34
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, geeft het systeem
een waarschuwing om u erop te attenderen dat de
afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt is
overschreden.
Deze waarschuwing bestaat uit de
tijdelijke weergave van een melding op het
instrumentenpaneel in combinatie met het
knipperen en vervolgens blijven branden van de
onderhoudssleutel naast de kilometerteller.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang
de onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
gaat bij het aanzetten van het contact in
combinatie met deze waarschuwing ook dit
verklikkerlampje branden.
De waarschuwing kan worden
geactiveerd als het interval in tijd sinds
de laatste onderhoudsbeurt, zoals
vermeld in het onderhoudsschema van
de fabrikant, is overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de waarschuwing
afhankelijk van de mate van vervuiling
van de motorolie ook eerder worden
geactiveerd, wat afhankelijk is van de
rijomstandigheden van de auto.
Instrumentenpaneel
37
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Actieradiusindicatoren AdBlue®
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue
®-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Niet starten van de motor bij een te laag AdBlue®-niveau
2400 km" wordt weergegeven. Afhankelijk van
d e hoeveelheid AdBlue in het reservoir, wordt
vervolgens een melding weergegeven waarin
staat aangegeven dat u minimaal 10 liter kunt
bijvullen. Actieradius groter dan 2400 km
Druk op deze toets om de actieradius
tijdelijk weer te geven. De melding
"AdBlue: actieradius groter dan
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Als het contact wordt aangezet, wordt er niet
automatisch een melding over de actieradius
weergegeven op het instrumentenpaneel.
1
Instrumentenpaneel
38
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Actieradius tussen 0 en 600 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje AdBlue knipperen in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul AdBlue bij: starten onmogelijk
over 300 km") die aangeeft hoeveel kilometer
of mijl u nog kunt rijden met de resterende
hoeveelheid additief.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang er geen
AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk additief bij om te voorkomen
dat het reservoir helemaal leeg raakt en de
motor niet meer gestart kan worden.
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
het verklikkerlampje AdBlue branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen AdBlue
is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk additief bij.
om d
e motor weer te kunnen starten
moet het reservoir met minimaal
3,4
liter AdBlue
® worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over onder andere het bijvullen
van AdBlue
® en het SCR-systeem .Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje AdBlue knipperen in
combinatie met een geluidssignaal en de
melding " Vul AdBlue bij: starten onmogelijk".
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Storing in verband met een te laag AdBlue® -niveau
Deze meldingen worden vergezeld van het
advies om niet meer dan 10 liter AdBlue bij te
vullen.
Instrumentenpaneel
39
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Als een storing in het SCR-systeem wordt gedetecteerd
Als een storing wordt gedetecteerd
De verklikkerlampjes AdBlue, S
eR
VIC
e
en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen. Tijdens de geautoriseerde rijfase
(tussen 1100 km en 0 km)
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(nadat 50 km is gereden ter wijl de melding van de
storing permanent wordt weergegeven), gaan de
verklikkerlampjes S
eR
VIC
e en
zelfdiagnose motor
branden en knippert het verklikkerlampje AdBlue
in combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog met de resterende
hoeveelheid additief kunt rijden.
er w
ordt automatisch een startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100 km is gereden nadat de storing in het SCR-systeem is
gedetecteerd. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het P
e
ugeot
-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-systeem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart.
1
Instrumentenpaneel
40
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Starten geblokkeerd
elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan de
verklikkerlampjes SeRVICe en zelfdiagnose motor
branden en knippert het verklikkerlampje AdBlue in
combinatie met een geluidssignaal en de melding
"Storing emissieregeling: Starten geblokkeerd".
om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
u hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
o verschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Met deze functie kunnen op elk moment
bepaalde indicatoren worden gecontroleerd en
het logboek van storingen worden weergegeven.
Deze informatie verschijnt ook
automatisch elke keer wanneer u het
contact aanzet.
Handmatige CHECK van het
instrumentenpaneel
De volgende gegevens verschijnen op het
instrumentenpaneel:
-
he
t motorolieniveau,
-
he
t onderhoudsinterval,
-
d
e actieradius met de resterende
hoeveelheid AdBlue en met betrekking tot
het SCR-systeem van de uitvoeringen met
BlueHDi-dieselmotor,
-
de
actuele waarschuwingen.
F
D
ruk bij draaiende motor kort op deze
knop.
Instrumentenpaneel
46
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Menu "Telefoon"
Menu "Verbindingen"
Als de autoradio is ingeschakeld, kunt u via dit
menu een Bluetooth-apparaat aankoppelen
(telefoon, mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree, audiobestanden
l eze n).
Zie voor meer informatie over de
"Verbindingen" de rubriek "Audio en
telematica". Als de autoradio is ingeschakeld en dit menu
is geselecteerd, kunt u het gesprekkenlogboek
weergeven en de adresboeken van de telefoon
opvragen.
Raadpleeg, voor meer informatie over de
functie "
te
lefoon" de rubriek "Audio en
telematica". Als dit menu is geselecteerd, hebt u toegang tot
de volgende functies:
-
"
Parameters van de auto definiëren",
-
"
ta
alkeuze",
-
"
Configuratie beeldscherm".
-
"
Comfort":
● "Ruitenw. aan bij achteruit".
R
aadpleeg voor meer informatie over de
ruitenwissers de rubriek " Verlichting en
zic ht ".
● "Parkeerhulp".
R
aadpleeg voor meer informatie over de
parkeerhulp de rubriek "Rijden".
● "Detectie verslapping aandacht".
R
aadpleeg voor meer informatie over
de detectie verslapping aandacht de
rubriek "Rijden".
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende systemen
van de auto in- en uitgeschakeld worden
(volgens uitvoering):
-
"
Verlichting" :
● "Follow-me-home
v
erlichting".
● "Instapverlichting".
Raadpleeg voor meer informatie over de
verlichting de rubriek " Verlichting en zicht".
Menu "Persoonlijke instelling - configuratie"
- "Toegang tot de auto" :
● "Afstandsbd.".
Raadpleeg voor meer informatie over de
afstandsbediening en in het bijzonder over
de selectieve ontgrendeling van portieren de
rubriek "
to
egang tot de auto". -
"
Hulp bij het rijden"
:
● "Autom.
n
oodremfunctie".
R
aadpleeg voor meer informatie
over Active Safety Brake de rubriek
"Rijden".
● "Snelheidsadviezen".
R
aadpleeg voor meer informatie over de
snelheidslimietherkenning de rubriek
"Rijden".
● "Bandenspanning".
R
aadpleeg voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem en
in het bijzonder over het resetten ervan
de rubriek "Rijden".
Instrumentenpaneel
SPORT
SPORT
212
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Schakelflippers aan de stuurkolom
In de stand M of D kan de bestuurder met de
schakelflippers handmatig schakelen.
F
B
eweeg de rechter flipper "+" kort naar
u toe om een hogere versnelling in te
schakelen.
F
B
eweeg de linker flipper "-" kort naar u toe
om een lagere versnelling in te schakelen.
Met de schakelflippers is het niet mogelijk de
neutraalstand en de achteruitversnelling in te
schakelen of uit de achteruitversnelling te schakelen.
To e t s " S p o r t "
In de volgende situaties raden wij u af het programma
Sport of het Driver Spor t Pack te gebruiken:
- gebruik van een andere stand van de gr ip
Control dan de standaardstand,
-
h
et minimumniveau van de brandstofvoorraad is
bereikt,
-
h
et minimumniveau van de AdBlue-voorraad is
bereikt.
Programma Sport
Als bij draaiende motor met deze toets het
Sport-programma wordt geactiveerd, schakelt
de transmissie bij een hoger toerental op zodat
een sportievere rijstijl mogelijk is.
Het programma wordt automatisch
uitgeschakeld bij het afzetten van het contact.
Als een aanhangwagen is aangekoppeld en
aangesloten op de trekhaakaansluiting, heeft
het indrukken van deze toets geen effect.
Door in de stand D deze toets in te
drukken wordt het programma Sport
geactiveerd.
De letter "S" wordt weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Driver Sport Pack
u kunt de functie activeren/deactiveren:
- d oor op deze toets te drukken,
of
-
v
ia de functie i-Cockpit Amplify , door
de configuratie van een sfeer via het
touchscreen te wijzigen.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken voor
meer informatie over het Driver Spor t Pack en
de functie i-Cockpit Amplify .
Het verklikkerlampje van de toets
brandt als het Driver Spor t Pack is
geactiveerd.
Rijden
218
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Schakelindicator*
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren
één of meer versnellingen op te schakelen.
u
kunt deze aanwijzingen opvolgen zonder
de tussenliggende versnellingen in te hoeven
schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen versnellingen
ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van
de optimale versnelling hangt namelijk altijd af van
de situatie op de weg, de verkeersdrukte en de
veiligheid. De bestuurder blijft derhalve altijd zelf
verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van
een schakeladvies van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
- u trapt het gaspedaal in.
V oorbeeld:
- u rijdt in de derde versnelling.
-
H
et systeem kan u in dit geval adviseren
een hogere versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel weergegeven.
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet worden ingeschakeld om het brandstofverbruik te reduceren.
Bij uitvoeringen met automatische
transmissie werkt dit systeem alleen in
de handbediende stand.
* Volgens motoruitvoering. Bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak kan naast de pijl ook
de geadviseerde versnelling worden
weergegeven.
Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl
van de bestuurder (veel vermogen
nodig, accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
d
e eerste versnelling in te
schakelen,
-
d
e achteruitversnelling in te
schakelen.
Werking
Bij de dieseluitvoeringen BlueHDi 135 en 150 met
han dgeschakelde versnellingsbak kan het systeem u
onder bepaalde rijomstandigheden verzoeken om de
versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, om het
tijdelijk afzetten van de motor mogelijk te maken (S
t
o
P
-
stand van het Stop & Start-systeem). In dat geval wordt
de letter N weergegeven op het instrumentenpaneel.
Rijden