Page 225 of 300

als voor het wassen van het voertuig
hogedrukreinigers worden gebruikt,
houd dan een afstand van minimaal
40 cm t.o.v. de carrosserie aan om
beschadiging of aantasting te
voorkomen. Stagnerend water kan op
lange termijn leiden tot schade aan het
voertuig;
maak de carrosserie, indien
mogelijk, eerst nat met een waterstraal
onder lage druk;
was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing en
spoel de spons regelmatig uit;
spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. Was het voertuig nooit als
het in de zon heeft gestaan of als de
motorkap nog warm is: de glans van de
lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van het
voertuig gewassen worden.
BELANGRIJK
Parkeer de auto zo min mogelijk onder
bomen; de hars die uit de bomen
druppelt, maakt de lak mat en vergroot
de kans op roestvorming.Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat
hierin bijzonder agressieve zuren
aanwezig zijn.
Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen en schone,
zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het
binnenoppervlak van de achterruit
voorzichtig met een doek af, en volg
hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de
achterruitverwarming niet te
beschadigen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die
in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit
aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de kunststof
lampglazen van de koplampen te
reinigen.
BELANGRIJK Als de auto met een
hogedrukreiniger wordt gewassen,
moet de straal op minstens 20 cm van
de koplampen worden gehouden.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het
winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de
elektronische regeleenheden of op de
motoren van de ruitenwissers worden
gericht. Laat deze werkzaamheden
uitvoeren door een gespecialiseerd
bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de startinrichting
in de stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of
de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
BELANGRIJK
96)Om de esthetische eigenschappen van
de lak te behouden, mogen er geen
schuur- en/of polijstmiddelen voor het
reinigen van het voertuig worden gebruikt.
223
Page 226 of 300

97)Niet wassen met rollen en/of borstels in
autowasstraten. Gebruik voor het wassen
van de auto, uitsluitend met de hand,
pH-neutrale reinigingsmiddelen; droog af
met een vochtige zeem. Schuur- en/of
polijstmiddelen mogen niet gebruikt worden
om het voertuig schoon te maken.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat hierin
bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.
Vermijd (indien mogelijk) om het voertuig
onder bomen te parkeren; verwijder
plantaardige harsen onmiddellijk omdat
deze, als ze drogen, alleen verwijderd
kunnen worden met schuur- en/of
polijstmiddelen die ten zeerste afgeraden
worden omdat ze de karakteristieke
matheid van de lak kunnen aantasten.
Gebruik geen onverdunde
ruitensproeiervloeistof om de voorruit en
achterruit te reinigen; verdun dit met
minstens 50% water. Gebruik alleen
onverdunde ruitensproeiervloeistof wanneer
de buitentemperaturen dit vereisen.
BELANGRIJK
6)Schoonmaakmiddelen verontreinigen het
milieu. Was het voertuig daarom op een
plaats waar het afvalwater direct wordt
opgevangen en gezuiverd.
INTERIEUR
186) 187) 188)
Controleer regelmatig of het interieur
schoon is, ook onder de matten, om
roesten van het plaatwerk te
voorkomen.
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Gebruik een vochtige
borstel voor velours bekleding. Reinig
de stoelen met een spons bevochtigd
met een oplossing van water en
neutrale zeep.
LEDEREN STOELEN(waar aanwezig)
Verwijder het droge vuil met een
zeemleren lap of een iets vochtige
doek, zonder al te veel druk uit te
oefenen.
Dep vloeistoffen of vetvlekken op met
een absorberende, droge doek zonder
hierbij te wrijven. Reinig vervolgens met
een zachte doek of een zeemleren lap
bevochtigd met water en neutrale zeep.
Als de vlek nog niet verwijderd is,
gebruik dan een speciaal
reinigingsmiddel en volgt de
aanwijzingen strikt op.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol.
Controleer of de gebruikte
reinigingsproducten geen alcohol of
alcoholderivaten, zelfs niet in kleine
hoeveelheden bevatten.
KUNSTSTOF EN
GECOATE
INTERIEURDELEN
98)
Reinig kunststof interieurdelen met een
vochtige doek (bij voorkeur een
microvezeldoek) en een oplossing van
water en een neutraal, niet-schurend
reinigingsmiddel.
Gebruik voor het reinigen van
olieachtige of hardnekkige vlekken
speciale producten zonder
oplosmiddelen die het originele
voorkomen en de kleur van de
interieurdelen niet veranderen.
Verwijder stof met een microvezeldoek,
eventueel bevochtigd met water. Het
gebruik van papieren doekjes wordt
afgeraden, aangezien deze resten
achterlaten.
ONDERDELEN VAN ECHT
LEDER
(waar aanwezig)
Gebruik uitsluitend water en neutrale
zeep om deze delen schoon te maken.
Gebruik nooit alcohol of producten op
basis van alcohol.
224
ONDERHOUD EN ZORG
Page 227 of 300
Controleer alvorens een specifiek
product voor interieurreiniging te
gebruiken, of het geen alcohol en/of
stoffen op basis van alcohol bevat.
BELANGRIJK
186)Gebruik nooit ontvlambare producten
zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van het interieur van de auto. De
elektrostatische lading die door het wrijven
tijdens het reinigen ontstaat, kan brand
veroorzaken.
187)Bewaar geen spuitbussen in de auto:
ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen
niet blootgesteld worden aan temperaturen
boven 50°C. Wanneer het voertuig in de
zon staat, kan de binnentemperatuur deze
waarde ruim overschrijden.
188)Er mogen geen voorwerpen op de
vloer onder de pedalen liggen; verzeker u
ervan dat de matten altijd vlak liggen en
geen contact met de pedalen maken.
BELANGRIJK
98)Gebruik nooit alcohol, benzine en
hiervan afgeleide producten om het
dashboard en het glas van het
instrumentenpaneel te reinigen.
225
Page 228 of 300
TECHNISCHE GEGEVENS
Alles dat u nuttig kunt vinden om te
begrijpen hoe uw voertuig is gemaakt
en hoe het werkt is in dit hoofdstuk
vermeld en wordt toegelicht met
gegevens, tabellen en grafieken. Voor
de liefhebbers en de monteurs, maar
ook gewoon voor degenen die elk detail
van hun voertuig willen kennen.
IDENTIFICATIEGEGEVENS......227
MOTOR..................228
WIELEN..................231
AFMETINGEN..............233
GEWICHTEN...............235
VULINHOUDEN.............239
VLOEISTOFFEN EN
SMEERMIDDELEN...........244
PRESTATIES...............248
BRANDSTOFVERBRUIK - CO
2-EMISSIE.................249
RICHTLIJNEN VOOR DE
BEHANDELING VAN DE AUTO AAN
HET EINDE VAN DE
LEVENSDUUR..............250
226
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 229 of 300

IDENTIFICATIE-
GEGEVENS
VIN-PLAATJE
Dit bevindt zich op de stijl van het
bestuurdersportier. Het kan gelezen
worden als het portier open staat en
hierop zijn de volgende gegevens
vermeld fig. 180:
ANaam van de fabrikant
BNummer typegoedkeuring voertuig
CVoertuigidentificatienummer
DTechnisch toegestaan max. gewicht
met volledige belading
ETechnisch toegestaan max. gewicht
voor gecombineerd voertuig
FTechnisch toegestaan max. gewicht
op as 1
GTechnisch toegestaan max. gewicht
op as 2
HMotoridentificatie
IVersie typevariant
LKleurcode lakwerk
MAbsorptiecoëfficiënt rook
(dieselversies)
NNadere instructies.
CHASSISNUMMER
Het Voertuigidentificatienummer (VIN) is
gestanst op een plaatje afgebeeld in
fig. 181, het bevindt zich in de linker
bovenhoek van de dashboardbekleding
en is zichtbaar vanaf de buitenkant van
de auto door de voorruit.
Dit nummer is ook op de vloer van het
interieur gestanst, vóór de rechter
voorstoel.Om toegang te krijgen tot het plaatje,
klepje A fig. 182 in de door de pijl
aangegeven richting schuiven.
Dit nummer bevat de volgende
gegevens:
type voertuig;
chassisnummer.
MOTORCODE
De motorcode is op het cilinderblok
ingeslagen en vermeldt het model en
het chassisnummer.
180F1B0330C
181F1B0670
182F1B0058C
227
Page 230 of 300
MOTOR
189)
Uitvoeringen 1,0 1,3
Motorcode 55282151 55282328
Cyclus Otto Otto
Aantal en opstelling cilinders 3 in lijn 4 in lijn
Boring en slag zuigers (mm) 70 x 86,5 70 x 86,5
Cilinderinhoud (cm³) 999 1332
Compressieverhouding 10,5 ± 0,2 10,5 ± 0,2
Maximum vermogen (EG) (kW) 88 110
Maximaal vermogen (EEG) (pk) 120 150
overeenkomstig motortoerental (tpm) 5750 5500
Maximaal koppel (EEG) (Nm) 190 270
overeenkomstig motortoerental (tpm) 1750 1850
Bougies NGK ILKFR7A8 NGK ILKFR7A8
BrandstofLoodvrije benzine 95 R.O.N.
(EN228-specificaties)Loodvrije benzine 95 R.O.N.
(EN228-specificaties)
228
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 231 of 300
Uitvoeringen1.4 Turbo Multi Air
136/140 pk(***)1.4 Turbo Multi Air
163/170 pk(***)1.6 E.Torq
Motorcode 55263624 55263623 55263842
Cyclus Otto Otto Otto
Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn
Boring en slag zuigers (mm) 72 x 84 72 x 84 77 x 85,8
Cilinderinhoud (cm³) 1368 1368 1598
Compressieverhouding 10,0 ± 0,2 10,0 ± 0,2 11 ± 0,15
Maximum vermogen (EG) (kW)100
(*)/ 103120(**)/ 12581
Maximaal vermogen (EEG) (pk)136
(*)/ 140163(**)/ 170110
overeenkomstig motortoerental
(tpm)5000 5500 5500
Maximaal koppel (EEG) (Nm) 230 250 152
overeenkomstig motortoerental
(tpm)1750 2500 4500
Bougies NGK IKR9J8 NGK IKR9J8 NGK ZKR7BI-10
BrandstofLoodvrije benzine 95 R.O.N.
(EN228-specificaties)Loodvrije benzine 95 R.O.N.
(EN228-specificaties)Loodvrije benzine 95 R.O.N.
(EN228-specificaties)
(***) Versie voor specifieke markten (*) 1.4 Turbo Multi Air 136 pk versie
(**) 1.4 Turbo Multi Air 163 pk versie
229
Page 232 of 300

Uitvoeringen 1,3 Multijet 1,6 Multijet 2,0 Multijet
Motorcode 55283775 55280444 55283099
Cyclus Diesel Diesel Diesel
Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn
Boring en slag zuigers (mm) 69,6 X 82 79,5 x 80,5 83 x 90,4
Cilinderinhoud (cm³) 1248 1598 1956
Compressieverhouding 16,8 ± 0,2 16,5 ± 0,4 16,5 ± 0,4
Maximum vermogen (EG) (kW) 70
88 / 84,4
(***)110 / 100(***)
Maximaal vermogen (EEG) (pk) 95
120 / 115(***)150 / 136(***)
overeenkomstig motortoerental
(tpm)3750 3750 4000
Maximaal koppel (EEG) (Nm) 200 320 350
overeenkomstig motortoerental
(tpm)1750 1750 1500
BrandstofDiesel voor motorvoertuigen
(EN590-specificatie)Diesel voor motorvoertuigen
(EN590-specificatie)Diesel voor motorvoertuigen
(EN590-specificatie)
(***) Versie voor specifieke markten
BELANGRIJK
189)Wijzigingen of reparaties aan het brandstoftoevoersysteem die niet correct zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met
de technische systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
230
TECHNISCHE GEGEVENS