarschuwing met remfunctie
Display
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 219 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 220 of 512

2203-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Onderneem onmiddellijk actie door te
remmen of uit te wijken.
De waarschuwing spoort de bestuurder
aan om actief in te grijpen. Wanneer de
remmen tijdens een waarschuwing
worden bediend, wordt de maximale
remkracht toegepast. Remkrachthulp
vereist dat het rempedaal vooraf vol-
doende snel en stevig wordt ingetrapt.
Bovendien kan het systeem helpen
door middel van reminterventie wan-
neer het risico op een aanrijding
bestaat.
Bij lage snelheden kan de auto tot stil-
stand worden afgeremd.
Een reminterventie kan worden onder-
broken door het gaspedaal in te trap-
pen of door het stuurwiel actief te
bewegen.
De signalering van objecten is mogelijk
beperkt. Houd rekening met de grenzen
van het detectiebereik en de functio-
nele beperkingen. Het systeem reageert op voetgangers
en fietsers wanneer uw eigen snelheid
lager is dan ongeveer 85 km/h.
Het detectievermogen van het systeem
is beperkt.
Hierdoor geeft het systeem mogelijk
geen waarschuwingen of worden de
waarschuwingen pas laat gegeven.
Het is mogelijk dat de onderstaande
zaken niet worden gesignaleerd, bij-
voorbeeld:
Gedeeltelijk verborgen voetgangers.
Voetgangers die niet als zodanig
worden gesignaleerd, als gevolg van
de kijkhoek of contouren.
Voetgangers buiten het detectiebe-
reik.
Voetgangers die kleiner zijn dan
ongeveer 80 cm.
Er wordt een rood symbool weer-
gegeven en er klinkt een waar-
schuwingssignaal.
Eventueel gaat, afhankelijk van
de uitrusting, een rode gevaren-
driehoek branden op het instru-
mentenpaneel.
Reminterventie
Beperkingen van het systeem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door werkingslimieten van het systeem
kan het voorkomen dat het systeem hele-
maal niet, te laat, onjuist of ten onrechte
reageert. Er bestaat een kans op ongeval-
len en schade.
Houd rekening met de informatie over de
beperkingen van het systeem en grijp
indien nodig actief in.
Maximale snelheidslimiet
Detectiegebied
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 220 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 221 of 512

221
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het systeem werkt in sommige situaties
mogelijk niet optimaal, bijvoorbeeld:
In dichte mist, onder natte omstan-
digheden of bij sneeuw.
In scherpe bochten.
Wanneer het Vehicle Stability Con-
trol-systeem is uitgeschakeld, bij-
voorbeeld VSC OFF.
Als het gezichtsveld van de camera
of de voorruit vóór de binnenspiegel
vuil of afgedekt is.
Als de camera oververhit is geraakt
als gevolg van extreem hoge tempe-
raturen en tijdelijk is gedeactiveerd.
Afhankelijk van de uitvoering: als de
radarsensoren vuil of afgedekt zijn.
Afhankelijk van de uitrusting van de
auto: na onjuist uitgevoerde werk-
zaamheden aan het lakwerk van de
auto.
Maximaal 10 s na het starten van de
motor met behulp van de startknop.
Tijdens het kalibratieproces van de
camera direct na aflevering van de
auto.
Bij langdurige verblinding door
tegenlicht, bijvoorbeeld wanneer de
zon laag aan de hemel staat.
In het donker.
Het bevestigen van objecten (bijvoor-
beeld stickers of folie) in het gebied van
de radarstraal zal ook de werking van
de radarsensoren schaden en kan zelfs
tot gevolg hebben dat deze falen.*: indien aanwezig
De Lane Departure Warning geeft een
waarschuwing wanneer de auto de weg
of rijstrook verlaat.
Dit systeem met camera's waarschuwt
zodra een minimumsnelheid is bereikt.
De minimumsnelheid is landspecifiek
en wordt weergegeven in het menu
voor de Toyota Supra Safety-systemen.
Waarschuwingen worden afgegeven
door middel van een stuurwieltrillings-
functie. De sterkte van de stuurwieltril-
lingsfunctie kan worden aangepast.
Het systeem geeft geen waarschuwing
als de bestuurder de desbetreffende
richting aangeeft voordat hij de rijstrook
verlaat.
Afhankelijk van de uitrusting: Als een
rijstrookmarkering wordt overschreden
in het snelheidsbereik tot 250 km/h,
grijpt het systeem mogelijk niet alleen
in door middel van trillingen, maar ook
met een korte actieve stuurinterventie.
Daarmee helpt het systeem om de auto
op de rijstrook te houden.
Functionele beperkingen
Lane Departure Warning*
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 221 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 222 of 512

2223-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De rijstrookmarkering moet door de
camera worden gesignaleerd om
ervoor te zorgen dat de Lane Departure
Warning werkt. Het systeem wordt geregeld door de
volgende sensoren:
• Camera's achter de voorruit.
Voor meer informatie:
Sensoren van de auto, zie blz. 50.
De Lane Departure Warning wordt
automatisch aan het begin van een rit
ingeschakeld als de functie was inge-
schakeld toen de motor de laatste keer
werd uitgezet.
Afhankelijk van de nationale marktver-
sie wordt het systeem aan het begin
van elke rit automa
tisch ingeschakeld.
De basisinstelling wordt ingeschakeld.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw per-
soonlijke verantwoordelijkheid om de rich-
ting van de weg en de verkeerssituatie te
beoordelen. Er bestaat een kans op onge-
vallen. Pas uw rijstijl aan de omstandighe-
den op de weg aan. Houd de
verkeerssituatie in de gaten en grijp in als
de situatie dit vereist. Beweeg in geval van
een waarschuwing het stuurwiel niet onno-
dig abrupt.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan
u niet van uw verantwoordelijkheid om vei-
lig te rijden. Systeembeperkingen kunnen
betekenen dat waarschuwingen of reac-
ties van het systeem niet of te laat worden
gegeven, onjuist worden gegeven of zon-
der rechtvaardiging worden gegeven. Er
bestaat een kans op ongevallen. Pas uw
rijstijl aan de omstandigheden op de weg
aan. Houd de verkeerssituatie in de gaten
en grijp in als de situatie dit vereist.
Voorwaarden voor werking
Overzicht
Toets in de auto
Toyota Supra Safety
Sensor
In-/uitschakelen
Automatisch inschakelen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 222 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 223 of 512

223
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het menu voor de Toyota Supra
Safety-systemen wordt weergegeven.
Als alle Toyota Supra Safety-systemen
waren uitgeschakeld, worden alle sys-
temen nu ingeschakeld.
“Customise Settings” (persoonlijke
voorkeursinstellingen): afhankelijk van
de uitrusting kunnen de Toyota Supra
Safety-systemen afzonderlijk worden
geconfigureerd. De afzonderlijke instel-
lingen worden ingeschakeld en opge-
slagen voor het op dat moment
gebruikte bestuurders
profiel. Zodra een
instelling wordt gewijzigd in het menu,
worden alle instellingen in het menu
ingeschakeld.
De instelling schakelt tussen het onder-
staande:
ALL ON (alles ingeschakeld): alle
Toyota Supra Safe ty-systemen zijn
ingeschakeld. De basisinstellingen wor-
den ingeschakeld voor de subfuncties.
“Customise” (aanpassen): de Toyota
Supra Safety-systemen worden inge-
schakeld overeenkomstig de afzonder-
lijke instellingen.
Sommige Toyota Supra Safety-syste-
men kunnen niet afzonderlijk worden
uitgeschakeld. Alle Toyota Supra Safety-systemen
worden uitgeschakeld.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Toyota Supra Safety”
4 “Lane departure warning”
5 Selecteer de gewenste instelling:
“Early” (vroeg): het systeem geeft
een vroegtijdige waarschuwing wan-
neer een gevaarlijke situatie wordt
gesignaleerd.
“Medium” (gemiddeld): het systeem
voldoet aan gestandaardiseerde vei-
ligheidseisen.
“Reduced” (beperkt): afhankelijk van
de situatie worden sommige waar-
schuwingen onderdrukt, bijvoorbeeld
tijdens inhaalmanoeuvres zonder
Handmatig in-/uitschakelen
Druk op de toets.
Druk herhaaldelijk op de toets.
Houd de toets ingedrukt.
ToetsStatus
Controlelampje brandt groen:
alle Toyota Supra Safety-
systemen zijn ingeschakeld.
Controlelampje brandt oranje:
sommige Toyota Supra
Safety-systemen zijn uitge-
schakeld of op dat moment
niet beschikbaar.
Controlelampje brandt niet: alle Toyota Supra Safety-
systemen zijn uitgeschakeld.
Instellen van de waarschuwingstijd
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 223 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 224 of 512

2243-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
gebruik van richtingaanwijzers of bij
het opzettelijk kruisen van rijstrook-
markeringen in bochten.
“Off” (uit): er worden geen waarschu-
wingen gegeven.
De geselecteerde instelling wordt opge-
slagen voor het op dat moment
gebruikte bestuurdersprofiel.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Steering wheel vibration” (stuur-
wieltrillingsfunctie)
4 Selecteer de gewenste instelling.
De instelling wordt geaccepteerd voor
alle Toyota Supr a Safety-systemen en
opgeslagen voor het op dat moment
gebruikte bestuurdersprofiel.
Stuurinterventie kan afzonderlijk wor-
den in- en uitgeschakeld voor de Blind
Spot Monitor en Lane Departure Warn-
ing.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Toyota Supra Safety”
4 “Steering intervention” (stuurinter-
ventie)
De geselecteerde instelling wordt opge-
slagen voor het op dat moment
gebruikte bestuurdersprofiel. Als de auto de rijstrook verlaat en de rij-
strookmarkering wordt gesignaleerd,
trilt het stuurwiel in overeenstemming
met de instelling van de stuurwieltril-
lingsfunctie.
Als de richtingaanwijzer vóór het wisse-
len van rijstrook in de desbetreffende
richting is ingeschakeld, wordt er geen
waarschuwing gegeven.
Afhankelijk van de uitrusting: Als een
rijstrookmarkering wordt overschreden
in het snelheidsbereik tot 210 km/h,
grijpt het systeem mogelijk niet alleen
in door middel van trillingen, maar ook
met een korte actieve stuurinterventie.
De stuurinterventie helpt de auto op de
rijstrook te houden.
Stuurinterventie
kan aan het stuur worden gevoeld en
kan te allen tijde handmatig worden
opgeheven. Bij actieve stuurinterventie
knippert het display in het instrumen-
tenpaneel.
Aanpassen van de sterkte van de
stuurwieltrillingsfunctie
Stuurinterventie in-/uitschakelenWeergave op het instrumenten-
paneel
Het symbool brandt groen: er is
aan ten minste één kant van de
auto een rijstrookmarkering
gesignaleerd en er kunnen waar-
schuwingen worden gegeven.
Waarschuwingsfunctie
Bij het verlaten van de rijstrook
Stuurinterventie
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 224 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM