Page 17 of 316

Pak, om de zijschuifdeur te sluiten, de
buitenhandgreep A (of de
binnenhandgreep) vast en duw hiermee
de deur dicht.
Controleer in elk geval of de deur
correct vastzit in het systeem dat hem
volledig geopend houdt.
KINDERSLOT
(voor bepaalde versies/markten)
Dit systeem zorgt ervoor dat de
zijschuifdeuren niet vanuit het interieur
geopend kunnen worden.
Het kinderslot fig. 10 kan alleen bij
geopende zijschuifdeur worden
ingeschakeld:
Stand 1 - kinderslot ingeschakeld
(portier vergrendeld)
Stand 2 - kinderslot uitgeschakeld
(portier kan van binnenuit worden
geopend)Het kinderslot blijft ook ingeschakeld
als de portieren elektrisch ontgrendeld
worden.
8)
DUBBELE ACHTERDEUR
10) 11)
Eerste deur handmatig openen van
buitenaf
Draai de sleutel linksom fig. 6 of druk
op de knop
op de
afstandsbediening en bedien de hendel
A fig. 11 in de door de pijl aangegeven
richting.
Eerste deur handmatig openen van
binnenaf
(voor bepaalde versies/markten)
Trek de hendel B fig. 12 in de door de
pijl aangegeven richting.Eerste deur handmatig sluiten van
buitenaf
Draai de sleutel rechtsom of druk op de
knop
op de sleutel met
afstandsbediening. Sluit eerst de
linkerdeur en dan de rechterdeur.
Tweede deur handmatig openen
Trek de hendel C fig. 13 in de door de
pijl aangegeven richting.
Beide achterdeuren zijn voorzien van
een klemveer die het openen van de
deuren blokkeert wanneer ze 90 graden
zijn geopend.
Elektrische vergrendeling vanuit het
interieur
Sluit beide achterdeuren (eerst de linker,
dan de rechter) en druk op de knop D
fig. 14 op het knoppenpaneel voor
de ruitbediening.
10F1A0143
11F1A0120
12F1A0121
15
Page 18 of 316

De openingshoek van de twee deuren
kan worden vergroot voor een beter
comfort bij het in- en uitladen. Druk
daartoe op de knop A fig. 15 zodat de
deur circa 180 graden kan worden
geopend.OPSTAPTREDE
(voor bepaalde versies/markten)
Als de zijdeur van de passagiersruimte
of de bagageruimte wordt geopend,
komt een opstaptrede fig. 16 vanonder
het chassis naar buiten, waarmee
gemakkelijker in het voertuig kan
worden gestapt.
12) 13) 14) 15) 16)
2)
ACHTERSTE
OPSTAPTREDE
(voor versies voor goederenvervoer)
12) 13) 14) 15) 16)
2)
Het voertuig kan uitgerust zijn met een
intrekbare opstaptrede aan de
achterzijde A fig. 17, waarmee
gemakkelijker in en uit de laadruimte
kan worden gestapt.
De opstaptrede kan onder het voertuig
geschoven worden wanneer hij niet
gebruikt worden om de
buitenafmetingen van het voertuig niet
te laten toenemen.
De opstaptrede kan met de hand
verschoven worden zowel om te
openen als te sluiten.
13F1A0122
14F1A0123
15F1A0124
16F1A0119
17F1A0410
16
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 19 of 316

BELANGRIJK
6)Als het dead lock-systeem is
ingeschakeld, dan is het niet meer mogelijk
om de portieren vanuit het interieur te
openen. Controleer daarom, voordat het
voertuig wordt verlaten, of er niemand
meer aan boord is. Wanneer de batterij van
de afstandsbediening leeg is, kan het
systeem alleen worden uitgeschakeld door
de metalen baard van de sleutel in beide
portiersloten te steken en te draaien, zoals
hiervoor is beschreven: in dit geval blijft
het systeem alleen op de achterdeuren
ingeschakeld.
7)Controleer wanneer de auto wordt
geparkeerd met geopende schuifdeuren, of
ze goed vergrendeld zijn.
8)Gebruik dit systeem altijd wanneer er
kinderen worden vervoerd.
9)Verplaats het voertuig niet met open
schuifdeuren.
10)Dit veerbelaste systeem heeft
inschakelingskrachten die ontwikkeld zijn
voor optimaal comfort. Bij een botsing
of een sterke windstoot kunnen de veren
loshaken waardoor de deuren plots kunnen
dichtvallen.
11)Wanneer de deuren 180 graden
geopend zijn, kunnen ze niet meer worden
vergrendeld. Open de deuren niet 180
graden als het voertuig op een helling staat
of als er veel wind is.
12)Het is verboden het voertuig te
besturen met de opstaptrede open.13)Gebruik de ingetrokken opstaptrede
niet om de laadruimte in of uit te gaan.
14)Zorg dat de opstaptrede goed
vergrendeld is door de voorziene
bevestigingssystemen voor, tijdens en na
gebruik ervan. Een onvolledige opening
of sluiting kan een onjuiste beweging van
de opstaptrede tot gevolg hebben met
risico's voor de bediener en de externe
gebruikers.
15)Controleer alvorens weg te rijden of de
opstaptrede weer helemaal is ingeschoven.
Omdat de beweging van de opstaptrede
wordt gecontroleerd door die van het
schuivende zijportier, wordt het onvolledig
inschuiven van de opstaptrede of het
niet sluiten van de achterportieren
aangeduid met het aangaan van een
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel.
16)De opstaptrede steekt lichtelijk uit het
voertuig, ook al is hij ingetrokken, wanneer
parkeersensoren aan de achterzijde zijn
voorzien, is het werkingsbereik daarvan
enigszins gereduceerd.
BELANGRIJK
2)De aanwezigheid van de opstaptrede
kan de naderingshoeken bij oploophoeken
beperken; het wordt daarom geadviseerd,
in geval van een erg steile helling, uiterst
voorzichtig te zijn om de opstaptrede
niet te beschadigen.
STOELEN
17)
3)
Afstelling in de lengte
Trek hendel A fig. 18 omhoog en schuif
de stoel naar voren of naar achteren:
in de rijstand moeten de armen op
de rand van het stuurwiel rusten.
18)
Hoogteregeling
De stoel omhoog verstellen:gaop
de stoel zitten, trek de hendel B fig.
18 (voorste deel van de stoel) of de
hendel C fig. 18 (achterste deel van de
stoel) omhoog en verplaats uw
lichaamsgewicht weg van het deel van
de stoel dat omhoog versteld moet
worden.
18F1A0021
17
Page 20 of 316

De stoel omlaag verstellen:gaopde
stoel zitten, trek de hendel B (voorste
deel van de stoel) of de hendel C
(achterste deel van de stoel) omhoog
en leun met uw lichaamsgewicht tegen
het deel van de stoel dat omlaag
versteld moet worden.
Verstelling rugleuning
Draai aan de knop D fig. 18.
19)
Verstelling lendensteun
Verstel met de knop E fig. 19.GEVEERDE STOEL
Voor maximaal comfort en veiligheid is
de stoel voorzien van een mechanisch
veersysteem en een hydraulische
schokdemper. Het veersysteem
absorbeert bovendien grotendeels de
oneffenheden van het wegdek.
Zie de paragraaf “Stoelen” voor de
verstelling in lengterichting, de
hoogteverstelling, de rugleuning- en
lendensteunverstelling en de verstelling
van de armsteun.
Instelling ballastgewicht
Gebruik de knop A fig. 20 voor de
gewenste afstelling voor uw
lichaamsgewicht tussen 40 kg tot 130
kg.STOELEN MET
VERSTELBARE
ARMSTEUNEN
De bestuurdersstoel kan uitgerust zijn
met een armsteun die opklapbaar is en
in hoogte versteld kan worden. Verstel
met het wieltje A fig. 21.
20) 21)
STOEL MET DRAAIVOET
(voor bepaalde versies/markten)
De stoel met draaivoet kan 180°
worden gedraaid in de
tegenovergestelde richting. Gebruik de
knop A fig. 22 om de stoel te draaien.
Alvorens de stoel te draaien, moet
die naar voren worden geplaatst,
waarna die in de lengterichting kan
worden versteld fig. 23.
19F1A0022
20F1A0023
21F1A0024
18
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 21 of 316

DRAAIBARE STOEL MET
INGEBOUWDE GORDEL
(voor bepaalde versies/markten)
De stoel is voorzien van een
driepuntsveiligheidsgordel fig. 24, twee
verstelbare armsteunen (zie voor de
afstelling ervan de paragraaf "Stoelen
met verstelbare armsteunen") en een
hoofdsteun met hoogteverstelling
(zie voor de afstelling ervan de
paragraaf "Hoofdsteun").
22)
Verstelling rugleuning
Gebruik de hendel A fig. 25.
Hoogteregeling
Gebruik knop B fig. 25 of C fig. 25 om
de voorkant/achterkant van de stoel
respectievelijk omhoog of omlaag
te brengen.Stoel draaien
De stoel kan tot 180° worden gedraaid
in de richting van de stoel aan de
tegenoverliggende zijde en ongeveer
35° naar het portier. De stoel kan
worden vergrendeld hetzij in de
rijrichting, hetzij 180° gedraaid.
Gebruik de hendel D fig. 26 (op de
rechterzijde van de stoel) om de stoel te
draaien.
Alvorens de stoel te draaien, moet die
naar voren worden geplaatst, waarna
die in de lengterichting kan worden
versteld fig. 23.
23)
Verwarmde stoelen
(voor bepaalde versies/markten)
Zet de sleutel op de stand MAR en
druk op de knop E fig. 27 om de functie
in/uit te schakelen.
22F1A0025
12
23F1A0026
24F1A0027
25F1A0028
26F1A0029
19
Page 22 of 316
CAPTAIN CHAIR STOEL
(voor bepaalde versies/markten)
Het voertuig kan uitgerust zijn met een
Captain Chair fig. 28-stoel die,
afhankelijk van de uitvoering, op
verschillende manieren versteld kan
worden (draaiend of vast, met
veiligheidsgordel, enz.).
Zie voor de verschillende mogelijkheden
hetgeen beschreven is in de vorige
paragraaf "Draaibare stoel met
ingebouwde gordel").
KLEP OP ZITBANK
(voor bepaalde versies/markten)
De stoel is voorzien van een
uitvouwbare klep die kan worden
gebruikt als leesplank. Trek voor
gebruik aan het lipje A fig. 29 en breng
de klep omlaag. De klep is voorzien
van twee bekerhouders en een
steunvlak met papierklem.
24)
VRACHTRUIMTE
(Voor bepaalde versies/markten)
Afhankelijk van de versie is op aanvraag
extra vrachtruimte fig. 30 achter de
cabine te verkrijgen.
27F1A0030
28F1A0345
29F1A0031
30F1A0041
20
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 23 of 316

OPBERGVAK ONDER DE
STOEL
(voor bepaalde versies/markten)
Onder de bestuurdersstoel bevindt zich
een opbergvak A fig. 31 dat eenvoudig
kan worden uitgenomen door het uit
de clips van de steun te schuiven.
KUNSTSTOF DEKSELS
OP DE STOELVOET
(voor bepaalde versies/markten)
Het voorste deksel A fig. 32 kan
geopend worden door de hendel B fig.
32 op de bovenkant los te maken.
Zo wordt toegang verkregen tot het
opbergvak onder de stoel (zie paragraaf
"opbergvak onder de stoel").
Schuif de stoel zo ver mogelijk naar
achteren om het deksel makkelijker te
kunnen openen en het opbergvak te
bereiken.Om het voorste deksel te verwijderen,
dit zo ver mogelijk naar voren draaien
en losmaken uit de bevestigingen in het
onderste deel door het naar de
voorzijde van het voertuig te trekken.
PANORAMAVERSIES
Verstelling opklapbare rugleuning
passagiersstoel
Draai aan knop A fig. 33.Toegang tot de stoelen van de
tweede rij
Om toegang te krijgen tot de stoelen
van de tweede rij, hendel B fig. 33
op de stoel aan de rechter buitenzijde
van de eerste rij gebruiken en de
rugleuning naar voren klappen, door
deze met uw linkerhand omlaag te
duwen.
Wanneer de stoel weer in de normale
stand wordt gezet, wordt de stoel
automatisch vergrendeld en hoeft de
hendel niet meer bediend te worden.
De twee zijzitplaatsen op de
Panoramabank van de tweede rij zijn
vast ingebouwd.
Opklapbare rugleuning middelste
stoel (2e - 3e rij)
Plaats de hendel C fig. 33 omhoog en
klap de rugleuning naar voren.
Op de achterzijde van de middelste
zitplaats is een stevig blad met
bekerhouders voorzien dat kan worden
gebruikt als armsteun of tafeltje.
Til de hendel op om de rugleuning weer
in de normale stand te zetten.
Om de rugleuning van de middelste
stoel van de tweede rij neer te klappen,
de hoofdsteun verwijderen zodat de
rugleuning van de middelste stoel van
de eerste rij gemakkelijker kan worden
versteld.
31F1A0032
32F1A0033
33F1A0034
21
Page 24 of 316

COMBIVERSIES
Easy Entry stand
Plaats de hendel A fig. 34 omhoog en
klap de rugleuning naar voren.
Neergeklapte stand
Ga als volgt te werk:
– verwijder de hoofdsteunen na de
bank in de stand "easy entry" te
hebben gezet;
– plaats de hendel B fig. 35 (bevindt
zich onder de hendel A fig. 34) met uw
rechterhand omhoog;
– draai de rugleuning 5° naar achteren;
– klap de rugleuning naar voren met
uw linkerhand.
25)
De bank verwijderen
BELANGRIJK Om de bank te kunnen
verwijderen zijn minstens twee
personen nodig.
Ga als volgt te werk om de bank te
verwijderen:
– draai, vanuit de ingeklapte stand, de
hendels C en D fig. 36, naar voren
(zoals aangegeven op de sticker die
zich op de onderste dwarsbalk
bevindt);
– til de stoelbasis naar voren omhoog;
– zet de bank rechtop;
– draai, vanuit de verticale positie, de
hendels E en F fig. 37 omhoog;
– til de bank van de vloer en verwijder
hem.
26)
FLEX FLOOR
ACHTERBANK
Ga als volgt te werk om de stoel te
ontgrendelen:
ontgrendel met de
ontgrendelingshendel A fig. 38 aan de
achterzijde de veiligheidsgrendel
eronder (beweging1);
trek aan de zwarte knop B fig. 38
(beweging2);
34F1A0035
35F1A003636F1A0037
37F1A0038
22
KENNISMAKING MET DE AUTO