Page 65 of 566

63
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te
spelen om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en het zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar
worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact uitstaat.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsover wegingen (kinderen in de auto) de sleutel met afstandsbediening of de elektronische sleutel mee als u de auto verlaat,
zelfs al is dit voor korte duur.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel van het Keyless entry and start-systeem werkt in sommige gevallen niet correct in de nabijheid van elektronische
apparatuur: telefoon, laptop, sterke magnetische velden, ...
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot niet om de sleutel te ver wijderen en aan het stuur wiel te draaien om het stuurslot te activeren.
Sleutels, afstandsbediening, elektronische sleutel verloren
ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en indien mogelijk de sticker met de sleutelcode naar het Peugeot- netwerk.
Het Pe ugeot- netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en een nieuwe sleutel bestellen.
go
oi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal verzamelpunt.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door het Pe ugeot- netwerk in het elektronische geheugen van de auto opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw
bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.
2
toegang tot de auto
Page 66 of 566

64
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Noodprocedures
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- l ege batterij van de afstandsbediening,
-
s
toring van de afstandsbediening,
-
i
n een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u ook de batterij van
de afstandsbediening vervangen.
Raadpleeg daarvoor de desbetreffende rubriek.
In het tweede geval kunt u het probleem
mogelijk verhelpen door de afstandsbediening
te resetten.
Raadpleeg daarvoor de desbetreffende rubriek.Ontgrendeling
F Steek de sleutel in het portierslot.
F D raai de sleutel in de richting van de
voorzijde van de auto.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem knipperen
de richtingaanwijzers enkele seconden om aan te
geven dat de auto is ontgrendeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels automatisch uitgeklapt.
Als het alarm is ingeschakeld, klinkt de
sirene bij het openen van het portier.
De sirene stopt als het contact wordt
aangezet.
Enkelvoudige vergrendeling
F Steek de sleutel in het portierslot.
F D raai de sleutel in de richting van de
achterzijde van de auto.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem
knipperen de richtingaanwijzers enkele
seconden om aan te geven dat de auto is
vergrendeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels automatisch ingeklapt.
Als uw auto is uitgerust met het
alarmsysteem, wordt het alarm niet
ingeschakeld bij het vergrendelen met
de sleutel.
De auto volledig ontgrendelen/vergrendelen met de sleutel
toegang tot de auto
Page 67 of 566

65
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Supervergrendeling
Zonder centrale vergrendeling
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- storing van de centrale vergrendeling,
-
a
ccu losgekoppeld of ontladen.
Bestuurdersportier
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om deze te
vergrendelen, of in de richting van de
voorzijde om de auto te ontgrendelen.
Overige portieren
Ontgrendelen van een portier
F trek aan de binnenportiergreep van het
portier. Vergrendelen
F
o
p
en de portieren.
F
C
ontroleer bij de achterportieren of de
kinderbeveiliging niet is geactiveerd.
Raadpleeg daarvoor de desbetreffende rubriek.
F
V
er wijder de zwarte dop op de zijkant van
het portier met behulp van de sleutel.
F
S
teek de sleutel zonder te forceren in
het gat en beweeg, zonder de sleutel
te draaien, de pal zijwaarts richting de
binnenzijde van het portier.
F
V
er wijder de sleutel en breng de zwarte
dop aan.
F
S
luit de portieren en controleer van
buitenaf of de auto goed is vergrendeld.
F
S
teek de sleutel in het portierslot.
F
D
raai de sleutel in de richting van de
achterzijde van de auto om deze te
vergrendelen.
F
D
raai binnen 5 seconden de sleutel
nogmaals in de richting van de achterzijde
van de auto om de supervergrendeling in te
schakelen.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem gaan
bij de tweede handeling met de sleutel de
richtingaanwijzers enkele seconden branden
om aan te geven dat de supervergrendeling is
ingeschakeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels automatisch ingeklapt.
2
toegang tot de auto
Page 68 of 566
66
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Batterij vervangen
Als de batterij vervangen moet worden, wordt u gewaarschuwd door een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Uitvoering zonder Keyless entr y and star t
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.Uitvoering met Keyless entr y and star t
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats een nieuwe batterij met de juiste
polariteit in de houder.
F
D
ruk het deksel vast.
Na het vervangen van de batterij moet de
afstandsbediening worden gereset.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het resetten van de
afstandsbediening.
toegang tot de auto
Page 69 of 566

67
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Na het vervangen van de batterij of in het geval van een storing moet de afstandsbediening gesynchroniseerd worden.
Uitvoering met Keyless entry and
start-systeem
Synchroniseren van de afstandsbediening
Uitvoering zonder Keyless entry
and start-systeem
F Houd de elektronische sleutel tegen de noodsleutellezer op de stuurkolom tot u het
contact aanzet. F
Z
et het contact aan door op de " S TA R T/
STOP" -knop te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer volledig.
F
Z
et het contact uit.
F
Z
et het contact in stand 2 (contact A AN)
.
F
D
ruk direct gedurende enkele seconden op
het gesloten hangslot.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig. F
A
ls uw auto is uitgerust met een
handgeschakelde versnellingsbak, zet dan de
versnellingshendel in de neutraalstand en trap
vervolgens het koppelingspedaal volledig in.
F
A
ls uw auto is uitgerust met een
automatische transmissie, selecteer dan de
stand P en trap vervolgens het rempedaal
stevig in.
Raadpleeg als de storing na het resetten niet
is verholpen zo snel mogelijk het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
2
toegang tot de auto
Page 70 of 566

68
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Centrale vergrendeling
Handmatig
Ontgrendelen
Met deze functie kunnen de portieren en de achterklep van binnenuit worden vergrendeld of ontgrendeld.
VergrendelingBij vergrendeling/
supervergrendeling van
buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld
of de supervergrendeling is
ingeschakeld, knippert het rode lampje
en is de knop inactief.
F
A
ls de auto vergrendeld is, trek
dan aan de binnenportiergreep van
een van de portieren om de auto te
ontgrendelen.
F
A
ls de supervergrendeling is
ingeschakeld, moet u het Keyless
entry and start-systeem of de
geïntegreerde sleutel gebruiken om
de auto te ontgrendelen.
Automatisch
Deze functie, ook wel anti-overvalfunctie
genoemd, vergrendelt de auto automatisch
tijdens het rijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de Anti-overvalfunctie .
Als één van de portieren is geopend,
werkt de centrale vergrendeling van
binnenuit niet. F
D
ruk op deze knop om de auto te
vergrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat branden.
F Druk nogmaals op deze knop om de auto te ontgrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat uit.
toegang tot de auto
Page 71 of 566

69
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Inschakelen/Uitschakelen
Automatisch vergrendelen van de portieren
Werking
Deze functie zorgt ervoor dat de portieren en de achterklep automatisch en gelijktijdig worden vergrendeld vanaf een wagensnelheid van 10 km/h.
De automatische centrale vergrendeling werkt
niet als een van de portieren of de achterklep
is geopend.
Vervoer van lange of grote
voor werpen
Wanneer u wilt rijden met geopende
achterklep, dient u op de schakelaar
van de centrale vergrendeling
te drukken om de portieren te
vergrendelen. Wanneer u dit niet
doet, hoort u elke keer dat u de
10 km/h overschrijdt de vergrendeling
"terugspringen", met de bijbehorende
bovenstaande waarschuwingen.
Wanneer u nogmaals op de schakelaar
van de centrale vergrendeling drukt,
wordt de auto weer ontgrendeld.
Bij snelheden boven 10 km/h is dit
ontgrendelen slechts tijdelijk.
u
kunt de functie desgewenst permanent
inschakelen of uitschakelen. Het rijden met vergrendelde portieren
kan in noodgevallen de toegang tot
het interieur voor de hulpdiensten
bemoeilijken.
u zult de vergrendeling horen
"terugspringen", en op het
instrumentenpaneel gaat dit
lampje branden, in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding.
De status van de functie blijft nadat het contact
is afgezet opgeslagen in het geheugen.F
D ruk als het contact is
aangezet op deze knop tot er
een geluidssignaal klinkt en
er een melding ter bevestiging
verschijnt.
2
toegang tot de auto
Page 72 of 566

70
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
* Volgens uitvoering.
Alarm*
- uitwendige beveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
- interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegingen
in het interieur worden waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt.
- wegsleepbeveiliging**
Dit systeem treedt in werking als er veranderingen
in de wagenhoogte worden waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild,
verplaatst of aangestoten.
Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de accu,
de bedieningseenheid of de kabels van de
sirene uit te schakelen of te beschadigen.
Raadpleeg het Pe ugeot- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats alvorens u
wijzigingen aan het alarmsysteem aanbrengt.
** Volgens motoruitvoering.
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende
typen beveiliging:
toegang tot de auto