
175
3008-2_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Zijairbags
De zijairbags beschermen de bestuurder en 
de voorpassagier bij een ernstige zijdelingse 
aanrijding om de kans op letsel te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van 
de rugleuning, aan de portierzijde.
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende 
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse 
aanrijding binnen (een gedeelte van) de 
impactzone opzij, loodrecht op de lengteas 
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de 
binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de 
inzittende voorin en het desbetreffende 
portierpaneel.
Window-airbags
De window-airbags helpen de bestuurder 
en passagiers (uitgezonderd de middelste 
passagier achter) te beschermen bij een 
ernstige zijdelingse aanrijding, om de kans op 
letsel aan de zijkant van het hoofd te verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de stijlen 
en in de hemelbekleding.
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met 
de zijairbag aan de desbetreffende zijde 
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse 
aanrijding binnen (een gedeelte van) de 
impactzone opzij (B), waarbij de krachten 
loodrecht op de lengterichting van de auto en 
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van 
de auto worden uitgeoefend.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de 
inzittenden voor en achter en de ruiten.
Storing
Als dit waarschuwingslampje gaat branden 
raadpleeg dan altijd het Pe ugeot-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats 
om het systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige 
aanrijding niet worden geactiveerd.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of 
bij over de kop slaan kan het zijn dat de 
airbags niet worden geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een 
frontale aanrijding worden de zij- en 
window-airbags niet geactiveerd.
5 
Veiligheid  

176
3008-2_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Adviezen
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken 
vast en laat uw handen niet op het 
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op 
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag afgaat, 
kunnen brandende sigaretten of een pijp 
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten 
in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op 
het stuur wiel of op het dashboard. Deze 
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel 
veroorzaken.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor 
goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie 
met actieve zijairbags gebruikt kunnen 
worden. Voor informatie over de stoelhoezen 
die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich 
wenden tot het P
e
ugeot
-
 netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de 
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van 
de airbags kunnen leiden tot verwondingen 
aan armen of borstkas.
ga n
iet onnodig dicht tegen het portierpaneel 
zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding; 
dit zou bij het afgaan van de window-airbags 
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak 
(indien aanwezig); deze maken deel uit van 
de bevestiging van de window-airbags.
Maak er een gewoonte van om normaal 
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde 
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag 
en de inzittenden (kinderen, huisdieren, 
objecten...) en bevestig niets in de buurt van 
de airbags of in het gebied waar de airbags 
afgaan. Dit kan de inzittende bij het afgaan van 
de airbag verwonden.
Verander niets aan de oorspronkelijke 
uitvoering van uw auto, voer met name geen 
wijzigingen door aan de onderdelen in de 
directe nabijheid van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto 
de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen 
uitsluitend door het P
e
ugeot
-
netwerk of 
door een gekwalificeerde werkplaats worden 
uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften 
worden nageleefd, blijft de kans bestaan op 
letsel of lichte brandwonden aan het hoofd, 
de borst of de armen als de airbag wordt 
geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer 
snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) 
en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij 
de warme gassen via de daarvoor bestemde 
openingen naar buiten stromen.
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags.
De portierpanelen van de voorportieren 
bevatten de zijdelingse schoksensoren van 
de auto.
Schade aan het portier of het uitvoeren van 
werkzaamheden (wijzigingen of reparaties) 
die niet aan de voorschriften voldoen, kan 
ertoe leiden dat deze sensoren niet meer 
goed werken - In dat geval werken de zij-
airbags mogelijk niet!
Laat werkzaamheden aan de voorportieren 
uitsluitend uitvoeren door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde 
werkplaats. 
Veiligheid  

351
3008-2_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
TVW
Z
U
Veiligheidsgordels ..........................16 8 -171, 183
Veiligheidsgordels achter  .....................169, 170
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen .....173 ,17 7 ,  
178 , 182 , 18 4 , 18 6 -188 , 19 0
Ventilatie
 ...............
.................. 10, 104 -10 6 , 108
Ventilatieroosters
 
.......................................... 104
Vergrendelen ....................................... 55, 61 , 63
Vergrendeling van binnenuit
 ........................... 68
V
erklikkerlampje remsysteem
 ......................... 26
V
erklikkerlampje service
 
................................. 23
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
 
............ 18
Verklikkerlampjes
 ........ 16, 
17 , 19 , 21, 22 , 25, 40
Verklikkerlampjes (status)
 
............................... 19
Verlichting
 
....................................................... 17
Verlichting bagageruimte
 
.............................. 140
Verlichting met "full led"-technologie
 
.... 151 , 323
Verlichting overdag
 
....................... 143, 323 , 324
Verplaatsbare vloerplaat 
 
.............................. 13 8
Versnellingshendel
 
......................................... 10
Versnellingshendel handgeschakelde  versnellingsbak
 
........................................... 210
Verversen
 
...................................................... 297
Vervoer van lange voorwerpen
 .................... 13
4
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
 
.............. 301
Verwarming
 ............................. 10, 
104 , 10 6 , 108
Visio Park
 
...................................... 265, 267 , 269
Voorgloeien (dieselmotor)
 ............................... 18
V
oorruitverwarming
 ...................................... 11
7
Voor stoelen
 
............................................... 90, 96
Voorzieningen achterin
 
................................. 13 3
Voorzieningen bagageruimte
 
....................... 13 5
Voorzieningen interieur
 ......................... 11
9, 120
tafe
ltje
 ................
.............................................
92tan
kbeveiliging ...............................
..............
282te
chnische gegevens 
...................
338-340, 342te
 laag brandstofniveau 
............................... 281
tel
efoon
 
........................................................ 12 2
t
e l l e r
 
................................................................ 12
te
mperatuurregeling ..................................... 111
ti
jdelijke bandenspanning (met set)
 
............. 312
ti
jd instellen
 
.................................................... 45
to
erenteller
 ..................................................... 12to
evoer van buitenlucht
 
................................ 111
to
uchscreen
 ....................... 42, 
48 , 50 , 102 , 121
tr
ailer Stability Management (
tS
M)
 
..... 160 , 163
trek
haak
 
...................................... 163, 19 6 , 284
trek
haak met afneembare kogel
 .................. 28
5
uit
schakelen airbag passagier
 ..................... 17
3
uS
B-aansluiting
 
............................................ 121 Waarschuwing oplettendheid bestuurder
 
.....
253
Waarschuwing rijtijd ...................................... 2 52
Waarschuwingssignaal sleutel in contact  ....
19 9
Wiel demonteren ............................... ............319
Wiel monteren
 
...............................................319
Wiel verwisselen
 
...........................................309
Window-airbags
 
....................................175, 176
Zekeringen
 
.................................................... 331
Zekeringen vervangen
 
..................................331
Zicht ............................................................... 11 6
Zicht naar voren 180°.................................... 269
Zij-airbags
 
............................................. 175, 176
Zijknipperlicht
 
................................................327
Zijspots
 
.................................................. 148, 327
Zonder gereedschap afneembare kogel
 ...... 28
5
Zonneklep
 
..................................................... 120
Zonnescherm
 .................................................. 84
Zu
inig rijden
 
 .................................................... 10
. 
Index