Page 145 of 308

Verzeker u ervan dat bij voertuigen met
"Comfort-matic" de versnellingsbak in
de vrijstand staat (N) (door te
controleren of het voertuig door te
duwen verplaatst kan worden) en ga
vervolgens te werk zoals bij een
voertuig met handgeschakelde
versnellingsbak. Sleep de auto niet als
de versnellingsbak niet in de vrijstand
kan worden gezet en neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
136) 137)
MONTAGE VAN DE
TREKHAAK
Laat de trekhaak door gespecialiseerde
monteurs aan de carrosserie monteren,
in overeenstemming met de extra
en/of aanvullende aanwijzingen van de
fabrikant van de trekhaak.
De trekhaak moet voldoen aan de
huidige richtlijn 94/20/EC en latere
wijzigingen.
Voor iedere versie moet een trekhaak
worden gebruikt die aangepast is
aan het maximale aanhangergewicht
van het voertuig waarop de trekhaak
wordt gemonteerd.Gebruik voor de elektrische aansluiting
een gestandaardiseerde
stekkerverbinding die op een speciale
beugel op de trekhaak kan worden
gemonteerd. Het voertuig moet ook
worden voorzien van een regeleenheid
voor de buitenverlichting van de
aanhanger. Gebruik voor de elektrische
aansluiting een 7- of 13-polige 12VDC
stekkerverbinding (CUNA/UNI- en
ISO/DIN-normen). Volg de aanwijzingen
van de fabrikant van het voertuig en/of
van de fabrikant van de trekhaak op.
Een elektrisch geregelde rem (of
elektrische lier, enz.) moet direct vanaf
de accu worden gevoed, met een kabel
met een diameter van minstens 2,5
mm
2.
BELANGRIJK Schakel de elektrisch
geregelde rem of lier alleen bij
draaiende motor in.
Naast de aansluitingen kan het
elektrische systeem van het voertuig
uitsluitend aangesloten worden op de
voedingskabel voor een elektrische rem
en op een kabel voor interne
verlichting van niet meer dan 15 W.
Voor de aansluitingen dient de daarvoor
bestemde regeleenheid te worden
gebruikt met een accukabel met een
doorsnede van minimaal 2,5 mm
2.BELANGRIJK De trekhaak doet de
lengte van het voertuig toenemen.
Indien een trekhaak op versies met
lange wielbasis wordt geïnstalleerd, kan
er alleen een afneembare trekhaak
geïnstalleerd worden vermits de limiet
van 6 meter voor de totale lengte van
het voertuig wordt overschreden.
Als er geen aanhanger aan de trekhaak
wordt gekoppeld, verwijder dan de
trekhaak van het frame zodat de
originele lengte van het voertuig niet
wordt overschreden.
BELANGRIJK Als de trekhaak
gemonteerd moet blijven, ook als er
geen aanhanger is, wordt geadviseerd
zich tot het Fiat Servicenetwerk te
wenden om het systeem te laten
bijwerken, aangezien de trekhaak door
de middelste sensoren als een obstakel
gedetecteerd kan worden.
Installatieschema voor
bestelwagenversies fig. 121
Monteer de trekhaak op de punten die
zijn aangegeven met het symbool Ø
d.m.v. in totaal 6 M10x1,25-schroeven
en 4 M12-schroeven.
143
Page 146 of 308

De binnenste slagplaten moeten een
minimum dikte hebben van 5 mm.
MAX. TOELAATBARE KOGELDRUK:
100/120 kg afhankelijk van het
laadvermogen (zie de tabel “Gewichten”
in het hoofdstuk “Technische
gegevens”).
138)Om de trekhaak te kunnen installeren,
moet de bumper worden aangepast
volgens de aanwijzingen die zijn
opgenomen in de montageset van de
fabrikant.
Installatieschema voor pick-up- en
chassis/cabine-versies fig. 122
Een trekhaak die specifiek is voor
pick-up- en chassis/cabine-versies
wordt getoond in fig. 122.
Monteer trekhaak Ø op de aangegeven
punten d.m.v. in totaal 6 M10x1,25-
schroeven en 4 M12- schroeven.
MAX. TOELAATBARE KOGELDRUK:
100/120 kg afhankelijk van het
laadvermogen (zie de tabel “Gewichten”
in het hoofdstuk “Technische
gegevens”).
BELANGRIJK
136)Het voertuig kan zijn uitgerust met
ABS, maar dit heeft geen inwerking op het
remsysteem van de aanhanger. Wees
dus bijzonder voorzichtig op gladde
wegen.
137)Probeer nooit de remwerking van de
aanhanger te beïnvloeden door wijzigingen
aan het remsysteem van het voertuig uit
te voeren. Het remsysteem van de
aanhanger moet volledig onafhankelijk zijn
van het hydraulische systeem van het
voertuig.
138)Na montage moeten de schroefgaten
worden afgedicht om het binnendringen
van uitlaatgassen te voorkomen.
.
144
STARTEN EN RIJDEN
Page 147 of 308
Page 148 of 308
122F1A0165
146
STARTEN EN RIJDEN
Page 149 of 308

AANWIJZINGEN VOOR
HET GEBRUIK VAN DE
VERWIJDERBARE
TREKSTANG MET
KOGELKOP
40) 41) 42) 43) 44) 45)
Controleer, vóór het wegrijden, als volgt
of de verwijderbare trekstang met
kogelkop correct vergrendeld is:
Het groene merkteken van het
vliegwiel moet samenvallen met het
groene merkteken op de trekstang.
Het vliegwiel staat in de stopstand
op de trekhaak (zonder opening).
Vergrendeld slot en sleutel
verwijderd. Het vliegwiel kan niet
verwijderd worden.
Kogelkop stevig bevestigd in de
zittingbuis. Controleer dit door er met
de hand aan te schudden.
De montageprocedure moet herhaald
worden als aan een van de 4
gecontroleerde vereisten niet is
voldaan.
Zelfs als maar aan één van de vereisten
niet is voldaan, dan mag de trekhaak
niet gebruikt worden, aangezien er
in dat geval risico op ongevallen
bestaat. Neem contact op met de
fabrikant van het onderdeel.
De trekstang met kogelkop kan met de
hand gemonteerd en verwijderd
worden, er zijn geen gereedschappen
nodig.Gebruik nooit gereedschappen of
middelen, want dan zou het
mechanisme beschadigd kunnen
raken.
Nooit ontgrendelen indien er een
aanhanger is aangekoppeld of als er
een rek gemonteerd is.
Wanneer gereden wordt zonder
aanhanger of rek, moet de trekhaak
met kogelkop verwijderd worden en
moet de afsluitplug altijd in de
zittingbuis geplaatst zijn. Dit is met
name van toepassing als de gegevens
op de kentekenplaat of onderdelen
van het verlichtingssysteem minder
goed zichtbaar zijn.
Verwijderbare trekstang met
kogelkop fig. 123 - fig. 124 - fig. 125
1. Montagepijp - 2. Trekstang met
kogelkop - 3. Vergrendelkogel -
4. Ontgrendelingshendel - 5. Handwiel -
6. Dop - 7. Sleutel - 8. Rode markering
(handwiel) - 9. Groene markering
(handwiel) - 10. Groene markering
(trekstang) - 11. Symbool
(ontgrendelingscontrole) - 12.
Afsluitplug - 13. Koppelingspen - 14.
Geen openingen tussen 2 en5-15.
Opening van circa 5 mm
123F1A0380
124 - Vergrendelde stand, tijdens het rijdenF1A0381
125 - Ontgrendelde stand, verwijderdF1A0382
147
Page 150 of 308

De trekstang met kogelkop
installeren
1. Verwijder de plug uit de zittingbuis.
De trekstang met kogelkop staat
gewoonlijk in de ontgrendelde stand als
hij uit de bagageruimte wordt
genomen. Dit is te zien aan de afstand
van het vliegwiel tot de trekstang, die
overeenkomt met een opening van
ongeveer 5 mm (zie afbeelding) en aan
het rode merkteken op het vliegwiel
dat gericht is naar het groene
merkteken op de trekstang.
Let erop dat de trekstang uitsluitend
gemonteerd kan worden als hij in deze
toestand verkeert. Als het
vergrendelingsmechanisme van de
trekstang losgemaakt wordt vóór de
installatie, of op willekeurig welk ander
moment, en in de vergrendelde stand
staat, dan moet het worden voorbelast.
De vergrendelde stand kan
gecontroleerd worden aan de hand van
het samenvallen van het groene
merkteken van het vliegwiel met het
groene merkteken van de trekstang en
aan de stopstand van het vliegwiel
op de trekstang, namelijk zonder
opening (zie afbeelding).Het vergrendelingsmechanisme wordt
als volgt voorbelast: met de sleutel
in het slot en het slot open, het vliegwiel
naar buiten trekken in de richting van
de pijl en, om voor te belasten, draaien
in de richting van pijl b tot de aanslag.
De ontgrendelingshendel is
ingeschakeld en het
vergrendelingsmechanisme blijft in de
voorbelaste stand ook als het vliegwiel
wordt losgemaakt. De trekstang moet
in de zittingbuis geplaatst worden
met de koppelingspen voor de
installatie. Plaatsen van onderaf en naar
boven duwen. Het mechanisme wordt
dan automatisch vergrendeld. Houd uw
handen uit de buurt van het vliegwiel,
want dit draait tijdens de
vergrendelingsprocedure.
2. De trekstang moet in de zittingbuis
geplaatst worden met de
koppelingspen voor de installatie.
Plaatsen van onderaf en naar boven
duwen. Het mechanisme wordt dan
automatisch vergrendeld. Houd uw
handen uit de buurt van het vliegwiel,
want dit draait tijdens de
vergrendelingsprocedure.
3. Vergrendel het slot en verwijder altijd
de sleutel. De sleutel kan niet verwijderd
worden als het slot niet vergrendeld is.
Breng de beschermdop aan op het
slot.De trekstang verwijderen
1. Verwijder de beschermdop van het
slot en duw deze op de greep van
de sleutel. Open het slot met de sleutel.
2. Houd de trekstang stevig vast,
verwijder het vliegwiel in de richting van
de pijl en draai het in de richting van
pijl b tot de aanslag, om het te
verwijderen tot de uitgetrokken stand.
Verwijder vervolgens de trekstang uit de
zittingbuis. Nu kan het vliegwiel
losgemaakt worden; het stopt vanzelf in
de losgemaakte stand.
3. Leg de trekstang op zodanige wijze
in de bagageruimte dat hij niet vuil of
beschadigd kan raken door andere
voorwerpen die vervoerd worden.
4. Plaats de geschikte plug in de
montagepijp.
BELANGRIJK
40)De kogelkop met trekstang mag
uitsluitend gerepareerd en uit elkaar
gehaald worden door de fabrikant.
41)Het bijgeleverde plaatje moet zich op
een uiterst zichtbare plaats van het voertuig
bevinden, in de buurt van de montagepijp
of in de bagageruimte.
148
STARTEN EN RIJDEN
Page 151 of 308

42)Om correcte werking van het systeem
te garanderen, periodiek alle vuilaanslag
verwijderen die zich op de kogelkop, de
trekstang en de montagepijp kan hebben
verzameld. De mechanische onderdelen
moeten op de aangegeven intervallen een
onderhoudsbeurt krijgen. Het slot mag
alleen behandeld worden met grafiet.
43)Smeer de koppelingen, de glijvlakken
en de kogels regelmatig met vet zonder
hars of olie. Smering vormt ook een betere
bescherming tegen corrosie.
44)Als het voertuig gewassen wordt met
waterstralen onder hoge druk, dan moet de
trekstang met kogelkop verwijderd worden
en moet de speciale dop gemonteerd
zijn. De trekstang met kogelkop mag nooit
behandeld worden met stoomstralen.
45)Bij de verwijderbare trekstang
met kogelkop worden twee sleutels
geleverd. Noteer het sleutelnummer op het
slot voor eventuele nabestelling en bewaar
het.LANGDURIGE
STILSTAND
Tref de volgende voorzorgsmaatregelen
als het voertuig langer dan een maand
niet gebruikt zal worden:
parkeer het voertuig in een
overdekte, droge en indien mogelijk
goed geventileerde ruimte;
schakel een versnelling in;
controleer of de handrem niet is
aangetrokken;
koppel de minpool van de accu los,
als de auto is uitgerust met een
"accu-cut-of"-functie (scheider), zie
voor de beschrijving van de werkwijze
de paragraaf "Bedieningselementen" in
"Dashboard en bedieningselementen";
maak de met lak gespoten delen
schoon en behandel ze met een
beschermende was;
reinig en bescherm de glanzende
metalen delen met speciale middelen
die in de handel verkrijgbaar zijn;
bestrooi de wisserrubbers van de
ruitenwissers en achterruitwisser met
talkpoeder en til ze van de ruit op;
zet de ruiten iets open;
dek het voertuig af met een doek of
een geperforeerde kunststof hoes.
Gebruik geen dichte plastic hoezen,
omdat het op de carrosserie aanwezige
vocht dan niet kan verdampen;
pomp de banden 0,5 bar boven de
voorgeschreven spanning op en
controleer de spanning met regelmatige
tussenpozen;
tap het koelsysteem van de motor
niet af.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust
met een alarmsysteem, moet dit met de
afstandsbediening worden
uitgeschakeld.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens één minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen. Wanneer de elektrische
voeding naar de accu weer wordt
aangesloten, controleren of de
contactsleutel in de stand STOP staat
en of het bestuurdersportier gesloten is.
149
Page 152 of 308
NOODGEVALLEN
Een lekke band of een doorgebrand
lampje?
Soms kan een probleem uw reis in
gevaar brengen.
De pagina's over noodsituaties kunnen
u helpen om op zelfstandige en kalme
wijze kritieke situaties op te lossen.
Wij adviseren u om in een noodsituatie
het gratis telefoonnummer te bellen
dat in het garantieboekje is vermeld.
U kunt ook het gratis telefoonnummer
00 800 3428 0000 bellen om de
dichtstbijzijnde Fiat dealer te vinden.EEN LAMP VERVANGEN ................151
LAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN ..................................154
BINNENLAMPEN VERVANGEN ......159
ZEKERINGEN VERVANGEN ............160
GATEWAY FMS-MODULE ...............173
EEN WIEL VERVANGEN .................178
SNELLE BANDENREPARATIEKIT
FIX & GO AUTOMATIC ....................183
STARTEN MET HULPACCU ............185
DE ACCU OPLADEN.......................186
AFSLUITER
BRANDSTOFTOEVOER .................188
SLEPEN VAN HET VOERTUIG ........189
150
NOODGEVALLEN