Page 89 of 566
87
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als u bij het vergrendelen van de
auto de vergrendelknop ingedrukt
houdt, worden de ruiten en het
schuif-/kanteldak gelijktijdig gesloten.
Vervolgens wordt ook het zonnescherm
gesloten. Het sluiten stopt als u de
vergrendelknop loslaat.
Laat, zelfs als u de auto slechts voor
een korte tijd verlaat, de elektronische
sleutel nooit in de auto achter.
Als er iets klem komt te zitten tijdens
de bediening van het schuif-/kanteldak
of het zonnescherm, moet u de
beweging ervan omdraaien door op de
desbetreffende schakelaar te drukken.
De bestuurder moet zich ervan
vergewissen dat de passagiers het
schuif-/kanteldak en het zonnescherm
correct bedienen.
Let vooral op kinderen tijdens het
bedienen van het schuif-/kanteldak of
het zonnescherm.
2
toegang tot de auto
Page 90 of 566

88
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Zitpositie
een goede zitpositie tijdens het rijden verbetert uw comfort en uw veiligheid.ook het zicht rondom en de bereikbaarheid van de bedieningsfuncties zijn erbij gebaat.
Comfort
Bestuurderszijde
Neem plaats op de stoel en zorg ervoor dat uw bekken,
uw rug en uw schouders goed tegen de rugleuning
steunen.
Stel de hoogte van de zitting zodanig af dat uw ogen zich
ter hoogte van het midden van de voorruit bevinden.
Zorg voor een afstand van ten minste 10 cm tussen uw
hoofd en het dak.
Zorg er bij het verstellen van de stoel in lengterichting
voor dat u de pedalen volledig kunt intrappen zonder uw
benen geheel te strekken.
Passagierszijde
Neem plaats op de stoel en zorg ervoor dat uw bekken,
uw rug en uw schouders goed tegen de rugleuning
steunen.
Zorg bij het verstellen van de stoel in lengterichting voor
een afstand van ten minste 25 cm tot het dashboard.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de bovenzijde
van de hoofdsteun zich ter hoogte van de bovenzijde
van het hoofd bevindt.
Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare stoelen eerst het contact aan
om de stoelen te kunnen verstellen.
Zorg voor een afstand van ten minste
10
cm tussen uw knieën en het dashboard,
voor een optimale bereikbaarheid van de
bedieningsfuncties van het dashboard.
Zet de rugleuning zo verticaal mogelijk; de
hoek mag niet groter zijn dan 25°.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Stel de lengte van de zitting af zodat uw
bovenbenen goed worden ondersteund.
Stel de lendensteun af op de vorm van uw
wervelkolom.
Stel het stuur wiel zodanig af dat er een afstand
van minimaal 25 cm is tussen het stuur wiel en
uw borstbeen, ter wijl u het stuur wiel met licht
gebogen armen kunt vasthouden.
Het stuur wiel mag het zicht op het
instrumentenpaneel niet ontnemen.ui t veiligheidsoverwegingen mogen de
stoelen uitsluitend bij stilstaande auto
worden versteld.
Bepaalde in deze rubriek beschreven afstelmogelijkheden van de stoelen zijn afhankelijk van het uitrustingsniveau en het land van verkoop.
ergonomie en comfort
Page 91 of 566
89
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Voordat u gaat rijden
Zet als uw auto is uitgerust met
elektrisch verstelbare buitenspiegels
eerst het contact aan om de
buitenspiegels te kunnen verstellen.
Tijdens het rijden
Stel de buitenspiegels en de binnenspiegel af
om de dode hoeken te minimaliseren.Houd u aan de voorgeschreven zitpositie en
houd het stuur wiel met beide handen vast op
"kwart over negen", zodat u op elk moment alle
bedieningsfuncties binnen handbereik hebt.
Doe uw veiligheidsgordel om: plaats het
schoudergedeelte van de gordel in het midden
van uw schouder en trek het heupgedeelte
goed aan ter hoogte van uw bekken.
Controleer of alle passagiers hun gordel goed
hebben omgedaan. Verstel de stoelen en het stuur wiel nooit
tijdens het rijden.
Houd uw voeten altijd op de vloer.
3
ergonomie en comfort
Page 92 of 566

90
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Vo or stoelen
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet
wordt verhinderd door personen of voorwerpen.
Kans op bekneld raken van de achterpassagiers of op blokkeren van de stoel als grote
voor werpen op de vloer achter de stoel zijn geplaatst.
Handmatig verstelbare
stoelen
1. Verstelling in lengterichting van de stoel
F B eweeg de stang omhoog en schuif de
stoel naar voren of naar achteren.
F
L
aat de stang los om de stoel in een van de
standen te blokkeren.
2. Hoogteverstelling van de zitting
F
B
eweeg de hendel zo vaak omhoog of
omlaag tot de gewenste hoogte is bereikt.
3. Verstelling van de hoek van de rugleuning
F
D
raai de draaiknop naar voren of naar
achteren tot de gewenste hoek is bereikt.
4. Hoogteverstelling van de hoofdsteun
Zie de desbetreffende rubriek.
5. Lendensteunverstelling
(alleen aan bestuurderszijde)
F
D
raai de draaiknop naar voren of naar
achteren om de mate van steun voor de
lendenen in te stellen.
ergonomie en comfort
Page 93 of 566
91
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Stoelen met AGR-kwaliteitslabel
Aanvullende verstelmogelijkheden
1. Verstelling van de lengte van de zitting
F trek de handgreep naar voren om
de zitting te ontgrendelen en beweeg
vervolgens het voorste deel van de zitting
naar voren of naar achteren.
2.
E
lektrische verstelling van de hoek van
de zitting
F
H
oud het voorste of achterste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om het voorste
deel van de zitting omhoog of omlaag te
bewegen.
3. Elektrische lendensteunverstelling
Met deze schakelaar kan de lendensteun zowel
in diepte als in hoogte worden ingesteld.
F
H
oud het voorste of het achterste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de mate
van steun voor de lendenen te vergroten of
te verkleinen.
F
H
oud het bovenste of het onderste
gedeelte van de schakelaar ingedrukt
om het drukgedeelte van de lendensteun
omhoog of omlaag te bewegen.
3
ergonomie en comfort
Page 94 of 566

92
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Voorpassagiersstoel als tafeltje gebruiken
De rugleuning van de voorpassagiersstoel kan
volledig worden neergeklapt en in die stand
worden vergrendeld.
Als ook de rugleuning van de achterbank is
neergeklapt, is dit een praktische functie voor
het vervoer van lange en grote voorwerpen.
Voordat u de rugleuning neerklapt:
F
z
et de hoofdsteun omlaag,
F
s
chuif de stoel naar achteren zodat de
hoofdsteun langs het dashboard kan
bewegen,
F
z
et de stoel in de laagste stand,
F
c
ontroleer of er niets in de weg zit bij
het neerklappen van de rugleuning
(veiligheidsgordel, kinderzitje, kleding,
tassen...).
Neerklappen van de rugleuning
F trek de hendel volledig omhoog om de rugleuning te ontgrendelen.
F
K
lap de rugleuning volledig neer.
In deze stand kan de rugleuning worden
belast met een gewicht van maximaal
30 kg .
Als de rugleuning van de
voorpassagiersstoel is neergeklapt,
mag uitsluitend de buitenste zitplaats
achter de bestuurder door een
passagier worden gebruikt.
Rechtop zetten van de rugleuning
F trek de hendel volledig omhoog om de
rugleuning te ontgrendelen.
F
B
eweeg de rugleuning omhoog en naar
achteren tot hij wordt vergrendeld.
F
C
ontroleer of de rugleuning goed is
vergrendeld.
ergonomie en comfort
Page 95 of 566

93
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Hoofdsteunen vóór
In hoogte verstellen
Omhoog:
F t rek de hoofdsteun omhoog tot de
gewenste hoogte; een klik geeft aan dat de
hoofdsteun is vergrendeld.
Omlaag:
F
d
ruk de blokkeerpal A in en duw de
hoofdsteun omlaag tot de gewenste
hoogte.
De hoofdsteun staat in de juiste stand
als de bovenzijde van de hoofdsteun
zich ter hoogte van de bovenzijde van
het hoofd bevindt.
Een hoofdsteun verwijderen
F Beweeg de hoofdsteun omhoog tot tegen de aanslag.
F
D
ruk de blokkeerpal A in om de hoofdsteun
te ontgrendelen en trek hem helemaal
omhoog.
F
Berg om veiligheidsredenen de hoofdsteun op.
Een hoofdsteun aanbrengen
F Steek de pennen van de hoofdsteun in de geleiders van de desbetreffende
rugleuning.
F
D
uw de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
F
D
ruk de blokkeerpal A in en duw de
hoofdsteun omlaag.
F
S
tel de hoogte van de hoofdsteun af.
ga
nooit rijden als de hoofdsteunen
zijn ver wijderd. Deze moeten zijn
aangebracht en correct zijn afgesteld
voor de desbetreffende inzittende.
3
ergonomie en comfort
Page 96 of 566
94
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Zorg er bij het verstellen van de stoel
naar achteren voor dat het schuiven
van de stoel niet wordt verhinderd door
personen of voorwerpen.
Kans op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van
de stoel als grote voor werpen op de
vloer achter de stoel zijn geplaatst. De stoel kan elektrisch worden versteld
als het contact aan staat of, wanneer de
auto is overgegaan op de eco-modus,
als de motor is gestart.
De stoel kan tot ongeveer één
minuut na het openen van het
bestuurdersportier of het afzetten van
het contact elektrisch worden versteld.
Elektrisch verstelbare
bestuurdersstoel
ergonomie en comfort