Page 97 of 566

95
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
1. Verstelling van de hoek en hoogte van de zitting / Verstelling in lengterichting van
de stoel
F
B
eweeg het voorste deel van de
schakelaar omhoog of omlaag tot de
gewenste hoek van de zitting is bereikt.
F
B
eweeg het achterste deel van de
schakelaar omhoog of omlaag om de
zitting in hoogte te verstellen.
F
B
eweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel naar voren of naar
achteren te bewegen.
2. Verstelling van de hoek van de rugleuning
F
B
eweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren tot de gewenste hoek van de
rugleuning is bereikt. 3. Hoogteverstelling van de hoofdsteun
Zie de desbetreffende rubriek.
4.
V
erstelling van de lengte van het voorste
deel van de zitting
F
t
rek
de handgreep naar voren om
de zitting te ontgrendelen en beweeg
vervolgens het voorste deel van de zitting
naar voren of naar achteren.
5. Lendensteunverstelling
Met de schakelaar kan de lendensteun zowel in
diepte als in hoogte worden ingesteld.
F
H
oud de schakelaar naar voren of naar
achteren gedrukt om de lendensteun te
vergroten of te verkleinen.
F
H
oud de schakelaar omhoog of omlaag
gedrukt om het drukgedeelte van de
lendensteun naar boven of naar onderen te
bewegen.
3
ergonomie en comfort
Page 98 of 566

96
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Opslaan van zitposities in
het geheugen
Deze functie, die is gekoppeld aan de elektrisch
verstelbare bestuurdersstoel, biedt de mogelijkheid
om twee standen van de bestuurdersstoel in het
geheugen op te slaan. Dit vergemakkelijkt het
instellen van de stoel als de auto regelmatig door
een andere bestuurder wordt gebruikt.
Naast de stand van de elektrisch verstelbare stoel
wordt ook die van de buitenspiegels opgeslagen.Opslaan van een zitpositie
Met de knoppen M / 1 / 2
F N eem plaats op de bestuurdersstoel.
F
Z
et het contact aan.
F
Z
et uw stoel en de buitenspiegels in de
gewenste stand.
F
D
ruk op de knop M en vervolgens binnen
4
seconden op de knop 1 of 2 .
ee
n geluidssignaal geeft aan dat de zitpositie is
opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand
annuleert de vorige, in het geheugen
opgeslagen stand.
u
kunt de beweging onderbreken door
op de knop M , 1 of 2 te drukken of
door een van de schakelaars van de
stoelverstelling te bedienen.
u
kunt een zitpositie niet oproepen
tijdens het rijden.
Het opvragen van een opgeslagen
zitpositie is tot ongeveer 45 seconden na
het afzetten van het contact mogelijk.
Oproepen van een opgeslagen
zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F D ruk op de knop 1 of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
ee
n geluidssignaal geeft aan dat de
opgeslagen zitpositie is ingenomen.
ergonomie en comfort
Page 99 of 566

97
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Stoelverwarming
De functie werkt alleen als de motor draait.
Inschakelen
F Druk op de toets voor uw stoel.
F el ke keer dat u op de toets drukt, wijzigt
de sterkte van de ver warming; het
bijbehorende aantal verklikkerlampjes gaat
branden:
● 1
verklikkerlampje = zwak.
● 2
verklikkerlampjes = gemiddeld.
● 3
verklikkerlampjes = sterk.
ge
bruik de functie niet als de stoel niet
wordt gebruikt.
Verlaag de sterkte van de ver warming
zodra dat mogelijk is.
Als de temperatuur van de stoel en
die van het interieur een aangenaam
niveau hebben bereikt, kunt u de functie
uitschakelen; een lager stroomverbruik
zorgt voor een lager brandstofverbruik.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op de toets tot alle verklikkerlampjes uit zijn.
De status van de functie wordt niet opgeslagen
bij het afzetten van het contact. Langdurig gebruik op de maximale
stand wordt afgeraden voor personen
met een gevoelige huid.
Kans op brandwonden bij personen
met een verminderd gevoel van warmte
(door ziekte, medicijngebruik, enz.).
Kans op oververhitting van het systeem
bij het gebruik van isolerend materiaal,
zoals zitkussens of stoelhoezen.
ge
bruik de functie niet:
- a ls uw kleding nat is,
- a ls een kinderzitje op de stoel is
bevestigd.
om b
eschadiging van het
verwarmingselement te voorkomen:
-
p
laats geen zware voor werpen op
de stoel,
-
g
a niet op uw knieën op de stoel
zitten of erop staan,
-
z
et of leg geen scherpe voor werpen
op de stoel,
-
m
ors geen vloeistoffen.
om k
ortsluiting te voorkomen:
-
m
aak de stoel niet schoon met een
vloeibaar middel,
-
g
ebruik de stoelver warming nooit
als de stoel nat is.
3
ergonomie en comfort
Page 100 of 566

98
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Systeem waarbij kan worden gekozen uit
verschillende massagesoorten en waarbij de
intensiteit van de massage kan worden ingesteld.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en in de
S
t
o
P
-stand van het Stop & Start-systeem.
Inschakelen / instellen
Via het touchscreen kunnen de instellingen van
de massagefunctie worden aangepast.
De functie kan rechtstreeks worden
ingeschakeld met de schakelaar van de
voorstoel of door een persoonlijke ambiance
van de functie i-Cockpit Amplify te activeren.
Meerkeuzemassagefunctie
F Druk op deze schakelaar; het
verklikkerlampje ervan gaat
branden.
De functie wordt onmiddellijk geactiveerd waarbij
de laatst opgeslagen instellingen worden gebruikt.
Bovendien wordt de pagina voor het wijzigen van
de instellingen geopend op het touchscreen.
Als de instellingen naar uw zin zijn, hoeft u niets te
doen en zal deze pagina automatisch weer sluiten. Als u de instellingen wilt wijzigen:
F
se lecteer een andere soort massage;
u hebt de keuze uit vijf soorten,
F
s
electeer een intensiteit voor de massage;
u hebt de keuze uit drie vooraf bepaalde
instellingen " 1" (Licht), " 2" (Normaal)
of " 3" (Sterk).
De wijzigingen worden onmiddellijk
doorgevoerd.
Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt
een één uur durende massagecyclus gestart,
bestaande uit sessies van 6 minuten massage
en 3 minuten pauze.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld
aan het einde van de cyclus; het
verklikkerlampje van de schakelaar gaat uit.
De meerkeuzemassagefunctie wordt
ook aangestuurd door de functie
i-Cockpit Amplify
.
Met de schakelaar van de voorstoel:
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de functie i- Cockpit
Amplify
.
ergonomie en comfort
Page 101 of 566

99
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en trek aan de hendel om het stuurwiel te ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.
F
D
ruk de hendel goed vast om het stuur wiel
te vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto.
De buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt voor het parkeren in een smalle
straat.
Buitenspiegels
Ontwaseming/ontdooiing
Als uw auto voorzien is van
spiegelver warming, kunt u deze
inschakelen door op de toets van de
achterruitverwarming te drukken.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
achterruitverwarming .
Verstellen
F Zet de knop A naar links of rechts om de
desbetreffende spiegel te selecteren.
F
D
uw de knop B in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop A weer in het midden.
De waargenomen objecten in de buitenspiegels
lijken verder af dan ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
uit veiligheidsoverwegingen moet u de
spiegels zo afstellen dat de dode hoek
minimaal is.
3
ergonomie en comfort
Page 102 of 566

100
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
gedeactiveerd door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Uitklappen
F Van buitenaf: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de
middelste stand naar achteren.
Automatisch kantelen buitenspiegels
bij het achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het achteruit
inparkeren naar de grond worden gericht.
Zodra bij draaiende motor de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, wordt het spiegelglas van de
spiegels naar de grond gericht.
Ze keren terug naar de oorspronkelijke stand:
-
e
nkele seconden nadat uit de
achteruitversnelling is geschakeld,
-
z
odra sneller wordt gereden dan 10 km/h,
-
a
ls de motor wordt afgezet.Deze functie kan worden in-/
uitgeschakeld via het menu Rijden
van het touchscreen.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van de
schakelaar A, worden ze niet automatisch uitgeklapt als de
auto wordt ontgrendeld.
t
rek
nogmaals de schakelaar
A
naar achteren om de buitenspiegels uit te klappen.
Inklappen
F Van buitenaf: vergrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de
middelste stand naar achteren. F
S
electeer het tabblad "Parameters" en
vervolgens " Comfort" en "Automatische
afstelling buitenspiegel bij inschakelen
achteruitversnelling ".
ergonomie en comfort
Page 103 of 566
101
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een antiverblindingsstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder
minder hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de koplampen van achteropkomend verkeer.
Handmatige binnenspiegel
Verstellen
F S tel de spiegel af als deze in de dagstand
staat.
Dag-/nachtstand
F
t
r
ek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
"Elektrochromatische"
binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de
dagstand gezet voor een maximaal
zicht naar achteren.
3
ergonomie en comfort
Page 104 of 566

102
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Functie i-Cockpit Amplify
Met deze functie kunt u twee ambiances voor het rijden kiezen.
Beide ambiances worden gekenmerkt door specifieke instellingen van de uitrustingselementen.
Deze ambiances kunt u via het touchscreen aan uw persoonlijke smaak aanpassen.
Inhoud van een ambianceOpenen van de startpagina van de functie i-Cockpit Amplify
Rechtstreeks via deze toets
Via het menu Toepassingen
ee
n ambiance wordt bepaald door de instellingen
van de volgende uitrustingselementen:Activeren van een ambiance
Vanaf de startpagina:
F S electeer een ambiance: "Relax" of
"Boost" .
Afhankelijk van de gekozen instellingen
voor de ambiance worden de verschillende
uitrustingselementen direct geactiveerd.
Deactiveren van een ambiance
Vanaf de startpagina:
F D ruk op "Deactiveer de ambiance" .
of
F
S
electeer de andere ambiance.
De ambiance wordt automatisch gedeactiveerd
bij het afzetten van het contact.
F
Sel
ecteer "
i-Cockpit Amplify ".
-
s
feerverlichting van het interieur,
(inschakelen / uitschakelen en
instellen van de lichtsterkte).
-
geluidssfeer,
(selecteren van een vooraf bepaalde
instelling van de equalizer van het
audiosysteem).
-
parfumeur,
(inschakelen / uitschakelen, selecteren
van de geur en instellen van de intensiteit
van de verspreiding van de geur).
- meerkeuzemassagefunctie,
(selecteren van de stoel, inschakelen /
uitschakelen, selecteren van het soort
massage en de intensiteit van de
m a s s a g e).
-
D
river Sport Pack,
(inschakelen / uitschakelen).
ergonomie en comfort