Page 249 of 364

247
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Uitschakelen van de eco-
mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze vijf minuten
draaien.
SpaarfaseEco-mode
Inschakelen van de eco-mode
Na deze periode geeft een melding op het
display aan dat de eco-mode is ingeschakeld
en de actieve functies worden in de ruststand
gezet.
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat. De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 30
minuten
gebruiken.
Deze periode kan, afhankelijk van de laadtoestand van de accu, veel korter zijn.
Als u op het moment dat de eco-mode
wordt ingeschakeld aan het telefoneren
bent, kan het gesprek nog 5 minuten
worden voortgezet via de handsfree set
van uw Peugeot Connect Sound of uw
Peugeot Connect Nav. Neem de tijd die nodig is voor het
starten van de motor in acht om een
juiste lading van de accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu
starten van de motor om de accu bij te
laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden (zie de paragraaf
"Ac cu").
10
Praktische informatie
Page 250 of 364

248
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Wisserbladen vervangen
Demonteren
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F M aak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
F Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Voordat u een wisserblad
demonteert
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F B edien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
Slepen van de auto
Toegang tot het gereedschap
Het sleepoog bevindt zich onder het linker
harmonicagedeelte van de vloerplaat, in de
bekleding van de bagageruimte:
F
o
pen de achterklep,
F
t
il het harmonicagedeelte van de
vloerplaat
op,
F
n
eem het sleepoog uit de steun.
U kunt uw auto laten slepen door een andere
auto of een andere auto slepen met behulp
van het sleepoog dat deel uitmaakt van het
boordgereedschap.
Praktische informatie
Page 251 of 364

249
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Slepen van uw auto
F Maak het klepje in de voorbumper los door op de onderkant ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van uw
auto in. F
M aak het klepje in de achterbumper los
door op de onderkant ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de te
slepen auto in.
Slepen van een andere auto
Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij een
elektronisch gestuurde versnellingsbak
of automatische transmissie).
Het niet opvolgen van dit voorschrift
kan er toe leiden dat bepaalde
componenten (remsysteem,
transmissie...) beschadigd raken en
dat de rembekrachtiger na het starten
mogelijk niet meer werkt.
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de
trekkende auto hoger is dan van de
auto die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van
de gesleepte auto blijven zitten. Deze
persoon moet beschikken over een
geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4
wielen
op de grond altijd een goedgekeurde
sleepstang; touwen en riemen zijn
verboden.
De bestuurder van de slepende auto
moet voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met
stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen
slepen door een professioneel
bergingsbedrijf :
-
a
ls de auto is gestrand op de
autosnelweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand
te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de handrem los te
zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen
op de grond,
-
b
ij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang...
10
Praktische informatie
Page 252 of 364

250
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Trekhaak met afneembare kogel
Monteren
F Maak de beschermkap van de steun, onder de achterbumper, los en ver wijder de kap. F
C
ontroleer, alvorens de kogel te monteren,
of de met pijlen aangegeven contactpunten
schoon zijn. G ebruik indien nodig een schone en zachte
doek. F
C
ontroleer of de kogel correct bevestigd
is. De twee pennen moeten contact maken
met de inkepingen in de steun en de pal B
moet in de stand "vergrendeld" staan.
F
P
laats de beschermkap en zet hem vast
door de kap naar links te draaien.
F
H
oud de knop A op de kogel ingedrukt.
F
O
ntgrendel het vergrendelmechanisme
door op de pal B te drukken. F
P
laats het uiteinde van de kogel zo
ver mogelijk in de steun onder de
achterbumper.
De kogel van deze door de fabrikant geleverde trekhaak kan zonder gereedschap worden gemonteerd en ver wijderd.
F Sluit de stekker van de aanhanger aan op de 13 -polige aansluiting bij de steun.
F
B
eveilig de aanhanger door de
veiligheidskabel vast te maken aan het
desbetreffende oog op de steun.
Praktische informatie
Page 253 of 364

251
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Als de kogel is gemonteerd, kan deze
het volledig openen van het onderste
deel van de achterklep hinderen.
Zorg ervoor dat de achterklep niet in
aanraking komt met de kogel.
F
M
aak de beschermkap los door deze naar
rechts te draaien en verwijder hem.
Verwijderen
F Druk op de pal B en verwijder de trekhaakkogel
door deze naar u toe te trekken.
F
H
oud de knop A op de kogel ingedrukt.
F
O
ntgrendel het vergrendelmechanisme
door op de pal B te drukken. F
Z
et de beschermkap vast op de steun
onder de bumper. Als de kogel niet is vergrendeld, kan de
aanhanger losraken en loopt u het risico
een ongeval te veroorzaken.
Vergrendel de kogel altijd conform de
aanwijzingen.
Houd u aan de regelgeving in het land
waar u zich bevindt.
Verwijder de trekhaakkogel als u de
trekhaak niet gebruikt.
Controleer voordat u wegrijdt of de
verlichting van de aanhanger correct
functioneert.
Maximaal toegestane kogeldruk: 70
kg.
Raadpleeg de rubriek "Technische
gegevens" voor meer informatie over de
gewichten en aanhangergewichten van
uw auto.
Transportoplossingen (koffer of
fietsendrager).
Houd u altijd aan de maximaal
toegestane kogeldruk: als u deze
overschrijdt, kan de trekhaak losraken
van de auto wat tot een ernstig ongeval
zou kunnen leiden.
10
Praktische informatie
Page 254 of 364

252
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Trekken van een aanhanger
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
vervoer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger.Raadpleeg de rubriek "Technische
gegevens" voor de gewichten en
aanhangergewichten die voor uw auto
van toepassing zijn.
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door PEUGEOT geteste
en goedgekeurde trekhaak inclusief
bedrading en deze door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het PEUGEOT-
netwerk behoort, moet de montage
altijd volgens de voorschriften van de
fabrikant worden uitgevoerd.
Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
Als de aanhanger begint te slingeren,
zou u de controle erover kunnen
verliezen en zou de aanhanger kunnen
omslaan. Kans op een ongeval!
Probeer nooit de aanhanger te
stabiliseren door gas te geven.
Verminder snelheid en stuur niet tegen.
Rem indien nodig af.
Adviezen
Gewichtsverdeling
F Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en
houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men op
grotere hoogte boven de zeespiegel komt.
Trek boven de 1000
m 10% van het maximale
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000
m.
Praktische informatie
Page 255 of 364

253
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Zijwind
F Houd er rekening mee dat de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend en is
niet afhankelijk van het motortoerental.
F
P
as uw snelheid aan om het toerental te
beperken.
Het maximale aanhangergewicht is
afhankelijk van het hellingspercentage en de
buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de
remweg.
Bij een lange afdaling is het, om te voorkomen
dat de remmen oververhit raken, raadzaam om
op de motor af te remmen.
Banden
F Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indien
nodig op de juiste waarde.
Verlichting
F Controleer de verlichting van de aanhanger.
De parkeerhulp wordt automatisch
uitgeschakeld als bij het aankoppelen
van een aanhanger een originele
PEUGEOT-trekhaak wordt gebruikt.
F
A
ls het waarschuwingslampje
van de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden in combinatie met
het waarschuwingslampje STOP ,
stop dan zo snel mogelijk en zet
de motor af.
10
Praktische informatie
Page 256 of 364

254
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Allesdragers monteren
Gebruik bij het monteren van allesdragers de
vier hiervoor bestemde bevestigingspunten:
F
o
pen de afdekplaatjes,
F
o
pen de afdekkapjes van de
bevestigingspunten van beide allesdragers
met de sleutel,
F
b
reng de bevestigingspunten van de
allesdragers aan en vergrendel ze één voor
één op het dak,
F
c
ontroleer of de allesdragers goed zijn
bevestigd (door eraan te schudden),
F
s
luit de afdekkapjes van beide allesdragers
met de sleutel. Als uw auto is uitgerust met daksierlijsten,
gebruik deze dan niet om lading te
vervoeren.
Max. toegestane daklast op de
allesdragers, bij een maximale
laadhoogte van 40
cm (m.u.v.
fietsendrager): 65 kg.
Pas bij een belading hoger dan
40 cm de rijsnelheid aan aan de
rijomstandigheden om schade
aan de allesdragers en de
bevestigingsplaatsen op het dak te
voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw land
met betrekking tot het vervoeren van
voor werpen die langer zijn dan de auto.
Praktische informatie