.
3008-2_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2016
Raadpleeg voor audio- en
telematicasystemen de bijlage van de
boorddocumentatie of download dit
document via het volgende adres:
http://public.servicebox.peugeot.com/ddb/
Rijadviezen
195
Starten / Afzetten van de motor met de sleutel
1
97
Starten / afzetten van de motor met keyless entry and start
2
00
el
ektrische parkeerrem
2
03
Handgeschakelde versnellingsbak
2
10
Automatische transmissie
2
11
Hill Start Assist
2
16
Driver Sport Pack
2
17
Schakelindicator
2
18
Stop & Start
2
19
Bandenspanningscontrolesysteem
2
23
Snelheden opslaan
2
26
Snelheidslimietherkenning
2
27
Snelheidsbegrenzer
2
31
Snelheidsregelaar
234
Adaptieve cruise control met Stop-functie Adaptieve snelheidsregelaar
met Stop-functie
23
8
Distance Alertmet Active Safety Brake
2
47
Detectie verslapping aandacht 2
52
Lane Departure Warning System 2
54
Lane Keeping System
2
55
Dodehoekbewakingssysteem
260
Parkeerhulp
2
63
Panoramacamera
265
Park Assist
2
72 Brandstoftank
281
ta
nkbeveiliging (diesel)
28
2
tr
ekken van een aanhanger
2
84
trek
haak met afneembare kogel
2
85
e
co-mode
290
Sneeuwschermen
291
Sneeuwkettingen
292
Allesdragers monteren
2
93
Motorkap
294
ond
er de motorkap (benzinemotoren)
2
95
on
der de motorkap (dieselmotoren)
2
96
Niveaus controleren
2
97
Controles
301
AdBlue
® en SCR-systeem
(BlueHDi-dieselmotor) 303
ge
varendriehoek
307
Brandstoftank leeg (diesel)
3
08
Boordgereedschap
309
Bandenreparatieset
312
Reservewiel
317
een
lamp vervangen
3
23
Zekering vervangen
3
31
12V-accu
332
Slepen van de auto
3
36Benzinemotoren
338
ge
wichten (benzine)
3
39
Dieselmotoren
340
ge
wichten (diesel)
3
42
Afmetingen
344
Identificatie 345
RijdenPraktische informatie
Storingen verhelpente chnische gegevens
Index
Inhoud
5
3008-2_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Allesdragers 293
Panoramisch schuif-/kanteldak 8 4-87
Bandenspanningscontrolesysteem 223-225
Bandenspanning 2
23, 315, 345
Sneeuwkettingen
2
92
Visiopark 1 en 2
2
65 -271
Parkeerhulp achter
2
63 -264 Veilig vervoeren van kinderen
1
93-194
Slepen
336-337
trek
haak
1
96, 284
Verwijderbare trekhaakkogel
2
85-289
Aanhangerstabiliteitscontrole
163 Brandstoftank
281-283
Vulpistoolrestrictie
282
AdBlue-reservoir
3
03-306
Buitenspiegels
9
9-100
Follow me home-verlichting / instapverlichting
1
46-148
Dodehoekbewakingssysteem
2
60-262
Lampen achter vervangen
3
28-330
Achterruitverwarming
118
Ruitenwisser achter
1
53-154
Bagageruimte
5
7, 59, 75
Handsfree achterklep
7
6-81
Boordgereedschap
3
09-311
Bandenreparatieset
312-316
Reservewiel
317-322
Buitenzijde
.
overzicht
9
3008-2_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
gegevens - ond erhoud
Accu 33 2-335e
co-mode 2 90
Brandstoftank leeg (diesel)
3
08
AdBlue
3
7- 40
Controle niveaus
2
97-300
-
motorolie
-
remvloeistof
-
koelvloeistof
-
ruitensproeiervloeistof
-
b
randstofadditief (diesel met roetfilter) Benzinemotoren
338-339
Dieselmotoren
3
40-343
Afmetingen
344
Identificatie
345
Controle onderdelen
3
01-302
-
accu
-
lu
chtfilter / interieurfilter
-
oliefilter
-
r
oetfilter (Diesel)
-
re
mblokken / remschijven
Lampen vervangen
3
23-330
-
vóór
-
achter Zekering vervangen
3
31
Motorkap
294
Motorruimte benzine-uitvoering
2
95
Motorruimte dieseluitvoering
2
96
.
overzicht
3008-2_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
11
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste
voor werpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal,
fietsendrager, aanhanger, enz.) van uw auto. g
eb
ruik liever een
dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door
zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u
daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de
portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het reservewiel en van de wielen
van de aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter,
luchtfilter en interieurfilter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het
aan uw situatie aangepaste onderhoudsschema van de fabrikant.
ui
tvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor: bij een storing in het SCR-
systeem stoot de auto schadelijke stoffen uit.
g
a z
o spoedig mogelijk naar
het P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de uitstoot
van stikstofoxiden terug te brengen tot onder de wettelijke normen.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan;
zo voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.
u
zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000 km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
.
eco-rijden
23
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurpermanent.De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
of
Service
tijdelijk, in combinatie
met de weergave van
een melding.
er z
ijn één of meer kleine storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel.
Bepaalde storingen kunt u zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of een roetfilter dat verstopt dreigt te
raken (rijd om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden dit toelaten, met een snelheid van
minimaal 60 km/h totdat het verklikkerlampje dooft).
Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem, het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie
met de weergave van een
melding.er zijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel en raadpleeg het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie
met het knipperen en
vervolgens blijven branden
van de onderhoudssleutel.Het onderhoudsinterval is
overschreden.Alleen bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat het onderhoud aan uw auto zo snel mogelijk
uitvoeren.
1
Instrumentenpaneel
30
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
AdBlue
®
(BlueHDi-
dieselmotor) permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 600 en
2400 km.
Vul spoedig AdBlue® bij of neem contact op met
het Pe
ugeot-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
u
kunt maximaal 10 liter AdBlue
® in het reservoir
gieten.
knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 0 en
600 km.
Vul zo snel mogelijk AdBlue
® bij om storingen te
voorkomen of neem contact op met het Pe
ugeot-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
u
kunt maximaal 10 liter AdBlue
® in het reservoir
gieten.
knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding dat starten
niet is toegestaan. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.om d e motor te kunnen starten moet
u het
AdBlue®-reservoir bijvullen of contact opnemen
met het Pe ugeot- netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
u
moet het reservoir bijvullen met minimaal 4 liter
AdBlue
®.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het bijvullen of voor meer informatie over AdBlue
® en het SCR-systeem .
Instrumentenpaneel
31
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
+
+
SCR -
emissieregelsysteem
(BlueHDi-dieselmotor)permanent zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje Service
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem. Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot
van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje Service
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking tot
de actieradius. Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt u
maximaal 1100 km afleggen voordat
het systeem het starten van de motor
blokkeert.
Raadpleeg zo snel mogelijk h et P
e
u g eot -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
storingen te voorkomen .
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje Service
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.
u
hebt de actieradius overschreden
die is toegestaan na de
bevestiging van de storing in het
emissieregelsysteem: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem. Neem verplicht
contact op met het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
1
Instrumentenpaneel
33
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er niet
automatisch onderhoudsinformatie weergegeven op
het instrumentenpaneel.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, geeft het systeem
een waarschuwing om de afstand of tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt te signaleren.
Deze waarschuwing bestaat uit de tijdelijke weergave
van een melding op het instrumentenpaneel in
combinatie met het permanent branden van de
onderhoudssleutel naast de kilometerteller.
Voorbeeld: u kunt nog 2800 km of 9 maanden rijden
tot de volgende onderhoudsbeurt.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is minder dan
1000
km
Als het contact wordt aangezet, geeft het systeem een
waarschuwing om u erop te attenderen dat uw auto bijna
aan de eerstvolgende onderhoudsbeurt toe is.
Deze waarschuwing bestaat uit de tijdelijke weergave van
een melding op het instrumentenpaneel in combinatie
met het knipperen en vervolgens blijven branden van de
onderhoudssleutel naast de kilometerteller.
Voorbeeld: u kunt nog 900 km of 2 maanden rijden tot
de volgende onderhoudsbeurt.
De onderhoudssleutel blijft branden om
aan te geven dat uw auto binnenkort aan een
onderhoudsbeurt toe is. De onderhoudssleutel blijft branden
om aan
te geven dat uw auto zeer binnenkort aan een
onderhoudsbeurt toe is.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator, op
basis van het aantal afgelegde kilometers en de
verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
(volgens land van bestemming) heeft de mate
van vervuiling van de motorolie ook invloed op de
berekening.
1
Instrumentenpaneel