Page 201 of 300

km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren
en zo nodig de sproeiers afstellen●●●●●
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van
vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor en
achter visueel controleren en de integriteit van
remblokslijtagesensor controleren
●●●●●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren●●●●●●●●●●
De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen
(uitvoeringen zonder automatische riemspanner)●●●●●●●●●●
Motorolie verversen en oliefilter vervangen●●●●●●●●●●
Bougie vervangen(3)●●●●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen●
Luchtfilterelement vervangen(4)●●●●●
Remvloeistof verversen(5)
(3) Om de correcte werking te waarborgen en ernstige schade aan de motor te voorkomen, is het essentieel gebruik te maken van uitsluitend specifiek voor deze
motoren goedgekeurde bougies; alle bougies moeten van hetzelfde type en merk zijn (zie paragraaf “Motor” van het hoofdstuk “Technische gegevens”);neem
de vervangingsintervallen van de bougies volgens het Geprogrammeerde Onderhoudsschema strikt in acht. Het is raadzaam om voor de vervanging van de
bougies contact op te nemen met het FIAT Servicenetwerk.
(4) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
(5) Remvloeistof moet om de 2 jaar vervangen worden, ongeacht de afgelegde afstand.
199
Page 202 of 300
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Interieurfilter vervangen(4) (O) (●)●●●●●
(4) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden
200
ONDERHOUD EN ZORG
Page 203 of 300

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (Dieselversies)
WAARSCHUWING: Wanneer u de laatste reparatie uit de tabel hebt uitgevoerd, moet u verder gaan met het geprogrammeerde
onderhoud. Volg daarbij de in het schema vermelde termijnen en plaats bij elke reparatie een punt of een opmerking.
Waarschuwing: als het onderhoud gewoon vanaf het begin wordt hervat, kan de voor sommige werkzaamheden geldende
interval verstrijken!
km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op
spanning brengen. Vervaldatum/toestand lading snelle
bandenreparatiekit controleren (indien aanwezig)
●●●●●●●●●●
Controleer de werking van het verlichtingssysteem
(koplampen, richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
bagageruimte, interieurverlichting, controlelampjes
instrumentenpaneel, enz.)
●●●●●●●●●●
De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen(1) (2)●●●●●●●●●●
Gebruik de diagnoseaansluiting om de werking van het
motormanagementsysteem, de emissies en de
verslechtering van de motorolie te controleren (3)
●●●●●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)
●●●●●
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
(2) Het verbruik van AdBlue® (UREUM) additief voor uitstoot is afhankelijk van de gebruikstoestand van het voertuig en wordt aangegeven met een controlelampje
en bericht op het instrumentenpaneel (voor bepaalde versies/markten).
(3) Als de door de diagnostiek van het voertuig gedetecteerde hoeveelheid motorolie minder is dan 20%, is het raadzaam om de motorolie en het motoroliefilter te
vervangen om verder onderhoud binnen korte tijd te voorkomen.
201
Page 204 of 300

km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Stand/conditie van wisrubbers van ruitenwissers
voor/achter controleren●●●●●
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren
en zo nodig de sproeiers afstellen●●●●●
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van
vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor en
achter visueel controleren en de integriteit van
remblokslijtagesensor controleren
●●●●●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren(4)●●
De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen
(uitvoeringen zonder automatische riemspanner)●●
Visueel de conditie controleren van de getande
distributieriem (behalve 1.3 MultiJet 16V-versies)(4)●●
Oliepeil van de krachtoverbrenging tussenbak (PTU)
controleren (behalve 2.0 Multijet 4X4 versies)●●
Controleer oliepeil van elektro-hydraulische actuator en
bijvullen indien nodig (1.6 Multijet versies met
automatische versnellingsbak met dubbele koppeling)(5)
●
(4) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal
kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.
(5) Jaarlijks uit te voeren controle voor auto's in landen met zeer strenge klimaten (koude landen).
202
ONDERHOUD EN ZORG
Page 205 of 300

km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Vloeistofpeil achterdifferentieel controleren (2.0 Multijet
4x4 versies)●●
Motorolie verversen en oliefilter vervangen(6)
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(4)
Getande distributieriem vervangen (behalve 1.3 MultiJet
16V-versies)(4)
Brandstoffilterelement vervangen(7)
●●●
Luchtfilterelement vervangen(8)●●●●●
Remvloeistof verversen(9)
Interieurfilter vervangen(8) (O) (●)
●●●●●
(6) Het werkelijke interval voor de vervanging van de motorolie en het oliefilter is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het voertuig en wordt aangegeven
met een brandend lampje of een bericht op het instrumentenpaneel. Het mag echter nooit meer dan 2 jaar bedragen. Wanneer het voertuig voornamelijk
gebruikt wordt voor stadsritten, dan moet het motoroliefilter elk jaar vervangen worden. (4) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal
kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.
(7) Als het voertuig op brandstof rijdt van een kwaliteit die niet voldoet aan de betreffende Europese specificatie, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden
(8) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden.
(9) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden
OPMERKING ververs de olie en vervang het filter van de automatische versnellingsbak elke 240.000 km.
203
Page 206 of 300

REGELMATIGE
CONTROLES
Elke1.000km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof;
remvloeistofpeil;
ruitensproeiervloeistofpeil;
conditie en bandenspanning;
werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
werking van ruitensproeier/
wissersysteem en positie/slijtage van
ruitenwisserbladen van voorruit/
achterruit;
controleer het niveau van AdBlue®
(UREUM) additief voor dieseluitstoot
(indien aanwezig) en vul het bij.
Elke3000km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
ZWAAR GEBRUIK VAN DE
AUTO
Als vooral een intensief gebruik van de
auto wordt gemaakt, zoals:
wetshandhaving (of beveiliging),
taxidiensten;
het trekken van aanhangers of
caravans;
het rijden op stoffige wegen;
talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen
onder het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij
lage snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven in
het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat/brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen/slangen /bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen;
vul het niveau van het AdBlue®
(UREUM) additief voor dieseluitstoot
(indien aanwezig) bij wanneer het
waarschuwingslampje gaat branden of
het bericht op het instrumentenpaneel
wordt weergegeven.
204
ONDERHOUD EN ZORG
Page 207 of 300
MOTORRUIMTE
NIVEAUS CONTROLEREN
166) 167)
80)
1.0 versies
A - Oliepeilstok-B-Dopolievulpijp-C-Motorkoelvloeistof-D-Ruitensproeier voorruit/achterruit - E - Remvloeistof-F-
Accu
168F1B0675
205
Page 208 of 300
Uitvoering 1.3
A - Oliepeilstok-B-Dopolievulpijp-C-Motorkoelvloeistof-D-Ruitensproeier voorruit/achterruit - E - Remvloeistof-F-
Accu
169F1B0676
206
ONDERHOUD EN ZORG