Page 17 of 174

15
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Waarschuwingslampjes
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Remsysteem Brandt constant. Remvloeistofniveau te laag
of
Een storing in de rembekrachtiging. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van CITROËN.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+ Brandt constant, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.Er is een storing in de elektronische
remkrachtverdeler.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)Brandt constant.
Er is een storing in het ABS. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende controlelampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem
en moet de bestuurder actie ondernemen.
Controleer altijd wat er aan de hand is als er een waarschuwingslampje gaat branden.
Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 174

16
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Electronic
Stablility
Program en Anti
Spin Regeling
(ESP/ASR)Knippert.
In werking treden van ESP/ASR. Het systeem zorgt voor maximale grip en houdt de
auto in het juiste spoor.
Matig uw snelheid en pas uw rijstijl aan.
Brandt constant. Storing in ESP/ASR. Laat de systemen door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats controleren.
+
Een of meer
portier en
geopend Brandt constant, in
combinatie met een
geluidssignaal. Een portier of de achterklep is niet
goed gesloten.
Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
12V-accu laden
Brandt constant. Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de 12V-accu
(vervuilde of losgeraakte klemmen,
omvormer defect…). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het lampje niet uitgaat.
Elektrische
stuurbekrachtigingBrandt constant.
Er is een storing in de de elektrische
stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Instrumentenpaneel
Page 19 of 174

17
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel
vóór niet
vastgemaakt /
losgemaakt Brandt eerst constant
en gaat dan knipperen
in combinatie met een
geluidssignaal. De bestuurder en/of de passagier
voorin heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in de
gordelsluiting.
Veiligheidsgordel
rechtachter los Brandt constant.
De rechter achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in de
gordelsluiting.
Veiligheidsgordel
linksachter los Brandt constant.
De linker achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Te lage
bandenspanning
Brandt permanent.
De spanning van één of meer banden
is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Doe dit bij voorkeur bij koude banden.
U moet het systeem resetten nadat u de spanning van
één of meer banden hebt aangepast en wanneer één
of meer wielen zijn gewisseld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
i nformatie over het bandenspanningscontrolesysteem .
Knippert en
brandt vervolgens
permanent.Een storing in het systeem en/of ten
minste één sensor van een wiel wordt
niet gedetecteerd. De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het C
ITROËN-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 174

18
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
AirbagsBrandt tijdelijk. Als u het contact aanzet, gaat dit
lampje een paar seconden branden
en dan uit. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft
branden.
Brandt constant. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Beveiliging van
de tractiebatterij Brandt constant.
De laadtoestand van de tractiebatterij
is laag of de tractiebatteij is te koud... Beperking van het beschikbare vermogen.
Laad de tractiebatterij zo snel mogelijk op.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft branden.
Zelfdiagnose van het
hoogspanningscircuitBrandt constant.
Een storing in het elektrische
hoogspanningscircuit Stop onmiddellijk.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Verminderde
motorremwerking Knippert.
Omdat de tractiebatterij is volledig
opgeladen, is de motorremwerking
tijdelijk verminderd. Anticipeer zo goed mogelijk op het remmen: gebruik
het rempedaal om de auto af te remmen of volledig tot
stilstand te brengen.
Instrumentenpaneel
Page 21 of 174
19
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Energievoorraadindicator
Weergave
Naarmate de beschikbare hoeveelheid energie
van de tractiebatterij geringer wordt, krijgt de
bestuurder vier waarschuwingen achter elkaar:
- als nog slechts 2 streepjes op de
en ergievoorraadindicator branden, gaat het
symbooltje (brandstofpomp met stekker) knipperen:
de reservevoorraad wordt aangesproken.
- Het laatste streepje van de energievoorraadindicator knippert.
-
H
et laatste streepje gaat uit: de actieradius
wordt niet meer weergegeven, de ver warming
en de airconditioning worden uitgeschakeld.
Waarschuwing lage energievoorraad
- Dit symbooltje gaat op het
instrumentenpaneel branden:
geleidelijk aan is er steeds
minder vermogen beschikbaar.
De laadtoestand van de tractiebatterij wordt
voortdurend op het instrumentenpaneel
weergegeven.
1
Instrumentenpaneel
Page 22 of 174
20
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Verbruiks-/energieopwekkingsindicator
Energieverbruik
Als u het contact aanzet, verbruikt de auto
geen energie en wordt er ook geen energie
opgewekt: de wijzer bevindt zich in de
neutrale stand (mits de ver warming en de
airconditioning uitgeschakeld zijn).
Zone "Eco"
Deze geeft aan hoeveel energie van de tractiebatterij wordt verbruikt of opgewekt tijdens het rijden.
Neutrale standZone "Charge"
De wijzer verplaatst zich naar rechts. Naarmate
er meer energie verbruikt wordt, zal de wijzer
steeds verder naar rechts wijzen.
De wijzer staat in dit gebied als de auto zuinig
rijdt waardoor de actieradius wordt vergroot.De wijzer verplaatst zich naar links. Naarmate
de tractiebatterij sterker wordt geladen tijdens
het uitrijden en remmen zal de wijzer steeds
verder naar links wijzen.
Onder koude weersomstandigheden
wordt er minder energie teruggewonnen
door het remmen.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 174
21
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Display op instrumentenpaneelAls het contact in de stand "ON" staat, kunt u, door een paar keer achter elkaar op de knop A te drukken, de volgende gegevens op het display weergeven.
Kilometerteller
Systeem om de totaal afgelegde afstand door
de auto tijdens de levensduur te meten.
Druk op de knop A.
De totale kilometerstand wordt weergegeven
op het display.Nulstelling
Houd de knop, ter wijl het contact aan is en het
gewenste traject A of B wordt weergegeven,
gedurende minstens 2
seconden ingedrukt.
Dagteller (Traject A of B)
Van twee verschillende trajecten kan de
afstand sinds de laatste nulstelling worden
bijgehouden.
Druk op de knop A om het ene of het andere
traject te kiezen.
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 174

22
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Onderhoudsindicator
Druk na het aanzetten van het contact een
paar keer achter elkaar op de knop A tot de
onderhoudsindicator in de gewenste eenheden
wordt aangegeven. Deze informatie kan op twee manieren worden
aangegeven:
-
h
et aantal nog af te leggen kilometers,
-
d
e resterende tijd in maanden tot de
eerstvolgende beurt.
Werking
1. De indicator geeft aan dat er nog 1000 km
of 1 maand resteert tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt.
2.
D
e indictator geeft aan dat de termijn tot
het eerstvolgende onderhoudsbeurt is
verstreken.
E
lke keer als u het contact aanzet, verschijnt
de onderhoudssleutel enkele seconden
om aan te geven dat u op korte termijn een
onderhoudsbeurt moet laten uitvoeren.
3.
N
a het uitvoeren van de onderhoudsbeurt
is de indicator gereset en wordt het aantal
af te leggen kilometers/de resterende
termijn tot de volgende onderhoudsbeurt
opnieuw aangegeven.
De onderhoudsindicator geeft aan hoever u
nog ver wijderd bent van de eerstvolgende
onderhoudscontrole volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Dit wordt berekend vanaf de laatste nulstelling
van de onderhoudsindicator.
U kunt de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving.
Druk op de knop A en houd de knop dan
ingedrukt om de lichtsterkte in te stellen op
"dag" of "nacht" ongeacht of de verlichting van
de auto is ingeschakeld of niet.
De lichtsterkte neemt elke keer als er op de
knop A wordt gedrukt, in stapjes toe.
Druk, wanneer de verlichting het maximale
niveau heeft bereikt, nogmaals op de knop om
naar het minimale niveau te gaan.
Laat de knop A los zodra u de gewenste
lichtsterkte hebt bereikt.
De instelling wordt opgeslagen zodra u de
knop
A loslaat en blijft behouden als het
contact in stand OFF gezet wordt.
Dimmer dashboardverlichting
Instrumentenpaneel