Page 17 of 332

Voertuigen zonder Keyless
Operation-systeem
Het zou in de volgende gevallen kunnen
gebeuren dat het voertuig de
geregistreerde ID-code niet van de
geregistreerde sleutel ontvangt en dat
de motor niet start.
Als de sleutel een sleutelhanger of een
ander metalen of magnetisch voorwerp
raakt.
Als het handvat van de sleutel metaal of
een andere sleutel raakt.Als de sleutel contact maakt of in de
buurt van de startonderbrekersleutel is
(inclusief sleutels van andere
voertuigen).
In gevallen als deze dient u het object of
de extra sleutel uit de buurt van de
autosleutel te verwijderen. Probeer
vervolgens de motor nog een keer te
starten. Als de motor niet start, raden
we u aan contact op te nemen met het
Fiat Servicenetwerk.
Opmerking Als u een van de
hoofdsleutels, de Keyless Entry-sleutels
of de Keyless Operation-sleutels
verliest, neem dan zo snel mogelijk
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Raadpleeg “Sleutels”. Breng uw
voertuig en alle resterende sleutels naar
een Fiat Servicepunt om een sleutel te
verkrijgen. Als u een reservesleutel
nodig hebt, breng dan uw voertuig en
alle sleutels naar een Fiat Servicepunt.Alle sleutels moeten opnieuw in de
computereenheid van de
startonderbreker worden geregistreerd.
Neem voor meer informatie contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
KEYLESS
INVOERSYSTEEM
(indien aanwezig)
Druk de knop op de sleutel in om de
portieren te ontgrendelen of
vergrendelen. Het is ook mogelijk om
de buitenspiegels te bedienen
(voertuigen uitgerust met een
spiegelschakelaar).
1. Vergrendelknop 2. Ontgrendelknop
3. Indicatielampje
6AGZ000345
7AGZ000576
8AGZ000361
9AHA101774
15
Page 18 of 332

Vergrendelen
Druk op de vergrendelknop (1). Alle
portieren worden vergrendeld. De
richtingaanwijzers knipperen één keer.
Als de portieren worden vergrendeld
terwijl de schakelaar van de
binnenverlichting in de middelste stand
(●) staat, knippert de binnenverlichting
ook één keer.
Ontgrendelen
Druk op de ontgrendelknop (2). Alle
portieren worden ontgrendeld. Als in dit
geval de schakelaar van de
binnenverlichting ook in de middelste
stand (●) staat, gaat de
binnenverlichting één keer gedurende
ongeveer 15 seconden branden en
knipperen de richtingaanwijzers twee
keer.
Opmerking Voor voertuigen uitgerust
met een spiegelschakelaar, worden de
buitenspiegels automatisch in- of
uitgeklapt als alle portieren met de
knoppen op de sleutel van het Keyless
Entry-systeem worden vergrendeld of
ontgrendeld. Raadpleeg
"Buitenspiegels".
Opmerking Als er binnen ongeveer
30 seconden nadat de ontgrendelknop
(2) is ingedrukt geen portier wordt
geopend, worden de portieren
automatisch opnieuw vergrendeld.De functies kunnen als volgt worden
aangepast:
De tijd vanaf het indrukken van de
ontgrendelknop (2) tot de automatische
vergrendeling kan worden gewijzigd.
De functie voor het bevestigen van
de handeling (knipperen van de
richtingaanwijzers) kan voor alleen het
vergrendelen of alleen het ontgrendelen
worden geactiveerd.
De bevestigingsfunctie (die de
portiervergrendeling of -ontgrendeling
aangeeft met het knipperen van de
richtingaanwijzers) kan worden
uitgeschakeld.
Het aantal keer dat de
richtingaanwijzers knipperen tijdens de
bevestigingsfunctie kan worden
gewijzigd.
Op voertuigen met een Keyless
Operation-systeem kan een
geluidssignaal worden afgegeven als
een sleutelloze handeling wordt verricht.
Neem voor meer informatie contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
Werking van het Dead
Lock-systeem
Op voertuigen met een Dead
Lock-systeem, kan het Dead
Lock-systeem worden geactiveerd door
de vergrendelknop (1) twee keer in te
drukken. Raadpleeg "Dead
Lock-systeem".Werking van de buitenspiegels
(Voertuigen uitgerust met een
spiegelschakelaar)
Inklappen: als de portieren worden
vergrendeld met de vergrendelknop (1),
worden de buitenspiegels automatisch
ingeklapt.
Uitklappen: als de portieren worden
ontgrendeld met de ontgrendelknop (2),
worden de buitenspiegels automatisch
uitgeklapt.
Opmerking De functies kunnen zoals
hieronder aangegeven, worden
gewijzigd. Wendt u tot het Fiat
Servicenetwerk.
Automatisch uitklappen als het
bestuurdersportier wordt gesloten en
de volgende handeling wordt verricht.
Behalve voor voertuigen uitgerust met
het Keyless Operation-systeem: draai
de contactschakelaar naar de stand
"ON" of "ACC". Voertuigen uitgerust
met het Keyless Operation-systeem:
zet de bedieningsmodus op "ON" of
"ACC".
Automatisch inklappen als de
contactschakelaar naar de stand
"LOCK" is gedraaid of als de
bedieningsmodus op "OFF" is gezet en
het bestuurdersportier wordt geopend.
Automatisch uitklappen als het
voertuig een snelheid van 30 km/u
bereikt.
De automatische uitklapfunctie
uitschakelen.
16
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 19 of 332

Opmerking De buitenspiegels kunnen
door de volgende handelingen ingeklapt
of uitgeklapt worden, zelfs bij iedere
bovenstaande wijziging. Na het
indrukken van de
vergrendelingsschakelaar om de
portieren te vergrendelen, als de
vergrendelingsschakelaar twee keer
achtereenvolgens binnen ongeveer
30 seconden wordt ingedrukt, worden
de buitenspiegels ingeklapt. Na het
indrukken van de
ontgrendelingsschakelaar om de
portieren te ontgrendelen, als de
ontgrendelingsschakelaar twee keer
achtereenvolgens binnen ongeveer
30 seconden wordt ingedrukt, worden
de buitenspiegels weer uitgeklapt.
Opmerking Het Keyless Entry-systeem
werkt niet onder de volgende
omstandigheden:
Als de sleutel nog in het contactslot
zit (behalve voor voertuigen met het
Keyless Operation-systeem).
Als de bedieningsmodus niet op
"OFF" staat (voertuigen met het Keyless
Operation-systeem).
Als het portier openstaat.
Opmerking De knop op de sleutel
werkt binnen een afstand van ongeveer
4 m tot het voertuig. Het werkbereik
van de knop op de sleutel kan echter
afwijken als het voertuig zich in de buurt
van een televisiezendmast,
energiecentrale of radiozendstation
bevindt.Opmerking Als een van de volgende
problemen zich voordoet, zou de
batterij leeg kunnen zijn.
De knop op de sleutel wordt op de
juiste afstand tot het voertuig bediend,
maar de portieren worden niet
vergrendeld/ontgrendeld.
Het indicatielampje (3) is uit en gaat
niet aan. Neem voor meer informatie
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Raadpleeg "Procedure voor het
vervangen van de batterijen van de
sleutel", als u de batterij zelf vervangt.
Opmerking Als de sleutel kwijt of
beschadigd is, wendt u dan tot het Fiat
Servicenetwerk voor een vervangende
sleutel.
Opmerking Als u een extra sleutel wilt,
wendt u dan tot het Fiat
Servicenetwerk. De volgende aantallen
sleutels zijn beschikbaar:
Sleutel voor het Keyless
Entry-systeem: max. 4 sleutels
Sleutel voor het Keyless
Operation-systeem: max. 4 sleutels
Procedure voor het vervangen van
de batterij van de sleutel
1)
3)
Zorg ervoor dat u statisch ontladen
bent door een geaard metalen
voorwerp aan te raken, voordat u de
batterij vervangt.
Opmerking Vervangende batterijen zijn
verkrijgbaar bij een elektronicazaak.Indien gewenst, kan de batterij bij een
Fiat Servicepunt worden vervangen.
1. Verwijder de schroef (A) uit de sleutel
(uitsluitend Keyless Entry Key).
2. Houd het Fiat-merk naar u toe
gericht en plaats een in stof gewikkelde
platte schroevendraaier in de uitsparing
in de sleutelhoes en gebruik de
schroevendraaier om de hoes te
openen.
10AHA106809
11AHA109044
17
Page 20 of 332

Opmerking Verricht de procedure met
het Fiat-merk naar u toe gericht. Als het
Fiat-merk niet naar u toe is gericht als u
de sleutelhoes opent, kunnen de
knoppen eruit vallen.
3. Verwijder de oude batterij.
4. Introduceer een nieuwe batterij met
de pluskant (B) omhoog.
Keyless Entry-sleutel
Munttype batterij CR1620Keyless Operation-sleutel
Munttype batterij CR2032
5. Doe de zender stevig dicht.
6. Draai de in stap 1 verwijderde
schroef (A) weer in (uitsluitend Keyless
Entry Key).
7. Controleer of het Keyless
Entry-systeem werkt.
KEYLESS
OPERATION-SYSTEEM
Met het Keyless Operation-systeem
kunt u de portieren vergrendelen en
ontgrendelen, de motor starten en de
bedieningsmodus wijzigen door
eenvoudigweg de Keyless
Operation-sleutel bij u te dragen.
De knoppen op de Keyless
Operation-sleutel kunnen ook worden
gebruikt als de knoppen op de sleutel
voor het Keyless Entry-systeem.
Raadpleeg "De motor starten en
afzetten".Raadpleeg "Keyless Entry-systeem". De
bestuurder zou altijd de Keyless
Operation-sleutel bij zich moeten
hebben. De sleutel is nodig om de
portieren te vergrendelen en
ontgrendelen, de motor te starten en
het voertuig te bedienen, en controleer
dus altijd voordat u het voertuig verlaat
en de portieren vergrendelt of u de
Keyless Operation-sleutel bij u hebt.
4) 5)12AHA109057
13AHA106812
14AHA106825
15AH3100287
16AH3100229
18
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 21 of 332

De werking van het Keyless
Operation-systeem kan beperkt
worden. Wendt u tot het Fiat
Servicenetwerk.
De Keyless Operation-sleutel werkt met
een bijzonder zwakke
elektromagnetische golf. In de volgende
gevallen zou het Keyless
Operation-systeem niet naar behoren
kunnen werken of instabiel kunnen zijn.
In de buurt van apparatuur die sterke
radiogolven uitzendt, zoals een
energiecentrale, een radio-/
televisiezendstation of een vliegveld.
In de buurt van een
communicatieapparaat, zoals een
mobiele telefoon of radiotoestel, of in de
buurt van een elektronisch apparaat,
zoals een pc.
Als de Keyless Operation-sleutel een
metalen voorwerp raakt of erdoor wordt
afgedekt.
Als een Keyless Entry-systeem in de
buurt wordt gebruikt.
Als de batterij van de Keyless
Operation-sleutel op is.
Als de Keyless Operation-sleutel in
een omgeving met sterke radiogolven
of lawaai wordt bewaard. Gebruik in
dergelijke gevallen de reservesleutel.
Raadpleeg "Vergrendelen/ontgrendelen
zonder Keyless Operation-functie".Opmerking Doordat de Keyless
Operation-sleutel constant
communicatiesignalen van de zenders
in het voertuig ontvangt, loopt de
batterij zelfs leeg, als de Keyless
Operation-sleutel niet wordt gebruikt.
De levensduur van de batterij is 1 à
2 jaar, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden. Als de
batterij leeg raakt, vervang hem dan
volgens de beschrijving in deze
handleiding, of laat hem vervangen bij
een Fiat Servicepunt. Raadpleeg
"Procedure voor het vervangen van de
batterij van de sleutel".
Opmerking Doordat de Keyless
Operation-sleutel constant signalen
ontvangt, kan de ontvangst van sterke
radiogolven van invloed zijn op de
levensduur van de batterij. Bewaar de
sleutel niet in de buurt van een tv, pc of
ander elektronisch apparaat.
Werkingsbereik van het Keyless
Operation-systeem
Als u de Keyless Operation-sleutel bij u
draagt en binnen het werkingsbereik
van het Keyless Operation-systeem op
de knop voor het vergrendelen/
ontgrendelen van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier drukt, wordt de
ID-code van uw sleutel gecontroleerd.
U kunt alleen de portieren vergrendelen
en ontgrendelen, de motor starten en
de bedieningsmodus wijzigen, als de
ID-code van uw KeylessOperation-sleutel overeenkomt met die
van het voertuig.
Opmerking Als de batterij van de
Keyless Operation-sleutel leeg raakt of
er sprake is van sterke
elektromagnetische golven of lawaai,
kan het werkingsbereik kleiner zijn en
de werking instabiel worden.
Werkingsbereik voor
portiervergrendeling en
-ontgrendeling
Het werkingsbereik is ongeveer 70 cm
vanaf de vergrendel-/ontgrendelknop
van het bestuurdersportier of voorste
passagiersportier.
Opmerking De portieren kunnen alleen
vergrendeld en ontgrendeld worden als
u op een portierknop drukt die de
Keyless Operation-sleutel detecteert.
Opmerking Als u te dichtbij het
voorportier of de ruit van het portier
bent, werkt het systeem mogelijk niet.
Opmerking Als de sleutel zich laag bij
de grond of hoog in de lucht bevindt,
werkt het systeem mogelijk niet, zelfs
niet als de Keyless Operation-sleutel
zich binnen 70 cm van de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier bevindt.
19
Page 22 of 332

Opmerking Als de Keyless
Operation-sleutel zich binnen het
werkingsbereik bevindt, kan zelfs
iemand die de sleutel niet bij zich
draagt, de portieren vergrendelen en
ontgrendelen door op de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier te drukken.
Werkingsbereik voor het starten
van de motor en het wijzigen van de
bedieningsmodus
Het werkingsbereik is het interieur van
het voertuig.
Opmerking Als de Keyless
Operation-sleutel zich in een kleine
houder bevindt, zoals het
dashboardkastje, op het
instrumentenpaneel, het opbergvak in
het portier of de bagageruimte, is het
wellicht niet mogelijk de motor te
starten en de bedieningsmodus te
wijzigen, zelfs niet als de sleutel zich
binnen het werkingsbereik bevindt.
Opmerking Als een Keyless
Operation-sleutel zich te dicht in de
buurt van het portier of de ruit van het
portier bevindt, is het wellicht niet
mogelijk de motor te starten of de
bedieningsmodus te wijzigen, zelfs niet
als de sleutel zich buiten het voertuig
bevindt.De Keyless Operation-functie
gebruiken
De portieren vergrendelen
Als u de Keyless Operation-sleutel bij u
draagt en de vergrendel-/
ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier binnen het
werkingsbereik indrukt, worden de
portieren vergrendeld.
De richtingaanwijzers knipperen één
keer en er wordt één geluidssignaal
afgegeven.
Raadpleeg ook "Vergrendeling en
ontgrendeling: portieren, centrale
portiervergrendeling".Portieren ontgrendelen
Als u de Keyless Operation-sleutel bij u
draagt en de vergrendel-/
ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier binnen het
werkingsbereik indrukt, worden alle
portieren ontgrendeld.
Als in dit geval de schakelaar van de
binnenverlichting ook in de middelste
stand staat, gaat de binnenverlichting
gedurende ongeveer 15 seconden
branden. De richtingaanwijzers
knipperen twee keer en de externe
zoemer gaat twee keer af.
Als binnen 30 seconden nadat de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier is ingedrukt, geen
portieren worden geopend, worden de
portieren automatisch opnieuw
vergrendeld.
Raadpleeg "Vergrendeling en
ontgrendeling: portieren, centrale
portiervergrendeling".
Opmerking Voor voertuigen uitgerust
met een spiegelschakelaar, worden de
buitenspiegels automatisch
in-/uitgeklapt als alle portieren met de
Keyless Operation-functie worden
vergrendeld/ontgrendeld. Raadpleeg
"Buitenspiegels".
17AHA105437
20
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 23 of 332

Opmerking Als op voertuigen uitgerust
met het Dead Lock-systeem de
vergrendel-/ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier twee keer wordt
ingedrukt, wordt het Dead
Lock-systeem ingeschakeld (raadpleeg
"Instelling van het systeem").
Opmerking De Keyless Operation-
functie werkt niet onder de volgende
omstandigheden:
De Keyless Operation-sleutel bevindt
zich in het voertuig.
Er is een portier open of niet goed
dicht.
De bedieningsmodus staat niet op
"OFF".
Opmerking De tijd tussen het
ontgrendelen en het automatisch
vergrendelen kan worden gewijzigd.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
Bevestiging van vergrendeling en
ontgrendeling
De handeling kan zoals onderstaand
weergegeven worden bevestigd. De
binnenverlichting gaat echter alleen
branden als de schakelaar van de
binnenverlichting op de middelste stand
staat.
Vergrendeling: de richtingaanwijzers
knipperen één keer en de externe
zoemer gaat één keer af.Ontgrendeling: de binnenverlichting
gaat ongeveer 15 seconden branden,
de richtingaanwijzers knipperen twee
keer en de externe zoemer gaat twee
keer af.
Opmerking De functies kunnen zoals
hieronder aangegeven, worden
gewijzigd. Neem voor meer informatie
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Opmerking De functie voor het
bevestigen van de handeling (knipperen
van de richtingaanwijzers) kan voor
alleen het vergrendelen of alleen het
ontgrendelen worden geactiveerd.
Opmerking De functie voor de
bevestiging van de handeling
(knipperen van de richtingaanwijzers) en
de externe zoemer kunnen worden
uitgeschakeld.
Opmerking Het aantal keer knipperen
voor de bevestiging van de handeling
(knipperen van de richtingaanwijzers)
kan worden gewijzigd.
Vergrendelen/ontgrendelen zonder
Keyless Operation-functie
Reservesleutel
De reservesleutel (A) kan alleen worden
gebruikt om het portier te vergrendelen
en ontgrendelen. Ontgrendel voor
gebruik van de reservesleutel de
slotschakelaar (B) en verwijder deze uit
de Keyless Operation-sleutel (C).Opmerking Gebruik de reservesleutel
alleen in noodgevallen. Als de batterij
van de Keyless Operation-sleutel leeg
is, vervang die dan zo snel mogelijk,
zodat u de Keyless Operation-sleutel
kunt gebruiken.
Opmerking De reservesleutel is in de
Keyless Operation-sleutel geïntegreerd.
Opmerking Bewaar de reservesleutel
na gebruik altijd op de gebruikelijke
plaats.
Portiervergrendeling en
-ontgrendeling
Als de reservesleutel naar voren wordt
gedraaid, worden de portieren
vergrendeld, en als de reservesleutel
naar achteren wordt gedraaid, worden
de portieren ontgrendeld. Raadpleeg
ook "Vergrendeling en ontgrendeling:
Portieren".
18AG0010823
21
Page 24 of 332
1 — Vergrendelen
2 — Ontgrendelen
Werking van het Dead
Lock-systeem
Voor voertuigen uitgerust met het Dead
Lock-systeem, kan het Dead
Lock-systeem worden ingeschakeld
met gebruik van de vergrendel-/
ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier. Raadpleeg "Dead
Lock-systeem".
19AHA105440
22
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG