Page 105 of 308

GROEP 0 en 0+
Baby's tot 13 kg moeten in babyzitjes
worden vervoerd die achterstevoren zijn
geplaatst, waarbij het achterhoofd
wordt gesteund en bij plotseling
remmen de nek niet wordt belast.
Het babyzitje wordt op zijn plaats
gehouden door de veiligheidsgordels
van het voertuig, zoals afgebeeld in fig.
92 en moet het kind beschermen
met de eigen gordels.
88) 89) 90) 91) 92) 93) 94)
GROEP 1
Kinderen met een gewicht tussen 9 en
18 kg mogen in de rijrichting vervoerd
worden, in een kinderzitje met een
kussen aan de voorkant, waarbij zowel
het kind als het kinderzitje door de
veiligheidsgordel van het voertuig
worden vastgehouden fig. 93.
89) 90) 91) 92) 93) 94)
GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en
25 kg mogen rechtstreeks de
veiligheidsgordels van het voertuig
gebruiken fig. 94.
Het kinderzitje is in dit geval nodig om
het kind correct ten opzichte van de
gordels te plaatsen, zodat het
diagonale gordelgedeelte schuin over
de borst en nooit langs de nek ligt; het
onderste gordelgedeelte moet over
het bekken en niet over de buik liggen.
89) 90) 91) 92) 93)
GROEP 3
De borstomvang van kinderen met een
gewicht tussen 22 en 36 kg is groot
genoeg om gewoon tegen de
rugleuning te kunnen steunen zonder
gebruik te maken van een kinderzitje.
In de fig. 95 afbeelding is de juiste
plaatsing van het kinderzitje op
de achterstoel weergegeven.
89) 90) 91) 92) 93)
Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de
veiligheidsgordels net zoals
volwassenen dragen.
92F1A0151
93F1A015294F1A0153
95F1A0154
103
Page 106 of 308

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN UNIVERSELE
KINDERZITJES
Het voertuig voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EG-richtlijn inzake de montage van kinderzitjes op de verschillende
plaatsen in het voertuig overeenkomstig de volgende tabel (de tabel heeft betrekking op Bestel-, Combi- en Panoramaversies):
Groep Gewichtsgroep CABINE 1e en 2e RIJ STOELEN
Eén- of tweepersoonsbank (1 of 2
passagiers) (*)Passagier links
achterinPassagier rechts
achterinPassagier in het
midden
Airbag
ingeschakeldAirbag
uitgeschakeld
Groep 0, 0+ Tot 13 kg
X UUUU
Groep 1 9-18 kgX UUUU
Groep 2 15-25 kgUUUUU
Groep 3 22-36 kgUUUUU
X ongeschikte zitplaats voor kinderen in deze gewichtscategorie.
U geschikt voor "Universele" kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE-R44-norm voor de aangegeven "Groepen".
(*) BELANGRIJK: Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren op de voorstoel als de airbag actief is. Als u een achterstevoren geplaatst kinderzitjeop de voorstoel
wilt plaatsen, deactiveer dan eerst de betreffende airbag (zie instructies in de paragraaf “Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) - Airbag”)
104
VEILIGHEID
Page 107 of 308

Belangrijkste
veiligheidsvoorschriften
voor het vervoeren van
kinderen
Het wordt aanbevolen kinderen altijd
op de achterbank te vervoeren, bij
een ongeval biedt de achterbank de
meeste bescherming.
Houd kinderen zo lang mogelijk in
kinderzitjes tegen de rijrichting in,
minstens tot ze 3-4 jaar oud zijn.
Als de passagiersairbag buiten
werking is gesteld, controleer dan altijd
de bijbehorende led op de knop
op
het instrumentenpaneel om er zeker
van te zijn dat deze airbag
daadwerkelijk is uitgeschakeld.
Volg de aanwijzingen, die de
producent verplicht bij het kinderzitje
moet leveren, zorgvuldig op. Bewaar
deze aanwijzingen samen met de
overige documenten en dit
instructieboek in het voertuig. Gebruik
geen gebruikte kinderzitjes waarvan
de gebruiksaanwijzingen ontbreken.
Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door eraan te trekken.
Elk kinderzitje is bedoeld voor
slechts één kind: vervoer nooit twee
kinderen in één zitje.
Controleer altijd of de
veiligheidsgordel niet langs de nek van
het kind loopt.
Controleer tijdens het rijden of het
kind geen verkeerde houding aanneemt
of de gordels losmaakt.
Vervoer kinderen nooit op schoot,
ook geen pasgeborenen. Niemand is in
staat om een kind vast te houden bij
een ongeval.
Laat een kind nooit het diagonale
gordelgedeelte onder zijn arm of achter
zijn rug omleggen.
Als de auto betrokken is geweest bij
een aanrijding, vervang het kinderzitje
dan door een nieuwe. Bovendien,
en afhankelijk van het type kinderzitje
dat geïnstalleerd is, moeten de
Isofix-verankeringen of de
veiligheidsgordel waarmee het
kinderzitje vastzat ook worden
vervangen.
Zo nodig kan de achterste
hoofdsteun worden verwijderd om een
kinderzitje te monteren. De hoofdsteun
moet altijd geplaatst zijn als de stoel
door een volwassene wordt gebruikt of
door een kind in een kinderzitje zonder
rugleuning.
BELANGRIJK
87)Plaats een tegen de rijrichting in
gemonteerd kinderzitje nooit op de
passagiersstoel als de zijairbag aan
passagierszijde is ingeschakeld. Bij een
ongeval, hoe klein ook, kan de airbag
ernstig letsel en zelfs de dood van het kind
tot gevolg hebben. Het is raadzaam
kinderen altijd in kinderzitjes op de
achterbank te vervoeren: bij een ongeval
biedt de achterbank de meeste
bescherming. Als een kind op de voorstoel
in een tegen de rijrichting in gemonteerd
kinderzitje vervoerd moet worden, schakel
dan de passagierszijairbags (front- en
zijairbags ter bescherming van borst/
bekken, bij bepaalde versies/markten, waar
voorzien) uit met behulp van het
setup-menu. Het is belangrijk de speciale
LED op knop
op het
instrumentenpaneel te controleren om er
zeker van te zijn dat ze echt uitgeschakeld
zijn. Bovendien moet de passagiersstoel zo
ver mogelijk naar achteren zijn geschoven
om te voorkomen dat het kinderzitje
eventueel in aanraking komt met
het dashboard.
88)Op de zonneklep is een etiket met
symbolen aangebracht dat eraan herinnert
dat de airbag verplicht uitgeschakeld
moet worden als een tegen de rijrichting in
gemonteerd kinderzitje op de voorstoel
wordt gemonteerd. Houd u altijd aan
de aanwijzingen op de zonneklep aan de
passagierszijde (zie de paragraaf
“Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) -
Airbag”).
105
Page 108 of 308

89)Verplaats de voorste passagiersstoel of
de achterbank niet als er een kind op zit
of als het kind in een geschikt kinderzitje zit.
90)Onjuiste montage van het kinderzitje
kan ertoe leiden dat het
beschermingssysteem inefficiënt wordt. Bij
een ongeval kan het kinderzitje loskomen
en kan het kind zelfs dodelijk gewond
raken. Houd u, bij het monteren van
kinderzitjes voor pasgeborenen of kinderen,
strikt aan de aanwijzingen van de
Fabrikant.
91)Wanneer het kinderzitje niet in gebruik
is, zet het dan vast met de
veiligheidsgordel of met de ISOFIX-
verankeringen, of verwijder het uit het
voertuig. Laat het kinderzitje niet los in het
interieur liggen. Zo kan het in geval van
abrupt remmen of een ongeval geen letsel
bij de inzittenden veroorzaken.
92)Zorg er altijd voor dat het diagonale
gedeelte van de veiligheidsgordel niet
onder de armen of achter de rug van het
kind loopt. Bij een ongeval zal de
veiligheidsgordel het kind niet vast kunnen
houden, met het risico van zelfs dodelijk
letsel. Daarom moet het kind de
veiligheidsgordel altijd correct omleggen.
93)De afbeeldingen dienen slechts ter
illustratie van de montage. Monteer het
kinderzitje overeenkomstig de aanwijzingen,
die bijgesloten moeten zijn.94)Sommige kinderzitjes zijn geschikt voor
de gewichtsgroepen 0 en 1. Op de
achterzijde van deze kinderzitjes is een
aansluiting voor verankering aan de
autogordels voorzien en ook hebben deze
kinderzitjes aparte gordels om het kind
te beschermen. In geval van verkeerde
montage kunnen deze kinderzitjes omwille
van hun gewicht gevaarlijk zijn (bijvoorbeeld
wanneer tussen het kinderzitje en de
autogordels een kussen wordt geplaatst).
Neem de montagevoorschriften zorgvuldig
in acht.INBOUWVOOR-
BEREIDING VOOR
“UNIVERSEEL
ISOFIX”
KINDERZITJE
Het voertuig heeft een
inbouwvoorbereiding voor ISOFIX-
kinderzitjes.
Met het ISOFIX-systeem kunt u het
ISOFIX-kinderzitje snel, eenvoudig en
veilig monteren zonder gebruik van
de veiligheidsgordels van de auto, maar
door dit rechtstreeks vast te maken
aan de stoel met behulp van de drie
bevestigingspunten in de auto.
ISOFIX-kinderzitjes en conventionele
kinderzitjes kunnen in hetzelfde voertuig
op verschillende stoelen worden
gemonteerd.
Om een ISOFIX-kinderzitje te monteren,
de twee metalen verankeringen A fig.
96 vastmaken die tussen de rugleuning
en de zitting van de achterstoel zitten,
daarna de bovenste gordel (geleverd bij
het kinderzitje) vastmaken aan het
speciale bevestigingspunt B fig. 97 dat
zich onderaan achter de rugleuning
bevindt.
Ter illustratie toont fig. 99 een voorbeeld
van een universeel ISOFIX-kinderzitje
voor gewichtsgroep 1.
106
VEILIGHEID
Page 109 of 308
OPMERKING Wanneer een universeel
ISOFIX-kinderzitje wordt gebruikt,
kunnen alleen ECE R44 "ISOFIX
Universal” (R44/03 of latere updates)
typegoedgekeurde kinderzitjes gebruikt
worden fig. 98.
WAARSCHUWING: De fig. 99 is
indicatief en dient slechts ter illustratie
van de montage. Monteer het
kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten
zijn.95) 96) 97) 98)
96F1A0156
97F1A0157
98F1B0117C
99F1A0155
107
Page 110 of 308

GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSZITPLAATSEN VOOR GEBRUIK MET
ISOFIX-KINDERZITJES
In onderstaande tabel worden, conform de Europese regelgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de montage
van Universeel Isofix kinderzitjes op de stoelen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
Gewichtsgroep Plaats kinderzitje Klasse Isofix-formaatIsofix montage, 1e rij
stoelen achter
(PANORAMA)Isofix montage, 1e rij
stoelen achter (COMBI)
Draagbaar wiegjeTegen de rijrichting in FXX
Tegen de rijrichting in GXX
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in EIL IL
Groep 0+ (tot 13 kg)Tegen de rijrichting in E
IL IL
Tegen de rijrichting in DIL IL
Tegen de rijrichting in CIL IL
Groep 1 (van 9 tot 18
kg)Tegen de rijrichting in D
IL IL
Tegen de rijrichting in CIL IL
In de rijrichting BIUF IUF
In de rijrichting B1IUF IUF
In de rijrichting AIUF IUF
X: ISOFIX-plaats niet geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of klasse.
IL: geschikt voor ISOFIX kinderzitjes van de categorieën "Specifieke voor het voertuig", "Beperkt", of "Semi-universeel", goedgekeurd voor dit type voertuig.
IUF: geschikt voor in de rijrichting geplaatste Isofix kinderzitjes in de Universele categorie en typegoedgekeurd voor gebruik voor de gewichtsgroep.
BELANGRIJK De bank en de 4-zitsbank van de versie Bestelwagen met dubbele cabine zijn niet geschikt voor het plaatsen
van een kinderzitje.
OPMERKING: Voor andere gewichtsgroepen zijn specifieke ISOFIX-kinderzitjes voorzien, die alleen gebruikt kunnen worden als
ze speciaal voor dit voertuig zijn getest (zie overzicht voertuigen met systeem voor kinderzitjes).
108
VEILIGHEID
Page 111 of 308
KINDERZITJES AANBEVOLEN DOOR FIAT PROFESSIONAL VOOR UW NIEUWE
DUCATO
Lineaccessori Fiat omvat een volledige reeks kinderzitjes die bevestigd moeten worden met de driepuntsveiligheidsgordel of de
ISOFIX-beugels.
95) 96) 97) 98)
Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Montage kinderzitjes
Groep 0+ van 0 tot 13
kgBaby One-kinderzitje
Goedkeuringsnummer type:
E2404040076
Fiat-bestelcode: 71806549Dit mag alleen tegen de rijrichting in bevestigd
worden met de veiligheidsgordels van de auto.
109
Page 112 of 308
Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Montage kinderzitjes
Groep 1 – van 9 tot 18
kg
G0/1-kinderzitje
Goedkeuringsnummer type: E4
04443718
Fiat-bestelcode: 71805991
Deze mag zowel in de rijrichting als tegen de
rijrichting in gemonteerd worden met behulp van
alleen de veiligheidsgordels van het voertuig of
de ISOFIX-verankeringen.
Fiat Professional adviseert montage met het
ISOFIX-platform (RWF "I" type - dat apart
aangeschaft moet worden) voor montage tegen
de rijrichting in of het ISOFIX-platform (FWF "G"
type - dat apart aangeschaft moet worden) voor
montage in de rijrichting, de starre hoofdsteun
(die apart aangeschaft moet worden) en de
ISOFIX-verankeringen in het voertuig.
Dit moet gemonteerd worden op de
achterstoelen aan de zijkanten. ++
ISOFIX RWF type "I" platform
voor G0/1
Fiat-bestelcode: 71806309
of
ISOFIX RWF type "G"
platform voor G0/1
Fiat-bestelcode: 71806308
++
Starre hoofdsteun
Bestelcode: 71806648
110
VEILIGHEID