Page 257 of 332

Vervanging zekering
328) 329) 330) 331) 332) 333)
179)
1. Zet altijd, voordat u een zekering
vervangt, het desbetreffende elektrische
circuit uit en zet de contactschakelaar
in de stand "LOCK" of de
bedieningsmodus op "OFF".
2. Neem de zekeringtrekker (A) uit de
binnenkant van het zekeringenkastje in
de motorruimte.
3. Raadpleeg de tabel met de
belastingscapaciteit van de zekering,
om de zekering te controleren die is
betrokken bij het probleem.B. Zekering OK
C. Zekering gesprongen
Opmerking Als een systeem niet werkt
maar de zekering die bij dat systeem
hoort intact is, zou er sprake kunnen
zijn van een storing elders in het
systeem. We raden u aan het voertuig
na te laten kijken.
4. Zet met de zekeringtrekker een
nieuwe zekering met hetzelfde
vermogen erin.
BELANGRIJK
328)Vervang een zekering nooit door een
exemplaar met een grotere stroomsterkte
(ampère); BRANDGEVAAR. Als een
hoofdzekering (MEGA-FUSE, MIDIFUSE)
doorbrandt, neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
329)Als de nieuwe zekering weer binnen
korte tijd springt, raden we u aan het
elektrische systeem te laten nakijken om de
oorzaak te achterhalen en het probleem te
verhelpen.
330)Gebruik nooit een zekering met een
grotere capaciteit dan gespecificeerd, of
een alternatief (zoals een kabel of folie).
Hierdoor zou de bedrading van het circuit
oververhit kunnen raken en brand kunnen
veroorzaken.
331)Vervang een doorgebrande zekering
nooit door metalen draden of ander
materiaal.
332)Controleer voordat een zekering
wordt vervangen, of de contactsleutel
verwijderd is en of alle stroomverbruikers
uitstaan en/of zijn ontkoppeld.
333)Als een hoofdzekering voor
veiligheidssystemen (airbagsysteem,
remsysteem), vermogenssystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of de
stuurinrichting doorbrandt, neem dan
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
416AA0109871
417AA0110129
418AA0087304
255
Page 258 of 332

BELANGRIJK
179)Als de motorruimte moet worden
gewassen, zorg er dan voor dat de
waterstraal niet rechtstreeks op de
zekeringenkast en de motor van de
ruitenwissers terechtkomt.
LAMPEN
VERVANGEN
334) 335) 336) 337) 338) 339) 340) 341)
Zorg ervoor dat de lamp uitstaat,
voordat u hem vervangt. Raak het glas
van de nieuwe lamp niet met uw blote
vingers aan; het vet van uw huid dat
achterblijft op de lamp verdampt zodra
de lamp heet wordt en de damp
veroorzaakt condens op de reflector en
verduistert het oppervlak.
Opmerking Als u niet zeker weet hoe
het vereiste werk moet worden verricht,
raden we u aan een specialist te
raadplegen.
Pas op dat u de carrosserie niet krast
als u een lamp en de lens verwijdert.
Als het regent of als het voertuig is
gewassen, kan de binnenkant van de
lens beslaan. Dit is hetzelfde
verschijnsel als wanneer de ruiten
beslaan op een vochtige dag, en duidtniet op een problematische werking. Als
de lamp wordt ingeschakeld, verdwijnt
de condensatie door de warmte. Als
zich echter water in de lamp verzamelt,
raden we u aan de lamp te laten
nakijken.
Locatie en capaciteit van de lampen
Gebruik voor het vervangen van een
lamp, een nieuwe lamp met hetzelfde
wattage en dezelfde kleur.
Buiten
Voor
Behalve voor voertuigen met
HID-koplampen
1. Positielichten: 5 W (W5W)
2. Richtingaanwijzers voor: 21 W
(PY21W/P21W)
3. Koplampen, groot-/dimlicht: 60/55 W
(H4)
4. Type 1 mistlampen voorzijde: 35 W
(H8) Dagrijlichten: 13 W (P13W) Type
2 Dagrijlichten: 13 W (P13W)
5. Richtingaanwijzers zijkant (op
spatbord) *1, *2: 5W
6. Richtingaanwijzers zijkant (op
buitenspiegels) *1
Voertuigen met HID-koplampen
1. Richtingaanwijzers voor: 21 W
(PY21W)
2. Positielichten/Dagrijlichten
3. Koplampen, groot-/dimlicht: 25 W
(D5S)
419AA0030717
256
NOODGEVALLEN
Page 259 of 332

4. Mistlampen voorzijde: 19 W (H16)
5. Richtingaanwijzers zijkant (op
spatbord) *1, *2: 5W
6. Richtingaanwijzers zijkant (op
buitenspiegels) *1
*1: indien aanwezig.
*2: Laat de lampen vervangen bij een
Fiat Servicepunt.
Codes tussen aanhalingstekens duiden
het lamptype aan.
Opmerking Het is niet mogelijk alleen
de lamp van de richtingaanwijzers aan
de zijkant (op het spatbord) te repareren
of vervangen. Raadpleeg het Fiat
Servicenetwerk als de lampen moeten
worden gerepareerd of vervangen.Achter
1. Derde remlicht
2. Achter- en remlichten: 21/5 W
(P21/5W)
3. Richtingaanwijzers achter: 21 W
(PY21W)
4. Mistachterlicht (bestuurderszijde):
21W (P21W) Achteruitrijlichten: 21 W
(P21W)
5. Kentekenverlichting: 5 W (W5W)Codes tussen aanhalingstekens duiden
het lamptype aan.
Voor de volgende lampen worden leds
in plaats van gloeilampen gebruikt.
Neem voor reparatie of vervanging
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Richtingaanwijzers zijkant (op
buitenspiegels)
Positielichten (Voertuigen met
HID-koplampen)
Dagrijlichten (Voertuigen met
HID-koplampen)
Derde remlicht
Binnen
1. Binnenverlichting achter: 8 W
2. Binnenverlichting en kaartleeslampjes
vóór*: 7,5 W
3. Dashboardkastverlichting: 1,4 W
421AH4100040
422AHA106522
257
Page 260 of 332
Koplampen (halogeenlampen)
1. Verwijder bij vervanging van de lamp
aan de rechterzijde van het voertuig, de
klemmen (A) van het luchtfilter en
verplaats de bovenste afdekking (B)
richting de achterkant van het voertuig.
Rechte pijl vooruit geeft de voorkant
van het voertuig aan
Opmerking Verwijder, als u de
bovenste afdekking richting de
achterkant van het voertuig verplaatst,
de bedrading uit de haken van het
luchtfilter (C).Richting van de pijl geeft de voorkant
van het voertuig aan
Controleer na vervanging van de lamp
of alle scharnieren aan de voorkant van
het voertuig stevig vastzitten.2. Maak de stekker (A) los.
3. Verwijder de afdekking (B).
423AHA103954
424AHZ100961
425AHZ100974
426AHA102771
427AHA102784
258
NOODGEVALLEN
Page 261 of 332

4. Haak de veer (C) los waarmee de
lamp is bevestigd en verwijder de lamp
uit de koplamp.
5. Volg dezelfde stappen in
omgekeerde volgorde om de lamp te
monteren.
Positielichten
1. Verwijder bij vervanging van de lamp
aan de linkerzijde van het voertuig, de
klem (A) van de spuitmond van het
sproeierreservoir en verplaats de
spuitmond richting de achterkant van
het voertuig.2. Draai de lampfitting linksom om hem
te verwijderen. Verwijder de lamp uit de
fitting door hem eruit te trekken.
3. Volg dezelfde stappen in
omgekeerde volgorde om de lamp te
monteren.Richtingaanwijzers voor
Behalve voor voertuigen met
HID-koplampen
1. Verwijder bij vervanging van de lamp
aan de linkerzijde van het voertuig, de
klem (A) van de spuitmond van het
sproeierreservoir en verplaats de
spuitmond richting de achterkant van
het voertuig.
2. Draai de lampfitting linksom om hem
te verwijderen. Verwijder de lamp uit de
fitting door hem in te drukken en
linksom te draaien.
428AHA102797
429AHA103967
430AHA102801
431AHA103967
259
Page 262 of 332

3. Volg dezelfde stappen in
omgekeerde volgorde om de lamp te
monteren.
Voertuigen met HID-koplampen
1. Verwijder bij vervanging van de lamp
aan de linkerzijde van het voertuig, de
klem (A) van de spuitmond van het
sproeierreservoir en verplaats de
spuitmond richting de achterkant van
het voertuig.2. Draai de lampfitting linksom om hem
te verwijderen. Verwijder de lamp uit de
fitting door hem in te drukken en
linksom te draaien.
3. Volg dezelfde stappen in
omgekeerde volgorde om de lamp te
monteren.
Mistlampen voorzijde* /
Dagrijlichten*
1. Steek een platte schroevendraaier
met een doek over de punt onder de
rand van de afdekking (A) en wrik er
voorzichtig mee om de afdekking te
verwijderen.2. Verwijder de 3 bouten (B) en
verwijder de lampeenheid.
Opmerking Zorg ervoor dat u niet
abusievelijk de stelschroef van de stand
van de koplampen (C) beweegt tijdens
het losdraaien van de schroeven van de
mistlamp.
432AHA102814
433AHA103967
434AHA102827
435AHA102667
436AHA102670
260
NOODGEVALLEN
Page 263 of 332
3. Draai de fitting linksom om hem te
verwijderen.
D. Mistlamp voorzijde
E. Dagrijlichten
4. Trek de lamp uit terwijl u de lip
ingedrukt houdt.5. Volg dezelfde stappen in
omgekeerde volgorde om de lamp te
monteren.
Combinatielichten achter
1. Open de achterklep (zie “Achterklep).
2. Verwijder de bouten (A) waarmee de
lampeenheid is bevestigd.3. Verplaats de lampeenheid richting de
achterkant van het voertuig en verwijder
de klemmen (B).
4. Verwijder iedere fitting- en
lampcombinatie door ze linksom te
draaien.
C. Achter- en remlicht - Verwijder de
lamp uit de fitting door hem in te
drukken en linksom te draaien.
437AHZ101056
438AA0112846
439AA0103202
440AHA102872
441AHA102885
442AHA102898
261
Page 264 of 332

D. Richtingaanwijzers achter - Verwijder
de lamp door hem uit te trekken.
E. Mistachterlicht (bestuurderszijde)*/
Achteruitrijlicht - Verwijder de lamp door
hem uit te trekken.
5. Volg dezelfde stappen in
omgekeerde volgorde om de lamp te
monteren.
Lijn de pennen (F) en klem (G) voor de
montage van de lampeenheid uit met
de gaten (H) in de carrosserie.
Kentekenverlichting
1. Breng een rechte schroevendraaier in
de lampcombinatie aan en wrik er
voorzichtig mee om de combinatie te
verwijderen.Opmerking Wikkel een doek om de
punt van de schroevendraaier om de
lens en de carrosserie niet te krassen.
2. Verwijder de fitting- en
lampcombinatie tegelijkertijd door die
linksom te draaien, en verwijder de
lamp door hem uit te trekken.
3. Volg dezelfde stappen in
omgekeerde volgorde om de lamp te
monteren.Opmerking Breng voor de montage
van de lampeenheid de haak (A) rechts
van de lampeenheid eerst in de
carrosserie aan.
Binnenverlichting en
kaartleeslampjes vóór*
1. Breng een rechte schroevendraaier in
de uitsparing van de lens aan en wrik er
voorzichtig mee om de lens te
verwijderen. Verwijder de lamp uit de
lamphouder.
Opmerking Wikkel een doek om de
punt van de schroevendraaier om de
lens niet te krassen.
2. Volg dezelfde stappen in
omgekeerde volgorde om de lamp te
monteren.
Opmerking Lijn voor de montage van
de lens de 2 lipjes op de lens uit met de
gaten aan de voertuigkant.
443AHA102902
444AHA102915
445AHA102928
447AHA102931
262
NOODGEVALLEN