81
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Noodbediening
Ontgrendelen
F Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar links.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen. Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing van de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
Adviezen met betrekking tot de functie "Handsfree
toegang"
Als de achterklep ondanks meerdere
trapbewegingen niet opent, wacht dan enkele
seconden alvorens het opnieuw te proberen.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld bij zware
regenval en als er een laag sneeuw op de achterklep ligt.
Als de functie niet werkt, controleer dan of de
werking van de elektronische sleutel niet wordt
gehinderd door elektromagnetische straling
(smar tphone, ...).
De functie werkt mogelijk minder goed als u
een beenprothese draagt.
Deze functie werkt mogelijk niet correct als uw
auto is voorzien van een trekhaak. In bepaalde gevallen kan de achterklep
ongewenst openen of sluiten, met name als:
-
u
w auto is voorzien van een trekhaak,
-
u e
en aanhangwagen aan- of loskoppelt,
-
u
een fietsendrager monteert of verwijdert,
-
u f
ietsen op een fietsendrager plaatst of
van een fietsendrager afhaalt,
- u i ets achter de auto neerzet of optilt,
-
e
en dier de achterbumper nadert,
-
u u
w auto wast,
-
e
r onderhoud aan de auto wordt
uitgevoerd,
-
u h
et reservewiel tevoorschijn haalt
(afhankelijk van de uitvoering).
Houd om dit te voorkomen de elektronische
sleutel buiten het detectiegebied of schakel de
functie "Handsfree toegang" uit.
Zorg ervoor dat niets of niemand het
sluiten en openen van de achterklep
kan hinderen.
Let goed op kinderen tijdens de
beweging van de achterklep.
2
toegang tot de auto
121
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Als de draagbare apparatuur op de uSB-aansluiting is aangesloten, kan
de apparatuur automatisch worden
opgeladen.
ti
jdens het opladen wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik
van het apparaat hoger is dan de door
de auto geleverde stroomsterkte.
Raadpleeg het desbetreffende audiogedeelte
voor meer informatie over de "Audio en
telematica" en de
u
S
B-aansluiting.
De
u
S
B-aansluiting kan ook worden gebruikt
om een smartphone via MirrorLink™ of
CarPlay
® te verbinden, zodat u bepaalde apps
van uw smartphone op het touchscreen kunt
weergeven.
USB-aansluiting
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een iPod® of een uSB-stick.
Dankzij de aansluitmodule kunt u de
audiobestanden op uw draagbare apparaat
beluisteren via de luidsprekers van uw
autoradio.
u
kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of het bedieningspaneel van
de autoradio.
3
ergonomie en comfort
122
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Draadloze lader
Werking
De lader werkt als de motor draait en in de
St oP -stand van het Stop & Start-systeem.
Het opladen wordt aangestuurd door de smartphone.
Met dit systeem kan externe apparatuur, zoals
een smartphone, door middel van magnetische
inductie draadloos worden opgeladen. Het
systeem voldoet aan de norm Qi 1.1.
Het op te laden apparaat moet zelf compatibel
zijn met de Qi-norm of moet zijn voorzien van
een compatibele hoes of houder.
Het laadgedeelte is te herkennen aan het
symbool Qi.
Bij uitvoeringen met keyless entry and start
kan de werking van de lader tijdelijk worden
gestoord bij het openen van een portier of bij
het afzetten van het contact.
Premium hifisysteem
FOCAL®
uw auto is uitgerust met een hifi-
geluidsinstallatie van de al meer dan 35 jaar
bestaande Franse luidsprekerfabrikant
F
o
C
AL
® die wereldwijd befaamd is om
zijn gepatenteerde innovaties en unieke
geluidskwaliteit. Dankzij de 10 luidsprekers met exclusieve
technologieën van F
oC
AL
® kunt u genieten van
een puur en ver fijnd geluid in de auto:
-
Hifi-woofers/middentonenluidsprekers:
Polyglass-technologie voor een optimale
balans en precisie van het geluid.
-
t
N
F-tweeters: technologie met
omgekeerde aluminium conussen voor een
optimale spreiding van het geluid en uiterst
verfijnde hoge tonen.
-
S
ubwoofer: technologie met drievoudige
spoel Power Flower™ 200 mm voor een
per fecte, dynamische weergave van de
lage tonen.
-
A
ctieve 515 W 12-kanaals versterker:
hybride technologie met een combinatie
van klasse AB en klasse D voor volle en
verfijnde hoge tonen en krachtige bassen.
ergonomie en comfort
5
.
Audio en telematica
Stuurkolomschakelaars
Media
(kort indrukken): veranderen
van multimediabron.
Te l e f o o n
(kort indrukken): gesprek
aannemen.
Tijdens telefoongesprek
(kort
indrukken): toegang tot het
telefoonmenu.
Te l e f o o n
(ingedrukt houden):
inkomend gesprek weigeren, gesprek
beëindigen; als de telefoon niet
wordt gebruikt: toegang tot het menu
Te l e f o o n .
Verlagen van het geluidsvolume.
Gesproken commando's
:
Kor t indrukken: gesproken
commando's van het systeem.
Ingedrukt houden: gesproken
commando's van de smartphone via
het systeem.
Geluid onderbreken/herstellen.
Of
Geluid onderbreken door tegelijkertijd
op de toetsen voor het verhogen en
verlagen van het geluidsvolume te
drukken.
Geluid herstellen door op een van de
twee toetsen van het geluidsvolume
te drukken.
Radio
(draaien): automatisch zoeken
van de vorige/volgende zender.
Media
(draaien): vorige/volgende
track, scrollen door lijsten.
Kor t indrukken
: bevestigen van een
selectie; indien niets geselecteerd:
toegang tot de geheugens.
Radio
: weergeven van de zenderlijst.
Media
: weergeven van de track list.
Radio
(ingedrukt houden): bijwerken
van de zenderlijst.
Verhogen van het geluidsvolume.
6
12:13 18,5 21,5 23 °C
21,518,5
12:1323 °C12:13 18,5 21,5 23 °C
12:13 18,5 21,5 23 °C
Audio en telematica
Online navigatie
Rijden
Connect-App
Instellen van de navigatie en kiezen van de
bestemming.
Gebruiken van de beschikbare realtime-
diensten, afhankelijk van de uitrusting.
Activeren, deactiveren en configureren van
bepaalde functies van de auto.
Gebruiken van bepaalde apps van de
smartphone met internetverbinding, via
CarPlay
® of MirrorLink TM .
Controleer de Bluetooth®- en Wi-Fi-verbinding
van uw smartphone.
Menu's
Airconditioning
Instellen van de temperatuur en de
aanjagersnelheid.
Afhankelijk van de uitvoering
31
.
Audio en telematica
Om veiligheidsredenen is het gebruik
van een smartphone tijdens het
rijden verboden. Het gebruik van
de smartphone vraagt namelijk veel
aandacht van de bestuurder.
De handelingen moeten dan ook bij
stilstaande auto
worden uitgevoerd.
Verbinding voor online navigatie
Werkingsprincipes en normen
zijn permanent aan verandering
onderhevig. Om te zorgen voor een
optimale communicatie tussen de
smartphone en het systeem, adviseren
wij u om het besturingssysteem van
uw smar tphone en de datum en tijd
op zowel de smar tphone als het
systeem up to date te houden.
Met online navigatie beschikt u over de
volgende diensten.
Een pakket online ser vices:
- Weer,
- Ta n k s t a t i o n s ,
- Parkeerplaatsen,
- Ver keer,
- zoaken naar lokale POI's.
Een pakket "Gevarenzone" (optioneel). Activeer de Bluetooth-functie van de
telefoon en maak hem "zichtbaar"
(zie de rubriek "Connect-App").
Sluit de USB-kabel aan.
De smartphone bevindt zich in de laadmodus
als hij via de USB-kabel is verbonden.
Het systeem is automatisch
verbonden met het geïntegreerde
modem voor de diensten "Urgence-
en Assistance-oproep", een
verbinding maken via de smartphone
van de gebruiker is niet nodig.
Als "TOMTOM TR AFFIC" wordt
weergegeven, zijn de diensten
beschikbaar.
Voor de online navigatie kunt u
gebruikmaken van de internetverbinding
van de auto (via de diensten "Urgence-
of Assistance-oproep") of uw
smartphone als modem gebruiken.
Activeer en configureer het delen
van de internetverbinding van uw
smartphone.
Beperkingen m.b.t. het gebruik:
- Met CarPlay
®
kan uitsluitend de
wifi-verbinding worden gedeeld.
- Met MirrorLink
TM
kan uitsluitend de
USB-verbinding worden gedeeld.
De kwaliteit van de diensten is
afhankelijk van de kwaliteit van het
netwerk. Selecteer een door het systeem
gevonden wifi-netwerk en maak
hier verbinding mee (zie de rubriek
"Connect-App").
USB-verbinding
Internetverbinding via het
systeem van de auto
Internetverbinding via de mobiele
telefoon van de gebruiker
Bluetooth-verbinding
Wifi-verbinding
42
Audio en telematica
CarPlay ®
-verbinding voor smartphones
43
.
2
Audio en telematica
Om veiligheidsredenen is het gebruik
van een smartphone tijdens het
rijden verboden. Het gebruik van
de smartphone vraagt namelijk veel
aandacht van de bestuurder.
De handelingen moeten dan ook bij
stilstaande auto
worden uitgevoerd.
Door de smartphone met het systeem
te synchroniseren kunnen apps van
de smartphone op het scherm van
de auto worden weergegeven. Deze
apps moeten compatibel zijn met
de CarPlay
® -technologie en op de
smartphone moet de functie CarPlay ®
zijn geactiveerd.
Werkingsprincipes en normen
zijn permanent aan verandering
onderhevig. Houd daarom het
besturingssysteem van uw
smar tphone up to date.
Ga naar de landelijke internetsite van
het merk van uw auto om te zien welke
smartphones compatibel zijn.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone
bevindt zich in de laadmodus als hij via
de USB-kabel is verbonden.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone
bevindt zich in de laadmodus als hij via
de USB-kabel is verbonden.
Druk op " Te l e f o o n
" om de
CarPlay ® -interface weer te geven.
Druk op " CarPlay
" om de CarPlay
®
-
inter face weer te geven.
Bij het aansluiten van de USB-kabel
verbreekt de CarPlay
® -functie de
Bluetooth ® -verbinding van het systeem.
Druk op het scherm van het
systeem op " Connect-App
" om de
hoofdpagina weer te geven.
Of
Druk op " Connectiviteit
" om naar
de functie CarPlay
® te gaan.