Page 433 of 798

4324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
WAARSCHUWING
■Omgaan met de radarsensor
In de linker- en rechterzijde van de achterbumper van de auto w ordt respectie-
velijk één Blind Spot Monitor-sensor geplaatst. Houd u aan het volgende om
ervoor te zorgen dat de Blin d Spot Monitor goed werkt.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel ler/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige wan-
neer de waarschuwingsme lding niet verdwijnt.
● Stel de sensor en de omgeving ervan op de achterbumper niet blo ot aan
krachtige schokken.
Als een sensor ook maar iets wo rdt verplaatst, werkt het systeem mogelijk niet
goed meer en worden aut o's mogelijk niet meer correct gesignaleerd.
Laat in de volgende gevallen uw auto nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali ficeerde en uit-
geruste deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schokken.
• Als er krassen op of deuken in de omgeving van de sensor aanwe zig zijn of
als een deel van de se nsoren is losgekomen.
● Neem de sensor niet uit elkaar.
● Monteer geen accessoires op de sensor of het omliggende gebied op de bum-
per en plak er geen stickers op.
● Breng geen wijzigingen aan de sensor of het omliggende gebied o p de bum-
per aan.
● Breng geen andere kleur lak dan een officiële Toyota-kleur aan op de achter-
bumper.
●Houd de sensor en het omliggende
gebied op de bumper te allen tijde
schoon. Als een sensor of de omgeving
ervan op de achterbumper vuil is of
bedekt met sneeuw, werkt de Blind Spot
Monitor mogelijk niet en wordt er een
waarschuwingsmelding ( →Blz. 421)
weergegeven.
Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw
weg en rijd gedurende ongeveer 10
minuten met de auto terwijl aan de
bedrijfscondities voor de BSM-functie
( → Blz. 435) wordt voldaan.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 432 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 434 of 798
4334-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
De BSM-functie maakt gebruik van radarsensoren om de volgende soor-
ten auto's te signaleren die op een aangrenzende rijstrook rijd en en
brengt de bestuurder hiervan op de hoogte via de indicatoren in de bui-
tenspiegels.
Auto's die in het gebied rijden dat niet in de buitenspiegels t e zien in
(de dode hoek)
Auto's die snel van achteren naderen in het gebied dat niet in de bui-
tenspiegels te zien in (de dode hoek)
BSM-functie
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 433 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 435 of 798
4344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden
gesignaleerd.
Het detectiegebied reikt tot:
Ongeveer 0,5 m - 3,5 m vana f de zijkanten van de auto
*
*
: Het gebied tussen de zijkanten van de auto en 0, 5 m vanaf de zijkant
van de auto kan niet worden gesignaleerd.
Ongeveer 1 m vóór de achterbumper
Ongeveer 3 m achter de achterbumper
Ongeveer 3 m - 60 m achter de ach terbumper
*
*
: Hoe groter het snelheidsverschil is tussen uw auto en de gesig naleerde auto,
hoe verder weg de auto wordt gesignaleerd, waardoor de indicator in de bui-
tenspiegel gaat branden of knipperen.
Detectiegebieden BSM-functie
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 434 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 436 of 798

4354-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
■De BSM-functie werkt wanneer
De BSM-functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt vol-
daan:
● Het BSM-systeem is ingeschakeld ( →Blz. 421)
● De selectiehendel staat i n een andere stand dan R.
● De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 16 km/h
■ De BSM-functie signal eert een auto wanneer
De BSM-functie signaleert in de volgende situaties een auto in het detectiege-
bied:
● Een auto in een aangrenzende rijstrook uw auto inhaalt.
● U haalt een auto in een aangre nzende rijstrook langzaam in.
● Een andere auto binnen het detectiegebied komt wanneer deze van rijstrook
wisselt.
■ Omstandigheden w aaronder de BSM-functie een auto niet signaleert
De BSM-functie is niet ontworpen om de volgende typen voertuige n en/of objec-
ten te signaleren:
● Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.
*
●Tegemoetkomende auto's
● Vangrails, muren, bebording, ge parkeerde auto's en vergelijkbar e stilstaande
objecten
*
● Auto's achter u die op dez elfde rijstrook rijden*
●Auto's die 2 rijstroken van uw auto verwijderd zijn*
●Auto's die snel door uw auto worden ingehaald*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto e n/of object
gesignaleerd.
WAARSCHUWING
■ Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor een veilig rijgedra g. Rijd altijd veilig
en houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor-functie is een aanvullend systeem dat de bestuurder
waarschuwt voor een auto in de dode hoek. Vertrouw niet blindel ings op de
Blind Spot Monitor-functie. De functie kan niet beoordelen of u veilig van rij-
strook kunt wisselen. Wanneer u alleen op de functie vertrouwt, kunnen zich
ongevallen voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
Afhankelijk van de omstandigheden werkt het systeem mogelijk ni et goed.
Daarom dient de bestuurder altijd zelf visueel de veiligheid te controleren.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 435 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 437 of 798

4364-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E■
Omstandigheden w aaronder de BSM-functie mo gelijk niet goed werkt
● Onder de volgende omstandigheden signaleert de BSM-functie auto 's mogelijk
niet correct:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is b edekt door
modder, sneeuw of ijs of wanneer e r een sticker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, z oals zware
regenval, sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen m et slechts weinig ruimte tussen elke
auto
• Wanneer er slechts weinig ruimt e zit tussen uw auto en een auto achter u
• Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de au to die binnen het
detectiegebied komt
• Wanneer het snelheidsverschil tussen uw auto en een andere aut o verandert
• Wanneer een auto het detectiegebied binnenkomt met ongeveer de zelfde
snelheid als uw auto
• Wanneer uw auto vanuit stilstand wegrijdt, blijft een auto in het detectiege-
bied
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zo als heuvels,
dalingen in de weg, enz.
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende boc hten of
oneffenheden
• Wanneer de rijstroken breed zijn of wanneer op de rand van een rijstrook
wordt gereden en de auto op een aangrenzende rijstrook ver van uw auto
vandaan is
• Wanneer een fietsendrager of een ander accessoire op de achter zijde van de
auto is gemonteerd
• Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het
detectiegebied komt
• Direct nadat het BSM-systeem is ingeschakeld
• Bij het rijden met een aanhangwagen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 436 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 438 of 798

4374-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E●
Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de BSM-functie onnodig een
auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het
detectiegebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zo als heuvels,
dalingen in de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wanneer op de rand van een rijstrook
wordt gereden en een auto die op een andere dan de aangrenzende rijstro-
ken rijdt het detecti egebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende boc hten of
oneffenheden
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimt e zit tussen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een fietsendrager of een ander accessoire op de achter zijde van de
auto is gemonteerd
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 437 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 439 of 798
4384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
Toyota Parking Assist-sensor∗
∗: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot objecten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage wordt gemeten door sensoren e n
wordt doorgegeven via het multi-informatiedisplay en een zoemer .
Controleer bij gebruik van dit systeem ook altijd zelf de omgev ing.
Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achterZijsensoren voor
(indien aanwezig)
Zijsensoren achter
(indien aanwezig)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b
ook Page 438 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 440 of 798

4394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
Dit systeem kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld via het multi-infor-
matiedisplay.
Druk op < of > van de bedieningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer en druk op om de gewenste instelling
(aan/uit) te selecteren.
Wanneer de Toyota Parking Assist -sensor wordt uitgeschakeld, gaat het
controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF ( →Blz. 159) branden.
Als de Toyota Parking Assist-sensor eenmaal is uitgeschakeld, b lijft hij uit
totdat hij weer wordt ingeschakeld via het scherm van het mult i-infor-
matiedisplay. (Het syst eem wordt niet automatisch ingeschakeld, zelfs niet
wanneer het hybridesysteem opnieuw wordt gestart.)
Wanneer de sensoren een object, zoals een muur, signaleren, wor dt er
een afbeelding weergegeven op het multi-informatiedisplay overeenkom-
stig de positie van en de afstand tot het object.
● Multi-informatiedisplay
Signalering binnenste sensor
voor
Signalering hoeksensoren voor
Signalering zijsensor voor
*
(indien aanwezig)
Signalering zijsensor achter
*
(indien aanwezig)
Signalering hoeksensoren achter
Signalering binnenste sensor
achter
*: De displays van de zijsensoren worden niet weergegeven tot de gebieden aan
de zijkant volledig zijn gescand.
Inschakelen/uitschakelen van h et Toyota Parking Assist
Sensor-systeem
Display
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 439 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM