219
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Stop & Start
Werking
Overgang naar de STOP-stand
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat branden en de motor
wordt automatisch in de S
t
o
P
-stand gezet:
- als u, bij een handgeschakelde versnellingsbak, bij een snelheid lager
dan 20 km/h of bij stilstaande auto bij de
benzine-uitvoering Pure
te
ch 130 en de
dieseluitvoeringen BlueHDi 115 en 120, de
versnellingshendel in de neutraalstand zet
en het koppelingspedaal loslaat,
De duur van de momenten dat de motor
afgezet is, wordt opgeteld en weergegeven
door een teller.
e
l
ke keer als u het contact
opnieuw aanzet met de sleutel of de " S TA R T/
STOP "-knop, wordt deze teller op 0 gezet.
-
a
ls u, bij een automatische transmissie ,
bij stilstaande auto het rempedaal intrapt of
de stand N selecteert.
Het Stop & Start-systeem zet de motor
tijdelijk af (S
t
o
P
-stand) als u stopt (bij rood
licht, opstoppingen enz.). De motor wordt
automatisch gestart (S
tA
R
t-
stand) als u weer
weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel
en stil.
Het Stop & Start-systeem is per fect afgestemd
op stadsgebruik en zorgt voor een lager
brandstofverbruik, minder uitstoot van
schadelijke stoffen en een aangename rust in
het interieur tijdens het wachten.
ta
nk nooit als de motor door het
Stop & Start-systeem in de S
t
o
P
-
stand is gezet. Zet in dat geval altijd het
contact af met de sleutel of de " S TA R T/
STOP "-knop.
Het systeem werkt de eerste
10
seconden na het inschakelen van de
achteruitversnelling niet.
Het Stop & Start-systeem heeft geen
invloed op de werking van andere
componenten van de auto zoals de
remmen en de stuurbekrachtiging.
6
Rijden
220
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Overgang naar de START-standBijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Dit verklikkerlampje gaat uit en de
motor wordt automatisch gestart:
-
a
ls u, bij een handgeschakelde
versnellingsbak , het koppelingspedaal
volledig intrapt,
-
b
ij een automatische transmissie :
● als
u, ter wijl de stand D of M is
geselecteerd, het rempedaal loslaat,
● of
als u, ter wijl de stand N is
geselecteerd en het rempedaal is
losgelaten, de stand D of M selecteert,
● of
als u de achteruitversnelling
i
nschakelt. De StA
Rt- stand wordt om veiligheids- of
comfortredenen automatisch geactiveerd als:
-
he
t bestuurderportier wordt geopend,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
-
d
e snelheid van de auto hoger is dan
25 km/h bij een handgeschakelde
versnellingsbak (3 km/h bij de benzine-
uitvoering Pure
te
ch 130 en de
dieseluitvoeringen BlueHDi 115 en 120) of
hoger is dan 3 km/h bij een automatische
transmissie,
-
d
e elektrische parkeerrem wordt
aangetrokken,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Dit verklikkerlampje knippert een
paar seconden en gaat dan uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De StoP-stand wordt niet geactiveerd als:
- d e auto op een steile helling staat
(bergopwaarts of bergafwaarts),
-
he
t bestuurderportier geopend is,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
-
d
e auto sinds de laatste start met de sleutel
of de " START/STOP "-knop niet sneller dan
10 km/h heeft gereden,
-
d
e elektrische parkeerrem wordt /is
aangetrokken,
-
d
e klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
-
d
e voorruitontwaseming is ingeschakeld,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
In dit geval knippert dit verklikkerlampje
een paar seconden, waarna het uitgaat.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
Rijden
303
3008-2_nl_Chap07_infos-pratiques_ed01-2016
AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe
eu ro 6 -norm te voldoen,
heeft P
e
ugeot ervoor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van de vloeistof AdBlue®, die
ureum bevat, zet een katalysator tot 85%
van de stikstofoxides (N
ox
) om in stikstof en
water, stoffen die onschadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. De AdBlue
® bevindt zich in een specifiek
reservoir. Het reservoir heeft een inhoud
van 17
liter, goed voor een actieradius
van ongeveer 20.000 km. Wanneer u met
de resterende hoeveelheid AdBlue
® nog
maximaal ongeveer 2400 km kunt rijden tot
het reservoir leeg is, wordt automatisch een
waarschuwingssysteem geactiveerd.
om e
rvoor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
P
e
ugeot
-
netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het reservoir van de AdBlue
®
bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000 km
te rijden, moet tussentijds AdBlue worden
bijgevuld. Als het AdBlue
®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de
e
u
ro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact op
met het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: na 1100 km
wordt een systeem geactiveerd dat
het opnieuw starten van de motor
blokkeert.
In beide gevallen geeft een
actieradiusindicator aan hoever u nog
kunt rijden voordat de auto stilvalt.
Bevriezing van AdBlue
®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir waardoor u onder
alle weersomstandigheden kunt blijven
rijden.
7
Praktische informatie
304
3008-2_nl_Chap07_infos-pratiques_ed01-2016
Bijvullen van AdBlue®
Gebruiksvoorschriften
gebruik uitsluitend AdBlue® die aan de norm
ISo
22241 voldoet.
De verpakking in flacons of jerrycans met
een antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van 1,89
liter
(1/2
gallon) en jerrycans met een inhoud van
5
liter zijn verkrijgbaar bij het P
e
ugeot
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bewaar AdBlue
® buiten het bereik
van kinderen, in de originele flacon of
jerrycan.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid. Verdun de AdBlue
® nooit met water.gi
et nooit AdBlue® in de brandstoftank.
Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Het AdBlue
®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen. AdBlue
® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en
geurloos (indien koel bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15 minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als AdBlue wordt ingeslikt, spoel de mond dan
met schoon water en drink vervolgens een
ruime hoeveelheid water.
on
der bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Praktische informatie
305
3008-2_nl_Chap07_infos-pratiques_ed01-2016
Voorschriften voor opslag Procedure voor bijvullenParkeren
F Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op een vlakke en horizontale
ondergrond staat.
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot om de motor af te zetten.
of
F
D
ruk bij uitvoeringen met keyless entry and
start-systeem op de " START/STOP"-knop
om de motor af te zetten.
Toegang
F Zorg dat de auto is ontgrendeld en open de brandstofvulklep. De blauwe dop van het
AdBlue
®-reservoir bevindt zich links naast
de brandstofvuldop.
F
D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F
t
r
ek de blauwe dop omlaag om hem te
verwijderen.
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue
®
niet in uw auto. Controleer bij koud weer vóór het bijvullen of
de omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest de
AdBlue
® waardoor u de vloeistof niet in het
reservoir kunt gieten.
Laat uw auto enkele uren op een warmere
plaats staan en vul vervolgens het reservoir bij.
AdBlue
® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons en jerrycans koel en buiten direct
zonlicht te bewaren.
ond
er deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Voer de lege AdBlue
®-flacons of -
jerrycans niet als huisvuil af.
Deponeer ze in een daartoe bestemde
container of breng ze naar uw
verkooppunt.
7
Praktische informatie
306
3008-2_nl_Chap07_infos-pratiques_ed01-2016
Vullen
F Pak een flacon AdBlue®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet. F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
Afsluiten
F Breng de blauwe dop aan op de vulopening van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
S
luit de brandstoftankklep.
Belangrijk:
als het AdBlue
®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is (dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer starten),
moet u het reservoir vullen met minimaal
4 liter en maximaal 10 liter vloeistof. Spoel gemorste vloeistof onmiddellijk
weg met koud water of veeg het weg
met een vochtige doek.
Als de vloeistof is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.
Belangrijk: als u AdBlue hebt
bijgevuld nadat het reser voir leeg is
geraakt
, aangegeven door de melding
" Vul AdBlue bij: Star ten onmogelijk ",
dient u ongeveer 5 minuten te wachten
voordat u het contact weer aanzet,
zonder het bestuurderspor tier te
openen, de auto te ontgrendelen,
de sleutel met afstandsbediening
in het contactslot te steken of
de elektronische sleutel van het
"Keyless entr y and star t"-systeem in
het interieur te leggen.
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
Praktische informatie
308
3008-2_nl_Chap08_en cas-de-panne_ed01-2016
Brandstoftank leeg (diesel)
Bij auto's met dieselmotor is het in het geval
van een lege brandstoftank noodzakelijk om
het brandstofsysteem te ontluchten.Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
tankbeveiliging (diesel) .BlueHDi-motoren
Als de motor niet direct aanslaat,
beëindig dan uw startpoging en herhaal
de procedure. F
V
ul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
Z
et het contact aan (zonder de motor te
st a r te n).
F
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
F
H
erhaal de handelingen 10 keer.
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten.
Storingen verhelpen
340
3008-2_nl_Chap09_caracteristiques_ed01-2016
Motoren en versnellingsbakken dieseluitvoeringen
* Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de eu ropese
regelgeving (richtlijn 1999/99/Ce) .
Dieselmotoren
1.6 BlueHDi 100
S&S 1.6 BlueHDi 115 S&S
1.6 BlueHDi 120 S&S
Versnellingsbakken
BVM
(Handgeschakeld, 5 versnellingen) BVM6
(Handgeschakeld, 6 versnellingen)E AT 6
(Automatisch,
6
versnellingen)BVM6
(Handgeschakeld, 6 versnellingen)E AT 6
(Automatisch,
6
versnellingen)
Type variant uitvoering:
MC... BHY6/SBHXH/S
BHXH/1S BHXW/S
BHX W/1S BHZH/S
BHZH/1S BHZW/S
BHZ W/1S
Cilinderinhoud (cm
3) 15 6 015 6 0 15 6 0
Boring x slag (mm) 75 x 88,375 x 88,3 75 x 88,3
Max. vermogen*:
e
Ce-
norm (kW) 7385 88
to
erental bij max. vermogen (t/min) 37503750 3750
Maximum koppel:
e
Ce-
norm (Nm) 254300 300
to
erental bij max. koppel (t /min) 175 0175 0 175 0
Brandstof DieselDiesel Diesel
Katalysator JaJa Ja
Roetfilter JaJa Ja
Hoeveelheid motorolie (met vervangen filter)
(in liters) 3,75
3,75 3,75
.../S: uitvoering met Stop & Start.
.../1: uitvoering met banden met lage rolweerstand.
technische gegevens