Page 153 of 308

EEN LAMP
VERVANGEN
ALGEMENE INSTRUCTIES
139) 140)
46)
Als een lamp niet functioneert,
controleer dan of de betreffende
zekering is doorgebrand alvorens de
lamp te vervangen. Om de zekeringen
te vinden wordt verwezen naar de
paragraaf “Zekeringen vervangen” in dit
hoofdstuk.
controleer alvorens een lamp te
vervangen of de contacten zijn
geoxideerd;
vervang defecte lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
controleer na vervanging van een
lamp altijd de hoogte van de lichtbundel
van de koplampen;
BELANGRIJK De binnenkant van de
koplamp kan licht beslagen zijn: dit
duidt niet op een defect, maar wordt
veroorzaakt door een lage temperatuur
en de luchtvochtigheidsgraad. De
condens zal snel verdwijnen wanneer
de koplampen ingeschakeld worden.
De aanwezigheid van druppels in de
koplamp duidt daarentegen op infiltratie
van water. Neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
139)Wijzigingen of reparaties aan het
elektrisch systeem die niet correct zijn
uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt
gehouden met de technische
systeemgegevens, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
140)In halogeenlampen bevindt zich
gas onder druk. Als ze breken, kunnen er
glassplinters wegschieten.
BELANGRIJK
46)Raak alleen het metalen gedeelte van
halogeenlampen aan. Het aanraken van de
bol met de vingers kan de lichtopbrengst
en de levensduur van de lamp reduceren.
Als de lamp per ongeluk toch wordt
aangeraakt, moet hij worden
schoongewreven met een doekje
bevochtigd met alcohol en laat hem
vervolgens drogen.
151
Page 154 of 308
SOORTEN LAMPEN
Het voertuig is uitgerust met verschillende typen lampen.
Volledig glazen lamp:(type A) deze hebben een klemfitting - trek aan
de lamp om hem te verwijderen.
Lamp met bajonet-sluiting:(type B) druk de lamp in en draai hem
linksom om hem te verwijderen.
Buislampen:(type C) trek de lamp uit de veercontacten om hem te
verwijderen.
Halogeenlampen:(type D) maak de lamp los en neem hem uit de
fitting om hem te verwijderen.
Halogeenlampen:(type E) maak de lamp los en neem hem uit de
fitting om hem te verwijderen.
152
NOODGEVALLEN
Page 155 of 308
Lampen
Lampen Type Vermogen Figuur
Grootlicht H7 55W D
Dimlicht H7 55W D
Stadslichten voor / dagrijlichten
W21/5W - LED
(#)--
Mistvoorlichten
(*)H11 55W -
Richtingaanwijzers voor WY21W 21W B
ZijrichtingaanwijzerW16WF
(**) / WY5W
(***)16W(**) / 5W (***)A
Richtingaanwijzers achter PY2IW 21W B
Stadslicht W5W 5W A
Stadslicht achter P21/5W 21/5W B
Parkeerlichten achter/Remlichten P21W 21W B
Derde remlicht W5W 5W B
Achteruitrijlicht W16W 16W B
Mistachterlicht W16W 16W B
Kentekenverlichting C5W 5W A
Plafondverlichting voor (beweegbaar lampenglas) 12V10W 10W C
Plafondverlichting achterin 12V10W 10W C
(#) indien van toepassing, in plaats van een W21/5W-lamp
(*)voor bepaalde versies/markten
(**)XL en Tempo Libero versie
(***)alle overige versies
153
Page 156 of 308

LAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
KOPLAMPUNITS
Ga als volgt te werk om de koplampunit
te verwijderen:
open de motorkap zoals uitgelegd in
de paragraaf "Motorkap/Bagageruimte"
in het hoofdstuk "Kennismaking met
de auto";
maak de stekker A fig. 126 van de
koplamp los;
draai de schroeven B fig. 127 los
waarmee de koplamp aan de
carrosserie is bevestigd, maak de
onderzijde van de koplamp los van zijn
behuizing, zoals te zien is in fig. 127,
verwijder hem en plaats hem op een
werkvlak;
volg onderstaande stappen om de
lampen te vervangen;
monteer de koplamp na de
vervanging door hem met de schroeven
B fig. 127 te bevestigen;
sluit de stekker A fig. 126 op de
koplamp aan.
De lampen zijn als volgt in de lichtunit
opgesteld fig. 128:
A Richtingaanwijzers
B Dimlicht
C Grootlicht
D Stadslichten/dagrijlichtenE Stadslichten/dagrijlichten met leds
(als alternatief voor D)Verwijder de rubberen dop C fig. 129
om een grootlichtlamp te vervangen.
Verwijder de rubberen dop B fig. 129
om een dimlichtlamp te vervangen.
Verwijder de rubberen dop A fig. 129
om een lamp van de richtingaanwijzers
of stadslichten/dagrijlichten te
vervangen (indien niet voorzien van
ledden).
Breng de rubberen doppen weer aan
na de lampen te hebben vervangen en
controleer of ze goed vastzitten.
STADSLICHT/
DAGRIJLICHTEN (LEDS)
Dit zijn led-lampjes. Neem voor het
vervangen contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
126F1A0337
127F1A0338
128F1A0313
129F1A0314
154
NOODGEVALLEN
Page 157 of 308

STADSLICHT/
DAGRIJLICHTEN
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder het rubberen
beschermdeksel A fig. 129;
draai de lamphouder B fig. 130
linksom;
verwijder de lamp door hem weg te
trekken en vervang hem;
duw voorzichtig op de lamp en draai
hem linksom ("bajonetsluiting") om
hem te verwijderen;
monteer de lamphouder B door hem
rechtsom te draaien en controleer of
hij goed vastzit.
breng het rubberen beschermdeksel
A fig. 129 weer aan.GROOTLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder het rubberen
beschermdeksel C fig. 129;
maak de lamphouder A fig. 131 uit
de zijclips B los en verwijder hem;
maak de stekker los;
monteer de nieuwe lamp, waarbij
het profiel van het metalen gedeelte in
de uitsparing in de reflector moet vallen;
oefen druk uit om de lamp aan de
clips opzij te bevestigen;
sluit de stekker weer aan;
monteer het rubberen
beschermdeksel C fig. 129.DIMLICHT
Met gloeilampen
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
monteer het rubberen
beschermdeksel B fig. 129;
maak de lamphouder A fig. 132 uit
de zijclips B los en verwijder hem;
maak de stekker los;
monteer de nieuwe lamp, waarbij
het profiel van het metalen gedeelte in
de uitsparing in de reflector moet vallen;
oefen druk uit om de lamp aan de
clips opzij te bevestigen;
sluit de stekker weer aan;
monteer het rubberen
beschermdeksel B fig. 129.
130F1A0386
131F1A0315
132F1A0316
155
Page 158 of 308

RICHTINGAANWIJZERS
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder het rubberen
beschermdeksel A fig. 129;
draai de lamphouder B fig. 133
linksom;
verwijder de lamp door hem weg te
trekken en vervang hem;
duw voorzichtig op de lamp en draai
hem linksom ("bajonetsluiting") om
hem te verwijderen;
monteer de lamphouder B door hem
rechtsom te draaien en controleer of
hij goed vastzit.
breng het rubberen beschermdeksel
A fig. 129 weer aan.Zijkant
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen fig. 134:
verstel de spiegel met de hand om
toegang te krijgen tot de twee
bevestigingsschroeven A;
draai de schroeven met de
bijgeleverde kruiskopschroevendraaier
los en verwijder de lamphouderunit
door hem los te maken uit de tandjes;
draai de lamp B linksom om hem
te verwijderen en vervang hem.
MISTLAMPEN
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de mistlampen
voor te vervangen:
draai het wiel helemaal naar binnen;
draai de schroef A los en verwijder
de klep B fig. 135;
druk op de klem C fig. 136 en maak
de stekker D los;
draai de lamphouder E los en
verwijder hem;
verwijder de lamp en vervang hem;
monteer de nieuwe lamp en voer
de eerder beschreven procedure in
omgekeerde volgorde uit.
133F1A0317
134F1A0195
135F1A0361
136F1A0362
156
NOODGEVALLEN
Page 159 of 308

ACHTERLICHTUNITS
De lampen zijn als volgt in de lichtunit
opgesteld fig. 137:
A remlichten/stadslicht achter
B stadslicht achter
C richtingaanwijzers
D achteruitrijlichten
E mistachterlichten
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen fig. 138, fig. 139:
open de achterdeur.
draai de 7 bevestigingsschroeven A
van het plastic deksel los;
draai de twee
bevestigingsschroeven B los;
trek de unit naar buiten en maak de
stekker los;
draai de schroeven C los met de
bijgeleverde schroevendraaier en
verwijder de lamphouder;
verwijder de lamp D, E, F door er
voorzichtig op te drukken en linksom te
draaien ("bajonetsluiting) en vervang
hem; verwijder de lamp G, H door hem
naar buiten te trekken;
plaats de lamphouder en draai de
schroeven C vast;
sluit de stekker weer aan, monteer
de lichtunit op de juiste wijze op de
carrosserie en draai de
bevestigingsschroeven B vast.
breng het plastic deksel aan en
bevestig het met de 7
bevestigingsschroeven A.
137F1A0318
138F1A0319139F1A0320
157
Page 160 of 308

Pick-up- en chassis/cabine-versies:
Draai de vier schroeven H fig. 140 los
en vervang de lampen:
I lamp van het mistachterlicht
L lamp van het achteruitrijlicht
M lamp van het stadslicht achter
N lamp van het remlicht
O lamp van het stadslicht achterDERDE REMLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
draai de twee schroeven A fig. 141
los;
verwijder het lampenglas;
druk de lipjes B fig. 142 in en
verwijder de lamphouder;
verwijder de vastgeklemde lamp en
vervang hem.KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder het lampenglas A fig. 143
op het door de pijl aangegeven punt;
vervang de lamp door hem uit de
zijcontacten los te maken; controleer of
de nieuwe lamp correct tussen de
contacten wordt geblokkeerd;
monteer het lampenglas met
drukbevestiging.
STADSLICHT
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
extra lange bestelwagen:
– draai de twee schroeven C fig. 144 en
verwijder de koplamp;
– verwijder de lamphouder D aan de
achterkant van de lichtunit door hem
1/4 slag te draaien;
140F1A0200
141F1A0204
142F1A0205
143F1A0206
158
NOODGEVALLEN