Page 49 of 174

47
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Afstandsbediening*
Met de afstandsbediening kunnen op afstand
de volgende functies worden bediend:
-
C
ontrole van de laadtoestand van de auto.
-
P
rogrammeren van het laden: begintijdstip
en laadduur.
-
A
ctiveren van de functies t.b.v. de
klimaatbeheersing (verwarming,
airconditioning, ontwaseming).
Om het laden te kunnen programmeren
moet aan de volgende voor waarden
worden voldaan.
-
Z
et de selectiehendel in de stand P .
-
Z
et het contact in de stand LOCK .
-
S
luit de auto aan met het normale
laadsnoer.Toetsen Display
1. AAN/UIT, gegevensoverdracht.
2. M
ODE: hiermee kan een keuze worden
gemaakt uit de beschikbare functies (begin
laden, laadduur, thermisch comfort).
3.
D
irect beginnen met laden van de auto
(de geprogrammeerde waarden worden
gereset).
4.
I
nstellingen. 1.
I
ndicator status gegevensoverdracht.
2.
L
aadindicator.
3.
Storingsindicator.
4.
I
ndicator laadtoestand tractiebatterij.
5.
I
ndicator status te programmeren functies
t.b.v. het laden.
6.
In
dicator resterende laadtijd.
7.
I
ndicator status functie thermisch comfort.
De afstandsbediening heeft een bereik
van ongeveer 100 m.
* Volgens uitvoering.
3
Ergonomie en comfort
Page 50 of 174

48
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Als de afstandsbediening niet binnen
30 seconden wordt gebruikt, wordt hij
automatisch weer uitgeschakeld.Als het begintijdstip van het laden wordt
geprogrammeerd zonder de laadduur te
programmeren, wordt de tractiebatterij
volledig opgeladen.U kunt een laadduur van 0,5 tot 19,5
uur
instellen. U kunt echter ook een
laadduur van "-h" instellen: in dat geval
stopt het laden zodra de tractiebatterij
volledig is opgeladen. Deze waarde is
de standaardinstelling van de functie.
AAN/UIT Programmeren van de
laadduur
Met deze functie kan de laadduur van uw auto
worden geprogrammeerd.
Schakel de afstandsbediening in.
Druk op de toets MODE om het programmeren
van de laadduur te selecteren.
Klap de antenne uit.
Houd deze toets lang ingedrukt om
de afstandsbediening in of uit te
schakelen.
Programmeren van het
begintijdstip van het laden
Met deze functie kan worden geprogrammeerd
over hoeveel tijd het laden van uw auto moet
beginnen.
(Voorbeeld: Als het 19.00 is op het moment van
programmeren en de tijd wordt ingesteld op
2
uur, begint het laden om 21.00.)
Schakel de afstandsbediening in.
Dit symbool verschijnt op het scherm.
Stel het begintijdstip van het laden in door de
pijltoetsen in te drukken: dit gaat in stappen van
0,5 uur per keer dat de toets wordt ingedrukt.
Druk kort op de A AN/UIT-toets om de
gegevens naar de auto te verzenden.
Dit symbool verschijnt op het scherm.
Stel de laadduur in door de pijltoetsen in te
drukken: dit gaat in stappen van 0,5 uur per
keer dat de toets wordt ingedrukt.
Druk kort op de A AN/UIT-toets om de
gegevens naar de auto te verzenden.
Als de laadduur wordt geprogrammeerd
zonder het beginttijdstip te programmeren,
begint het laden van de accu onmiddellijk
en duurt het laden voort tot de
geprogrammeerde laadduur is verstreken.
Ergonomie en comfort
Page 51 of 174

49
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Om het inschakelen van de ver warming,
de airconditioning en de ontwaseming
te kunnen programmeren moet aan de
volgende voorwaarden worden voldaan.
-
D
e selectiehendel staat in de
stand
P.
-
H
et contact staat in de stand
LOCK .
-
De auto is op de stroomvoorziening
aangesloten met het normale laadsnoer.
- Alle portieren van de auto zijn correct gesloten.- Het laadniveau van de tractiebatterij moet
voldoende zijn (minimaal één streepje).
Annuleren van de
geprogrammeerde waarden
Met de afstandsbediening
Met het contactslot
Zet het contact in de stand ON en vervolgens
weer in de stand LOCK .
Programmeren van het thermische comfort
Activeren van de functies
Schakel de afstandsbediening in.
Druk op de toets MODE om het programmeren
van het thermische comfort te selecteren.
Met deze functie kan het inschakelen van de
volgende functies worden geprogrammeerd:
-
d
e ver warming,
-
d
e airconditioning,
-
d
e ontwaseming.
Druk op de toets voor het direct
beginnen met laden en druk
vervolgens kort op de A AN/UIT-toets
om de gegevens naar de auto te
verzenden.
Een van deze symbolen verschijnt op het
scherm. Hiermee wordt de actuele status van
het thermische comfort aangegeven.
Selecteer met de pijltoetsen de gewenste
functie.
Druk kort op de A AN/UIT-toets om de
gegevens naar de auto te verzenden.
De met de afstandsbediening
geprogrammeerde waarden worden
elke keer dat de auto wordt gestart
automatisch gewist.
Zorg voor een optimale werking van de
programmeerfunctie van het thermische
comfort dat alle ruiten van de auto zijn
gesloten.
3
Ergonomie en comfort
Page 52 of 174

50
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Indicator van de laadtoestand
van de tractiebatterij
U kunt op de afstandsbediening de
laadtoestand van de tractiebatterij controleren.
Koelen: Inschakelen van de
airconditioning en de ventilatie
in het interieur via de centrale
ventilatieroosters.
Ver warmen: Inschakelen van de
ver warming in het interieur en de ventilatie
via de onderste ventilatieroosters. De
stoelverwarming van de bestuurdersstoel
wordt ook geactiveerd, mits deze functie is
ingeschakeld.
Ontwasemen: Inschakelen
van de achterruitverwarming,
de buitenspiegelverwarming
(volgens uitvoering), de ventilatie
en ver warming in het interieur
via de zijventilatieroosters en
de stoelver warming van de
bestuurdersstoel mits deze
functie is ingeschakeld.
Uitschakelen van de te
programmeren functie van het
thermische comfort en annuleren
van de geprogrammeerde
waarden. Tractiebatterij volledig geladen.
Tractiebatterij bijna ontladen. Tractiebatterij voor de helft geladen.
Tractiebatterij ontladen.
Gooi lege batterijen niet weg, maar
lever ze in als klein chemisch afval.
Batterijen vervangenBeschikbare functies
Type batterij: CR2032
Maak het kapje los en vervang vervolgens de
2 batterijen.
Ergonomie en comfort
Page 53 of 174
51
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Storingen
Afstandsbediening
IndicatorenStatus OorzakenActies / Opmerkingen
Knippert binnen ongeveer 10 seconden
nadat de afstandsbediening is
ingeschakeld. Er is een storing opgetreden.
Schakel de afstandsbediening uit en
vervolgens weer in.
Knipperen binnen ongeveer 1 seconde
nadat de afstandsbediening is
ingeschakeld. De werking van de afstandsbediening
of de overdracht van gegevens wordt
verstoord door elektrische interferentie.Ga op een plaats staan waar dit
probleem zich niet voordoet.
Knipperen binnen ongeveer 10
seconden
nadat de afstandsbediening is
ingeschakeld. De antenne is niet uitgeklapt.
Klap de antenne uit.
De afstandsbediening bevindt zich
buiten zijn bereik. Ga dichter bij de auto staan.
Het contact staat niet in de stand LOCK . Zet het contact in de stand LOCK.
3
Ergonomie en comfort
Page 54 of 174

52
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Programmeren van het laden
Programmeren van het thermische comfort
IndicatorenStatus OorzakenActies / Opmerkingen
Knipperen enkele seconden. Het laadsnoer is niet goed aangesloten.Controleer het snoer.
Er is een probleem met uw elektrische
installatie.
Laat uw elektrische installatie controleren
door een professionele installateur.
Knipperen enkele seconden. De tractiebatterij is onvoldoende
geladen.Zorg dat de tractiebatterij wordt opgeladen
en begin opnieuw met de programmering.
Knipperen enkele seconden.Een van de portieren van de auto is nog
geopend.Sluit alle portieren en begin opnieuw met
de programmering.
De selectiehendel staat niet in de
stand
P. Zet de selectiehendel in de stand P
.
Indicatoren
Status OorzakenActies / Opmerkingen
Knipperen enkele seconden. Het laadsnoer is niet goed aangesloten.Controleer het snoer.
Er is een probleem met uw elektrische
installatie. Laat uw elektrische installatie
controleren door een professionele
installateur.
Knippert enkele seconden. De selectiehendel staat niet in de
stand P
. Zet de selectiehendel in de stand P
.
Ergonomie en comfort
Page 55 of 174

53
C-Zero_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Lichtschakelaar
Hoofdverlichting
De lichtschakelaar heeft verschillende
standen om de verlichting van de auto aan de
omstandigheden aan te passen en zo een goed
zicht voor de bestuurder te garanderen:
-
p
arkeerlicht: om gezien te worden,
-
d
imlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
-
g
rootlicht: voor een optimaal zicht
op wegen waar het omgevingslicht
onvoldoende is.
Aanvullende verlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke rijomstandigheden:
-
m
istachterlicht: voor een optimale
zichtbaarheid van achteren als het zicht
minder dan 50
m is,
-
m
istlampen vóór: voor extra zicht bij slecht
w e e r,
-
d
agrijverlichting: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag.
Ring voor de selectie van de
stand van de hoofdverlichting
Draai aan de ring om het symbool van de gewenste
stand tegenover het merkteken te zetten.
Automatische verlichting. Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Grootlichtschakelaar
Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Verklikkerlampjes
Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Uit.
4
Verlichting en zicht
Page 56 of 174

54
C-Zero_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Mistlampen vóór en achter
Ringschakelaar voor het inschakelen van de
mistlampen.
De mistlampen werken in combinatie met het
parkeerlicht, het dimlicht en het grootlicht.Mistlampen vóór en mistachterlicht
Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts, zijn de
mistlampen vóór en het mistachterlicht
verblindend voor medeweggebruikers
en daarom niet toegestaan.
Vergeet niet de mistlampen vóór en het
mistachterlicht uit te zetten zodra ze
niet meer nodig zijn.
Vergeten verlichting
Als het contact is afgezet en het
bestuurdersportier wordt geopend,
klinkt een geluidssignaal om aan te
geven dat de verlichting nog brandt.
Het geluidssignaal stopt zodra de
verlichting wordt uitgeschakeld.
F
D
raai de ring één keer naar voren om de
mistlampen vóór in te schakelen.
F
D
raai de ring twee keer naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen.
F
D
raai de ring één keer naar achteren om
het mistachterlicht uit te schakelen.
F
D
raai de ring twee keer naar achteren om
de mistlampen vóór uit te schakelen.
De ring springt automatisch terug in zijn
oorspronkelijke positie.
Het mistachterlicht wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer u het dimlicht /grootlicht
vóór uitschakelt.
Verlichting en zicht