Page 169 of 300
Lampen Type Vermogen Referentieafbeelding
Voorste stadslichten/Dagrijlichten (DRL) LED – –
Stadslicht achter / remlichten LED – –
Koplampen grootlicht/dimlicht (halogeen) H4 60/55W D
Koplampen grootlicht/dimlicht (LED) LED – –
Richtingaanwijzers voor WY21W 21W B
Richtingaanwijzers achter WY21W 21W B
Richtaanwijzers zijkant (op buitenspiegel) WY5W 5W A
Extra remlicht LED – –
Kentekenverlichting W5W 5W A
Mistlampen H11 55W E
Mistachterlicht P21W 21W B
Achteruitrijlicht P21W 21W B
Plafondverlichting voor C5W 5W A
Plafondverlichting voor (zonnekleppen) C5W 5W A
Plafondverlichting achter (versies zonder schuifdak) C5W 5W A
Plafondverlichting achter (versies met schuifdak) C5W 5W C
Plafondverlichting bagageruimte W5W 5W A
167
(halogeen)
Mistlampen (LED)
LED – –
Page 170 of 300

LAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Koplampen grootlicht/dimlicht
(halogeen)
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
ga te werk vanuit de motorruimte,
verwijder de rubberen dop A fig. 119,
met behulp van het speciale lipje;
maak de lamp en de lamphouder los
uit de zitting door de elektrische
connector B fig. 120omlaag te drukken;
trek de lamphouder naar buiten;
koppel de stekker B los en vervang
lamp C.
plaats vervolgens de lamp en de
lamphouder in de zitting en druk ze aan
tot u ze hoort vastklikken. Controleer of
ze correct vastgezet zijn;
monteer de rubber dop A weer.
BELANGRIJK Vervang de lamp alleen
wanneer de motor uit is. Controleer ook
of de motor koud is, om het risico op
brandwonden te voorkomen.
Neem voor het vervangen van deze
lampen contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Stadslichten/dagverlichting (DRL)
Het stadslicht/de dagrijlichten (DRL) zijn
leds. Neem voor vervanging contact op
met het Fiat Servicenetwerk.Richtingaanwijzers voor
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:draai de wielen van het voertuig
helemaal naar binnen;
draai de schroeven A fig. 121 los met
de geleverde schroevendraaier en
verwijder de inspectieklep B;
identificeer de lamp van de
richtingaanwijzer;
119F1B0146C
120F1B0710
121F1B0147
122F1B0253C
168
NOODGEVALLEN
LED koplampen grootlicht/dimlicht /
mistlampen
Page 171 of 300

draai de lamp en de lamphouder
linksom en trek deze naar buiten;
vervang de lamp met de
bajonetsluiting A fig. 122;
zet tenslotte inspectieklepje B
fig. 121 terug en draai de
bevestigingsschroeven A helemaal vast.
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
draai de wielen van het voertuig
helemaal naar binnen;
draai de schroeven A fig. 121 los met
de geleverde schroevendraaier en
verwijder de inspectieklep B;
identificeer de lamp van de mistlamp;
draai de lamp en de lamphouder
linksom en trek deze naar buiten;
maak de stekker los;
vervang de lamp - lamphouder B
fig. 122.
sluit de stekker weer aan op de
nieuwe lamp/lamphouder, monteer het
en controleer of hij goed vergrendeld is;
monteer de unit door hem rechtsom
te draaien en goed te vergrendelen;
zet tenslotte inspectieklepje B
fig. 121 terug en draai de
bevestigingsschroeven A helemaal vast.Zijrichtingaanwijzer
BELANGRIJK De procedure wordt
uitsluitend als voorbeeld beschreven.
Het wordt aanbevolen contact op te
nemen met het Fiat Servicenetwerk om
de lampen te laten vervangen.
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder heel voorzichtig de kap B
fig. 123 van de buitenspiegel (gebruik
speciaal gereedschap om gelakte
onderdelen niet te beschadigen)
rondom het spiegelframe (zoals in de
afbeelding wordt getoond);
verwijder het lampenglas A en
verwijder vervolgens de lamp C door
deze uit de lamphouder te trekken.
monteer de nieuwe lamp, controleer
of hij goed is vergrendeld;
monteer de lamphouder weer op
lampenglas A;
monteer de kap B van de
buitenspiegel op juiste wijze en
controleer of deze goed vergrendeld is.
Achterste lamp positie
1. Achterlichten/remlichten
2. Richtingaanwijzers
3. Mistachterlicht (linksachter) -
Achteruitrijlicht (rechter lamp)
Achterlichten
De achterlichten zijn leds. Neem voor
het vervangen van deze lampen contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
Remlichten
De remlichten zijn leds. Neem voor het
vervangen van deze lampen contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
123F1B0149C
124F1B0696
169
Mistlampen (halogeen)
Page 172 of 300

Mistachterlichten, achteruitrijlicht,
richtingaanwijzers achter
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
open de achterklep;
verwijder met het bijgeleverde
gereedschap A fig. 125 (dat zich in de
houder met de boorddocumenten
bevindt) de twee schroeven A
fig. 126 en maak de lichtunit los van de
betreffende penbevestigers door er
voorzichtig aan te trekken;
maak de connector B los en draai
vervolgens de twee schroeven C los;
maak de met de pijlen aangegeven
lipjes los en trek lamphouder D
fig. 127 naar buiten;
identificeer de lamp die vervangen
moet worden (1 Richtingaanwijzer -
2 Mistachterlicht of Achteruitrijlicht);
alle lampen hebben een
bajonetsluiting; om deze te vervangen
moet er tegelijkertijd licht op worden
gedrukt en moeten ze worden
gedraaid: linksom om te verwijderen,
rechtsom om aan te brengen;
plaats de lamphouder D op de juiste
wijze in de koplampbehuizing; de lipjes
moeten hoorbaar klikken;
draai de twee schroeven C
fig. 126 vast en sluit de connector B
weer aan;
breng het lampenglas weer aan door
de twee schroeven A weer helemaal
vast te draaien;
sluit tenslotte de achterklep.
Lampjes 3
eremlicht
De lampjes van het 3eremlicht zijn
leds. Neem voor vervanging contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
Kentekenverlichting
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
verwijder, met de bijgeleverde
schroevendraaier, lampenglazen A
fig. 128 en ga te werk in het
aangegeven punt;
125F1B0022C
126F1B0723
127F1B0724
128F1B0669
170
NOODGEVALLEN
Page 173 of 300

draai de lamphouder B
fig. 129 linksom, verwijder de lamp C
en vervang hem.
monteer tenslotte de lampenglazen
weer.
OPMERKING Breng, alvorens het
lampenglas te verwijderen, een
bescherming (bijv. een doek) aan op de
punt van de schroevendraaier, om te
voorkomen dat het lampenglas
beschadigd raakt.
BELANGRIJK
139)Wacht tot de uitlaatleidingen zijn
afgekoeld alvorens de lamp te vervangen:
GEVAAR VOOR BRANDWONDEN!140)Wijzigingen of reparaties aan het
elektrisch systeem die niet correct zijn
uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt
gehouden met de technische
systeemgegevens, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
141)In halogeenlampen bevindt zich gas
onder druk. Als ze breken, kunnen er
glassplinters wegschieten.
142)Vervang de lampen uitsluitend bij
afgezette motor en na het voertuig
geparkeerd te hebben op een plaats waar
het verkeer niet in gevaar wordt gebracht
en u de lampen veilig kunt vervangen (zie
de paragraaf “Vervangen”). Controleer ook
of de motor koud is, om het risico op
brandwonden te voorkomen.
BELANGRIJK
72)Raak alleen het metalen gedeelte van
halogeenlampen aan. Het aanraken van de
bol met de vingers kan de lichtopbrengst
en de levensduur van de lamp reduceren.
Als de bol per ongeluk toch wordt
aangeraakt, moet hij worden
schoongewreven met een doekje
bevochtigd met alcohol en laat hem
vervolgens drogen.
ZEKERINGEN
VERVANGEN
INLEIDING
143) 144) 145) 146)
73) 74)
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
Tang voor het verwijderen van
zekeringen
Gebruik het tangetje dat in het deksel
van de zekeringenkast in de
motorruimte geklemd is, om een
zekering te vervangen (zie fig. 130 ).
De tang heeft twee uiteinden, speciaal
ontworpen (zie) om de verschillende
types zekeringen die aanwezig zijn in
het voertuig te verwijderen.
Om de tang uit te nemen, deze aan de
bovenste lipjes vastpakken, indrukken
en omhoog trekken. Na gebruik moet
de tang weer goed terug worden
geplaatst door deze aan de bovenste
lipjes vast te pakken, in te drukken en
aan te drukken tot een klik te horen is.
129F1B0154C
171
Page 174 of 300

PLAATS VAN DE
ZEKERINGEN
De zekeringen zijn gegroepeerd in de
zekeringenkasten die zich in de
motorruimte, onder het dashboard en in
de achterklep bevinden.
ZEKERINGKAST
MOTORRUIMTE
De zekeringenkast bevindt zich naast
de accu fig. 131.
Ga als volgt te werk om een zekering te
vervangen:
draai schroef A fig. 132 volledig vast,
met behulp van de bijgeleverde
schroevendraaier;
draai tegelijk de schroef langzaam
linksom tot weerstand wordt ervaren
(niet te vast draaien);
draai de schroef langzaam los;
het openen wordt aangegeven als de
kop van de schroef volledig uit zijnzitting is gekomen;
verwijder deksel B door het op de
zijgeleiders naar boven te schuiven,
zoals aangegeven in de afbeelding.
Op het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven.
Zodra de zekering vervangen is, als
volgt te werk gaan:
plaats het deksel B weer in de
zijgeleiders van de kast;
schuif het deksel van bovenaf weer
volledig naar beneden;
draai schroef A volledig vast, met
behulp van de bijgeleverde
schroevendraaier;
draai tegelijk de schroef langzaam
rechtsom tot weerstand wordt ervaren
(niet te vast draaien);
draai de schroef langzaam los;
130F1B0187C
131F1B0191C
132F1B0190C
172
NOODGEVALLEN
Page 175 of 300
het sluiten wordt aangegeven als de
kop van de schroef volledig in zijn zitting
zit.
ZEKERINGENKAST IN
DASHBOARD
De zekeringenkast fig. 133 bevindt zich
aan de linkerkant van de stuurkolom en
de zekeringen zijn gemakkelijk
bereikbaar via het onderste deel van het
dashboard.
Neem voor het vervangen van
zekeringen contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
ZEKERINGENKAST IN DE
BAGAGERUIMTE
Open inspectiedekseltje A fig. 134 voor
toegang tot de zekeringen in
zekeringenkast B fig. 135.
133F1B0193C
134F1B0194C
173
Page 176 of 300
135F1B0195C
174
NOODGEVALLEN