Page 225 of 592

2254-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE)■
Als de aanhangwagen slingert
Een of meerdere factoren (sterke zijwind, passerende voertuigen , een slecht
wegdek, enz.) kunnen een negatieve invloed hebben op de stabiliteit van de
auto met een aanhangwagen, waardoor instabiliteit kan worden ve roorzaakt.
● Als de aanhangwagen begint te slingeren:
• Pak het stuurwiel stevig vast. Blijf rechtuit sturen.
Probeer de aanhangwagen niet onder controle te krijgen door aan het
stuurwiel te draaien.
• Laat het gaspedaal onmiddellijk maar zeer geleidelijk los om snelheid te
minderen.
Ga niet harder rijden. Rem niet.
Als u geen extreme correcties uitvoert met sturen of remmen, zullen uw
auto en de aanhangwagen stabiliseren (als de Trailer Sway Contr ol is inge-
schakeld, kan dit helpen de auto en aanhangwagen te stabilisere n).
● Zodra de aanhangwagen niet meer slingert:
• Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand. Laat alle i nzittenden uit-
stappen.
• Controleer de banden van de auto en de aanhangwagen.
• Controleer de lading in de aanhangwagen. Controleer of de lading niet is gaan schuiven.
Zorg dat het trekhaakgewicht in orde is, indien mogelijk.
• Controleer de lading in de auto. Controleer of de auto niet te zwaar beladen is nadat de inzitte nden zijn
ingestapt.
Als u geen probleem kunt vaststellen, ligt de snelheid waarbij de aanhang-
wagen ging slingeren hoger dan de limiet van de combinatie auto -aanhang-
wagen.
Rijd met een lagere snelheid om instabiliteit te voorkomen. Hou d er reke-
ning mee dat het slingeren van de aanhangwagen verergert naarmate de
rijsnelheid van de auto hoger is.
OPMERKING
■ Als de achterbumperversterking van aluminium is
Controleer of het stalen deel van de trekhaak niet direct in co ntact komt met
het aluminium.
Als staal en aluminium met elkaar in contact komen, ontstaat er een reactie
die te vergelijken is met corrosie, waardoor het desbetreffende gedeelte
verzwakt wordt en er schade kan ontstaan. Breng daarom op het contact-
vlak een roestwerend middel aan.
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE).book Page 225 Friday, August 5, 2016 4:24 PM
Page 226 of 592

2264-1. Voordat u gaat rijden
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE)
De auto zal anders aanvoelen als u met een aanhangwagen rijdt.
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om een onge-
val en ernstig letsel te voorkomen:
■Controleer de elektrische aansluiting tussen de aanhangwa-
gen en de auto
Breng de auto tot stilstand na een korte afstand gereden te heb ben
en controleer, net als voor het w egrijden, of de verlichting van de
aanhangwagen werkt.
■Oefen het rijden met een aanhangwagen
● Oefen het rijden met een aanhangwagen in een omgeving zon-
der of met weinig verkeer, zodat u leert hoe de combinatie aan-
voelt bij het keren, st oppen en achteruitrijden.
● Houd tijdens het achteruitrijden het stuurwiel stevig vast en d raai
het stuurwiel rechtsom om de aanhangwagen naar links te stu-
ren en linksom om de aanhangwagen naar rechts te sturen. Ver-
draai het stuurwiel altijd gele idelijk om stuurfouten te voorko men.
Laat iemand u bij het achteruitrijden begeleiden om de kans op
een ongeval te beperken.
■Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de afstand tot uw voorligger
minimaal gelijk zijn aan de total e lengte van uw auto en de aan -
hangwagen. Voorkom plotselinge remmanoeuvres die tot een slip
zouden kunnen leiden. Als de auto in een slip raakt, zou u de c on-
trole over de auto kunnen verliezen. De kans hierop is vooral a an-
wezig tijdens het rijden op een nat of glad wegdek.
■Acceleratie/stuurcomm ando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhangwagen de auto raken. Redu-
ceer uw snelheid voordat u een bocht nadert en neem bochten met
een zodanige snelheid dat plo tseling remmen niet nodig is.
■Belangrijke punten met betrekking tot het aansnijden van
bochten
De wielen van de aanhangwagen maken een krappere bocht dan
de wielen van de auto. Snijd boc hten daarom ruimer aan dan u zo u
doen als u niet met e en aanhangwagen rijdt.
Advies
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE).book Page 226 Friday, August 5, 2016 4:24 PM
Page 227 of 592

2274-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE)■
Belangrijke punten met betre
kking tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en kr achtige zijwind zullen de wegligging en het
rijgedrag beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote
vrachtwagens of het ingehaald word en door dergelijke voertuigen,
kunnen de aanhangwagen en de auto gaan slingeren. Kijk bij het
rijden langs dergelijke voertui gen veelvuldig in uw spiegels. V ermin-
der vaart door voorzichtig het rempedaal in te trappen zodra u ziet
dat de aanhangwagen gaat slingeren. Houd tijdens het remmen het
stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwa-
gen en zorg ervoor dat er voldoende tussenafstand is voordat u van
rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van de motorremwerking en de
laadstroom tijdens het afremmen op de motor, mag de transmissie
niet in stand D staan. ( →Blz. 237)
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bi j
buitentemperaturen hoger dan 30 °C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat
de motor oververhit raakt, schak el dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veili ge plaats tot stilstand. (→Blz. 540)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan -
hangwagen. Zorg ervoor dat de auto goed op de parkeerrem staat
en zet de selecti ehendel in stand P.
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE).book Page 227 Friday, August 5, 2016 4:24 PM
Page 228 of 592

2284-1. Voordat u gaat rijden
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE)
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■ Voorzorgsmaatregelen bij het rijden met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhangwagen of de maximaal t oege-
stane gewichten niet worden overschreden. ( →Blz. 219)
■ Voorkomen van een ongeval of letsel
● Auto's met een compact reservewiel:
Rijd niet met een aanhangwagen wanneer het compacte reservewiel
onder uw auto is gemonteerd.
● Auto's met bandenreparatieset:
Rijd niet met een aanhangwagen wanneer een band is gemonteerd d ie is
gerepareerd met de bandenreparatieset.
● Gebruik de cruise control of Dynamic Radar Cruise Control (indi en aanwe-
zig) niet wanneer u met een aanhangwagen rijdt.
■ Rijsnelheid bij het rijden met een aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het rijden met een aanhang wagen
niet.
■ Voor het afrijden van een lange helling
Minder snelheid en schakel terug. Schakel bij het afdalen van een lange of
steile helling echter niet plotseling terug.
■ Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of gedurende een langere periode ach-
tereen in.
Anders kan het remsysteem oververhit raken of kan de remwerking teruglo-
pen.
OPMERKING
■ Sluit de aanhangwagenverlichting op de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwagenverlichting kan schade toebren-
gen aan het elektrische systeem van uw auto en een storing vero orzaken.
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE).book Page 228 Friday, August 5, 2016 4:24 PM
Page 229 of 592

229
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE)
Startknop
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
wordt op het multi-informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het hybridesysteem niet wor den
gestart.
Druk kort en krachtig op de
startknop.
Eén keer kort en stevig indrukken
van de startknop is voldoende om
deze te bedienen. U hoeft de start-
knop niet ingedrukt te houden.
Als het controlelampje READY
gaat branden, werkt het hybride-
systeem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot
het controlelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit
iedere stand van het contact wor-
den gestart.
Controleer of het contro lelampje READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Als u de volgende handelingen uitv oert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt het hybridesysteem gestart of de
stand van het contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE).book Page 229 Friday, August 5, 2016 4:24 PM
Page 230 of 592

2304-2. Rijprocedures
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE)
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem (→Blz. 244), en zet de selectiehendel in
stand P.
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal los en controleer of er niets meer wordt wee r-
gegeven op het display in het instrumentenpaneel.
De stand kan worden gewijzigd door op de startknop te drukken z on-
der het rempedaal in te trappen. (De stand verandert iedere kee r dat
op de knop wordt gedrukt.)
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Het multi-informatiedisplay wordt
niet weergegeven.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
POWER ON (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
POWER ON (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in standP staat en het hybridesysteem
wordt uitgezet, wordt het contact in
stand ACC gezet in plaats van UIT.
Uitschakelen van het hybridesysteem
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
4
1
2
3
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE).book Page 230 Friday, August 5, 2016 4:24 PM
Page 231 of 592

2314-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE)
Als de selectiehendel niet in stand P staat en het hybridesysteem
wordt uitgezet, wordt het contact in plaats van UIT in stand AC C
gezet. Voer de volgende procedur e uit om het contact UIT te zetten:
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Zet de selectiehe ndel in stand P.
Controleer of “Turn Off Vehicle” (zet auto uit) op het multi-in forma-
tiedisplay wordt weergegeven en d ruk de startknop eenmaal in.
Controleer of “Turn Off Vehicle” (zet auto uit) op het multi-in forma-
tiedisplay uit is.
■ Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in stand ACC of langer da n een uur
AAN staat (hybridesysteem niet in werking) terwijl de selectieh endel in stand
P is staat, wordt het contact automatisch UIT gezet. Deze funct ie kan echter
niet geheel uitsluiten dat de 12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet gedu-
rende langere tijd in stand ACC of AAN staan terwijl het hybrid esysteem niet
in werking is.
■ Geluiden en trillingen die kenme rkend zijn voor een hybrideauto
→Blz. 79
■ Leegraken batterij elektronische sleutel
→Blz. 164
■ Als de buitentemperatuur laag is, bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelamp je READY
mogelijk lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje RE ADY continu
brandt. Continu branden betekent dat de auto in beweging kan ko men.
■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
→Blz. 161
■ Aanwijzingen voor de instapfunctie
→Blz. 162
■ Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
●De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (→ Blz. 85)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e.
● Controleer of de selectiehendel goed in stand P staat. Mogelijk kan het
hybridesysteem niet worden gestart als de selectiehendel niet in stand P
staat. Er wordt een melding weergegeven op het multi-informatie display.
Uitschakelen van het hybridesysteem met de selectiehendel in
een andere stand dan P
1
2
3
4
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE).book Page 231 Friday, August 5, 2016 4:24 PM
Page 232 of 592

2324-2. Rijprocedures
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE)■
Stuurslot
Nadat het contact UIT is gezet en de portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel vergrendeld met de stuurslotfunctie. Als u nogmaals op
de startknop drukt, wordt het stuurslot automatisch weer uitges chakeld.
■ Wanneer het stuurslot niet kan worden ontgrendeld
■ Oververhitting van de elektromotor van het stuurslot voorkomen
Om te voorkomen dat de elektromotor van het stuurslot oververhi t raakt, kan
de werking worden onderbroken als het hybridesysteem in korte t ijd herhaal-
delijk wordt in- en uitgeschakeld. Schakel het hybridesysteem i n dat geval
niet in of uit. Na ongeveer 10 seconden zal de elektromotor van het stuurslot
weer functioneren.
■ Als op het multi-informatiedisplay “Check Entry & Start System” (con-
troleer Smart entry-systeem met startknop) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o meteen
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als het controlelampje READY niet gaat branden
Neem, als het controlelampje READY niet gaat branden nadat de juiste pro-
cedure voor het starten van de auto is gevolgd, direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Wanneer er een storing in het hybridesysteem aanwezig is
→Blz. 483
■ Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
→Blz. 447
■ Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt ingedrukt, wijzigt de s tand van het
contact mogelijk niet of wordt het hybridesysteem niet gestart.
● Als u probeert het hybridesysteem opnieuw te starten direct nad at het con-
tact UIT is gezet, dan start het hybridesysteem in sommige gevallen moge-
lijk niet. Wacht nadat u het contact UIT hebt gezet een paar seconden
voordat u het hybridesysteem opnieuw start.
Er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Controleer of de selectiehendel in stand P
staat. Druk op de startknop terwijl u het
stuurwiel naar links en rechts beweegt.
RAV4-HV_OM_OM42B04E_(EE).book Page 232 Friday, August 5, 2016
4:24 PM