Page 17 of 566

15
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Configureren van de weergavemodus
"PeRSo oN LIJK" en selecteren van de weer
te geven gegevens in de te personaliseren
gedeelten van het instrumentenpaneel:
F
se
lecteer het menu Instellingen
in de bovenste menubalk van het
touchscreen,
F
d
ruk op de toets " Gepers. instr.
pan. ", F
se lecteer voor elk te personaliseren
gedeelte, links en rechts, het type weer te
geven gegevens met de desbetreffende
scrolpijlen op het touchscreen:
● " Rijhulpsystemen ",
● " Standaard " (leeg),
● " Gegevens motor " (Driver Sport Pack),
● " G-krachten " (Driver Sport Pack),
● " Temperaturen " (motorolie),
● " Media ",
● " Navigatie ",
● " Boordcomputer ",
● " Toerenteller ". F
er verschijnt een symbolische weergave
naast de desbetreffende pijlen,
F
b
evestig om uw keuze op te slaan en het
menu af te sluiten.
Als de weergavemodus is ingesteld op
"P
eR
S
o
o
N
LIJK", wordt de nieuwe selectie
direct weergegeven.
F
se
lecteer " Configuratie ",
om
veiligheidsredenen dienen deze
instellingen te worden uitgevoerd bij
stilstaande auto.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 566
16
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel enkele seconden branden.
Zodra de motor is gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als een lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.Sommige verklikkerlampjes kunnen op
twee manieren oplichten: permanent of
knipperend.
Aan de manier van oplichten in
combinatie met de werkingsfase van de
auto valt af te lezen of er sprake is van
een normale situatie of een storing.
Raadpleeg de desbetreffende tabellen
van de verklikkerlampjes voor meer
informatie.
Bijbehorende waarschuwingen
De meeste verklikkerlampjes gaan branden
in combinatie met een melding en een
geluidssignaal.
Instrumentenpaneel
Page 19 of 566

17
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Alarmknipperlichtenknippert, met
geluidssignaal.De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het
dashboard is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de
bijbehorende verklikkerlampjes knipperen
tegelijkertijd.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
tr
ek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
+
of
Grootlichtassistentpermanent. De functie is ingeschakeld via het
menu Rijden van het touchscreen.
De lichtschakelaar staat in de stand
"A
u
to
". D
e camera aan de bovenzijde van de voorruit
regelt het overschakelen naar grootlicht of dimlicht
afhankelijk van de lichtsterkte van de omgeving en de
verkeerssituatie.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de grootlichtassistent .
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek.
Het branden van een of meer van de volgende verklikkerlampjes geeft aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 566

18
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor permanent.
Bij het aanzetten van het contact
bij uitvoeringen met contactslot of
een verzoek om de motor te starten
door het indrukken van de " S TA R T/
STOP "-knop, is de temperatuur van
de motor zo laag dat voorgloeien
noodzakelijk is. De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (tot ongeveer 30 seconden bij
koud winterweer).
Wacht met starten tot het verklikkerlampje uitgaat.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem
wordt wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk
gestart, op voor waarde dat het rempedaal ingetrapt
blijft bij auto's met automatische transmissie of
het koppelingspedaal bij een handgeschakelde
versnellingsbak.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact vervolgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Stop & Star t permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de St
oP -stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (StA Rt- stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De S
t
o
P
-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
S
t
A
R
t-
stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Star t -systeem.
Mistachterlichten
permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld met de ring op de
lichtschakelaar. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten
uit te schakelen.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen
naar achteren om de mistlampen vóór uit te
schakelen.
Instrumentenpaneel
Page 21 of 566

19
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbag aan
passagierszijde permanent op het
display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
ON".
De passagiersairbag vóór is
geactiveerd. Plaats in dit geval geen kinderzitje met de rug in de
rijrichting op deze zitplaats.
Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
u kunt een
kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het airbagsysteem
(brandend waarschuwingslampje Airbags).
Uitschakeling
van de
automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem
permanent.
De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor)
en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet. Activeer de functie nogmaals of raadpleeg het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
als de parkeerrem niet goed werkt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de elektrische parkeerrem .
Elektrische
parkeerrem
permanent.
De elektrische parkeerrem is
aangetrokken. Zet de parkeerrem vrij zodat het controlelampje
uitgaat: trap het rempedaal in en trek kort aan de
hendel van de parkeerrem.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de elektrische parkeerrem
.
1
Instrumentenpaneel
Page 22 of 566

20
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Hill Assist
Descent Control permanent.
De functie is geactiveerd, maar de
werking is onderbroken omdat de
snelheid te hoog is.
tu
ssen 30 en 50 km/h wordt de werking van de
functie onderbroken.
Verminder de snelheid van uw auto.
permanent. De functie is geactiveerd, maar er wordt
niet voldaan aan alle voor waarden
voor de regeling (hellingspercentage,
ingeschakelde versnelling).
knippert. De functie voert een regeling uit. De auto wordt afgeremd; de remlichten gaan branden
tijdens de afdaling.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de functie Hill Assist Descent
Control.
Dodehoekbewakingssysteempermanent. De functie is geactiveerd. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het dodehoekbewakingssysteem .
Automatische
ruitenwissers permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd. Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel nogmaals
omlaag of zet de hendel in een andere stand.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 566

21
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Stop & Star t permanent, in
combinatie met de
weergave van een
melding. Het Stop & Start-systeem is
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, wordt
de motor niet meer afgezet.
Schakel de functie weer in door nogmaals op de toets
te drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Star t -systeem.
Passagiersairbag
permanent, op
het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
u
kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting"
plaatsen, behalve in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend verklikkerlampje Airbags).
Zet de schakelaar in de stand " ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit
geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug in
de rijrichting".
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms wordt dit gecombineerd met de weergave van een melding en een geluidssignaal.
Distance Alert
/
Active Safety
Brake permanent, in
combinatie met een
melding. Het systeem is uitgeschakeld via het
configuratiemenu op het scherm van
de auto. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de Distance Alert
/ Active Safety
Brake .
Lane Keeping
System permanent, in
combinatie met de
weergave van een
melding. Het systeem is uitgeschakeld. Bij een koersafwijking wordt de koers niet
gecorrigeerd.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Lane Keeping System .
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 566

22
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Waarschuwingslampjes
STOPpermanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
de weergave van
een melding en een
geluidssignaal. Dit waarschuwingslampje gaat
branden bij een ernstige storing
van de motor, het remsysteem, de
stuurbekrachtiging, de automatische
transmissie of bij een ernstige
elektrische storing.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een of meer van de volgende verklikkerlampjes gaan branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en
moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een waarschuwingsmelding wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel