2017 Peugeot 3008 Hybrid 4 Handleiding (in Dutch)

135
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Voorzieningen van de bagageruimte
1. Bagageafdekking
2. 12V-aansluiting (120 W )
3.
B

agageruimteverlichting
4.
S

chakelaars voor neerklappen
zitplaatsen achter
5.
H

aken
6.
Sj

orogen
7.
V

erplaatsbare vloer bagageruimte
(2 standen)
8.
O

pbergvak / Gereedschapskist onder
de vloer
Aan de sjorogen kunt u verschillende
soorten bagagenetten bevestigen om
bagage op zijn plaats te houden.
Deze netten zijn als optie of accessoire
l eve r b a a r.
Raadpleeg het P
e

ugeot
-
netwerk voor
meer informatie.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het plaatsen
van het bagagenet voor hoge belading.
3
ergonomie en comfort

136
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Bagageafdekscherm
Het bagageafdekscherm bestaat uit twee
delen:
-
e
en vast gedeelte met een open
opbergvak,
-

e
en bewegend gedeelte met een open
opbergvak, dat bij het openen van de
achterklep mee omhoog gaat. Verwijderen van het bagageafdekscherm:
F
m aak de twee koorden los,
F

t
il het bewegende gedeelte iets op en maak
het aan beide zijden los.
F

m
aak het vaste gedeelte aan beide zijden
los en verwijder het bagageafdekscherm.
Het bagageafdekscherm kan onder de vloerplaat
van de bagageruimte worden opgeborgen.
Let op: bij hard remmen kunnen op
het bagageafdekscherm geplaatste
voorwerpen veranderen in gevaarlijke
projectielen.
12V-aansluiting
F Ver wijder de dop en sluit een geschikte adapter aan om een 12V-accessoire
(max. vermogen: 120 W) aan te sluiten.
F

Z
et het contact aan.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door P
e

ugeot is
goedgekeurd, zoals een lader met
uS

B-aansluitingen, kan leiden tot
storingen in de werking van de
elektrische componenten van de auto,
zoals een slechte radio-ontvangst
of storingen in de weergave van de
displays.
ergonomie en comfort

137
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Bagagenet voor hoge belading
Met dit uitneembare bagagenet kan de auto tot
aan het dak worden beladen:
-
a
chter de voorstoelen (1
e zitrij) wanneer de
achterbank is neergeklapt,
-

a

chter de achterstoelen (2
e zitrij) wanneer
de bagageafdekking is verwijderd.
Het net beschermt de inzittenden bij plotseling
remmen.
Achter de voorstoelen
F Klap de achterstoelen neer.
F V erwijder aan weerszijden de afdekplaatjes
bovenaan bij de hemelbekleding.
F

P
laats de bovenste haken van het net één
voor één in de hemelbekleding.
F

B
evestig de riemen van het net aan
de onderste bevestigingspunten op de
buitenste rails van de voorstoelen.
F

S
pan het net met behulp van de riemen.
Achter de achterstoelen
F Verwijder de bagageafdekking.
F V erwijder aan weerszijden de afdekplaatjes
bovenaan bij de hemelbekleding.
F

P
laats de bovenste haken van het net één
voor één in de hemelbekleding.
F

B
evestig de riemen van het net aan de
onderste sjorogen op de zijwanden van de
bagageruimte.
F

S
pan het net met behulp van de riemen.
Als het net is geplaatst, kunnen de
rugleuningen van de achterstoelen
probleemloos worden opgeklapt.
3
ergonomie en comfort

138
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Verplaatsbare vloerplaat
De vloerplaat kan met behulp van de steunen
aan de zijkant in twee standen worden gezet,
waarmee u de bagageruimte naar wens kunt
indelen:
-
H
oogste stand ( maximaal 100 kg ): met de
achterbank neergeklapt ontstaat zo een
vlakke laadvloer tot aan de voorstoelen.
-

L
aagste stand ( maximaal 150 kg ):
maximale inhoud van de bagageruimte. Hoogteverstelling:
F
D uw de vloerplaat zo ver mogelijk naar
voren en gebruik de steunen aan de zijkant
om de vloerplaat in de gewenste stand te
zetten.
Vastzetten in de opgetilde stand:
F
t
i
l de vloerplaat vanuit de hoge stand op
tot de bagage-afdekplaat.
F

H
aal de vloerplaat langs de uittrekbare
steunen en laat de vloerplaat hierop rusten.
Bij bepaalde uitvoeringen kan de
verplaatsbare vloerplaat niet in de
laagste stand worden gezet.
ergonomie en comfort

139
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Verschuifbare vloerplaat
F Druk als de vloerplaat in de hoge stand ligt de handgreep in en trek de vloerplaat naar
u toe tot hij stuit.
Deze stand vergemakkelijkt het in- en uitladen
van de bagageruimte.
Max. belasting: 100 kg .
Opbergbak
F til de vloerplaat van de bagageruimte
zover mogelijk op voor toegang tot de
opbergbak. Hierin vindt u, afhankelijk van de uitvoering:
-
e en noodreparatieset voor een lekke band,
met het boordgereedschap,
-

e
en reservewiel met het
boordgereedschap.
Hierin kan ook de bagageafdekking worden
opgeborgen.
3
ergonomie en comfort

140
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Verlichting bagageruimte
De verlichting van de bagageruimte gaat
automatisch branden zodra de bagageruimte wordt
geopend en dooft zodra deze wordt gesloten.
De brandduur van de bagageruimteverlichting
hangt af van de situatie:
-
b
ij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
-

i
n de eco-modus: ongeveer 30 seconden,
-
b

ij draaiende motor: onbeperkt.
ergonomie en comfort

141
3008-2_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Zonder automatische inschakeling
Met automatische inschakeling
F Draai aan de ring A om het symbool van de
gewenste stand tegenover het merkteken te zetten.
Lichtschakelaar
Lichten uit (contact afgezet)/
Dagrijverlichting (draaiende motor).
Automatische verlichting.
Verlichting overdag / Dimlicht /
gro

otlicht.
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Verklikkerlampjes
Selecteren van de stand van de
hoofdverlichting
een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Overschakelen van dim- naar grootlicht
F trek de hendel B naar u toe om over te
schakelen van dim- naar grootlicht en
terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Hoofdverlichting
"Highway"-functie
Bij de uitvoeringen met "Full
led"-koplampen wordt vanaf een
wagensnelheid van 110 km/h het bereik
van de lichtbundel van de dimlichten
automatisch vergroot.
ee

n defecte lamp wordt gesignaleerd
door het permanent branden van dit
verklikkerlampje in combinatie met
de weergave van een melding en een
geluidssignaal.
4
Verlichting en zicht

142
3008-2_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts, zijn de
mistlampen vóór en het mistachterlicht
verblindend voor medeweggebruikers
en daarom niet toegestaan.
u
moet zelf inschatten wanneer u
de mistverlichting moet inschakelen,
omdat mogelijk de lichtsterktesensor
van de automatische verlichting
ondanks eventueel aanwezige mist toch
voldoende licht kan constateren.
Vergeet niet de mistverlichting uit te
zetten zodra deze niet meer nodig is.
Mistverlichting
Mistachterlicht
De mistlampen vóór en het mistachterlicht kunnen alleen worden
ingeschakeld als het parkeerlicht, dimlicht of grootlicht is ingeschakeld.
Mistlampen vóór en
mistachterlicht
Het mistachterlicht kan alleen worden ingeschakeld
als het dimlicht of grootlicht is ingeschakeld.
Draai de ring C kor t:
F n aar voren om het mistachterlicht in te
schakelen,
F

n
aar achteren om het mistachterlicht uit te
schakelen. Draai ring C
:
F é én keer kort naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
F

t
wee keer kort naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen,
F

é
én keer kort naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen.
F

t
wee keer kort naar achteren om de
mistlampen voor uit te schakelen.
Verlichting en zicht