Page 161 of 316
SOORTEN LAMPEN
Het voertuig is uitgerust met verschillende typen lampen.
Volledig glazen lamp:(type A) deze hebben een klemfitting - trek aan
de lamp om hem te verwijderen.
Lamp met bajonet-sluiting:(type B) druk de lamp in en draai hem
linksom om hem te verwijderen.
Buislampen:(type C) trek de lamp uit de veercontacten om hem te
verwijderen.
Halogeenlampen:(type D) maak de lamp los en neem hem uit de
fitting om hem te verwijderen.
Halogeenlampen:(type E) maak de lamp los en neem hem uit de
fitting om hem te verwijderen.
159
Page 162 of 316
Lampen
Lampen Type Vermogen Figuur
Grootlicht H7 55W D
Dimlicht H7 55W D
Stadslichten voor / dagrijlichten
W21/5W - LED
(#)--
Mistvoorlichten
(*)H11 55W -
Richtingaanwijzers voor WY21W 21W B
ZijrichtingaanwijzerW16WF
(**) / WY5W
(***)16W(**) / 5W (***)A
Richtingaanwijzers achter PY2IW 21W B
Stadslicht W5W 5W A
Stadslicht achter P21/5W 21/5W B
Parkeerlichten achter/Remlichten P21W 21W B
Derde remlicht W5W 5W B
Achteruitrijlicht W16W 16W B
Mistachterlicht W16W 16W B
Kentekenverlichting C5W 5W A
Plafondverlichting voor (beweegbaar lampenglas) 12V10W 10W C
Plafondverlichting achterin 12V10W 10W C
(#) indien van toepassing, in plaats van een W21/5W-lamp
(*)voor bepaalde versies/markten
(**)XL en Tempo Libero versie
(***)alle overige versies
160
NOODGEVALLEN
Page 163 of 316

LAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
KOPLAMPUNITS
Ga als volgt te werk om de koplampunit
te verwijderen:
open de motorkap zoals uitgelegd in
de paragraaf "Motorkap/Bagageruimte"
in het hoofdstuk "Kennismaking met
de auto";
maak de stekker A fig. 145 van de
koplamp los;
draai de schroeven B fig. 146 los
waarmee de koplamp aan de
carrosserie is bevestigd, maak de
onderzijde van de koplamp los van zijn
behuizing, zoals te zien is in fig. 146,
verwijder hem en plaats hem op een
werkvlak;
volg onderstaande stappen om de
lampen te vervangen;
monteer de koplamp na de
vervanging door hem met de schroeven
B fig. 146 te bevestigen;
sluit de stekker A fig. 145 op de
koplamp aan.
De lampen zijn als volgt in de lichtunit
opgesteld fig. 147:
A Richtingaanwijzers
B Dimlicht
C Grootlicht
D Stadslichten/dagrijlichtenE Stadslichten/dagrijlichten met leds
(als alternatief voor D)Verwijder de rubberen dop C fig. 148
om een grootlichtlamp te vervangen.
Verwijder de rubberen dop B fig. 148
om een dimlichtlamp te vervangen.
Verwijder de rubberen dop A fig. 148
om een lamp van de richtingaanwijzers
of stadslichten/dagrijlichten te
vervangen (indien niet voorzien van
ledden).
Breng de rubberen doppen weer aan
na de lampen te hebben vervangen en
controleer of ze goed vastzitten.
STADSLICHT/
DAGRIJLICHTEN (LEDS)
Dit zijn led-lampjes. Neem voor het
vervangen contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
145F1A0337
146F1A0338
147F1A0313
148F1A0314
161
Page 164 of 316

STADSLICHT/
DAGRIJLICHTEN
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder het rubberen
beschermdeksel A fig. 148;
draai de lamphouder B fig. 149
linksom;
verwijder de lamp door hem weg te
trekken en vervang hem;
duw voorzichtig op de lamp en draai
hem linksom ("bajonetsluiting") om
hem te verwijderen;
monteer de lamphouder B door hem
rechtsom te draaien en controleer of
hij goed vastzit.
breng het rubberen beschermdeksel
A fig. 148 weer aan.GROOTLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder het rubberen
beschermdeksel C fig. 148;
maak de lamphouder A fig. 150 uit
de zijclips B los en verwijder hem;
maak de stekker los;
monteer de nieuwe lamp, waarbij
het profiel van het metalen gedeelte in
de uitsparing in de reflector moet vallen;
oefen druk uit om de lamp aan de
clips opzij te bevestigen;
sluit de stekker weer aan;
monteer het rubberen
beschermdeksel C fig. 148.DIMLICHT
Met gloeilampen
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
monteer het rubberen
beschermdeksel B fig. 148;
maak de lamphouder A fig. 151 uit
de zijclips B los en verwijder hem;
maak de stekker los;
monteer de nieuwe lamp, waarbij
het profiel van het metalen gedeelte in
de uitsparing in de reflector moet vallen;
oefen druk uit om de lamp aan de
clips opzij te bevestigen;
sluit de stekker weer aan;
monteer het rubberen
beschermdeksel B fig. 148.
149F1A0386
150F1A0315
151F1A0316
162
NOODGEVALLEN
Page 165 of 316

RICHTINGAANWIJZERS
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder het rubberen
beschermdeksel A fig. 148;
draai de lamphouder B fig. 152
linksom;
verwijder de lamp door hem weg te
trekken en vervang hem;
duw voorzichtig op de lamp en draai
hem linksom ("bajonetsluiting") om
hem te verwijderen;
monteer de lamphouder B door hem
rechtsom te draaien en controleer of
hij goed vastzit.
breng het rubberen beschermdeksel
A fig. 148 weer aan.Zijkant
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen fig. 153:
verstel de spiegel met de hand om
toegang te krijgen tot de twee
bevestigingsschroeven A;
draai de schroeven met de
bijgeleverde kruiskopschroevendraaier
los en verwijder de lamphouderunit
door hem los te maken uit de tandjes;
draai de lamp B linksom om hem
te verwijderen en vervang hem.
MISTLAMPEN
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de mistlampen
voor te vervangen:
draai het wiel helemaal naar binnen;
draai de schroef A los en verwijder
de klep B fig. 154;
druk op de klem C fig. 155 en maak
de stekker D los;
draai de lamphouder E los en
verwijder hem;
verwijder de lamp en vervang hem;
monteer de nieuwe lamp en voer
de eerder beschreven procedure in
omgekeerde volgorde uit.
152F1A0317
153F1A0195
154F1A0361
155F1A0362
163
Page 166 of 316

ACHTERLICHTUNITS
De lampen zijn als volgt in de lichtunit
opgesteld fig. 156:
A remlichten/stadslicht achter
B stadslicht achter
C richtingaanwijzers
D achteruitrijlichten
E mistachterlichten
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen fig. 157, fig. 158:
open de achterdeur.
draai de 7 bevestigingsschroeven A
van het plastic deksel los;
draai de twee
bevestigingsschroeven B los;
trek de unit naar buiten en maak de
stekker los;
draai de schroeven C los met de
bijgeleverde schroevendraaier en
verwijder de lamphouder;
verwijder de lamp D, E, F door er
voorzichtig op te drukken en linksom te
draaien ("bajonetsluiting) en vervang
hem; verwijder de lamp G, H door hem
naar buiten te trekken;
plaats de lamphouder en draai de
schroeven C vast;
sluit de stekker weer aan, monteer
de lichtunit op de juiste wijze op de
carrosserie en draai de
bevestigingsschroeven B vast.
breng het plastic deksel aan en
bevestig het met de 7
bevestigingsschroeven A.
Pick-up- en chassis/cabine-versies:
Draai de vier schroeven H fig. 159 los
en vervang de lampen:
I lamp van het mistachterlicht
L lamp van het achteruitrijlicht
M lamp van het stadslicht achter
N lamp van het remlicht
O lamp van het stadslicht achter
156F1A0318
157F1A0319158F1A0320
164
NOODGEVALLEN
Page 167 of 316
DERDE REMLICHTGa als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
draai de twee schroeven A fig. 160
los;
verwijder het lampenglas;
druk de lipjes B fig. 161 in en
verwijder de lamphouder;
verwijder de vastgeklemde lamp en
vervang hem.
KENTEKENVERLICHTINGGa als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder het lampenglas A fig. 162
op het door de pijl aangegeven punt;
vervang de lamp door hem uit de
zijcontacten los te maken; controleer of
de nieuwe lamp correct tussen de
contacten wordt geblokkeerd;
monteer het lampenglas met
drukbevestiging.
STADSLICHT
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
extra lange bestelwagen:
– draai de twee schroeven C fig. 163 en
verwijder de koplamp;
– verwijder de lamphouder D aan de
achterkant van de lichtunit door hem
1/4 slag te draaien;
– verwijder de lamp met
klembevestiging en vervang hem.
159F1A0200
160F1A0204
161F1A0205
162F1A0206
163F1A0207
165
Page 168 of 316

chassis/cabine-versies met
laadbak:
– verwijder de lamphouder aan de
achterkant van de lichtunit door hem
1/4 slag te draaien;
– verwijder de lamp met
klembevestiging en vervang hem.BINNENLAMPEN
VERVANGEN
Zie, voor het type lamp en het
vermogen, “Een lamp vervangen".
PLAFONDVERLICHTING
VOOR
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
verwijder het plafondlampje A fig.
164 door aan de door de pijl
aangegeven punten te trekken;
open het beschermklepje B fig. 165;
vervang de lampen C fig. 165 door
ze uit de zijcontacten los te maken;
controleer of de nieuwe lampen correct
tussen de contacten worden
geblokkeerd;
sluit klepje B fig. 165, monteer het
plafondlampje A fig. 164 in de zitting en
controleer of het goed bevestigd is.PLAFONDVERLICHTING
ACHTERIN
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
verwijder het plafondlampje D fig.
166 op de punten die worden
aangegeven door de pijlen;
open het beschermklepje E fig. 167;
vervang de lamp F fig. 167 door
deze uit de zijcontacten los te maken;
controleer of de nieuwe lamp correct
tussen de contacten wordt
geblokkeerd;
sluit het beschermklepje E fig. 167,
monteer het plafondlampje D fig. 166 in
zijn zitting en controleer of hij goed
bevestigd is.
164F1A0208
165F1A0209
166
NOODGEVALLEN