Page 401 of 798

4004-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
Druk op de toets ON-OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden
en er wordt een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON-OFF gedurende ten
minste 1,5 seconden ingedrukt wordt
gehouden, schakelt het systeem
over op de constante-snelheidsregel-
modus. ( →Blz. 405)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 50 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de
ingestelde snelheid.
Als de hendel wordt bediend terwijl
de rijsnelheid lager is dan ongeveer
50 km/h en er een voorligger aanwe-
zig is, wordt de snelheid ingesteld op
ongeveer 50 km/h.
Instellen van de rijsnelheid (afstandsregelmodus)
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 400 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 402 of 798

4014-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
(Behalve wanneer de auto door het
systeem is stilgezet in de afstandsre-
gelmodus)
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel omhoog of omlaag gedrukt om de snel-
heid te wijzigen en laat de hendel los als de gewenste snelheid is bereikt.
Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, wordt de ingestelde snelheid
als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 5 km/h (3,1 mph)*1 of 5 mph (8 km/h)*2, telkens als de hendel
wordt bediend
Ruime afstelling: In stappe n van 5 km/h (3,1 mph)
*1 of 5 mph (8 km/h)*2
zolang de hendel wordt vastgehouden
In de constante-snelheidsregelmodus ( →Blz. 405) wordt de ingestelde
snelheid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de hendel
wordt bediend
Ruime afstelling: De snelheid wordt gewijzigd zolang de hendel wordt vastge-
houden.
*1: Wanneer de ingestelde snelhei d wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Wijzigen van de ingestelde snelheid
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 401 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 403 of 798

4024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
Door de schakelaar in te drukken
wordt de afstand tot de voorligger
als volgt gewijzigd:Lang
Middelgroot
Kort
De tussenafstand wordt automatisch
op lang ingesteld als het contact
AAN wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wo rdt het symbool voor een voorli gger ook weerge-
geven.
Selecteer een afstand in de onderstaande tabel. Houd er rekenin g mee
dat de aangegeven afstanden overeenkomen met een rijsnelheid va n 80
km/h. De tussenafstand is afhank elijk van de rijsnelheid. Wanneer de
auto wordt stilgezet door het systeem, stopt de auto op een bep aalde tus-
senafstand, afhankelijk van de situatie.
Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Symbool voorligger
Instellingen tussenafstand (afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTussenafstand
LangOngeveer 50 m (160 ft.)
MiddelgrootOngeveer 40 m (130 ft.)
KortOngeveer 30 m (100 ft.)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 402 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 404 of 798

4034-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
Druk de hendel omhoog als uw
voorligger begint te rijden.
Het volgen van uw voorligger wordt
ook hervat als u het gaspedaal
intrapt wanneer uw voorligger
begint te rijden.Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt even-
eens uitgeschakeld als het rempe-
daal wordt ingetrapt.
(Als de auto is stilgezet door het sys-
teem, wordt de snelheidsinstelling
niet geannuleerd als het rempedaal
wordt ingetrapt.)
Als u de hendel omhoog drukt, wordt de cruise control hervat en wordt
de ingestelde snelheid hervat.
Wanneer er echter geen voorligger wordt gesignaleerd, wordt de cruise control
niet hervat wanneer de rijsnelhei d ongeveer 40 km/h of lager is.
Hervatten van het rijden met de volgregeling als de auto is sti lgezet
door het systeem (afstandsregelmodus)
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 403 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 405 of 798
4044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decele-
reren door middel van de cruise
control niet mogelijk is, zal het
scherm gaan knipperen en een zoe-
mer klinken om de bestuurder te
waarschuwen. Dit kan bijvoorbeeld
gebeuren als een andere bestuur-
der vóór u invoegt terwijl u een
voorligger volgt. Trap het rempe-
daal in om voldoende afstand tot uw
voorligger te houden.
■Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen gege-
ven als de tussenafstand klein is.
● Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de
snelheid van uw eigen auto
● Als de voorligger extreem langzaam rijdt
● Direct nadat de snelheid van de cruise control is ingesteld
● Bij het intrappen van het gaspedaal
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 404 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 406 of 798

4054-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
Wanneer de constante-snelheidsregelmodus is geselecteerd, blijft de
auto met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstan d te
regelen. Selecteer deze modus alle en wanneer de afstandsregelmodus
niet goed werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz.
Houd bij uitgeschakelde cruise
control de toets ON-OFF gedu-
rende ten minste 1,5 seconden
ingedrukt.
Direct nadat op de toets ON-OFF is
gedrukt, gaat het controlelampje
Dynamic Radar Cruise Control bran-
den. Vervolgens gaat het controle-
lampje cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-
snelheidsregelmodus is alleen
mogelijk als de hendel wordt bediend
terwijl de cruise control uit staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 40 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de hendel wordt losgelaten, wo rdt de inge-
stelde snelheid.
Wijzigen van de geprogr ammeerde snelheid: →Blz. 401
Uitschakelen en hervatten v an de ingestelde snelheid: →Blz. 403
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 405 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 407 of 798

4064-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
■De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik ka n worden
gebruikt als
● De selectiehendel in stand D staat.
● De rijsnelheid is ongev eer 50 km/h of hoger.
Als echter een voorligger wordt gesignaleerd, kan de Dynamic Ra dar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik zelfs worden ingeschakeld als de rijsnel-
heid lager is dan ongeveer 50 km/h.
■ Accelereren na het instel len van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto weer
rijden met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld,
neemt de rijsnelheid ec hter mogelijk af tot onder de ingestelde snelheid, zodat de
afstand tot de voorligger gehandhaafd blijft.
■ Als de auto stopt tijdens rijden met de volgregeling
●Door hendel omhoog te drukken terwijl de voorligger stopt, wordt, als de voorlig-
ger begint te rijden, binnen on geveer 3 seconden nadat de hendel omhoog is
gedrukt het rijden met de volgregeling hervat.
● Als de voorligger binnen 3 seconden nadat uw auto is gestopt be gint te rijden,
wordt het rijden met de volgregeling hervat.
■ Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de vol gende situa-
ties:
● De werkelijke rijsnelheid zakt t ot ongeveer 40 km/h of lager en er worden geen
voorliggers gesignaleerd.
● De voorligger verlaat de rijstrook terwijl uw auto rijdt met ee n rijsnelheid van
ongeveer 40 km/h of lager. Anders kan de sensor de auto niet op de juiste
manier signaleren.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● De sensor kan niet goed signaler en omdat hij ergens door bedekt is.
● Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
● De parkeerrem is geactiveerd.
● De auto wordt door h et systeem stilgezet op een stei le helling.
● Als de auto door het systeem is stilgezet, wordt het volgen van de voorligger in
de volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto staat langer dan 3 minuten stil.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde redenen
automatisch uitgeschakeld word t, kan er een storing in het syst eem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of herstell er/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.book Page 406 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
Page 408 of 798

4074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E■
Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakel d in de vol-
gende situaties:
● Actuele rijsnelheid zakt tot mee r dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde rij-
snelheid.
● Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmo dus om een andere dan de hierb oven
genoemde redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het
systeem aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-d ealer of her-
steller/reparateur of een andere n aar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■ Geluid remsysteem
Als de remmen automatisch worden geactiveerd wanneer de auto zi ch in de
afstandsregelmodus bevindt, kan het geluid van een geactiveerd remsysteem
hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■ Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systee mstoring
aan te geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden extra
moet opletten. Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■ Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het rem-
pedaal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien he t gaspedaal
wanneer moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste mani er signaleert,
wordt er mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 404) gegeven.
● Auto's die plotseli ng voor u invoegen
● Auto's die met lage snelheden rijden
● Auto's die niet op de zelfde rijstrook rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 407 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM