Page 129 of 364

127
5008_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
ISOFIX-bevestigingen
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:- twee bevestigingsringen A, die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een merkteken,
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over
twee sloten die eenvoudig aan de twee
bevestigingsringen A kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B .
Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER :
-
v
er wijder de hoofdsteun en berg deze op
alvorens het kinderzitje op deze plaats te
bevestigen (vergeet niet de hoofdsteun
weer aan te brengen nadat u het kinderzitje
weer hebt verwijderd),
-
t
rek het afdekkapje van de TOP TETHER
los,
-
h
aal de riem van het kinderzitje naar de
achterzijde van de rugleuning van de stoel
en zorg dat deze precies tussen de gaten
voor de hoofdsteunpennen ligt,
-
m
aak de haak van de bovenste riem vast
aan de ring B ,
-
t
rek de bovenste riem strak.
5
zitplaatsen
7
zitplaatsen
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-normen
.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
-
é
én bevestigingsring B onder een
afdekkapje boven aan de achterzijde van
de rugleuning, TOP TETHER genoemd,
voor de bevestiging van de bovenste riem.
D
e plaats hiervan wordt aangegeven met
een merkteken.
Aan de top tether, die aan de achterzijde van
de rugleuning is gemonteerd, kan de bovenste
riem van een kinderzitje (indien aanwezig)
worden vastgemaakt. Dit systeem beperkt het
naar voren kantelen van het kinderzitje bij een
frontale aanrijding.
6
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 130 of 364

128
5008_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
ISOFIX-kinderzitje
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-
bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de
zitplaats van de auto te bevestigen.
Verstel de voorstoel van de auto zodanig dat de voeten van het kind de rugleuning niet raken.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van
het zitje.
Raadpleeg het schema voor meer
informatie over de mogelijkheden van
het plaatsen van ISOFIX-kinderzitjes in
uw auto. Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is
de bescherming van het kind bij een
aanrijding niet meer gewaarborgd.
Volg nauwkeurig de
montagevoorschriften in de handleiding
die bij het kinderzitje is geleverd.
Aanbevolen door PEUGEOT en goedgekeurd voor uw auto
ISOFIX-kinderzitje met TOP TETHER
"RÖMER Duo Plus ISOFIX" (gewichtsgroep B1 )
Groep 1: van 9
tot 18 kg
Dit wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Wordt bevestigd aan de ogen A en, met behulp van de bovenste riem, aan het oog B, genaamd TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 131 of 364

129
5008_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter
(A t /m G ).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10
kg
(categorie 0)
Tot ca.
6
maandenTot 10
kg
(categorie 0)
Tot 13
kg
(categorie 0+)
Tot ca. 1
jaarVan 9
tot 18 kg (categorie 1)
Van ca. 1
tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"rug in de rijrichting"
"rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Passagiersstoel voor XXXX
5
zitplaatsen (2
z i t r i j e n)
Buitenste zitplaatsen achter IL- SU* IL- SU* IL- SU* IUF
*
IL- SU *
Middelste zitplaats achter XIL- SU IL- SU IUF
IL- SU
6
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 132 of 364

130
5008_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
*
Kinderzitjes
met een steun (of een
reactiestang) moeten op zorgvuldige wijze
in de auto worden geplaatst. Raadpleeg de
rubriek "Plaatsen van kinderzitjes met steun"
voor meer informatie. I UF:
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd ISOFIX-
kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en
een bovenste riem aan de bovenste ring van
de zitplaatsen met ISOFIX-bevestigingen.
IL- SU:
z
itplaats geschikt voor de
bevestiging van een semi-universeel
gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje: -
r
ug in de rijrichting voorzien van een
bovenste riem of een steun,
-
g
ezicht in de rijrichting voorzien van
een steun,
-
r
eiswieg voorzien van een bovenste
riem of een steun.
Raadpleeg de rubriek "ISOFIX-bevestigingen"
voor meer informatie over de bevestiging van
de bovenste riem.
X:
z
itplaats niet geschikt voor de bevestiging
van een kinderzitje of een reiswieg uit de
aangegeven gewichtsklasse.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 133 of 364
131
5008_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10
kg
(categorie 0)
Tot ca.
6
maanden Tot 10
kg
(categorie 0) Tot 13
kg
(categorie 0+)
Tot ca. 1
jaar Van 9
tot 18 kg (categorie 1)
Van ca. 1
tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"rug in de rijrichting"
"rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Passagiersstoel voor XXXX
7
zitplaatsen (3
z i t r i j e n)
Buitenste zitplaatsen 2
e zitrij IL- SU* IL- SU* IL- SU* IUF
*
IL- SU *
Middelste zitplaats 2
e zitrij XIL- SU IL- SU IUF
IL- SU
Buitenste zitplaatsen 3
e zitrij Geen Isofix
6
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 134 of 364

132
5008_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
* Kinderzitjes met een steun (of een
reactiestang) moeten op zorgvuldige wijze
in de auto worden geplaatst. Raadpleeg de
rubriek "Plaatsen van kinderzitjes met steun"
voor meer informatie. I UF:
z itplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd ISOFIX-
kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en
een bovenste riem aan de bovenste ring van
de zitplaatsen met ISOFIX-bevestigingen.
IL- SU:
z
itplaats geschikt voor de
bevestiging van een semi-universeel
gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje: -
r
ug in de rijrichting voorzien van een
bovenste riem of een steun,
-
g
ezicht in de rijrichting voorzien van
een steun,
-
r
eiswieg voorzien van een bovenste
riem of een steun.
Raadpleeg de rubriek "ISOFIX-bevestigingen"
voor meer informatie over de bevestiging van
de bovenste riem.
X:
z
itplaats niet geschikt voor de bevestiging
van een kinderzitje of een reiswieg uit de
aangegeven gewichtsklasse.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 135 of 364

133
5008_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Adviezen
Kinderzitjes
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp
van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje
zit; dat zou de stabiliteit van het zitje in gevaar
kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje
met de veiligheidsgordel voor dat de
veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is
gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig
op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel,
wanneer deze versteld kan worden, indien nodig
naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje "met
het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet de
rugleuning ervan, indien nodig, meer rechtop.
Kinderen voorin
Voor een optimale bevestiging van het kinderzitje met
"het gezicht in de rijrichting" is het noodzakelijk dat de
afstand tussen de rugleuning van het kinderzitje en de
rugleuning van de stoel van de auto zo klein mogelijk is.
Voordat u een kinderzitje met rugleuning op een
passagiersstoel plaatst, moet u de hoofdsteun van de
desbetreffende passagiersstoel verwijderen.
Zorg ervoor dat de hoofdsteun goed is opgeborgen of
vastgemaakt om te voorkomen dat de hoofdsteun bij
plotseling remmen een gevaarlijk projectiel wordt.
Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen nadat
u het kinderzitje weer hebt verwijderd.
De regelgeving met betrekking tot het vervoer
van kinderen op de voorpassagiersstoel
verschilt per land. Houd u aan de regels die
gelden in het land waar u zich bevindt.
Schakel de passagiersairbag vóór uit zodra
een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een
zitverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een zitverhoger met
rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- g een kinderen zonder toezicht achter in een
auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto achter
wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto
in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de
achterportieren per ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de achterportierruiten niet verder
dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om jonge kinderen tegen
de zon te beschermen.
6
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 136 of 364

134
5008_nl_Chap06_securite-enfants_ed01-2015
Mechanische
kinderbeveiliging
F Draai met de contactsleutel de rode knop een achtste omwenteling zoals
aangegeven op de sticker op het portier.
Controleer of het por tier correct is
vergrendeld.
Elektrische kinderbeveiliging
F Druk bij ingeschakeld contact op deze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat
branden in combinatie met een melding die het
inschakelen bevestigt.
Het lampje blijft branden zolang de elektrische
kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Het blijft mogelijk de portieren van buitenaf te
openen en de elektrisch bedienbare achterste
zijruiten te bedienen met de schakelaars voor
de bestuurder.
Vergrendelen
Ontgrendelen
F Draai met de contactsleutel de rode knop een achtste omwenteling.
Inschakelen Uitschakelen
F Druk nogmaals bij ingeschakeld contact op
deze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat
uit in combinatie met een melding die het
uitschakelen bevestigt.
Het lampje blijft uit zolang de elektrische
kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Dit systeem werkt onafhankelijk van
de centrale vergrendeling; gebruik het
nooit in plaats daarvan.
Controleer bij het aanzetten van
het contact altijd de stand van de
kinderbeveiliging.
Neem vóór het verlaten van de auto
altijd de sleutel uit het contact, zelfs
voor korte periodes.
Bij een ernstige aanrijding wordt
de elektrische kinderbeveiliging
automatisch uitgeschakeld, zodat de
achterpassagiers de auto ongehinderd
kunnen verlaten.
De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat
beide achterportieren van binnenuit kunnen
worden geopend en blokkeert de bediening van
de achterportierruiten.Beide achterportieren zijn voorzien van een kinderbeveiliging
om het openen van binnenuit te verhinderen.
De knop bevindt zich op de zijkant van beide
achterportieren.
Als de sticker voor de knop van
de mechanische kinderbeveiliging
ontbreekt (zie de desbetreffende
rubriek), is uw auto voorzien van de
elektrische kinderbeveiliging.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen