Page 57 of 174

55
C-Zero_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Richtingaanwijzers
(knipperlichten)
F Links: beweeg de verlichtingsschakelaar omlaag voorbij het zware punt.
F
R
echts: beweeg de verlichtingsschakelaar
omhoog voorbij het zware punt.
Dagrijverlichting
Specifieke verlichting voor overdag, waardoor
de auto extra goed zichtbaar is.
De dagrijverlichting gaat automatisch branden
zodra u de motor start en er geen andere
verlichting is ingeschakeld.
Deze verlichting kan niet uitgeschakeld
worden.Automatische verlichting
Als de ring in de stand AUTO staat, wordt
het parkeerlicht en het dimlicht automatisch
ingeschakeld als de lichtsterkte van de
omgeving onvoldoende is.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is.
De sensor bevindt zich aan de onderzijde van
de voorruit.
Automatische verlichting
Automatisch uitschakelen
Als de lichtschakelaar in de stand "AUTO"
staat, ter wijl het contact in de stand "LOCK"
of "ACC" staat of als de sleutel uit het contact
wordt ver wijderd, wordt de verlichting
automatisch uitgeschakeld wanneer het
bestuurdersportier wordt geopend .
De dagrijverlichting bevindt zich in
dezelfde behuizing als die van de
mistlampen vóór, maar voor deze
verlichting worden wel speciale
gloeilampen gebruikt.
Het gebruik van dagrijverlichting is in de
wegenverkeerswet omschreven.
Bij mist of sneeuwval kan de lichtsensor
voldoende licht waarnemen en zullen
de lichten niet automatisch worden
ingeschakeld.
Dek de lichtsensor niet af, de
bijbehorende functies worden dan niet
meer bediend.
4
Verlichting en zicht
Page 58 of 174

56
C-Zero_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Ruitenwisserschakelaar
Ruitenwissers vóór
De ruitenwisserschakelaar bestaat uit
schakelaar A en ring B. Eén keer wissen.
Uit.
Interval (wissnelheid handmatig in te
ste l l e n).
Lage snelheid.
Hoge snelheid.
B.
R
ingschakelaar voor instellen van de
interval van de ruitenwisser.
F
D
raai aan deze ring om de frequentie
van de interval van de ruitenwissers te
verhogen of te verlagen.
A.
S
electeer de wissnelheid met de schakelaar:
beweeg de schakelaar omhoog of omlaag
om hem in de gewenste stand te zetten.
Ruitensproeiers voor
Trek de hendel naar u toe: de ruitensproeiers
treden in werking en na enige tijd worden ook
de ruitenwissers ingeschakeld.
Schakel de ruitenwissers niet in
als de voorruit droog is. Controleer
voordat u bij extreem koud of warm
weer de ruitenwissers inschakelt of de
ruitenwisserbladen niet vastzitten aan
de voorruit. Verwijder onder winterse omstandigheden
sneeuw, ijs of rijp van de voorruit, van het
gebied rondom de ruitenwisserarmen
en de ruitenwisserbladen en van het
voorruitrubber alvorens de ruitenwissers in
te schakelen.
Stand "0" : basisinstelling.
Koplampen
verstellen
Verstel de koplampen met halogeenlampen
afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen.
0.
A
lleen bestuurder of bestuurder +
1
passagier voorin.
1
of 2.
4
personen (inclusief bestuurder).
3.
4
personen (inclusief bestuurder) +
maximaal toegestane belading.
4.
Bes
tuurder + maximaal toegestane
belading.
Verlichting en zicht
Page 59 of 174

57
C-Zero_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Ruitenwisser achter
Uit.
Interval.
De ruitenwisser wist twee keer en schakelt
vervolgens naar de intervalstand, met een
interval van enkele seconden. Wissen met ruitensproeier.
Houd de ring in deze stand om de
ruitensproeier en de ruitenwisser enige tijd in te
schakelen. C.
S
electiering ruitenwisser achter.
Plafonnier
Stand 1 "ON"
De plafonnier brandt constant.
Stand 2 "●"
De plafonnier gaat bij het openen van een
portier of de achterklep branden; als u het
portier of de achterklep sluit, gaat de verlichting
in enkele seconden geleidelijk uit.
De plafonnier gaat meteen uit als u de portieren
en de achterklep sluit en de auto direct
daarna van binnenuit of met behulp van de
afstandsbediening vergrendelt.
Stand 3 "OFF"
De plafonnier is permanent uit. Zorg ervoor dat de plafonnier niet
brandt als u de auto verlaat.
Als de plafonnier permanent blijft
branden zal de 12V-accu ontladen
raken ook als de tractiebatterij geladen
is of wordt opgeladen.
Het is dan niet mogelijk de auto te
starten.
4
Verlichting en zicht
Page 60 of 174

58
C-Zero_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Algemene aanbevelingen met betrekking tot de veiligheid
Op verschillende plaatsen in uw
auto zijn stickers aangebracht. Ze
bevatten veiligheidswaarschuwingen
en informatie over de identificatie van
uw auto. Ver wijder ze niet: ze horen
namelijk bij de auto.
Neem voor alle werkzaamheden
aan uw auto contact op met een
gekwalificeerde werkplaats die
beschikt over de juiste technische
informatie, vakkennis en apparatuur.
Het CITROËN-netwerk is in staat u dit
te bieden.Belangrijke informatie:
- Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van CITROËN voorkomen, kan tot een hoger verbruik leiden en
storingen in het elektronische systeem van uw auto veroorzaken. Ga naar het CITROËN-
netwerk voor meer informatie over het aanbod aan accessoires met een artikelnummer.
-
U
it veiligheidsoverwegingen is toegang tot de diagnose-aansluiting, die is gekoppeld
aan de elektronische systemen in de auto, uitsluitend voorbehouden aan het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats waar de beschikking is over
geschikt gereedschap (kans op storingen in de elektronische systemen die kunnen
leiden tot pech of ernstige ongevallen). De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld als deze aanwijzing niet wordt opgevolgd.
-
W
ijzigingen of aanpassingen die niet door CITROËN zijn voorzien of toegestaan, of die
niet volgens de technische voorschriften van de fabrikant zijn uitgevoerd, leiden tot het
vervallen van de wettelijke en contractuele garanties.
Monteren van als accessoire geleverde
radiocommunicatiezenders
Voordat u een radiocommunicatiezender met buitenantenne monteert, moet u bij het
CITROËN-netwerk de technische gegevens (frequentieband, maximaal uitgangsvermogen,
positie antenne, specifieke installatievoorschriften) van de voor montage geschikte zenders
opvragen, conform de Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (2004/104/EG).
Afhankelijk van de lokale wetgeving kan de aanwezigheid van bepaalde veiligheidsuitrusting
verplicht zijn: veiligheidsvesten, gevarendriehoeken, alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser, een verbandtrommel, spatlappen aan de achterzijde
van de auto.
Veiligheid
Page 61 of 174
59
C-Zero_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Automatische
werking van de
remlichten
De remlichten gaan automatisch branden zodra
u het gaspedaal loslaat.
Dit gebeurt niet altijd: het is afhankelijk van de
mate van deceleratie.
Alarmknipperlichten
Lichtsignaal van de richtingaanwijzers om het
overige verkeer te waarschuwen in het geval
van file, pech, slepen of een ongeval.
F
D
ruk deze knop in: de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Claxon
F Druk op het middelste gedeelte van het stuurwiel.
5
Veiligheid
Page 62 of 174

60
C-Zero_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Geluidssignaal voor voetgangers*
Met dit systeem worden voetgangers geattendeerd op het naderen van de auto.
Als de auto wordt gestart, gaat het lampje
van de toets gedurende enkele seconden
branden om aan te geven dat het systeem is
geactiveerd.
Het geluidssignaal voor voetgangers is te horen
bij een wagensnelheid van 0 tot 35 km/h.
Uitschakelen
Wanneer het onder bepaalde omstandigheden niet wenselijk is
dat het systeem is ingeschakeld, kunt u het systeem uitschakelen.
Druk op deze toets.
Het lampje van de toets gaat branden en het
geluidssignaal stopt.
Als u nogmaals op de toets drukt, wordt het
systeem weer geactiveerd.
Het lampje van de toets gaat dan uit. Schakel het systeem alleen uit als u er
zeker van bent dat u in een zone rijdt
waar veel voetgangers komen.
Werking
* Volgens uitvoering.
Storing
Als er een storing in het systeem optreedt,
knippert het lampje van de toets. Raadpleeg
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten
controleren.
Het systeem wordt elke keer dat
u de auto start automatisch weer
ingeschakeld.
Veiligheid
Page 63 of 174

61
C-Zero_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Urgence-oproep of Assistance-oproep
Urgence-oproep met lokalisatie
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene LED-
lampje en een gesproken bericht
bevestigen dat de oproep naar de
alarmcentrale van "de Urgence-
oproep met lokalisatie" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene LED-lampje dooft.
Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
De alarmcentrale van de Urgence-oproep
met lokalisatie lokaliseert onmiddellijk uw
auto, neemt in uw landstaal** contact met u
op en roept indien nodig de hulp in van de
bevoegde hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie. Wanneer de elektronische eenheid
airbags een botsing heeft gedetecteerd,
wordt onafhankelijk van het eventueel
afgaan van de airbags, automatisch een
Urgence-oproep gedaan.
*
A
fhankelijk van de algemene
gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de technische
beperkingen van het systeem.
**
Afhankelijk van de geografische dekking van de
"Urgence-oproep met lokalisatie", "de Assistance-
oproep met lokalisatie" en van de officiële landstaal
die door de eigenaar van de auto is gekozen.De lijst van de landen waar het systeem
beschikbaar is en de lijst van beschikbare
telematicadiensten kunt u bij uw verkooppunt
opvragen of op de internetsite voor uw land
bekijken.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
CITROËN Connect Box met SOS-
pakket en pechhulpservice, beschikt
u over aanvullende diensten via uw
persoonlijke pagina op de internetsite
voor uw land.
5
Veiligheid
Page 64 of 174

62
C-Zero_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Assistance-oproep met lokalisatie
Druk om de geolokalisatie weer in te schakelen
nogmaals gelijktijdig op de toetsen "Urgence-
oproep met lokalisatie" en "Assistance-oproep
met lokalisatie" en vervolgens op "Assistance-
oproep met lokalisatie" om te bevestigen.
Werking van het systeemDruk langer dan 2 seconden op
deze toets voor het aanvragen
van hulp bij het stranden van de
auto.Wanneer u uw auto buiten het netwerk
van het Merk hebt gekocht, raden wij u
aan de aanwezigheid van deze diensten
bij het netwerk te laten controleren en
eventueel configureren.
In een meertalig land kunt u het
systeem laten configureren in de
officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het
verbeteren van de telematicadiensten
voor de klant, behoudt de fabrikant zich
het recht voor om op elk willekeurig
moment het telematicasysteem in de
auto te wijzigen.
Bij een storing in het systeem kan er
wel met de auto worden gereden. Bij het aanzetten van het contact
gaat het groene lampje 3 seconden
branden. Dit duidt op een goede
werking van het systeem.
Het knipperen en vervolgens doven
van het oranje lampje duidt op een
storing in het systeem.
Als het oranje lampje blijft branden, moet de
noodbatterij worden vervangen.
In beide gevallen kan er mogelijk geen
Urgence-oproep of Assistance-oproep worden
verstuurd.
Raadpleeg zo snel mogelijk een erkend
reparateur. Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep
is verstuurd**.
**
Afhankelijk van de geografische dekking van
de "Urgence-oproep met lokalisatie" en "de
Assistance-oproep met lokalisatie" en van de
officiële landstaal die door de eigenaar van de auto
is gekozen.De lijst van de landen waar het systeem beschikbaar
is en de lijst van beschikbare telematicadiensten
kunt u bij uw verkooppunt opvragen of op de
internetsite voor uw land bekijken.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de aanvraag geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken
bericht.
Geolokalisatie
U kunt de geolokalisatie uitschakelen door
gelijktijdig op de toetsen "Urgence-oproep met
lokalisatie" en "Assistance-oproep met lokalisatie"
te drukken en vervolgens op "Assistance-oproep
met lokalisatie" te drukken om te bevestigen.
Veiligheid