Page 545 of 566

5
Adviezen met betrekking tot de functie "Handsfree
toegang"
Wanneer de achterklep met verschillende
schopbewegingen niet kan worden bediend,
wacht u enkele seconden voordat u het
optimaal probeert.
De functie schakelt automatisch uit bij zware
regenval of bij opgehoopte sneeuw.
Als de functie niet werkt, controleer dan of
de elektronische sleutel niet gestoord wordt
door een elektromagnetische storingsbron
(smartphone enz.).
De functie werkt wellicht niet correct bij een
prothesebeen.
De functie werkt wellicht niet correct als uw
auto voorzien is van een trekhaak.Onder bepaalde omstandigheden kan de
achterklep vanzelf openen of sluiten, met
name
wanneer:
- u een aanhanger aan- of loskoppelt;
- u een fietsendrager monteert of verwijdert;
- u fietsen op de fietsendrager plaatst of
verwijdert;
- u iets achter de auto plaatst of optilt,
- een dier de achterbumper nadert;
- u uw auto wast;
- er onderhoud aan uw auto wordt
uitgevoerd;
- u het reser vewiel gebruikt (afhankelijk
van de versie).
Om dergelijke problemen te voorkomen, houdt
u de elektronische sleutel uit de buurt van
de sensorzone of schakelt u de "Handsfree
toegang"-functie uit.
Gebruiksvoorschriften
Onder winterse omstandigheden
Als er sneeuw op de achterklep ligt, moet
de sneeuw worden verwijderd voordat de
achterklep automatisch wordt geopend.
Bij vorst kan de achterklep vastvriezen
waardoor het automatisch openen niet
werkt: ontdooi de achterklep door het
interieur te ver warmen en probeer het
daarna opnieuw.
Bij het wassen van de auto
Als u de auto in een automatische
wasstraat laat wassen, vergeet dan niet
om de auto eerst te vergrendelen om te
voorkomen dat de achterklep per ongeluk
wordt geopend.
2
Toegang tot de auto
Page 546 of 566

6
De programmeerbare verwarming werkt onafhankelijk van de motor.
Bij uitgeschakelde motor wordt het koelcircuit voor ver warmd tot de optimale
motorbedrijfstemperatuur zodra de verwarming wordt ingeschakeld.
De programmeerbare ver warming wordt ingeschakeld met de afstandsbediening met groot bereik.
Dit kan direct of uitgesteld zijn met behulp van een programmeringsfunctie.
Programmeerbare verwarming
Schakel de programmeerbare ver warming altijd uit tijdens het tanken om elk risico van brand
of explosie te vermijden.
De programmeerbare ver warming wordt door brandstoftank van de auto voorzien van
brandstof. Voor gebruik controleren of de resterende hoeveelheid brandstof voldoende is.
Wanneer het peil gedaald is tot het reser veniveau adviseren wij u nadrukkelijk de ver warming
niet te programmeren.
Om het risico van vergiftiging of verstikking te vermijden, mag de programmeerbare
ver warming niet worden gebruikt, ook niet voor korte perioden, in afgesloten ruimten, zoals
een garage of een werkplaats die niet voorzien zijn van een uitlaatgasafvoersysteem.
Parkeer de auto niet op een brandbare ondergrond (droog gras, dode bladeren, papier ...) –
brandgevaar!
De bewegingsdetector van de
interieurbeveiliging werkt mogelijk minder goed
door de luchtstroming van de programmeerbare
ver warming wanneer die in gebruik is.
Om een ongewenste activering van het alarm
te voorkomen tijdens het gebruik van de
programmeerbare verwarming, is het raadzaam
de interieurbeveiliging uit te schakelen.Door het instellen van de programmeerbare
ver warming kunt u deze functie gebruiken om
het interieur van uw auto te ver warmen.
Neem contact op met het PEUGEOT netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Presentatie
De afstandsbediening voor de programmering
van de ver warming kent de volgende knoppen
en displays:
Afstandsbediening
1.
Knoppen voor de functies in het
vervolgkeuzemenu.
2. Functiesymbolen:
Klok, temperatuur, gebruiksduur,
geprogrammeerde tijd, bediening van de
verwarming, beheer van de verwarming.
3. Digitale displays:
Tijd, temperatuur, gebruiksduur,
geprogrammeerde tijd of
verwarmingsniveau.
4. Uit-knop.
5. Aan-knop.
Ergonomie en comfort
Page 547 of 566

7
brandt: geprogrammeerde,
uitgestelde start.
knippert: verwarming aan.
uit: verwarming uit.
Verklikkerlampje werking
F Druk meerdere malen op knop 1 om
de functies weer te geven.
Nadat de linker of de rechter knop voor de eerste
keer is ingedrukt, wordt de tijd weergegeven.
Ver volgens wordt de linker knop gebruikt om
naar de geprogrammeerde tijd te bewegen
en vervolgens naar het verwarmingsniveau
("C1 " tot " C5").
De rechter knop wordt gebruikt om naar de
interieurtemperatuur te bewegen en vervolgens
naar de gebruiksduur van de ver warming
wanneer deze direct is ingeschakeld.
Functiedisplay
De interieurtemperatuur wordt alleen
getoond als de motor uitgeschakeld is.
Instellen van de tijd
F Nadat de tijd is weergegeven met behulp
van knop 1 , drukt u binnen 10 seconden
tegelijkertijd op de knoppen 4 en 5 .
Dit symbool gaat knipperen.
F Stel de tijd in met knop 1.
F Druk tegelijkertijd op de knoppen 4 en 5
om de tijd op te slaan.
Dit symbool wordt weergegeven.
3
Ergonomie en comfort
Page 548 of 566
8
Directe inschakeling
Verschijnt tijdens deze handelingen
de melding "FA I L", dan is het signaal niet
ontvangen. Volg de procedure opnieuw
nadat de positie is gewijzigd.
Aanpassen van de gebruiksduur
F Druk op knop 1 om de gebruiksduur weer
te geven
F
Druk op toets 5 tot de melding " OK"
verschijnt.
Wanneer het signaal is ontvangen, wordt
de melding " OK" weergegeven samen met
de gebruiksduur.
De ver warming start en dit symbool
wordt weergegeven.
Dit verklikkerlampje knippert tijdens
het verwarmen.
F Om de functie uit te schakelen, drukt u
op toets 4 tot de melding " OK" verschijnt. Dit symbool en het verklikkerlampje
gaan uit.
Dit symbool wordt weergegeven.
F Nadat de gebruiksduur is weergegeven,
drukt u binnen 10 seconden tegelijkertijd
op de knoppen 4 en 5 .
Dit symbool gaat knipperen.
F Stel de tijd in door op de knoppen 1 te
drukken: met stappen van 10 minuten en
een maximumwaarde van 30 minuten.
Ergonomie en comfort
Page 549 of 566
9
Uitgestelde inschakeling
U moet de starttijd voor het systeem
programmeren zodat het automatisch het
optimale moment kan berekenen waarop de
ver warming moet worden gestart.
Dit symbool wordt weergegeven.
F Nadat de programmeertijd is weergegeven,
drukt u binnen 10 seconden tegelijkertijd
op de knoppen 4 en 5 .
De fabrieksinstelling is 30
minuten.
F Stel de tijd in door op knop 1 te drukken.
F Druk tegelijkertijd op de knoppen 4 en 5
om de tijd op te slaan.
Dit symbool wordt weergegeven.
F
Druk op knop 1 om de programmeertijd
weer te geven.
Dit symbool wordt weergegeven.
Dit symbool gaat knipperen.Programmeren van de starttijdF Druk tegelijkertijd op de knoppen 4 en 5
om de gebruiksduur op te slaan.
3
Ergonomie en comfort
Page 550 of 566

10
F Nadat met knop 1 de programmeertijd is
weergegeven, drukt u op knop 5 tot de
melding " OK" wordt weergegeven.
Inschakelen/uitschakelen
Wanneer het signaal is ontvangen,
wordt de melding " OK" weergegeven
naast dit symbool.
Dit verklikkerlampje gaat branden tot
de verwarming start.
Uitschakelen van de ver warming
F Druk op knop 5 .
Dit symbool blijft weergegeven.
Wijzigen van het verwarmingsniveau
Het systeem kent 5 verwarmingsniveaus: C1
(laagste niveau) tot C5 (hoogste niveau).
F Nadat het verwarmingsniveau is
weergegeven met behulp van knop 1 , drukt
u tegelijkertijd op de knoppen 4 en 5 .
De letter " C" gaat knipperen.
F Stel het verwarmingsniveau in door op
knop 1 te drukken.
F Druk tegelijkertijd op de knoppen 4 en 5
om het geselecteerde niveau op te slaan.
De letter " C" wordt weergegeven.
De voorinstellingen worden
vervangen door nieuwe waarden.
De geprogrammeerde tijden worden
opgeslagen tot de volgende wijziging.
Wanneer de starttijd is geactiveerd,
is het niet mogelijk om het
verwarmingsniveau te wijzigen.
U moet eerst de starttijd uitschakelen.
Dit symbool wordt weergegeven
wanneer de verwarming start.
HTM: Heat Thermo Management
F Om de programmering uit te schakelen,
drukt u op toets 4 tot de melding " OK"
verschijnt.
Dit symbool verdwijnt. Dit verklikkerlampje gaat uit.
Verschijnt tijdens deze handelingen de
melding " FA I L", dan is het signaal niet
ontvangen. Volg de procedure opnieuw
nadat de positie is gewijzigd.
Ergonomie en comfort
Page 551 of 566
11
Storing
Als de programmeerbare verwarming
niet werkt, neem dan contact op
met het PEUGEOT netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.Batterij vervangen
F Open de behuizing.
F Ver vang de batterij, waarbij u op de
polariteit let.
F Reset de afstandsbediening.
De afstandsbediening wordt gevoed door een
6V-28L-batterij die wordt meegeleverd.
Informatie op het scherm geeft aan wanneer
deze batterij moet worden vervangen.
Resetten van de afstandsbediening
Als de batterij is losgekoppeld of de batterij
wordt vervangen, moet de afstandsbediening
worden gereset.
F
Na het inschakelen van de spanning moet
binnen 5 seconden knop 4 gedurende
1 seconde worden ingedrukt.
Als de handeling geslaagd is, wordt de
melding " OK" weergegeven op het scherm
van de afstandsbediening.
Als er een storing is, wordt de melding
" FA I L " weergegeven.
F Start de handeling opnieuw.
Gooi de lege batterijen niet weg, maar
lever ze in bij een erkend inzamelpunt.
3
Ergonomie en comfort
Page 552 of 566

12
Ruitensproeiers vóór
Ruitenwisserschakelaar
F Trek de hendel van de ruitenwisser -
schakelaar naar u toe.
De ruitensproeiers treden in werking en
vervolgens worden ook de ruitenwissers
ingeschakeld.
Het ruitensproeiersysteem bestaat uit
ruitenwisserarmen met geïntegreerde
sproeierkoppen.
De ruitensproeiervloeistof wordt via het
ruitenwisserblad op de voorruit gesproeid.
Hierdoor wordt het zicht verbeterd en het
verbruik van ruitensproeiervloeistof afneemt.
In sommige gevallen is de sproeierstraal
nauwelijks merkbaar als gevolg van de
samenstelling of de kleur van de vloeistof
en het licht buiten. Bedien de ruitensproeiers niet zolang het
ruitensproeiervloeistofreservoir leeg is; kans
op beschadiging van de ruitenwisserbladen.
Bedien de ruitensproeiers alleen als er geen
risico is van bevriezing van de vloeistof op
de voorruit; hierdoor zou het zicht namelijk
kunnen afnemen. Gebruik 's winters altijd
een ruitensproeiervloeistof die voldoende
tegen vorst beschermd is.
Verlichting en zicht