Page 209 of 364

207
5008_nl_Chap09_verifications_ed01-2015
Als een storing in het SCR-
systeem wordt gesignaleerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd
als meer dan 1100 km is gereden
nadat de storing in het SCR-systeem
is gesignaleerd. Laat het systeem
zo snel mogelijk controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Als een storing wordt gesignaleerd
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gesignaleerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem. Tijdens de geautoriseerde rijfase (tussen
1100
km en 0 km)
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(nadat 50 km is gereden ter wijl de melding van de
storing permanent wordt weergegeven), gaan de
verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor
branden en knippert het verklikkerlampje UREA
in combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300
km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog met de resterende
hoeveelheid additief kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-systeem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
9
Onderhoud
Page 210 of 364
208
5008_nl_Chap09_verifications_ed01-2015
U hebt de limiet van de geautoriseerde
rijfase overschreden: het
startblokkerringssysteem voorkomt dat
de motor opnieuw wordt gestart.
Starten geblokkeerd
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd".
Bevriezing van het additief AdBlue
®
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.Het additief AdBlue
® bevriest bij
temperaturen lager dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir waardoor u ook
in zeer koude omstandigheden kunt
blijven rijden.
Onderhoud
Page 211 of 364

209
5008_nl_Chap09_verifications_ed01-2015
Bijvullen van het additief AdBlue®
Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid. Gebruik uitsluitend additief AdBlue
® dat aan de
norm ISO 22241
voldoet.
Het additief AdBlue® is een oplossing op
ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar,
kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15
minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als additief AdBlue wordt ingeslikt, spoel
de mond dan met schoon water en drink
vervolgens een ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel). Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.
De verpakking in flacons met een
antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van
1,89
liter (1/2 gallon) zijn verkrijgbaar bij het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Het AdBlue
®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.
9
Onderhoud
Page 212 of 364

210
5008_nl_Chap09_verifications_ed01-2015
Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw
auto.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons koel en buiten direct zonlicht te
bewaren.
Onder deze omstandigheden is het additief ten
minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Procedure voor bijvullen
Controleer voor het bijvullen of de auto op een
vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het
AdBlue
® waardoor u het niet in het reservoir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel. F
Vouw voor toegang tot het AdBlue®-reservoir
het linker harmonicapaneel van de vloer van de
bagageruimte op en klap, bij een uitvoering met
7
zitplaatsen, de linker stoel van de 3
e zitrij uit.
F Til het uitgesneden deel van de mat van de bagageruimte op.
F
M
aak de zwarte plastic dop los met behulp
van de borglip.
F
S
teek uw vingers in de opening en draai
de blauwe dop een zesde omwenteling
linksom.
F
T
rek de dop om hem te ver wijderen
voorzichtig omhoog, zonder hem los
te
laten.
Onderhoud
Page 213 of 364

211
5008_nl_Chap09_verifications_ed01-2015
F Pak een flacon AdBlue®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet.
Belangrijk: als het AdBlue
®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer opnieuw
starten -, moet u het reservoir vullen
met minimaal 3,8
liter additief (twee
flacons van 1,89
liter). F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
Spoel gemorst additief onmiddellijk weg
met koud water of veeg het weg met een
vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd, verwijder
het dan met een spons en warm water.
F Breng de blauwe dop aan op de vulopening van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
B
reng de zwarte dop aan door hem op de
opening vast te klikken.
F
P
laats het uitgesneden deel van de mat
van de bagageruimte terug.
F
V
ouw het harmonicapaneel uit en plaats
het terug. Belangrijk: als u additief hebt
bijgevuld nadat het reser voir leeg
is geraakt
, aangegeven door de
melding " Vul brandstof- additief bij:
Starten verboden", dient u ongeveer
5 minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurderspor tier te openen, de
auto te ontgrendelen en de sleutel in
het contactslot te steken .
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
Voer de lege AdBlue
®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt.
9
Onderhoud
Page 214 of 364

212
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Boordgereedschap
Het boordgereedschap bestaat uit al het gereedschap waarmee uw auto is geleverd. Dit is
afhankelijk van de uitrusting van uw auto (bandenreparatieset of reservewiel).
Beschrijving van het gereedschap
5a. Bandenreparatieset (uitvoering met 5 zitplaatsen).
5b.
B
andenreparatieset (uitvoering met
7
zitplaatsen).
M
et een 12V-compressor en een patroon
met afdichtmiddel, waarmee de band
tijdelijk gerepareerd en op spanning
gebracht kan worden.
Z
ie de rubriek "Bandenreparatieset". 6.
Wielsleutel.
H
iermee kunnen de wieldop en de
wielbouten worden verwijderd.
7.
V
erlengstuk van de wielsleutel.
H
iermee kan de moer van de lierkabel
worden los- of vastgedraaid.
8.
K
rik met geïntegreerde slinger.
H
iermee kan de auto worden opgekrikt.
1. E
en wielblok om de auto stil te zetten bij
een lege accu (volgens uitvoering).
2.
A
fneembaar sleepoog.
Z
ie de rubriek "Slepen van uw auto".
3.
D
op voor het ver wijderen van slotbouten (in
het dashboardkastje) (volgens uitvoering).
H
iermee kunnen met behulp van de
wielsleutel de speciale slotbouten worden
verwijderd.
4.
S
leutel voor sierdoppen van wielbouten
(volgens uitvoering).
V
oor het verwijderen van de sierdoppen
van de wielbouten van lichtmetalen velgen. Dit gereedschap is specifiek voor uw
auto. Gebruik het niet voor andere
doeleinden.
Uitvoeringen zonder reservewiel:
Uitvoeringen met reservewiel:
Praktische informatie
Page 215 of 364
213
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Het gereedschap 1, 2, 6 en 7 is opgeborgen
onder de vloerplaat van de bagageruimte.
Toegang tot het gereedschap:
F
o
pen de achterklep,
F
t
il de harmonicagedeelten van de
vloerplaat op. Het gereedschap 4
en 8 bevindt zich in een
kist midden in het reservewiel onder de auto.
Voor toegang tot dit gereedschap moet het
reservewiel worden verwijderd.
Zie de rubriek "Wiel verwisselen".
Toegang tot het gereedschap
De noodreparatieset 5a bevindt zich
in de bagageruimte onder het rechter
harmonicagedeelte en de set 5b bevindt zich
in de bagageruimte onder de linkerstoel van de
3
e zitrij. F
D
ruk de lip in, schuif het deksel van de kist
half open en verwijder het.
10
Praktische informatie
Page 216 of 364
214
5008_nl_Chap10_infos-pratiques_ed01-2015
Bandenreparatieset
Deze set bestaat uit een compressor en een flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren.
U kunt vervolgens naar de dichtstbijzijnde garage rijden.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke banden worden gerepareerd, als het lek zich in het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
Met de compressor kunt u de bandenspanning controleren en aanpassen.
Plaats van de set
(5 zitplaatsen)
De set is opgeborgen onder het
harmonicapaneel van de vloer van de
bagageruimte. De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de
duur die nodig is om een gerepareerde
lekke band op spanning te brengen
of om een klein opblaasartikel op te
blazen.
Praktische informatie